Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ongeveer anderhalve maand geleden werd het FLOAT-platform (Flanders on the Automated shipping Track) opgericht. Dat is een samenwerking tussen De Vlaamse Waterweg nv, de Vlaamse universiteiten van Leuven, Gent, Antwerpen en Brussel, de Hogere Zeevaartschool en de havens North Sea Port en het Havenbedrijf Antwerpen. Dat platform heeft vooral als bedoeling om vanuit Vlaanderen een leidende rol te spelen in Europa en de wereld op het vlak van autonoom varen. Dat is toch wat ons gezegd is. Ik neem aan dat dat platform moet groeien. Het is ook nog maar pas geboren en we moeten nog zien hoe dat de komende maanden en jaren evolueert.
Het eerste project dat gesteund wordt door het nieuwe platform is een project waarbij een droneboot op zonne-energie in mei 2019 autonoom de Atlantische Oceaan zal oversteken. Dat is toch wel een baanbrekend project wereldwijd gezien.
We hebben het hier in de commissie al dikwijls over autonoom varen gehad. Ook tijdens de plenaire vergadering komt dat weleens aan bod en u hebt daarover altijd gezegd: ‘Iedereen heeft de mond vol over autonoom rijdende bussen of wagens, maar wat veel sneller realiteit zou kunnen zijn en zal zijn, is het autonoom varen.’ We hebben in Vlaanderen een proefproject dat heel binnenkort, volgende week, denk ik, start op de IJzer, in West-Vlaanderen, tussen Nieuwpoort en Diksmuide, waar autonoom varen met een groot schaalmodel wordt getest. Tegelijkertijd hebt u alle Vlaamse waterwegen onder het beheer van De Vlaamse Waterweg nv opgesteld voor testen met autonoom varen en je voelt dat dat in de sector ook steeds meer begint te leven. Vandaar heb ik ook een aantal vragen.
In welke mate of op welke manier is het FLOAT-platform betrokken bij het proefproject op de IJzer, dat eigenlijk al voor de oprichting van het platform was geïnitieerd? Ik denk dat het goed zou zijn dat die twee zich met elkaar aligneren.
Het proefproject start volgende week, maar welke doelstelling hangt u daaraan vast? Wanneer is het proefproject op de IJzer voor u geslaagd? Welke doelstellingen wilt u daar behalen?
Als we het hebben over autonoom varen, kunnen we spreken over de binnenvaart, waar Vlaanderen zelf heel wat kan. Maar het kan ook gaan over autonoom varen op zee, zoals bij het proefproject waarnaar ik al verwees op de Atlantische Oceaan. Moeten we daartussen kiezen? Moeten we daarin prioriteiten stellen, volgens u? Zo ja, welke? Of kunnen we beide tegelijk laten lopen en daar onze investeringen aan vasthechten?
Wat het autonoom varen betreft, hebben we het proefproject op de IJzer. U hebt de Vlaamse waterwegen aangeduid als testzone. Wat zijn nu de volgende stappen om dat autonoom varen in Vlaanderen verder uit te werken?
Minister Weyts heeft het woord.
Het platform FLOAT is eigenlijk niet rechtstreeks betrokken bij dat proefproject op de IJzer. Dat project ‘Autonoom varen in de Westhoek’ investeert vooral in de ontwikkeling van de noodzakelijke kennis en technologie om een overstap te kunnen maken van bemande naar onbemande en dus autonome vaart, in eerste instantie naar duwvaart en bij uitbreiding naar autonome vaart in het algemeen.
Er is dus een projectdemonstratie tussen Heernisse in Diksmuide en het spaarbekken Sint-Joris in Nieuwpoort op de IJzer. Dat is dus een project van de POM West-Vlaanderen, De Vlaamse Waterweg als trekker en de KU Leuven. De KU Leuven en De Vlaamse Waterweg zitten ook alle twee in het FLOAT-platform en zorgen dus voor de nodige wisselwerking met betrekking tot de expertise en de kennis binnen dat FLOAT-platform.
Budgettair is dat begroot op 623.000 euro, met een inbreng van meerdere partners, namelijk 250.000 euro EFRO-subsidies, een kleine honderdduizend euro van de KU Leuven, 138.000 euro van de POM West-Vlaanderen en ook 138.000 euro van De Vlaamse Waterweg. Zo komen we dus aan die som van 623.000 euro.
Wanneer is dat proefproject geslaagd? Wel, in beginsel, als dat vaartuig een vooraf bepaald traject autonoom kan afleggen, waarbij het vaartuig in staat is om statische objecten boven water te ontwijken op een veilige manier. Anderzijds kun je ook heel veel leren uit niet-geslaagde testen. We zitten echt nog in een eerste fase. Er kan ook lering getrokken worden uit mislukkingen. Via het FLOAT-platform kunnen we dus de nodige ervaringen uitwisselen met alle leden en partners.
Van overheidswege wil ik dit vooral ondersteunen en faciliteren. Ik wil er vooral voor zorgen dat dit een aanleiding kan geven voor een modal shift om zoveel mogelijk vrachtwagens van de weg te kunnen halen en om zo ook de transportkosten over het water serieus te verlagen en dus het transport via de waterweg concurrentiëler te maken ten opzichte van het transport op de klassieke autoweg.
We hebben ook afspraken gemaakt om het FLOAT-platform ook open te stellen voor private partners. We kijken daarvoor ook naar Scandinavië, meer bepaald naar een initiatief in Noorwegen, het Noors Forum voor Autonome Schepen. Er is ook een internationaal netwerk voor autonome scheepvaart. Er is ook overleg met de andere gewesten en er is ook een samenwerking met de Vlaamse havens. In de haven van Antwerpen werd trouwens al een demonstratie uitgevoerd.
Er zijn ook reeds concrete vragen van ondernemingen die, weliswaar in alle confidentialiteit met het oog op het concurrentiegegeven, hun eigen innovatieve technologie willen testen en inzetten voor autonome vaart, en dat ook op een zeetraject. Die platformfunctie begint dus wel te werken.
Vandaag kunnen we al testen uitvoeren als het vaartuig aan alle huidige wettelijke verplichtingen voldoet. De Vlaamse Waterweg heeft daarvoor alle Vlaamse waterwegen opengesteld als testgebied zodat nieuwe technologieën met betrekking tot onbemand varen getest kunnen worden binnen het huidige wettelijke kader. Er zijn op wettelijk vlak nog wel stappen die we kunnen zetten. We zijn nog bezig met een nieuw scheepvaartdecreet, waarbij we op iets langere termijn bekijken hoe we een zo actueel mogelijke decretale vertaling kunnen geven van het beginsel van onbemand varen.
Op internationaal niveau moet ook gewerkt worden aan een herziening van de politiereglementering, zodat die ook op Vlaams niveau gebruikt kan worden om werk te maken van innovatieve concepten van onbemand varen en eigenlijk van ‘smart shipping’ in het algemeen.
De heer Maertens heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister, dat heel duidelijk was voor mij.
Ik wil wel nog even doorgaan op die privé-initiatieven, omdat ik ook in de sector zelf hoor dat er inderdaad heel wat interesse is om daar zelf mee aan de slag te gaan. Het is dus goed dat we heel Vlaanderen, althans de waterwegen, als testgebied hebben. Het is dus belangrijk dat u de deur opent naar die privé-initiatieven, naar de ondernemers, om ook deel uit te maken of betrokken te worden bij het overlegplatform FLOAT. Ik denk dat dat een zeer goede zaak is.
Ik weet niet hoe vertrouwelijk deze zaken behandeld moeten worden, maar kunt u al iets meer zeggen over die privé-initiatieven? Zijn er al echt concrete cases, mensen die concrete plannen hebben en die zullen uitvoeren? Ik hoef uiteraard niet in detail te weten welke, maar zijn er al concrete voorbeelden?
U zegt zelf dat men ook geïnteresseerd is in autonoom varen op zee. Dat is dus niet zonder belang, omdat ik denk dat wij in Vlaanderen met ons heel dicht netwerk aan waterwegen en met onze ligging aan zee internationaal ook een trekkersrol kunnen en moeten spelen. We hebben ook klasse-universiteiten die meewerken aan het project via FLOAT en via het proefproject aan de IJzer, wat de KU Leuven betreft. Ik denk echt dat we de norm moeten zetten op internationaal vlak en dat we een soort testcircuit, zoals in de Formule 1, moeten kunnen worden wereldwijd. Misschien kunnen ook internationale partners hun ideeën en hun modellen hier komen testen en kunnen we hier echt een proeftuin zijn voor het autonoom varen wereldwijd.
Ik denk dat niet alleen onze universiteiten, onze wetenschappelijke instellingen en onze overheid, maar zeker ook de privésector hier in Vlaanderen en Europa daar alle baat bij heeft. Dat wat verdere opmerkingen of commentaar betreft. Maar mocht u nog meer info hebben over die privé-initiatieven – hoe concreet zijn die al, welke timing is daarvoor vooropgesteld – dan verneem ik het graag. In het andere geval: alle begrip, dan stel ik die vraag wel eens schriftelijk.
Minister Weyts heeft het woord.
U hoeft die vraag niet schriftelijk te stellen, want het betreft natuurlijk initiatieven waarvoor bij de ondernemingen zelf nog enige terughoudendheid is. Men wil daar desgevallend zelf over communiceren, en er is ook het aspect van de confidentialiteit natuurlijk: men wil ook geen concurrent wakker maken.
Het is wel belangrijk om mee te geven dat onze taak via dat platform erin bestaat dat zulke bedrijven – niet in eerste instantie op technologisch vlak denk ik – vooral bij ons komen op basis van een reeds ontwikkelde technologie, waarvan ze dikwijls niet weten: wie, wat, waar? Mag dit, waar kunnen we dat doen, welke overheidsdiensten kunnen ons daarin begeleiden, waar kunnen we zijn? Er is misschien ook sprake van enige ondersteuning of participatie? Kunnen andere private partners instappen? Wat met ondersteuning vanuit overheidszijde of financiële ondersteuning? Dat zijn de zaken waar we ondersteuning kunnen bieden. Maar er is inderdaad concrete belangstelling, bijvoorbeeld als het gaat over het zeetraject tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.