Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Zoals de collega's ga ook ik beginnen met een gedicht. Het is een gedicht uit een bundel die helaas te weinig bekend is, namelijk ‘The beautiful poetry of Donald Trump’. Ik ga het opzet van de bundel kort toelichten: “It is a little known alternative fact that the 45th president, Donald Jr. Trump, has long been a remarkable poet. This book aims to redress this oversight on the part of the literary world, and showcase his finest and most revealing words in a previously unseen form.” Het gedicht is een klassieker.
Very Dishonest Media
The BBC is in total disarray
The failing New York Times gets worse and worse by the day
The leaks are absolutely real.
The news is fake.
I'm turning to Fox News
where we get a fair shake.
Watched Saturday Night Live hit job on me
I don't call it thin-skinned. I'm angry.
Het zijn echte tweets en uitspraken van Donald Trump, en iemand heeft zich beziggehouden ze om te vormen tot prachtige gedichten.
Ik wil geen afbreuk doen aan onze Vlaamse dichters. Daarom lees ik nu een gedicht dat Tom Lanoye schreef voor deze Poëzieweek en dat heel beklijvend is.
Zonder handen, zonder tanden
Geen woord zo vrij als vrij.
Het weert wat men verbiedt.
Smetvrij, vetvrij. Kogelvrij.
Maar wat is dan ‘gastvrij’?
(Ontdaan van vreemdelingenwaan?)
En vogelvrij: een doel, een straf?
Of een verzuchting op een graf?
Hier ligt hij:
Eindelijk vrij.
Geen woord zit zo gestoord vol zwijnerij.
‘Vrije jongen, vrije liefde, vrije handel.’
En toch loert overal ook angst voor vrije val.
Geen woord bekoort zozeer
Voor wie het hoort,
Geen woord vermoordt zoveel
Van wie er niet bij hoort…
Vrij –
wij?
De lucht is vrij,
De vraag is vrij.
De vrijheid niet.
Ze lonkt en vrijt.
Maar zij ontschiet.
Ik ga nu over tot mijn vraag om uitleg. Op 20 juli 2018 hechtte de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan de nota aan het Overlegcomité ‘Verdeling van de middelen uit het digitaal dividend ten gunste van de veiling van de 800 megahertzband’, met name het standpunt van de gemeenschappen om bij een nieuwe veiling van frequenties te streven naar een verdeling van de opbrengsten tussen de federale overheid en de gemeenschappen, die in verhouding staat tot het gebruik van de betrokken frequenties voor respectievelijk omroepdiensten of audiovisuele media.
Minister, in antwoord op mijn schriftelijke vraag van 6 september 2018 bleef u echter op de vlakte voor wat betreft het vastleggen van een plan van aanpak met betrekking tot de verdeling van de opbrengsten van toekomstige veilingen. U stelde: “In het Vlaams regeerakkoord 2014-2019 staat dat bij toekomstige veilingen van frequenties de verdeling van de opbrengsten tussen de diverse bevoegde overheden in verhouding moet staan tot het gebruik van de betrokken frequenties voor respectievelijk omroepdiensten of digitale datacommunicatie. In dat opzicht ben ik dan ook van mening dat het aandeel van de gemeenschappen in de vergoeding onderzocht en besproken moet kunnen worden. Die oefening is bezig. Ik plan gesprekken met de andere gemeenschappen te voeren.”
Uw federale collega Alexander De Croo lijkt echter geen reden te zien om de verdeling van de opbrengsten tussen de gemeenschappen en de federale overheid bij te stellen. Zo konden we in Le Soir van 7 november 2018 lezen: “Il n’y a aucune raison de déroger à l’accord conclu au sein du comité de concertation en 2013”. Een onderscheid maken tussen het gebruik van de betrokken frequenties voor respectievelijk omroepdiensten of digitale datacommunicatie zou volgens het kabinet van minister De Croo niet alleen onwenselijk maar ook technisch onmogelijk zijn.
Tijdens de bespreking van de beleidsbrief Media op 22 november 2018 verzekerde u de commissie dat er in de schoot van het Overlegcomité constructieve gesprekken plaatsvonden, maar die gesprekken lijken op een sisser uit te draaien waardoor de veiling van de 700 megahertz frequentieband, nodig voor de uitrol van 5G, wellicht niet meer voor dit jaar zal zijn, zoals oorspronkelijk gepland. In De Tijd van 18 januari 2019 wordt bericht dat het dossier volledig geblokkeerd zit bij het Overlegcomité aangezien men niet tot een akkoord komt over de verdeling van de inkomsten uit de veiling en er ook geen consensus is over de komst van een vierde operator.
Minister, welke stappen hebt u ondertussen genomen om tot een plan van aanpak te komen waarbij de verdeling van de opbrengsten tussen de diverse bevoegde overheden inderdaad in verhouding staat tot het gebruik van de betrokken frequenties voor respectievelijk omroepdiensten of digitale datacommunicatie? Kunt u de gesprekken die hierover gevoerd werden met de overige gemeenschappen en de federale overheid toelichten? Heeft de Vlaamse Regering al een standpunt geformuleerd over de beoogde verdeelsleutel bij de veiling van de 700 megahertz frequentieband? Hoe verhoudt dit zich tot de standpunten van de andere gemeenschappen en de federale overheid? Kunt u toelichten wat de voornaamste knelpunten zijn om op het Overlegcomité tot een akkoord te komen? Is er nog steeds sprake van technische en/of juridische kwesties die moeten worden uitgeklaard? Zo ja, welke?
Is de Vlaamse Regering voorstander van de komst van een vierde operator op de markt?
Lijkt het u realistisch dat er nog voor het einde van de legislatuur een consensus bereikt kan worden? Waarom wel, waarom niet?
Minister Gatz heeft het woord.
Het verhaal van de verdeling van de inkomsten komt voort uit de eerste verdeling van inkomsten van de 800 megahertzband, toen frequentiebanden die voor de omroep gebruikt werden, tot gsm-frequenties geherkwalificeerd werden. Ze werden vervolgens naar de markt gebracht via licenties die 360 miljoen euro hebben opgeleverd.
De beslissing over de inkomsten van deze frequenties werd via beslissing van het Overlegcomité van 24 april 2013 – een beslissing die ik tot vervelens toe heb voorgelezen en ook zal blijven voorlezen – als volgt genotuleerd.
Voor zover de veiling 360 miljoen euro opbrengt, zal de verdeling 80 procent federaal en 20 procent voor de gemeenschappen zijn.
Voor het deel van de opbrengst van de veiling dat hoger zal liggen dan 360 miljoen euro, zal de verdeling 50 procent federaal en 50 procent voor de gemeenschappen zijn.
Met het oog op toekomstige veilingen zal het gebruik van de frequenties de komende jaren permanent worden gemonitord.
Deze beslissing is een princiepsbeslissing die ook van toepassing zal zijn op toekomstige veilingen van gelijkaardige frequenties.
Tot zover het punt waar we steeds naar teruggrijpen.
Zoals u aangeeft, mevrouw Segers, zitten we in een voorbereidende fase van nieuwe veilingen, en daarbij gaat het over vijf federale besluiten: ten eerste de 700 megahertzband ofwel het tweede digitaal dividend. Ten tweede de vernieuwing van bestaande 2G- en 3G-licenties met 900 en 1800 megahertz. Ten derde de 2 en 2,6 gigahertzband. Ten vierde de 1400 megahertzband. Ten vijfde de 3,6 gigahertzband.
Hoe wil ik dit aanpakken? Het debat over de veiling van de nieuwe frequenties is eind juli opgestart via het Interministerieel Comité. Het dossier werd besproken op het Overlegcomité van 7 november en 19 december 2018. De opmerkingen van de Vlaamse Gemeenschap behelzen twee luiken.
Er is een technisch luik waarin door het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) verduidelijking en kennisuitwisseling wordt gevraagd over de uitrol van 5G en de normering. Daarnaast zijn er ook vragen over de impact op bestaande investeringen en de mogelijkheden om het spectrum te kunnen gebruiken voor innovatieve toepassingen in industriële en/of stedelijke gebieden. De gesprekken over dit gedeelte verlopen eerder constructief.
Het tweede luik gaat over de verdeling van de middelen die uit deze veiling zouden voortkomen. Zoals in het regeerakkoord staat vermeld, vraagt de Vlaamse Gemeenschap een verdeling van de middelen die meer in verhouding staat tot het gebruik van de betrokken frequenties voor omroep. In dat voorstel grijpt het federale niveau terug naar de middelenverdeling uit 2013, zoals ik daarnet aangaf. De gemeenschappen hebben deze boodschap meegenomen, maar zich niet akkoord verklaard met het bovenvermelde principe.
Ik moet u zeggen dat er op dit ogenblik wel openingen zijn om deze middelenverdeling van 80 procent en 20 procent te laten evolueren. Er is beweging in de zaak. Tot zover zijn we dus. Op dit moment wordt er bilateraal overlegd. Volgende week is er opnieuw een Overlegcomité gepland.
Wat is ons standpunt? Wij zitten met de Vlaamse Gemeenschap, de Franse en Duitstalige Gemeenschap op dezelfde lijn. We zijn samen van mening dat de vork van de opbrengsten voor de gemeenschappen groter moet zijn dan de verdeelsleutel uit het verleden toelaat.
Waar liggen de knelpunten? Er zijn nog andere punten zoals ik zonet aangaf, maar het zwaartepunt ligt bij de verdeling van de inkomsten tussen de federale overheid en de gemeenschappen. Nog een knelpunt is het feit dat er andere dossiers aan dit dossier zijn verbonden. Daardoor wordt het soms wel ingewikkeld.
Is de Vlaamse Regering voorstander van een vierde operator op de markt? Ik ben als minister van Media vragende partij voor de uitrol en de ontwikkeling van sterke, solide en betrouwbare netwerkinfrastructuren voor de omroepdiensten. Mijn bezorgdheid is dat de omroepen hun programma’s en signalen via de elektronische communicatienetwerken zo kwalitatief mogelijk aan de kijkers moeten kunnen aanbieden.
Of dit via drie dan wel vier operatoren moet gebeuren, is eerder een debat over concurrentie. Dat is een bevoegdheid van de federale overheid, waar dit dossier in het kader van het zogenaamde Zomerakkoord vorig jaar werd goedgekeurd.
Dan is er de vraag van 5 miljoen. Zal er nog voor het einde van deze legislatuur een consensus bereikt worden? Daar kan ik nu niet op antwoorden. Dat hangt niet enkel van de Vlaamse Regering af.
Er is zeker vooruitgang op het gebied van de twee inhoudelijke luiken die ik aangaf. De politieke situatie en de val van de Federale Regering enerzijds én de koppeling van dit dossier aan andere dossiers anderzijds maken het er absoluut niet eenvoudiger op. Het blijft dus een heel moeilijk en zwaar dossier.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Terecht. Het is een heel moeilijk en complex dossier, vooral omdat er twee zaken aan elkaar gekoppeld worden. De verdeling van de middelen van het 5G-netwerk wordt gekoppeld aan een vierde operator. Vanuit sp.a hebben we wel heel veel twijfels over de nood aan een vierde operator. U haalt technische argumenten aan, maar het gaat ook over de leefbaarheid van de telecomsector.
Uw collega, federaal minister Philippe De Backer van Telecom, heeft in De Tijd zelfs gezegd dat hij de knoop niet ziet doorgehakt worden voor 2020. Ik schat die vraag van 5 miljoen, zoals u het stelt, bijzonder pessimistisch in. Er moet volgens de schatting een pak geld, zo’n 680 miljoen euro, worden verdeeld. Dan belandt men uiteraard ook in communautaire spelletjes. Intussen hebben al heel veel bedrijven een noodkreet geslaakt omdat de economie echt wel in het gedrang komt indien men niet zeer snel kan overgaan tot de uitrol van het 5G-netwerk. Ik denk dat het voor de verschillende regeringen alle hens aan dek moet zijn om ervoor te zorgen dat er zo snel mogelijk positieve stappen worden gezet. Zodat we in België tegenover de rest van Europa niet achterop blijven hinken.
Graag alle hens aan dek. Zoek een consensus. Ik ben blij om te horen dat het Overlegcomité volgende week opnieuw bij elkaar komt. Hopelijk worden daar stappen vooruitgezet, want dit kan niet langer blijven aanslepen.
De heer Vandaele heeft het woord.
U weet dat dit dossier voor ons een stokpaardje is. We hebben het ook voor het eerst ter sprake gebracht in de vorige legislatuur en sindsdien warm gehouden. Mevrouw Segers heeft natuurlijk gelijk. Het is en blijft een belangrijk dossier voor de Vlaamse Gemeenschap en we moeten daarbij op onze strepen blijven staan. Het aandeel media neemt toe, dat weten we, en dat moet eindelijk ook eens erkend worden.
Ik vind het een beetje jammer dat het nu ook politiek wordt gekoppeld aan het dossier van een eventuele komst van een vierde speler. Ook al wordt het tijdens deze legislatuur niet meer afgerond, ik hoop toch dat alle partijen die aan de onderhandelingstafel van de volgende Federale Regering worden geroepen van dit punt een zaak maken. Het is belangrijk genoeg en het gaat over veel geld.
Ik heb, voorzitter, ook een gedicht gezocht voor vandaag. Het is grijs gelezen, maar het is een iconisch gedicht dat we allemaal op school hebben voorgeschoteld gekregen: ‘Melopee’ van Paul van Ostaijen. Ik probeer het goed voor te lezen, maar dat zal moeilijk zijn door mijn West-Vlaamse afkomst. Anders laat ik het over aan de voorzitter als ik er niet meer uit geraak.
Ik probeer bij mijn gedicht altijd een anekdote te vertellen. Mijn thesis voor Germaanse Talen ging indertijd over Floris Couteele, een jeugdvriend van Marnix Gijsen en tijdgenoot van Paul van Ostaijen. Voor mijn thesis heb ik heel veel nog levende mensen uit die generatie gesproken. Soms leefden ze nog amper en waren dat hallucinante interviews. Een van de betere gesprekken was met Helene Timmermans. Zij was de zus van een van de Antwerpse oorlogsburgemeesters, Jan Timmermans. Helene was een tijdgenote, een vriendin van Paul van Ostaijen, waarschijnlijk een ‘goede’ vriendin. Het is maar een flauwe anekdote, maar het is wel iets nieuws en het is nog nooit gepubliceerd.
Ik doe het nu voor het eerst. Generaties literatuurwetenschappers en psychologen zullen daar nog een kluif aan hebben na vandaag. Ze vertelde me dus dat ze met haar vriend Paul arm in arm door de stad liep, en dat ze stil bleven staan bij de uitstalramen en commentaar gaven op de waren die daar te zien waren. Zo stonden ze ook stil bij een lingeriewinkel en – nu komt het – Paul van Ostaijen had volgens Helene Timmermans een hekel aan kant en franjes en gaf de voorkeur – minister, dat zal u interesseren – aan een keurige, rechte zoom in de damesslipjes. Dat is echt gebeurd. Dus als Helene Timmermans mij iets wijsgemaakt heeft, dan heb ik jullie nu iets wijsgemaakt. Maar ik vind dit toch een heel belangwekkende ontdekking, die ik hier in de annalen van dit parlement wil opnemen.
Maar dan het gedicht dat gelukkig wat korter is dan mijn exposé. Ik moet dat goed voorlezen, ik ga mijn best doen.
Melopee
Onder de maan schuift de lange rivier
Over de lange rivier schuift moede de maan
Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee
Langs het hoogriet
Langs de laagwei
schuift de kano naar zee
schuift met de schuivende maan de kano naar zee
Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man
Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar de zee
Ik denk dat collega Van Werde dat eigenlijk wel veel beter zou kunnen voorlezen. (Opmerkingen van Manuela Van Werde)
Minister Gatz heeft het woord.
Wat de laatste tussenkomst betreft, had ik iets meer over de naad verhoopt, maar goed, daar zullen we dan over blijven napraten.
De complexiteit van het dossier en de inzet ervan werden door de twee parlementsleden nog eens goed aangegeven. De economische inzet is hoog. Mevrouw Segers heeft daar overschot van gelijk, en in die zin zouden we daar toch een doorbraak moeten kunnen vinden. Ik zal mij daar ook voor inzetten. Zonder de kroon te willen ontbloten, collega’s, is het wel zo dat buiten de koppeling van de elementen die ik hier gegeven heb en het 4G-netwerk an sich, er nog wel andere koppelingen zijn. Op den duur wordt het natuurlijk wel een heel zwaarbeladen kar, met zaken die niet altijd met elkaar te maken hebben. Men kan nog zeggen dat er een verband is tussen 4G en deze veiling, men zit toch in dezelfde sector, maar het is breder.
We roeien met de riemen die we hebben en we zorgen dat de boot te water blijft. Ik sluit graag het debat af met het economische argument van een doorbraak op korte termijn, om dat dan op middellange termijn te kunnen doen. Ik zal er mij dus de komende uren en dagen voor blijven inzetten.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u, minister. We rekenen op u om daar samen met uw collega’s hard op in te zetten want de economische schade in deze dossiers, waar echt al te veel politieke spelletjes rond gespeeld worden en zaken aan elkaar gekoppeld worden, is te groot om dat langer te laten aanslepen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.