Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Het antwoord wordt gegeven door minister Van den Heuvel.
Vooreerst van harte proficiat, minister, en tegelijk ook een beetje mijn medeleven, want de tweede vraag die u op uw bord krijgt, is meteen een vraag over het ‘klotedossier’ van de nationale luchthaven – ik citeer een van uw voorgangers, die er zijn tanden op stukgebeten heeft. (Opmerkingen van Wilfried Vandaele)
We weten allemaal wie dat was. (Opmerkingen)
Oorspronkelijk had ik mijn vraag gesteld aan minister Weyts en minister Schauvliege. Minister Weyts had de vraag handig doorgeschoven naar minister Schauvliege, maar helaas is zij ze vorige week niet meer komen beantwoorden.
In juli 2017 werd de federale overheid door de rechtbank van eerste aanleg van Brussel veroordeeld tot het uitvoeren en financieren van een studie naar de geluidshinder die veroorzaakt wordt door de uitbating van de luchthaven van Zaventem en het onderzoeken van mogelijke alternatieven. Die effectenstudie diende binnen de twaalf maanden – en we zijn intussen al veel verder dan twaalf maanden na juli 2017 – gerealiseerd te worden, maar kwam pas laat op gang, omdat federaal minister Bellot er blijkbaar niet in slaagde om een geschikt studiebureau te vinden.
Het onderzoek is uiteindelijk uitgevoerd door het Franse studiebureau Envisa. Het zou uiteindelijk midden juni 2018 van start gaan. Het is gebaseerd op uitgebreide interviews met de verschillende betrokkenen in dit dossier – niet alle betrokkenen, maar toch heel veel: de regeringen, luchtvaartentiteiten, luchtvaartmaatschappijen en actiegroepen die de omwonenden van Brussels Airport vertegenwoordigen.
Het eerste deel van het rapport, dat zich voornamelijk toespitst op de knelpunten van het luchtvaartbeleid inzake geluidsoverlast en de impact van Brussels Airport, zou ondertussen binnen de federale overheid besproken zijn, want op 25 januari werd in de pers bericht over een aantal krachtlijnen. Ik heb in mijn vraag geciteerd uit de berichten in de pers die daarover verschenen zijn, omdat het onderzoek op dat moment nog niet beschikbaar was.
Ondertussen is dat onderzoek er wel, het staat op de website van de FOD. Er was eerst een Engelstalige versie, en die is nu ook in het Nederlands vertaald.
In de pers werden een aantal krachtlijnen besproken. Ten eerste uit men kritiek op het feit dat de ministers van Mobiliteit in de vliegroutes kunnen ingrijpen. In veel andere landen zijn het immers de administraties die dergelijke operationele beslissingen nemen. In België zijn dit vaak arbitraire beslissingen, gebaseerd op onvrede van omwonenden, zonder een grondige analyse van de bredere impact.
Door de verdeling van de bevoegdheden in België en de slechte samenwerking ondergraaft men ook het beleid van onze luchthaven, die een belangrijke strategische economische sector vormt. Nog volgens Envisa is de Vlaamse overheid mede schuldig aan het disproportioneel hoge aantal klachten van omwonenden over geluidshinder, door een falend beleid van ruimtelijke ordening – een beleid dat ongepaste ontwikkelingen rond de luchthaven toelaat.
Het tweede luik van de studie wordt voor de zomer verwacht. Dit deel focust op mogelijke oplossingen voor de geluidsproblematiek, en er worden wellicht ook voorstellen gedaan voor een aanpassing van de vliegroutes.
Ik had graag van de minister vernomen of hij kennis heeft genomen van het betreffende rapport. Ik ga ervan uit dat u in naam van de beide ministers spreekt: minister Weyts en uzelf. Deze vraag vervalt wellicht, want ik ga ervan uit dat u het rapport kent – het staat gewoon op de website. Werd het rapport al besproken binnen de Vlaamse Regering of op het Overlegcomité?
Hoe evalueert u de vaststellingen van het adviesbureau, met name de kritiek op de versnipperde bevoegdheid rond luchtvaartbeleid en op de macht van de respectievelijke ministers van Mobiliteit?
Kunt u toelichten wat de studie precies bedoelt met falend beleid inzake ruimtelijke ordening en het toelaten van ongepaste ontwikkelingen rond de luchthaven? Welke conclusies zult u hieraan koppelen met het oog op het toekomstige beleid?
Bent u of is uw departement bevraagd door Envisa? Wat was de uitkomst van die gesprekken, en welke knelpunten en beleidsopties hebt u, of heeft uw voorganger, hierbij naar voren geschoven?
Het rapport wijst opnieuw op de moeilijke, zelfs gebrekkige samenwerking tussen de verschillende overheden en de continue politisering van het luchthavendossier. Hoe staat u tegenover het voorstel om een onafhankelijke intendant aan te stellen voor de luchthaven?
Minister Van den Heuvel heeft het woord.
Ik ga proberen om een aantal antwoorden te geven. Het is natuurlijk een heel delicaat dossier: het ligt heel gevoelig bij de bewoners, en er zijn een aantal overheidsniveaus die elkaar kruisen.
U vroeg of we al kennis hebben genomen van het betreffende rapport. Ik heb via de pers al kennisgenomen van het eerste deel van het rapport. Zowel mijn kabinet als het kabinet van minister Weyts hebben dit rapport ontvangen via de federale overheid. Het rapport werd dus niet besproken op regeringsniveau of op het Overlegcomité, want onze beide kabinetten hebben het rapport nog niet officieel ontvangen. Het werd dus nog niet besproken, maar we kennen het rapport wel via andere kanalen. Voor zover ons bekend, is het einde van de studie voorzien tegen eind februari.
U vraagt ook hoe we de vaststellingen van het adviesbureau evalueren. Ik wil duidelijk stellen dat het luchtvaartbeleid voor Brussels Airport, en meer specifiek het vastleggen van de vliegroutes, een integraal federale bevoegdheid is. Milieu en Ruimtelijke Ordening zijn gewestelijke bevoegdheden. Dat is een duidelijke bevoegdheidsverdeling, er is geen sprake van versnippering.
U vraagt of ik kan toelichten wat de studie bedoelt met falend beleid. Zolang we niet over het definitieve rapport beschikken, ga ik mij niet uitspreken over de conclusies van dit rapport. Als het rapport er is, kunnen we uiteraard van gedachten wisselen, en kunnen we dit verder uitklaren, samen met jullie en met het studiebureau.
U weet alleszins ook dat het ontwerp geluidsactieplan voor de luchthaven Brussel-Nationaal, waarvan het openbaar onderzoek op 11 januari afliep, toch een reeks maatregelen bevat rond ruimtelijke ordening. Het sluitstuk daarbij zal een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zijn. Maar die maatregelen moeten in een globale visie rond de ontwikkeling van de luchthavenregio passen. En daarvoor is absoluut eerst een stabiel en robuust exploitatiekader noodzakelijk.
Envisa heeft op 25 september 2018 een overleg gehad met het kabinet van de minister-president, het kabinet van collega Weyts en mijn kabinet. Tijdens deze gesprekken werd er toelichting gegeven rond onze regelgeving, de historiek van het dossier en het standpunt van de Vlaamse Regering om tot een oplossing te komen. Ons standpunt luidt dat wij streven naar een maximale spreiding van de lasten en de lusten.
Wat uw laatste vraag over de onafhankelijke intendant betreft: ik verwijs graag naar een eerder antwoord van collega Weyts over de mogelijke aanstelling van een onafhankelijke intendant. We willen deze delicate knoop ontwarren, want we moeten dit positief benaderen en oplossingen zoeken. Er moet dus ook een politieke beslissing worden genomen, en het is goed dat er voldoende politieke moed komt op federaal niveau.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Uw antwoord stelt mij bijzonder teleur: u zegt dat u het dossier officieel nog niet ontvangen hebt, maar de documenten zijn gewoon publiek beschikbaar. Uw kabinet had die dus op zijn minst wel kunnen lezen. De conclusies zijn ook zeer duidelijk: gefragmenteerd, inconsistent bestuur, een gebrekkige samenwerking tussen de belanghebbenden en een gebrekkige communicatie met de belanghebbenden in de gemeenschap. Bovendien worden de belanghebbenden in de gemeenschap onvoldoende bereikt, en faalt men in het beoordelen van de impact van beslissingen. Er is ook een geschiedenis van frequente aanpassingen in de organisatie van het luchtruim, gebaseerd op dubieuze criteria.
Dit wijst er allemaal op dat dit dossier altijd al hoog gepolitiseerd was. De rechtbank van eerste aanleg van Brussel heeft beslist het uitvoeren van een dergelijke studie op te leggen. Daarmee gaf de rechter ons, met ons voorstel om een intendant aan te stellen, gelijk. Het dossier is veel te complex om het communautair en politiek te spelen. We hebben in dit dossier echt nood aan een objectivering, aan het onttrekken van dit uitermate complexe dossier aan de politieke en communautaire spelletjes die daarrond worden gespeeld. We hebben daartoe een voorstel van resolutie neergelegd en besproken dat de heer Sanctorum mee heeft ondersteund op 24 mei 2017. Dat is bijna twee jaar geleden. Minister-president Bourgeois heeft in zijn antwoord op een actuele vraag die ik hem in april 2017 daarover hebt gesteld, gezegd dat we dat niet gingen doen omdat dat veel te veel tijd zou kosten. Maar intussen zijn we twee jaar verder en wordt in een studie geconcludeerd dat dit dossier, omdat het zo gepolitiseerd is en communautair wordt gespeeld, zodanig in het slop zit dat er wordt gespeeld met de gezondheid van de omwonenden en met de economische meerwaarde van de nationale luchthaven die, niet te vergeten, onze tweede belangrijkste werkgever is.
Een van de conclusies in dit rapport is precies dat door het voortdurend veranderen van de vliegroutes de afgelopen twee decennia, de tolerantie en de acceptatie van lawaai verminderd is. We hebben sindsdien buurtcomités en belangengroeperingen als paddenstoelen uit de grond zien rijzen waarbij de belangen van de ene groep diametraal staan tegenover die van de andere. Iedereen heeft andere belangen, men moet dat dossier dan ook objectiveren.
Er ligt al heel wat van Envisa, we kijken nu uit naar het tweede rapport. Dit zou het moment zijn om een intendant aan te stellen. Ik vraag elke keer de verslagen van het Overlegcomité op, maar dit dossier wordt nooit geagendeerd omdat er zowel op federaal als op Vlaams niveau is afgesproken dat men aan dit dossier niets zal doen, en men heeft de afgelopen legislatuur dan ook niets gedaan. Intussen groeit de weerstand bij de omwonenden langs alle kanten en neemt die zelfs toe, wat zowel de leefbaarheid van de luchthaven, als de economische leefbaarheid van de luchthaven die zo belangrijk is voor onze economie, ondermijnt.
De belangrijkste conclusie uit het rapport is dat het conflictmodel niet werkt en dat het tijd wordt op het anders aan te pakken. Minister, doe het nu!
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik ondersteun het pleidooi van mevrouw Segers. Ik denk dat geen enkele betrokkene in dit dossier de conclusies van deze studie vreemd vindt. De conclusies zijn vlijmscherp maar iedereen erkent de gang van zaken van de afgelopen vijftien tot twintig jaar. De basisboodschap is dat de politiek er een potje van heeft gemaakt. Daarom is het zo wraakroepend dat er in het Overlegcomité de afgelopen jaren zo weinig is gebeurd.
Waar staan we nu? In welke fase bevinden we ons? Binnen enkele maanden zijn er verkiezingen en naar alle waarschijnlijkheid zal na de verkiezingen snel een vliegwet worden geschreven en goedgekeurd, zal er een kader worden geschapen waarin al die vliegroutes hun plek krijgen en zal dit allemaal gebetonneerd zijn. Maar minister, ik vrees dat heel die loodzware politieke erfenis die we meesleuren niet in een-twee-drie wordt uitgegomd en dat die het hele proces verzwaart. Ik kan me moeilijk voorstellen dat het ‘evenwicht’ dat nu bestaat tussen de vliegroutes, plots van tafel wordt geveegd en dat de politiek de zaken nu objectief zal bekijken. Ik ondersteun dan ook het pleidooi van mevrouw Segers om daar een onafhankelijke speler op te zetten.
De rechtbank heeft eerst gezegd dat er een onafhankelijke studie wordt uitgevoerd, dat de politiek de conclusies van die studie serieus moet nemen en dat moet worden overgegaan tot de volgende fase binnen dat onafhankelijk en objectief proces, namelijk het aanduiden van een intendant, liefst nog voor de verkiezingen. Zo niet, worden we na de verkiezingen opnieuw met een verschrikkelijk politiek compromis geconfronteerd en zullen de mensen kwaad zijn, kwader dan ooit.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, onze nationale luchthaven heeft inderdaad dringend nood aan een langetermijnvisie. We zijn daar allemaal al heel lang vragende partij voor en uiteraard zijn het samenwerkingsakkoord tussen de verschillende gewesten en de federale Vliegwet daarbij van primordiaal belang. We hebben het daar in deze commissie al meermaals, tot vervelens toe, over gehad. Een goede samenwerking tussen alle politieke lagen is van zeer groot belang. Wij hopen dan ook dat daar tijdens de vorige legislatuur goed en snel werk van gemaakt kan worden.
Wat specifiek dit dossier betreft, vind ik het persoonlijk wel vreemd dat de bevoegde Vlaamse minister daar niet van op de hoogte was. Dat toont perfect aan hoe de overheden, misschien ook wat dit betreft, naast elkaar werken. U mag me tegenspreken als het niet zo is, maar zo heb ik het begrepen.
Het is belangrijk dat u als nieuwe minister toch aan tafel gaat zitten met uw federale collega’s en dat de conclusies van dit rapport daar worden doorgesproken.
Wat vindt u van het feit dat uw voorganger, minister Schauvliege, als Vlaams minister niet bij deze studie werd betrokken? Hebt u, ook al is dit een zeer korte termijn, al contact gehad met de federale minister François Bellot?
Dan had ik graag nog over mijn buurgemeenten Steenokkerzeel, Machelen en Zaventem willen spreken. In het eerste hoofdstuk van de studie staat dat deze gemeenten met de grootste geluidshinder te kampen hebben. We hebben in de voorbije commissievergaderingen regelmatig gesproken over het geluidsactieplan, waarvan het ontwerp net naar het openbare onderzoek is gegaan. Zult u met de conclusies van dit rapport rekening houden wanneer u het ontwerp met het oog op een definitieve versie bijstuurt om, zoals ik al meermaals heb gevraagd, toch nog extra aandacht te geven aan de directe omgeving daar?
U bent nieuw in deze materie. Daarom zou ik u graag meteen willen meegeven dat mijn partij zeker voorstander is om naar stillere en properdere vliegtuigen te evolueren. Daarvoor ligt een belangrijk engagement bij de Vlaamse Regering. In Steenokkerzeel – en ik denk dat u dat ook kunt meenemen in het geluidsactieplan – is er ten tweede ook een hinder waarnaar te weinig aandacht uitgaat. Men denkt altijd aan de overvliegende vliegtuigen, maar in Steenokkerzeel is er veel hinder door grondlawaai. De vliegtuigen die aan het proefdraaien zijn, maken heel veel grondlawaai en zorgen voor trillingen. Ik vraag daarvoor uw specifieke aandacht in uw finale versie van het geluidsactieplan.
Minister Van den Heuvel heeft het woord.
Het rapport heb ik ook van de website gehaald want ik heb het net als minister Weyts niet officieel ontvangen. Ik heb het wel gelezen, maar het zou normaler zijn indien het officieel zou worden bezorgd. Ze hebben ons wel geraadpleegd op 25 september 2018, mevrouw De Vroe. Toen is Envisa op bezoek geweest bij de drie kabinetten: dat van minister-president Bourgeois, van minister Weyts en van toenmalig minister Schauvliege.
Het is ook duidelijk dat het een half rapport is. In de laatste zin van de conclusie in het eerste deel staat duidelijk dat tegen het einde van februari, begin maart het tweede deel komt, met suggesties of beleidsvoorstellen. Dat is heel belangrijk. Het tweede deel is ook politiek relevanter omdat we allemaal uitkijken welke richtingen of trajecten Envisa ziet om tot een oplossing te komen.
De discussie over de intendant is nieuw voor mij. Het is duidelijk dat dit in de hele Oosterweelsaga tot een oplossing heeft geleid. Hier zitten we tussen de federale en Vlaamse overheid. Ik wil de hete aardappel ook niet doorgeven aan mijn collega’s, maar de vliegroutes zijn in eerste instantie een federale bevoegdheid. Minister Weyts speelt daar ook nog een rol in. Ik zit pas op de tweede rij om een aantal zaken rond het geluidsactieplan en de ruimtelijke ordening te doen. Maar ik stel vast dat een intendant in de Oosterweelsaga tot een doorbraak heeft geleid. Ik wil dat meenemen en er met mijn collega’s over praten. Dat moeten we dan natuurlijk wel eerst binnen de regering uitpraten.
Mevrouw De Vroe, van uw laatste suggestie, om ook rekening te houden met het grondlawaai voor de gemeente Steenokkerzeel, zal ik zeker een extra aandachtspunt maken bij het opstellen van het geluidsactieplan.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Het feit dat de pers wel al op 25 januari het rapport ter beschikking had en dat u het van de website hebt moeten halen, is inderdaad illustratief voor het gebrek aan communicatie tussen de verschillende niveaus in ons land. Nochtans kan dit perfect in het Overlegcomité worden besproken. Daar is het de afgelopen jaren nooit besproken.
Ik ben verheugd dat ik hoor dat er een opening is naar ons twee jaar oude voorstel om een intendant aan te stellen en om dat daar toch op tafel te leggen. Het geschikte niveau daarvoor is inderdaad het Overlegcomité. Ik reken op u, minister, om op z’n minst het voorstel met uw collega’s te bespreken.
De tijd die er is verloren in dit dossier, dat is gewoon waanzinnig. Zoals ook collega Sanctorum aangaf, de conclusies van dat rapport zijn zodanig dat men hier zeker niet uit kan geraken in de aanloop naar verkiezingen, met dat politieke opbod. De vrees is echter terecht dat er onmiddellijk na de verkiezingen inderdaad snel snel beslissingen zullen worden genomen zonder dat er een draagvlak is gekomen. Ik doe dus nog eens de oproep: gebruik de komende weken en maanden om in de luwte iemand die nergens in België woont, want het voorstel is om iemand internationaal aan te stellen, die dus geen belangen heeft in ons land, met álle belanghebbenden rond de tafel te laten zitten, zoals Envisa dat ook heeft gedaan, zodat die kan zoeken naar een gedragen oplossing. Het ‘caveat’ in het rapport is immers wel heel mooi: sommige mensen kun je altijd tevredenstellen, op sommige momenten kun je alle mensen tevredenstellen, maar je kunt niet alle mensen altijd tevreden houden. Dat staat in het rapport. Laten we het dus objectief, wetenschappelijk doen. U verwees naar Antwerpen. In het Oosterweeldossier is het gelukt. Dit, die wijziging, is de ene mogelijkheid om dit dossier ook uit het slop te halen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.