Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ook deze vraag om uitleg gaat al wat langer mee. In eerste instantie was het de bedoeling om daarvan een interpellatie te maken. Ik betreur het dat die niet is aanvaard. Maar goed, ik zal de vraag stellen zoals ze bedoeld was.
De Vlaamse Regering heeft op 20 juli een Energieplan goedgekeurd. In het Energieplan worden de doelstellingen voor windenergie tegen 2030 fors afgezwakt, vergeleken met eerder geformuleerde doelstellingen. Minister, het klopt dat u ambitieus bent, zeker in de communicatie, maar als het dan gaat over concrete plannen, is die ambitie vaak wat minder. Waar u eerst de capaciteit aan windenergie tegen 2030 wilde verdubbelen, stelde uw Vlaamse Regering deze ambitie bij. De Vlaamse Regering wil tegen 2030 nog maar 12.000 gigawattuur groene elektriciteit produceren, 9 procent minder dan in een eerder voorstel van u, minister. Er moeten tussen 2020 en 2030 slechts tweehonderd in plaats van driehonderd windmolens bij komen. Ook de doelstelling voor de productie van groene warmte, onder meer door warmtepompen – u weet dat dat mijn dada is –, maar ook door diepe geothermie, wordt met 14 procent verminderd.
In uw Warmteplan van 9 juni 2017 voorzag u in gemiddeld 2500 bijkomende warmtepompen per jaar in de jaren 2016 tot en met 2020, goed voor een bijkomende productie van 70 gigawattuur, en dit bovenop het lopend beleid dat gemiddeld per jaar al in 6400 bijkomende warmtepompen voorziet, goed voor een bijkomende productie van 273 gigawattuur. Opgeteld gaat het over 8900 warmtepompen. In uw conceptnota rond het Energieplan hebt u het nog over 4627 warmtepompen per jaar. Dat is dus een bijstelling naar beneden.
Die warmtepompen hebt u nochtans nodig als alternatief voor de uitfasering van stookolieketels. De Vlaamse Regering wil het gat nu dichtrijden door meer in te zetten op biobrandstoffen, tot grote consternatie van de milieubeweging, want biobrandstoffen laten ook grote hoeveelheden broeikasgassen vrijkomen.
Bovendien worden ook de ambities rond milieuvriendelijke voertuigen teruggeschroefd: de ambitie om vanaf 2035 alleen nog zero-emissievoertuigen te verkopen, is verdwenen uit het Energieplan, net als de ambitie om vanaf 2030 enkel nog zero-emissiebussen aan te kopen.
Minister, het Energieplan gaat ver onder de lat door van de Vlaamse Klimaatresolutie. Daarin wordt gesteld dat er een halvering moet komen van auto’s op fossiele brandstoffen tegen 2030 en dat er enkel nog zero-emissiebussen zouden worden aangekocht vanaf 2019. Hoe verklaart u dit gebrek aan ambitie?
Waar blijft de strategie om het draagvlak voor de bouw van meer windmolens op land te vergroten? Is het verstandig alles in te zetten op zon en het potentieel aan wind op land slechts ten dele aan te spreken?
Is met de regeringsbeslissing van 20 juli jongstleden de forse ambitie inzake de ontwikkeling van warmtepompen niet grotendeels begraven?
De cruciale vraag is en blijft: welke garantie is er dat we met deze afgezwakte doelstellingen in het Energieplan tegen 2030 onze doelstellingen op vlak van klimaat en hernieuwbare energie nog halen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Danen, u weet dat ik een enorme voorstander ben van een ambitieus energiebeleid dat inzet op meer hernieuwbare energie. Ik ben er dan ook van overtuigd dat het Energieplan dat op 20 juli – of 21 juli, zoals u wilt – jongstleden werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering, ook een belangrijke bijdrage zal leveren aan het realiseren van de energietransitie. Ik heb een aantal experts horen zeggen dat, wat betreft het energiebeleid, Vlaanderen doet wat het moet doen. Ik denk dat ik daarmee enigszins gerust kan zijn.
Ik ben het dus zeker niet met u eens dat dit plan een gebrek aan ambitie vertoont. Ik word vanuit andere hoeken soms belaagd met de melding dat ik mij rijk reken. Dit zijn nu eenmaal doelstellingen. En ik zal de eerste zijn om te juichen als de doelstellingen ruimschoots overtroffen worden, mijnheer Danen. De doelstelling die in het ontwerp van Energieplan werd opgenomen met betrekking tot de personenwagens komt overeen met wat in de Klimaatresolutie werd vooropgesteld door het Vlaams Parlement, zijnde minstens 50 procent marktaandeel voor zero-emissiewagens in 2030. U verwijt mij een gebrek aan ambitie, maar als u met het Vlaams Parlement een resolutie maakt en ik aligneer mij op die resolutie, dan kunt u mij toch moeilijk een gebrek aan ambitie verwijten, want dan komt het er in feite op neer dat u uzelf een gebrek aan ambitie verwijt.
Voor de openbare bussen klopt het dat de doelstelling uit de Klimaatresolutie om vanaf 2019 enkel nog voertuigen te laten aankopen met een alternatieve aandrijving, niet opnieuw is vermeld in het ontwerp van Energieplan. De reden hiervoor is dat deze doelstelling reeds is opgenomen in het ontwerp van het Vlaams Klimaatplan. De ambitie is dus zeker niet verlaagd ten opzichte van de Klimaatresolutie.
Wat het aandeel hernieuwbare energie betreft, zet het Energieplan voornamelijk verder in op zon, wind en warmte. U bent het zeker met me eens dat deze technologieën de voorkeur genieten.
Wat zonne-energie betreft toont de zonnekaart aan dat er nu eenmaal veel meer potentieel is voor zonne-energie in Vlaanderen in vergelijking met windenergie, omdat er nog zeer veel geschikte daken beschikbaar zijn. Het is niet zo dat ik niet meer windenergie zou willen produceren, maar ik zie gewoon dat het potentieel voor zonne-energie groter is, door de dichte bebouwing met veel daken. Vooralsnog zetten we immers geen windmolens op de daken.
Vorig jaar zijn er 77 bijkomende windturbines geïnstalleerd. Omdat windturbines gemiddeld groter zijn, is er in 2017 een recordvermogen van 224 megawatt bij gekomen. De vooropgestelde doelstelling voor windenergieproductie tegen 2020 is daarmee haalbaar.
Uit een enquête die vorig jaar door het Vlaams Energieagentschap werd uitgevoerd, blijkt dat 75 procent van de Vlamingen positief staat tegenover windenergie. Het is dus niet correct dat de Vlaming niet houdt van windmolens, zoals een krantenkop deze zomer nog suggereerde. Omdat er nog heel wat windturbines bij zullen komen, moeten we dit positief draagvlak behouden en versterken door een stabiele groei op locaties die geen onaanvaardbare hinder veroorzaken, en rekening houdend met een aanvaardbare impact op het landschap.
De beschikbare plaatsen voor windenergie worden beperkt door vergunningsvoorwaarden waarmee men rekening moet houden. Met het windplan hebben we al ambitieuze doelstellingen tegen 2020 vooropgesteld en versnellen we de realisatie van windenergie. Ik herinner u er graag aan dat we op Europees niveau per vierkante kilometer op de derde plaats staan wat betreft het installeren van windmolens. Op sommige plaatsen in Vlaanderen is dat toch al indrukwekkend, denk maar aan de haven van Gent en de haven van Antwerpen. Nog niet zo lang geleden kondigde ik er ook nog aan voor Zeebrugge. De verdere realisatie van windenergie na 2020 moet rekening houden met de beschikbare ruimte om ook het draagvlak voor windenergie te behouden. Ik ben er echter van overtuigd dat méér windmolens mogelijk moet zijn. Na de gebeurtenissen van de laatste weken is duidelijk geworden dat elektriciteit van ergens moet komen. De idee dat het gewoon uit het stopcontact komt, zonder dat het moet geproduceerd worden is, in Vlaanderen nu misschien wel weer wat afgenomen. De volgende regeringen kunnen de doelstellingen ook aanpassen. Niets belet de volgende minister van Energie om deze langetermijndoelstelling sneller te realiseren. Voorlopig houdt de Vlaamse Regering vast aan 2 gigawatt windenergie op land als doelstelling. Ik denk niet dat dit blijk geeft van een gebrek aan ambitie, al hoop ik persoonlijk dat we in 2030 merken dat we veel verder staan. Ik geloof daar ook echt in, niet alleen wat dit betreft, maar ook zoals blijkt uit de vorige vraag, met de mazoutketels evenals met de verkoop van elektrische voertuigen in vergelijking met voertuigen op fossiele brandstoffen.
Voor warmtepompen werden er in het ontwerp van Energieplan 2030 twee scenario’s voorgesteld, namelijk een scenario met het huidige beleid en een scenario met aanvullende maatregelen. 4.627 bijkomende warmtepompen worden voorzien onder het scenario van het huidige beleid. In het geselecteerde ambitieuze scenario worden er jaarlijks 8.650 bijkomende warmtepompen vooropgesteld. Daarbovenop wordt eveneens in de vervanging voorzien van 12.500 gascondensatieketels door hybride systemen die gedeeltelijk als warmtepomp werken. Verder wordt er ook nog ingezet op de jaarlijkse vervanging van 4.500 elektrische warmwaterboilers door warmtepompboilers. We kunnen hiermee besluiten dat we wel degelijk ambitieus zijn in de verdere ontwikkeling van warmtepompen, en dus ook ambitieuzer dan in het eerder goedgekeurde Warmteplan.
Het ontwerp van Energieplan 2030 wordt momenteel gecompileerd met de plannen van andere gewesten en de federale overheid. Het ontwerp van geïntegreerd nationaal Energie- en Klimaatplan zal dan eind 2018 worden doorgestuurd naar de Europese Commissie. De Europese Commissie zal dan oordelen of de energieplannen van de lidstaten voldoende zijn om de gezamenlijke Europese doelstelling inzake hernieuwbare energieproductie te bereiken. Voor hernieuwbare-energieproductie is er tegen 2030 enkel een Europese doelstelling van 32 procent vastgelegd. Deze doelstelling wordt niet meer verdeeld tussen de lidstaten. Het is dus bottom-up in plaats van top-down.
Voor alle duidelijkheid: al deze plannen zijn berekend.
De heer Danen heeft het woord.
De plannen komen eerst en de implementatie is natuurlijk het moeilijkere deel. Ik neem aan dat u ook op dat vlak ambitie aan de dag zal leggen. Wat me opvalt, als het over zon gaat, is dat de ambities voor de jaren 2017, 2018 en 2019 relatief beperkt zijn maar dat ze daarna bijna exponentieel stijgen. In de periode na de uwe wordt er dus wel veel verwacht van de energieminister.
Gaat u al een aantal implementatietraject toevoegen aan dit plan of is dat voor de volgende regering? Het lijkt me wel belangrijk dat we de energieomslag nu al inzetten. De doelstellingen zijn van dien aard dat we daarvoor nog verdere stappen moeten zetten.
Ik neem kennis van uw antwoord over de warmtepompen, maar het blijft wel zo dat met de stijgende energieprijzen het gebruik van warmtepompen duur wordt en blijft. U zult zeggen dat u niet bevoegd bent voor de energieprijzen, en dat klopt natuurlijk wel. Bent u bereid om initiatieven te nemen om het gebruik van warmtepompen ook financieel interessanter te maken? Als je het nu vergelijkt met stookolie, en zeker met gas en met pellets, is een warmtepomp heel erg duur, zowel wat betreft de installatie als het gebruik. Wat we willen, moeten we stimuleren, ook financieel, en dat moeten we niet afstraffen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik sluit mij aan bij het pleidooi voor warmtepompen. Uit het plan van de regering en van de minister blijkt zeker ook ambitie inzake warmtepompen en groene warmte, die we alleen maar kunnen ondersteunen. Allicht zal het belangrijk zijn om ervoor te zorgen dat de technologie zelf een hogere rendabiliteit kent in de toekomst. Met de stijging van de energieprijzen zoals we die vandaag meemaken, staat die opnieuw verder onder druk. Daar zijn volgens mij dus hoe dan ook nieuwe initiatieven nodig.
Minister, ik wou vooral stilstaan bij uw doelstelling inzake windenergie. U bent ambitieus inzake warmte en zon, maar wat de wind betreft legt u de lat, op een voor mij redelijk onverklaarbare manier, heel laag. In uw Windplan gaat u uit van een bijkomend geïnstalleerd vermogen van 150 megawatt per jaar. Dat hebben we vorig jaar ruimschoots gehaald. Maar tegen 2030 verlangt u maar een derde van die geïnstalleerde capaciteit van de sector. In het nieuwe Energieplan 2030, schroeft u de ambities inzake wind met een derde terug in vergelijking met uw initieel goedgekeurd Windplan. Van al uw ambities inzake windenergie blijft nog 33 procent over. Dat is wel bijzonder mager. U verwijst naar moeilijkheden, zoals de nood aan een draagvlak en de vergunningenproblematiek, maar de ambities inzake wind terugschroeven naar een derde, is ineens wel een grote stap achteruit. U zei zelf dat de mensen wel beseffen dat energie ergens vandaan moet komen, maar als de minister van Energie zelf zegt dat we in vergelijking met vandaag in de toekomst maar een derde extra windturbines per jaar nodig hebben, is dat volgens mij het foute signaal. Ik had graag van u wat duiding daaromtrent.
Minister Tommelein heeft het woord.
Met dat laatste ben ik het absoluut niet eens. U stelt dit nu voor als een plan dat eerder was gelanceerd. Het is zo dat verschillende instanties mij hebben gemeld wat de capaciteit kon zijn van de verschillende onderdelen. Dat kan zijn dat het in de media is voorgesteld als wat mogelijk zou zijn. Er is evenwel maar één plan, en dat is het plan dat goedgekeurd is door alle coalitiepartners in de regering, ook door CD&V en de N-VA.
Dat is het plan dat nu voorligt. Het kan misschien zijn dat men de berekening maakt dat er theoretisch iets meer windmolens mogelijk zouden zijn, maar ik wil toch weleens een onderscheid maken tussen de theoretische mogelijkheid en de realiteit. Het aantal vergunningen waartegen op dit moment beroepsprocedures lopen en waar zelfs soms in bepaalde gevallen geen enkele klacht is binnengekomen, die enkel ingesteld zijn door gemeentebesturen die in het kader van de aanloop naar de verkiezingen schrik hadden dat er problemen gingen zijn met bepaalde windturbines, liggen er ook. We moeten ook wel beseffen dat we een draagvlak moeten houden. Ik hoor u graag een pleidooi houden om nog veel meer windmolens te plaatsen in Vlaanderen. Ik kan u ook wel eens het lijstje bezorgen van partijgenoten van u die aan de leiding staan van een gemeente en die zich daar volop tegen verzetten! Ik heb ook in een of andere krant gelezen dat ook N-VA, die nochtans het Energieplan mee heeft goedgekeurd, bedenkingen heeft bij de kostprijs van al die zaken. Ik wil wel… ik ben een minister van Energie met veel ambitie, maar als coalitiepartners twee maanden na de goedkeuring van het Energieplan in de regering komen zeggen dat het toch allemaal al veel te veel is, en dat het allemaal veel minder had moeten zijn, dan zijn jullie elkaar zelf aan het tegenspreken.
Voor mij telt er maar één zaak: ik weet dat ik volop gegaan ben voor zon, op het vlak van beschikbare capaciteit, en dat ik, inderdaad, niet voor het maximale gegaan ben op het vlak van windmolens. Dat is omdat er nu eenmaal in Vlaanderen een beperkte oppervlakte is om die windmolens te plaatsen. Er is wel een draagvlak voor bij de bevolking, maar ik waarschuw mezelf, maar ook iedereen in de toekomst, ervoor om het broze draagvlak onshore niet aan diggelen te gooien door te zeggen dat we doelstellingen gaan vooropstellen waar weerstand tegen zal komen. Ik denk dat het meer zal kunnen zijn.
Ik ben ook overtuigd van het feit – dat weet ik uit gesprekken met de sector – dat we de capaciteit van de windmolens nog zullen verhogen en dat we dus herberekeningen zullen moeten maken voor 2030. Ik weet alleen dat de 2020-doelstellingen behaald zullen worden. Ik ben daar rotsvast van overtuigd. We zitten daar op schema, maar we hebben al die procedures, om verschillende redenen – er zijn procedures omwille van vogels, van natuur, enzovoort. We kunnen de doelstellingen 2020 zonder problemen halen. Als we zelf een beetje positiever staan, dan kunnen we de 2020-doelstellingen ruimschoots overschrijden en dan hebben we al een voorsprong voor 2030. Ik herhaal nogmaals: er is geen sprake van afbreuk aan ambitie. Als het verhaal natuurlijk is dat de theoretische maximumcapaciteit van zon, wind en warmte wordt aangeleverd en het enkel maar ambitieus is als ik overal het maximale zal gebruiken van hetgeen me aangereikt is, dan hebt u gelijk. Dat heb ik niet gedaan, ik heb volop gekozen voor zon. Als ik van de zon had afgedaan en voor wind gekozen, dan had u hier vandaag gezeten om te zeggen dat ik niet ambitieus genoeg ben op het vlak van zon. Ik ben gewoon overtuigd, ook als mens, dat zon veel meer potentieel heeft in Vlaanderen dan wind. Vlaanderen is een van de dichtstbevolkte gebieden. We hebben nog plaats voor windmolens, maar die is niet onbeperkt.
Dit is een interessant debat, dat misschien op een ander moment nog eens verder kan worden gevoerd. Maar we moeten ons hier beperken tot de vraagstelling.
De heer Danen heeft het woord.
Het debat zal zeker nog verder gaan in de heel nabije toekomst. Ik stel twee zaken vast als slotbeschouwing. Ik stel vast dat de partij van de heer Tommelein maar ook de partij van de heer Bothuyne ambitieuzer is en verder wil gaan. Dan is er eigenlijk maar één partij die op de rem heeft kunnen staan, dat is de N-VA. Ten tweede, u zegt dat Europa geen doelstellingen per lidstaat oplegt voor hernieuwbare energie en dat het op Europese schaal wordt bekeken. Ik ben dan benieuwd wat Europa zal zeggen over de plannen die u zult indienen. Dat wordt dus zeker nog vervolgd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.