Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister, begin december 2018 werd de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België uitgenodigd voor een onderhoud met het kabinet van de minister van Volksgezondheid, Maggie De Block. Tijdens die vergadering presenteerde het kabinet van De Block het wetsvoorstel omtrent de uitbreiding van verpleegkundige handelingen, met name technische verpleegkundige handelingen, die gedelegeerd worden aan zorgkundigen. Dat wetsvoorstel zou het KB van 12 januari 2006 wijzigen, dat ten eerste de verpleegkundige handelingen vastlegt die door zorgkundigen mogen worden uitgevoerd en ten tweede de omstandigheden waarin de zorgkundigen die handelingen mogen verrichten. Concreet betekent dat dat de huidige basisopleiding voor zorgkundigen wordt aangevuld met 150 uur extra opleiding. Zorgkundigen zullen bepaalde verpleegkundige activiteiten onder het toezicht van verpleegkundigen kunnen en mogen uitvoeren.
– Jan Durnez treedt als voorzitter op.
De Algemene Unie van Verpleegkundigen van België verwerpt het wetsvoorstel zoals het werd gepresenteerd door het kabinet-De Block. Zij stellen dat het delegeren van verpleegkundige handelingen vereist dat zowel de huidige als de toekomstige zorgkundigen de nodige competenties en kwalificaties bezitten om die handelingen uit te voeren, onder de verantwoordelijkheid van verpleegkundigen.
Een geschikte opleiding houdt in dat de kennis van theoretische en praktische aspecten, verbonden aan de verschillende toevertrouwde handelingen, door de zorgkundigen wordt beheerst. Zonder die opleiding die bewijst dat zorgkundigen de vereiste competenties hebben verworven, is het voorstel van het kabinet-De Block omtrent de uitbreiding van handelingen gedelegeerd aan zorgkundigen gevaarlijk, aldus de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België (AUVB).
De AUVB vraagt dat de uitbreiding van handelingen die worden gedelegeerd aan zorgkundigen, gepaard gaat met een opleiding van 1280 uren die leiden tot een nieuwe titel, een nieuwe functie en een aangepast barema.
Minister, hebt u betreffende het voorstel tot wijziging van verpleegkundige handelingen die worden uitgevoerd door zorgkundigen en de aanvullende opleiding, overleg gehad met uw federale collega, minister De Block? Wat kwam daaruit voort? Hoe staat u tegenover het voorstel tot wetswijziging van minister De Block? Hoe staat u tegenover de vraag van de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België om de uitbreiding van handelingen die worden gedelegeerd aan zorgkundigen gepaard te laten gaan met een opleiding van 1280 uren? Kunt u een stand van zaken geven over de hbo5-opleiding Verpleegkunde? Hoe verloopt het overleg met minister De Block en de aanpassing van het KB 78?
Minister Crevits heeft het woord.
Het voorstel tot wetswijziging van minister De Block werd op 18 december 2018 op een interkabinettenwerkgroep (IKW) aan mijn medewerkers toegelicht. Er is gereageerd op het voorstel. Ook is er een brief opgesteld samen met minister Vandeurzen als reactie op het voorstel.
Het voorstel tot wetswijziging bevat een beperkte uitbreiding van verpleegkundige handelingen aan de zorgkundigen. Dat is goed want het gaat hier om niet-complexe handelingen die niet leiden tot een niveauverhoging van de opleiding en het beroep van zorgkundige, en die wel belangrijk zijn voor het huidige werk van de zorgkundige, zoals bijvoorbeeld het meten van bepaalde parameters, het toedienen van bepaalde voorbereide en voorgeschreven medicatie, het aanbrengen van verbanden en kousen. Wel sta ik kritisch tegenover de voorgestelde opleidingsduur van 150 uur voor zowel de zorgkundige in functie als voor de zorgkundige in opleiding.
Uiteraard ondersteun ik ten volle het levenslang leren en het volgen van vorming en opleiding tijdens de beroepsuitoefening. Ik heb wel ernstige vragen over een verplichte bijscholing van 150 uur voor deze bijkomende handelingen. Vele zorgkundigen blijken al te beschikken over de kennis aangaande deze bijkomende handelingen. Bovendien zal deze maatregel een serieuze impact hebben op de werking van de zorgsector gezien het reeds nijpende tekort aan zorgkundigen. Het aantal vacatures voor zorgkundigen is sinds 2015 stijgende. In september 2018 waren er bij VDAB 708 openstaande vacatures.
Indien alle geregistreerde zorgkundigen – meer dan 77.000 – een opleiding van 150 uren moeten volgen en dus voor evenveel uren moeten worden vervangen, dan rijst de vraag hoe aan deze vervangingsnood tegemoet zal worden gekomen. Die zal dan immers immens zijn. Een ruwe berekening leert dat dit over meer dan 11 miljoen uren gaat, of meer dan 7000 voltijdsequivalenten (vte’s). Ook wanneer de helft van de opleiding in stage kan, gaat het nog steeds over meer dan 3500 vte’s.
In ons schrijven, samen met minister Vandeurzen, stellen we voor dat zaken zoals het erkennen van elders verworven competenties mee in beeld worden genomen, en dat het verplicht aantal uren opleiding realistisch wordt. Ik begrijp zeer goed dat er afspraken zijn met de sectorale fondsen om te voorzien in de nodige financiering voor het realiseren van deze toekomstige nieuwe regelgeving.
Mijn medewerkers hebben een informeel overleg gehad met de onderwijsverstrekkers aangaande de bijkomende handelingen. Indien het enkel gaat over de invoering van de beperkte verpleegkundige handelingen die werden besproken op de IKW, dan kunnen die in de huidige opleiding worden ingebed met een aantal aanpassingen aan het leerplan. Dat is op zich geen enkel probleem.
Ik heb de vraag van de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België om de uitbreiding van handelingen die worden gedelegeerd aan zorgkundigen gepaard te laten gaan met een opleiding van 1280 uren, niet ontvangen en kan hierover dus geen uitspraak doen. Bovendien circuleren er verschillende versies van adviezen over de uitbreiding van verpleegkundige handelingen die worden gedelegeerd aan zorgkundigen.
Voor alle duidelijkheid, ik ben geen voorstander van een kwalificatieniveauverhoging van de zorgkundige naar niveau 5. Ik zal nooit meegaan in een verdoken manier om de hbo5-opleiding tot verpleegkundige te ondergraven. Laat me daar zeer duidelijk over zijn.
Na herhaald overleg met federaal minister De Block, blijft zij prefereren dat alle opleidingen in de verpleegkunde, met inbegrip van de Vlaamse hbo5-opleidingen Verpleegkunde, juridisch volkomen moeten voldoen aan de bepalingen vastgelegd in de Europese richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties.
Conform eerdere standpunten van de Vlaamse Regering blijven we pleiten voor het behoud van de bestaande leerladder in het onderwijs, namelijk de opleiding tot zorgkundige op niveau 4, tot teamverpleegkundige op niveau 5 en tot algemeen verpleegkundige op niveau 6, onderling onderscheiden en complementair. Deze drie profielen zijn nodig om aan de vraag van de arbeidsmarkt tegemoet te komen. De meerwaarde van het implementeren van deze drie verschillende profielen ligt in de complementariteit op het vlak van doelpubliek, instroom en inzetbaarheid op de werkvloer.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister, ik kan u heel goed volgen. We staan volledig op dezelfde lijn. De drie profielen zijn broodnodig voor een wet. We moeten zorgen voor de werkomstandigheden, en dat er meer handen aan een wet zijn. Dat is heel belangrijk. Veel zorgkundigen doen ondertussen al heel wat beperkte verpleegkundige handelingen onder toezicht van verpleegkundigen. De praktijk wijst dat uit. Ik ben blij te horen dat u dit standpunt deelt.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dit dossier begint grote gelijkenissen te krijgen met dat van de mondzorg, in die mate dat we hier allemaal heel sterk vaststellen dat er een nood is. We hebben al die verschillende profielen nodig.
Ik heb les gegeven aan de vroegere leerlingen verzorging, dat is een bepaald profiel dat naar hbo5 Verpleegkunde doorstroomt en dus een ander profiel dan dat van degenen die meer specialistische verpleegkunde volgen. Dat is essentieel, we hebben die nodig. Ik kan de oproep dan ook alleen maar kracht bijzetten. Dit is een tweede dossier dat met het KB 78 samenhangt en waarin geen vooruitgang wordt geboekt. Het risico is dan ook groot dat die opleiding oninteressant wordt, dat studenten niet meer instromen in die opleiding en dat mensen die werken in die opleiding, ander werk zoeken. Dan zitten we op zeer korte termijn met een gigantisch probleem.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, ik kan het in één zin samenvatten: uw reactie getuigt van meer realiteitszin dan die van minister De Block met haar voorstellen.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Bogovic, we zijn in de Vlaamse Regering heel duidelijk geweest over wat we willen en we zitten niet op één lijn met minister De Block.
Mijnheer Daniëls, u zei dat dit van dezelfde orde is als de mondzorg maar de orde is exponentieel nog veel groter. De helft van onze verpleegkundigen vandaag zijn hbo5-verpleegkundigen. We komen tegemoet aan de zorg dat er voldoende differentiatie tussen 5 en 6 moet zijn door er een team verpleegkundigen van te maken. Het zijn handelingen die ze in groep kunnen stellen. Daarnaast zijn er dan de bachelors, de verpleegkundigen die een ander profiel hebben. De ziekenhuizen zijn daarop georganiseerd. Als we dat torpederen, dan krijgen we een fenomenaal groot probleem. Er wordt vaak verwezen naar de oplossing in Wallonië, maar ik herhaal dat het daar gaat over een tijdelijke oplossing. Ik heb gesproken met mijn Waalse collega, en die vraagt om de ladder 4, 5 en 6 te regelen. Ik hoop dat daar op korte termijn soelaas aan kan worden geboden.
Wat de instroom betreft, tonen de cijfers aan dat de hbo5-instroom goed blijft. Dat is positief, maar hbo5 kampt met hetzelfde probleem als waar ook onderwijs momenteel mee kampt. Als men heel veel werk heeft, kiest men minder snel voor de zorgende richtingen, waar ook onderwijs en verpleegkunde bij horen. In elk geval blijven wij ons inzetten om dat toch geregeld te krijgen.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Regering is inderdaad heel erg bezig met het actieplan 4.0 Werk maken van werk in zorg en welzijn. Ik stel voor dat we daar verder op inzetten. Zij-instromers moeten ook de weg vinden naar zorg.
De vraag om uitleg is afgehandeld.