Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, 14 procent van Vlaanderen is vandaag verhard. In de jaren 70 was dat maar 5 procent. We weten wat de gevolgen daarvan zijn: wateroverlast, doordat de rioleringen bij zware regens de hoeveelheid neerslag niet aankunnen, een gebrek aan insijpelingsmogelijkheid, maar ook een hitte-effect bij warme zomers, zeker in steden.
Zoals opgenomen in het Klimaatplan en de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, is het de bedoeling dat het bijkomende ruimtebeslag tegen 2040 tot nul hectare per dag wordt verminderd. Maar tegelijk is het de bedoeling dat we gaan ontharden: het opbreken van beton en asfalt dat er nu ligt en het afbreken van bepaalde bebouwingen die er nu staan, om zo onder meer de infiltratie in de ondergrond te vergroten en de inname van de open ruimte te verminderen.
U kwam daarvoor onlangs met een subsidiepotje van 5 miljoen euro, zowel in 2018 als in 2019. Overheden, verenigingen, scholen of burgers worden beloond met een subsidie tot 75 procent als ze beton opbreken. Het gaat wel om grote projecten. Het project moet minstens 100.000 euro kosten, exclusief btw, en voldoen aan een aantal criteria, op basis waarvan een jury dan de ingediende projecten inschat en beslist over het al dan niet toekennen van die subsidie. De uiterste inschrijvingsdatum voor 2018 is al op 9 november. Dat betekent dat de initiatiefnemers heel weinig tijd hebben – twee maanden –om een dossier in te dienen.
Minister, kunt u meer duiding geven bij de opzet, de voorwaarden en de decretale grondslag om die subsidies mogelijk te maken? De bestemming van die gronden blijft ook na ontharding bouwgrond of industriegrond. Welke garanties hebt u of kunt u ons geven dat er na de afbraak en het opstrijken van de subsidies niet opnieuw wordt overgegaan tot bebouwing of verharding, eventueel een paar jaar later?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Vandaele, de bedoeling van de projectoproep is natuurlijk ervoor zorgen dat ontharding wordt gestimuleerd en dat we daar vanuit de overheid ook een ondersteuning aan geven. Dat past volledig in de uitvoering van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), waarin we die omslag naar een ander ruimtegebruik hebben vooropgesteld: in plaats van open en onbebouwde ruimte aan te snijden om nieuwe woningen, werkplekken, voorzieningen en infrastructuur te ontwikkelen, transformeren we ruimtes die al bebouwd zijn en gaan we verdere verharding tegen, in het licht van de grote maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan op het vlak van klimaat, demografie, mobiliteit en energie.
Met de proeftuin ontharding geven we een impuls aan aspecten van ontharding die onder de reguliere marktwerking ofwel niet ofwel met een lagere ruimtelijke kwaliteit zouden worden gerealiseerd. Er zijn drie types van onthardingsprojecten. Het eerste type zijn onthardingsprojecten met ‘quick win’. Het gaat dan over een concrete ontharding die men binnen de drie jaar wil uitvoeren. Voorbeelden zijn een school of een bedrijf dat een parkeerterrein of een speelplaats wil ontharden of een gemeente die een weg of plein wil ontharden. Het tweede type zijn coalitievormende onthardingsprojecten. Daarbij gaat het over burgers, over samenwerkingsverbanden waar men een concreet gebied wil ontharden en daarvoor een pilootproject opzetten voor een realisatie op middellange termijn. Voorbeelden zijn bewoners die samen het binnengebied van hun bouwblok of straat willen ontharden, gemeenten die samen de groen-blauwe structuren over de gemeentegrenzen heen willen versterken of een school die samen met de ruime buurt een groenere schoolomgeving wil realiseren. Het derde type zijn systemische onthardingsprojecten. Dat gaat over ontharden op grote schaal, waarbij men een visie wil uitwerken voor de realisatie ervan. Voorbeelden zijn een gemeente of provincie die een onderzoek wil voeren naar het schrappen van wegen en infrastructuur, of een bedrijf dat een circulaire benadering wil uitwerken die hergebruik van onthard materiaal omvat.
De reacties zijn massaal en positief. De onthardingsoproep leeft heel fel. Er was reeds een eerste, druk bijgewoond infomoment en er wordt deze week nog een infomoment georganiseerd. Uit de reacties blijkt dat steden, gemeenten, scholen, regionale landschappen, intercommunales en autonome gemeentebedrijven concrete interesse tonen. Ook burgers tonen hun enthousiasme via schoolinitiatieven, cohousing, straatcoöperatieven en dergelijke meer. We verwachten vanuit die hoek ook nog veel voorbeeldtrajecten.
De volledige opzet is omschreven op een mooie website. Als je naar de website van Omgeving Vlaanderen gaat, kun je onder ‘ontharden’ alle informatie vinden, ook het reglement en de inschrijffiches. Het reglement definieert ontharden als volgt: “Het fysisch wegnemen van verharding op het terrein of het wegnemen van een harde bestemming verankerd in een bestemmingsplan of in een beheer.” De bestemming blijft niet altijd een harde bestemming. Artikel 6 van het reglement stelt: “De proeftuin ontharding omschrijft concrete resultaats- en/of inspanningsverbintenissen met betrekking tot de afname van de (netto) verharde oppervlakte of oppervlakte met harde bestemming, en garandeert dat behaalde resultaten voor een periode van minimum 10 jaar behouden blijven via een verklaring op eer.”
De decretale grondslag ligt binnen het begrotingsartikel dat daarvoor gecreëerd is en op basis waarvan facultatieve subsidies uitgekeerd kunnen worden die passen onder de noemer ‘ondersteuning GSA en lokale ruimtelijke projecten’.
Ik kan dus besluiten dat het thema ontharding heel hard leeft bij de bevolking. Met deze projectoproep zetten we een belangrijke stap in een echte onthardingscultuur.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, wij steunen volledig de doelstellingen van het witboek, ook op het gebied van ontharding en van het tegengaan van verdere verharding. Laat daar geen twijfel over bestaan. Ik heb toch wel wat vragen bij de subsidieregeling waarmee u komt.
Op mijn laatste vraag antwoordt u dat het volstaat om via een verklaring op eer te zeggen dat men er tien jaar niets aan zal doen. Ik heb er twijfels bij of dit voldoende dichtgetimmerd is.
U zegt ook dat u een decretale basis hebt, maar mij wordt verteld dat die er eigenlijk niet echt is. Er zijn inderdaad impulsprojecten voor verdichting, maar dat is waarschijnlijk nog niet afgedekt door een uitvoeringsbesluit. U baseert zich op “ondersteuning GSA en lokale ruimtelijke projecten”. De vraag is of dit zal volstaan. Dit is natuurlijk een technische discussie.
Er is een bedrag van 5 miljoen voor dit jaar en voor volgend jaar. Dat is natuurlijk niet zo veel om de ontharding en de verhardingsstop in Vlaanderen aan te pakken. Wat je daarmee kunt doen, is hoe dan ook altijd een druppel op een hete plaat. U kunt zeggen dat we de mensen moeten sensibiliseren en dat we ze moeten meekrijgen in het verhaal van ontharding. Dat kan, maar ik heb daar toch een raar gevoel bij. Met alle respect, minister, maar ik denk dat dit vooral een communicatiestunt is of was om mensen te laten geloven dat we er heel hard mee bezig zijn, terwijl dit veeleer een symbolische stap is. We hebben nog heel wat werk voor de boeg alvorens we dat BRV kunnen implementeren en er volledig mee rond zullen zijn. Dat was een beetje mijn gevoel toen ik las wat u van plan bent met de subsidies voor ontharding. Het lijkt mij veeleer een communicatiestunt terwijl we veel verder zullen moeten gaan om echt resultaat te boeken.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Minister, ik heb ook wel wat bedenkingen bij dit initiatief. U zegt dat de mensen heel enthousiast reageren, maar dat is natuurlijk zo als men straks een subsidie krijgt of als er een potje geld ter beschikking wordt gesteld om initiatieven te nemen, zoals de vergroening van de speelplaats of andere kleinschalige projecten. Als men daar tot 75 procent subsidie voor kan krijgen, dan weekt dat heel wat enthousiasme los. Of we daar effectief het doel mee bereiken? Daar heb ik ook vragen bij.
De verhardingsgraad is vandaag 14 procent. Hebt u zich een concreet numeriek doel voor ogen gesteld dat u wilt bereiken met dit project? Enerzijds is 5 miljoen euro niet veel, maar anderzijds wordt er wel geld voor uitgegeven. Hebt u dus concrete doelen voor ogen?
Er wordt inderdaad gewerkt met een verklaring op eer. Stel dat ik een binnengebied in een woonblok onthard en er een grasperk aanleg waarbij ik op eer verklaar dat ik dit grasperk er tien jaar zal laten. Als het dan binnen vijf jaar wordt verkocht, is dit dan notarieel verankerd? Hoe moet ik dit concreet zien? Het wordt toch niet heel hard gemaakt omdat de bestemming als dusdanig niet verandert.
De heer Danen heeft het woord.
Ik denk dat niemand tegen onthardingsprojecten kan zijn, maar ik stel me ook vragen bij het relatief beperkte budget en het resultaat dat daartegenover staat. U zegt dat dit een belangrijke stap is de richting van een onthardingscultuur. Ik ben blij om dat te horen, maar welke stappen plant u verder nog om die onthardingscultuur echt te enten in onze Vlaamse grondstroom?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik ben blij dat iedereen bevestigt achter het principe van de ontharding te staan. Ik heb daarnet proberen uit te leggen dat we met drie types werken. Het gaat dus niet alleen om concrete projecten die de ontharding wegnemen. Er zit ook systemische ondersteuning in waarbij wordt nagedacht over welk traject met betrekking tot ontharding er wordt gelopen door bijvoorbeeld een gemeente of een stad. Het is belangrijk dat dit er ook in zit. Het is dus niet zomaar een ‘one shot’ waar niets uit komt. We moeten er ook uit leren.
Ik ben ook blij te horen dat de leden de vraag naar meer centen, als die er komt bij de begrotingsbesprekingen, met veel plezier zullen ondersteunen. We hebben in deze begroting deze middelen opgenomen. Het is stap voor stap, maar ik noteer hier het enthousiasme, mijnheer Vandaele, om daar meer middelen tegenaan te gooien. Ik ben het daar volledig mee eens, want het is de weg die we moeten inslaan. Ik vind 5 miljoen euro een mooi bedrag om mee te starten. Het is inderdaad maar een start, en wat er later komt, zal telkens in de begroting aan bod komen.
De Inspectie van Financiën is het er volledig mee eens dat we het begrotingsartikel daarvoor gebruiken. Het is ook een artikel dat daarvoor is gemaakt.
Het slechtste dat we kunnen doen, is niets doen en het strategisch plan van het BRV niet uitvoeren. Ik vind dat we dit zo snel mogelijk moeten doen. We moeten niet wachten tot 2030 om de principes in de praktijk te realiseren. Ik vind het heel goed dat we daar dit jaar via deze oproep al mee kunnen beginnen.
Het zit goed in elkaar en we zullen een divers projectenaanbod kunnen ondersteunen. Te zien aan het enthousiasme, is het iets dat echt begint te leven. Het is natuurlijk de bedoeling dat de cultuur van ontharding wordt verdergezet en dat mensen ‘out of the box’ denken en bepaalde verharding in vraag durven stellen en onder handen nemen.
Het project ‘Pimp je Speelplaats’ loopt al een tijdje vanuit het Agentschap voor Natuur en Bos waarbij betonnen speelplaatsen worden weggehaald en er een groene avontuurlijke speelruimte van wordt gemaakt. Er zijn veel meer aanvragen dan dat we kunnen goedkeuren. Het is echter niet omdat een project geen subsidie krijgt, dat men er niet mee doordoet. Er is een traject opgezet waarover men enthousiast is. Als men niet geselecteerd wordt door de jury, dan zie ik dat men het toch uitvoert omdat men zo enthousiast is en omdat men goed weet waar men naartoe wilt. Het is iets dat heel aanstekelijk en enthousiasmerend zal werken.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, u hoort mij zeggen dat er meer middelen tegenaan gegooid moeten worden, maar ik denk niet dat ik dit heb gezegd. U kunt met 5 miljoen euro meer resultaat bereiken door die anders te investeren dan in een dergelijk subsidiesysteem, maar dat is een andere discussie.
We moeten eerst de bijkomende verharding aanpakken. We willen naar nul gaan in 2040, maar we zijn er bijlange nog niet. Ik zou eerst de beweging willen maken waarbij we proberen om de extra verharding die er nog altijd komt, af te remmen. Nu beginnen we enerzijds al met de ontharding, terwijl we anderzijds nog aan het verharden zijn. Dat lijkt mij geen logische combinatie.
Wij geloven dus niet echt in deze subsidieregeling, maar we staan – om het nogmaals gezegd te hebben – natuurlijk achter de verhardingsstop en in een tweede stap achter de ontharding, maar er zal meer moeten gebeuren dan dit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.