Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Vraag om uitleg over de vervroegde stopzetting van het ARKimedes-fonds
Vraag om uitleg over deugdelijk bestuur bij de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) en over de vervroegde ontbinding en vereffening van het eerste ARKimedes-fonds
Vraag om uitleg over de ontbinding van het ARKimedes-fonds en de verliespost, gedragen door de Vlaamse belastingbetaler
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik was nog even aan het duiden wat de impact van Georges Leekens op de verkiezingsuitslag zal zijn: 95 procent is de lat.
Over het ARKimedes-fonds was er recent nieuws. Voor alle duidelijkheid: er zijn twee ARKimedes-bewegingen. Dit gaat over de eerste ARKimedes-fondsen, die in 2005 zijn opgestart waarbij voor elke euro die het ARKimedes-fonds in een ARKIV investeert, er minstens één euro aan private middelen ingebracht wordt. Er werd een beroep gedaan op de Vlaamse bevolking om mee in te tekenen, wat vrij massaal gebeurde. Er waren meer dan 30.000 aandeelhouders. Helaas moeten we vaststellen dat het aandeel van ARKimedes substantieel minder waard is dan de oorspronkelijke inleg van 250 euro. Daardoor kunnen de beleggers de gewestwaarborg aanspreken. 90 procent van de waarde van de inleg is immers afgedekt door een waarborg van het Vlaamse Gewest. Er was sprake van een kostprijs van maar liefst 46,6 miljoen euro.
Een en ander zou betekenen dat we een jaar vroeger dan gepland een einde maken aan ARKimedes 1. Er zou ook restactief verkocht worden. Welke waarde zal dat vertegenwoordigen? In welk bedrag wordt in de begroting concreet voorzien voor de beleggers? En vooral, welke lessen kunnen we trekken uit het eerste ARKimedes-initiatief?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het durfkapitaalfonds ARKimedes zal de 30.000 aandeelhouders samenroepen om de vervroegde stopzetting goed te keuren. Dit heeft een impact voor het Vlaamse Gewest, omdat de aandelen substantieel minder waard zijn dan de oorspronkelijke inleg en er een gewestwaarborg was afgesproken van 90 procent van de oorspronkelijke waarde.
Het ARKimedes-fonds werd in 2005 opgericht om beloftevolle nieuwe ondernemingen te ondersteunen, maar kreeg het de jaren daarna zwaar te verduren door de economische crisis van 2008-2009.
Wat is de verdere strategie voor ARKimedes? Hoe zullen toekomstige fondsen gestructureerd worden?
De heer Rzoska heeft het woord.
Bij de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) vindt blijkbaar momenteel een ‘opruimingsactie’ plaats, een vervroegde ontbinding en vereffening van het eerste ARKimedes-fonds.
Dat fonds werd in 2005 gestart als een instrument voor PMV om indirect, via andere en nieuwe durffondsen, te investeren in beloftevolle starters en kmo’s in Vlaanderen. Er werd 35 miljoen euro aan obligaties opgehaald en met een publieke emissie werd 75 miljoen euro opgehaald. Bij een inleg van 250 euro per aandeel werden spaarders over de streep gehaald met een fiscaal voordeel van 35 procent in de eerste vier jaar en finaal ook een gewestwaarborg voor 90 procent van de inlegwaarde van een aandeel, wat neerkomt op 225 euro.
Dertien jaar later droogt de waarde van een aandeel in het eerste ARKimedes-fonds kennelijk snel op. We hebben het even gecheckt op de website van PMV, want in de pers circuleerden verschillende bedragen. Op de website is sprake van 81,88 euro per aandeel op basis van de jaarrekening 2017-2018 en van een restwaarde van de financiële vaste activa ten belope van 15,50 euro per aandeel op 31 maart 2018. Sommige media spreken dan weer over een bedrag van 72,18 euro per aandeel dat op dit ogenblik bij de ontbinding nog zou kunnen worden uitbetaald.
De aandeelhouders zullen dus echter geen last hebben van dat waardeverlies. Belastingvoordeel en gewestwaarborg zorgen er integendeel voor dat hun financieel risico uiteindelijk beloond wordt met een rendement van ruim 2 procent per jaar.
De verliespost van het eerste ARKimedes-fonds voor de Vlaamse overheid wordt intussen op 66 tot zelfs 71 miljoen euro geraamd, inclusief de kosten van het in de beginfase toegekende belastingvoordeel. De gewestwaarborg zou dit jaar ongeveer 45 miljoen euro uit de Vlaamse begroting vergen.
Deze voor de overheid en voor de belastingbetaler financieel weinig flatterende uitkomst blijkt algemeen manager Michel Casselman van PMV niet meteen te verontrusten. Volgens hem heeft het eerste ARKimedes-fonds immers ‘de Vlaamse durfkapitaalsector naar een hoger niveau getild’, doch blijkbaar niet in die mate dat de aanpak van 2005 voor herhaling vatbaar is geweest. In 2010 is het tweede ARKimedes-fonds voor een heel andere financiering, rechtstreeks uit de Vlaamse begroting, geopteerd en is het kapitaal van dat fonds intussen op deze wijze ook verhoogd naar 210 miljoen euro.
Ik heb een aantal vragen bij het eerste ARKimedes-fonds. Waaraan wijt u het grote waardeverlies voor de aandeelhouders van het eerste ARKimedesfonds? Staat dat waardeverlies niet haaks op het oordeel van de PMV-leiding over de hefboomfunctie ervan voor de durfkapitaalsector?
Waarom is niet vroeger ingegrepen, ook om het aanspreken van een gewestwaarborg te beperken?
Hoe is het belastingvoordeel voor de aandeelhouders concreet verrekend geweest en is er, gezien het wedervaren in een ander dossier dat regelmatiger opduikt in de media, het Arcodossier, een formeel fiat van de Europese Commissie nodig voor de gewestwaarborg, of is dat fiat niet vereist?
Hoe wordt de gewestwaarborg concreet gerealiseerd met de begroting van dit jaar? Er is immers sprake van dat het in de begroting komt, maar ik heb het na wat opzoekingen niet kunnen vinden. U zult dat uiteraard wel weten.
Mevrouw Turan heeft het woord.
In 2005 heeft de Vlaamse overheid het brede publiek aangesproken om een durfkapitaalfonds op te richten, om de huidige beleggers overstag te laten gaan en om risicokapitaal te hebben voor meestal technologische starters. Die hebben beslist om zich vroegtijdig te ontbinden, waardoor de aandelen veel minder waard zijn. Dat is inderdaad niet op de kap van de aandeelhouders, maar wel van de belastingbetaler.
Door de dubbele matras van 90 procent waarborg vanuit het gewest plus 35 procent belastingvoordeel recupereren beleggers uiteindelijk 125 procent van hun investering, wat een jaarlijks rendement van 2,3 procent betekent, betaald door de belastingbetaler.
Minister, wat is uw standpunt over de vroegtijdige beëindiging van het fonds en het feit dat de jarenlange problemen die hiertoe hebben geleid, niet tijdig konden worden opgelost, want er waren al voldoende signalen? Op welke manier hebt u toezicht gehouden op de werking van het fonds? Wie heeft dat gedaan? Hoe is dat gebeurd? Welke maatregelen heeft deze regering genomen sinds 2014, toen er reeds was vastgesteld dat het netto-actief van het fonds onder de 50 procent van het maatschappelijk kapitaal was gedaald en de problemen maar niet opgelost geraakten?
Een verliespost van ettelijke tientallen miljoenen heeft een weerslag op de Vlaamse begroting, en betekent dan ook een besparing op een andere uitgave. Kunt u uitleggen welk budget hiervoor zal worden aangesproken en wat het effect is op korte termijn ?
Minister Muyters heeft het woord.
Dat zijn veel vragen, en ik heb ook een uitgebreid antwoord klaar. Ik zou het heel kort kunnen houden, maar de details die jullie vragen, vergen wel een langer antwoord.
Bij de oprichting van het ARKimedes-fonds door een van mijn voorgangers in 2005 werd in het prospectus voorzien dat het fonds in principe op 31 december 2018 in vereffening zou worden gesteld, waarna de aandeelhouders in het eerste semester 2019 een keuze zouden moeten maken om hetzij aandeelhouder te blijven met het oog op uitbetaling uit de vereffening en verdeling van het fonds, dan wel om hun aandelen in te ruilen bij het Vlaamse Gewest tegen de uitbetaling van de 90 procent. Tevens voorzag het prospectus ook in de mogelijkheid van een vrijwillige of gedwongen vervroegde ontbinding en vereffening van dat fonds. Dat is allemaal in 2005 vastgelegd, niet door mij, maar door een van mijn voorgangers.
Het ARKimedes Management dan. De fondsmanager van het ARKimedes-fonds stelde op basis van de cijfers van de voorbije jaren, aangevuld met de meest recente cijfers voor 2017, vast dat de waardering van het fonds ruim onder de 90 procent van de initiële kapitaalinleg ligt. De verwachte opbrengsten van desinvesteringen die nog moeten worden uitgevoerd door de verschillende ARKIV-fondsen, evenals uit de vereffening en ontbinding van de resterende ARKIV-fondsen, zullen de gerealiseerde minwaarden uit het verleden alsook de gemaakte kosten, niet meer tot het niveau van de overheidswaarborg kunnen goedmaken.
Het waardeverlies voor de aandeelhouders van het eerste ARKimedes-fonds is te wijten aan de combinatie van een aantal elementen. Het ARKimedes-fonds investeerde in early-stage-venture-capitalfondsen die per definitie een hoog risico met zich meedragen en die standaard ook een lagere financiële return tonen dan fondsen die in een latere fase investeren. Het was toen duidelijk de bedoeling om in die early stage te stappen.
De taak van de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) is om marktfalen te ondervangen. De reden waarom er marktfalen was en is in dit segment, is omdat het om zeer risicovolle investeringen in startende bedrijven gaat, waar er dus een aanzienlijke kans op verlies is. In 2006 was dat de keuze.
Door de financiële crisis van 2008-2010 werden de onderliggende fondsen en hun respectieve participaties aanzienlijk getroffen. De fondsen hadden immers vooral geïnvesteerd in startende en jonge bedrijven, die weinig cashbuffer hebben en dus extra gevoelig zijn voor een crisisperiode.
Het ARKimedes-fonds kende het merendeel van de investeringsmiddelen gelijktijdig toe aan fondsen via één oproep in de markt. Daardoor voerden die fondsen een groot deel van hun investeringen in een beperkte periode uit, waardoor ze nadien gelijktijdig door de financiële crisis werden getroffen. Als je je aankopen concentreert rond 2006, dan heb je de kans dat ze allemaal op hetzelfde moment door de crisis worden getroffen, omdat het niet gespreid is gebeurd.
Het ARKimedes-fonds werd opgezet voor een bepaalde periode van dertien jaar. Tijdens de eerste twee jaren werden alle kapitaaltoezeggingen aan de onderliggende fondsen gedaan, en dit voor een periode van tien jaar, eventueel te verlengen tot twaalf jaar. Bij de onderschrijving van het kapitaal van een onderliggend fonds ontstaat een volstortingsplicht uit hoofde van de aandeelhouders in het fonds en dus ook uit hoofde van het ARKimedes-fonds. Het ARKimedes-fonds kon gedurende zijn looptijd niet terugkomen op bindende commitments die het had genomen ten aanzien van de fondsen waarin het investeerde. Mevrouw Turan, u vroeg waarom ik niet heb ingegeven. Wel, omdat alles vastlag.
Aangezien het prospectus van de publieke uitgifte van het ARKimedes-fonds uitdrukkelijk voorzag in de mogelijkheid van een vrijwillige vervroegde ontbinding en vereffening, stelde het ARKimedes Management aan mij voor om deze mogelijkheid te gebruiken. Een vervroegde ontbinding en vereffening van de vennootschap zal toelaten om de investeerders sneller te kunnen terugbetalen met de beschikbare cash, aangevuld met een uitoefening van de overheidswaarborg. De zogenaamde restportefeuille kan dan – dat is het enige voordeel –zonder druk verder worden gevaloriseerd. Je moet het dus niet verkopen. We kunnen die aandelen houden en bekijken wanneer we ze verkopen. Anders zouden we ze moeten verkopen omdat dat fonds is afgelopen. Op die manier kun je komen tot een maximalisering van de realisatiewaarde. Op die manier kunnen ook de beheerkosten van het fonds versneld worden afgebouwd.
De huidige financiële vaste activa worden gewaardeerd aan de realisatiewaarde en restwaarde van 4,8 miljoen euro. Die waardering is gevalideerd door een externe auditor. Maar, zoals gezegd: als we vervroegd vereffenen, kunnen wij als overheid met de waarborg die aandelen houden en kijken op welke manier ze wel of niet vermarkt kunnen worden. En dan kan die 4,8 miljoen euro misschien nog stijgen in de toekomst. Maar het kan ook nog dalen – aandelen blijven aandelen.
Als de aandeelhouders in de loop van juli van dit jaar instemmen om de vennootschap vervroegd in ontbinding en vereffening te stellen, dan zal de beschikbare cash, momenteel 22 miljoen euro, bij wijze van voorschot op de liquidatiebonus worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. In zoverre dat alle aandeelhouders van de 90 procentwaarborg op het kapitaal van 75 miljoen euro gebruik willen maken, bedraagt de kost van de terugkoop van de aandelen 67,5 miljoen euro. Als iedereen zijn waarborg gaat uitoefenen, is het dus 67,5 miljoen euro, maar je hebt een voorschot van 22 miljoen euro. Bij de uitwinning is er dus 45,5 miljoen euro tekort. Die waarborg zal aangerekend worden op de VAK-VEK-buffer die ingeschreven is onder artikel CBO-1CBB21B-PR – Provisies Thema Overschrijdend – Financiën en Begroting. Daar is een bedrag van 147 miljoen euro beschikbaar. Het is op dat bedrag dat is afgesproken dat we dat verschil van 45,5 miljoen euro kunnen brengen.
Aangezien het Vlaamse Gewest na de uitbetaling van de gewestwaarborg de aandelen overneemt van de investeerders die een beroep doen op de gewestwaarborg, zal het Vlaamse Gewest in het kader van de afsluiting van de vereffening nog middelen recupereren in dat liquidatiesaldo. Wij zijn dan eigenaar van die aandelen en kunnen dan kijken op welk moment we ze gaan verkopen. Ik denk dat dat beter is dan een verplichte verkoop, omdat we het helemaal moeten liquideren.
Welke lessen kunnen we trekken? Een studie van Vlerick uit 2014 toont dat voor elke euro die het ARKimedes-fonds geïnvesteerd heeft, een zevenvoud aan externe middelen is gegenereerd, voornamelijk onder de vorm van kapitaal van co-investeerders, op fondsniveau, maar ook bij de portefeuilleondernemingen. Daarnaast zijn tal van andere positieve effecten te melden, zegt men mij. De zogenaamde ‘first equity gap’ voor starters en jonge bedrijven werd beter ingevuld. Een groot deel van de ARKimedes-investeringen ging naar technologiebedrijven die meer dan gemiddeld in O&O investeren. De oprichting en financiering van jonge Vlaamse bedrijven leidde tot toegenomen aandacht voor ondernemerschap. De voorbeeldfunctie van die ondernemingen heeft het ondernemerschap in Vlaanderen een sterkere groei gegeven. De ontwikkeling en de groei van de portefeuillebedrijven leidde tot een aanzienlijke jobcreatie, die in de toekomst wellicht nog verder zal toenemen. En de succesvolle ARKIV-fondsen startten inmiddels nieuwe initiatieven, net zoals succesvolle entrepreneurs die door ARKIV-fondsen werden gefinancierd.
Uit twaalf jaar ARKimedes werden ook lessen getrokken, teneinde de investeringen van PMV in fondsen op een hoger niveau te tillen. Er wordt sinds enkele jaren in grotere fondsen geïnvesteerd. Een fonds met een iets grotere taille laat de beheerders immers toe om langer te investeren in snel opschalende groeiers en zo ook ten volle de vruchten te kunnen plukken. Ik heb daarstraks gezegd hoe er was geïnvesteerd. Het is duidelijk dat we het niet meer op dezelfde manier zouden doen.
Het ARKimedes-fonds investeerde al zijn middelen in de jaren 2005-2006, waardoor de onderliggende fondsen gelijktijdig in de financiële crisis waren. En het was dan nog een ‘closed end’-model, met een snelle investering van alle middelen op een korte tijdspanne. Dat is ondertussen verlaten. Voortaan worden fondsinvesteringen gelukkig meer in de tijd gespreid. Het ARKimedes-fonds is een publiek fonds. De kost van de publieke emissie was zeer groot, vandaar dat het publieke-emissiemodel is verlaten. Doordat het om een publieke emissie ging, werd alle kapitaal volledig volstort bij de emissie in plaats van in schijven, in functie van het investeringsritme van de onderliggende fondsen. De uitgifte van obligaties met jaarlijks te betalen cashinterest door een venture-capitalfonds is ook een dure operatie gebleken. De coupon moest immers jaarlijks voorgeschoten worden, met eenmalige interestdelging op vervaldag. Dat zijn allemaal lessen die we hebben getrokken uit die eerste ARKimedes-lening.
Bij de opvolger, het tweede ARKimedes-fonds, werd al rekening gehouden met de lessen uit het eerste fonds: geen publieke emissie meer, geen obligaties meer, er is gespreid ingestapt in de fondsen in plaats van in één keer via een oproep, en rollend fonds in plaats van ‘closed end’. Er zijn dus wel duidelijk, ook door mijn voorgangers, al lessen getrokken.
Het belastingvoordeel bestond uit een belastingkrediet van 35 procent, berekend op het intekeningsbedrag, met een maximum intekeningsbedrag van 2500 euro, gespreid inbrengbaar over de eerste vier jaar na intekening. Het belastingkrediet was enkel toepasselijk voor de particuliere investeerders. Naar aanleiding van de uitgifte van de aandelen van ARKimedes werd de regeling in verband met de gewestwaarborg door het Vlaamse Gewest aangemeld bij de Europese Commissie en goedgekeurd. Ik denk dat dat het grootste verschil is, collega Rzoska, als je wilt vergelijken met ARCO. Dit is bij de uitgifte aangemeld en goedgekeurd. Het Europese fiat voor de gewestwaarborg is dus verkregen en de betrokken voordelen voor de aandeelhouders kunnen niet meer in vraag worden gesteld. Dat is een enorm verschil.
Het ARKimedes-fonds werd opgericht als naamloze vennootschap met een raad van bestuur die toezicht hield op het beheer van het fonds. Het toezicht en het beheer van het fonds gebeurde dus door het management en de raad van bestuur. En ook al zag je dat het niets meer waard was, je was je engagementen aangegaan en je kon daar ook niet verder doen. Ik werd jaarlijks geïnformeerd over de stand van zaken via het jaarverslag, maar speelde uiteraard geen rol in het beheer. Ik denk dat jullie mij dan pas zwaar op de rooster konden leggen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de uitgebreide toelichting. Dit is niet onbelangrijk omdat het om een aanzienlijk bedrag gaat. Ik zal niet meer herhalen in welke begrotingspost dit is ingeschreven, want dat weten we ondertussen van buiten. Het gaat om een aanzienlijk bedrag, maar ook om een aanzienlijk fonds dat positieve effecten op onze economie heeft gehad. Dat mogen we ook niet vergeten.
De belangrijkste lessen zijn al getrokken bij de lancering van het ARKimedes-fonds II. Dit fonds wordt volledig door het Vlaamse Gewest gefinancierd en er wordt geen beroep gedaan op een publieke intekening op aandelen. Dat is een goede zaak. Allicht zijn de mensen die het ARKimedes-fonds I in 2004 en 2005 hebben uitgedacht, net iets te creatief geweest met de Vlaamse bevoegdheden. Dat we financiële bevoegdheden hebben, betekent niet dat we ze op elk punt moeten gebruiken. In dit geval is dat alleszins flink misgelopen.
Dit neemt niet weg dat de 30.000 aandeelhouders die hebben ingetekend, uiteraard rechten hebben. De betrokkenen moeten reageren om een beroep op de gewestelijke waarborg te kunnen doen. Op die manier zou de kostprijs voor de Vlaamse Regering nog kunnen dalen. Op welke wijze worden die mensen precies geïnformeerd en gecontacteerd. Een aantal banken zijn destijds partners geworden. Worden die banken ook geresponsabiliseerd om de aandeelhouders te helpen contacteren? Het gaat immers om een grote groep van 30.000 mensen.
Bij de lancering van het ARKimedes-fonds II, wat goed loopt en wat in principe een eeuwige looptijd heeft, zijn lessen getrokken. In principe wordt in grotere fondsen geïnvesteerd. Op die manier heeft dit fonds een nog grotere impact dan het ARKimedes-fonds I. Plant u met betrekking tot durfkapitaal nog nieuwe initiatieven die verder gaan dan het ARKimedes-fonds II? Welke zaken mogen we deze legislatuur nog van u verwachten?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het uitgebreid antwoord. Ik denk dat niemand kan ontkennen dat het durfkapitaalfonds ARKimedes-fonds I tijdens de uitgifteperiode wel degelijk een positieve invloed heeft gehad. Het is goed dat de aandeelhouders ten gevolge van de regelingen die op papier zijn gezet en de afspraken die zijn gemaakt, nog een klein brutorendement van 2,3 procent hebben. Het is ook goed dat we lessen hebben geleerd die we voor het ARKimedes-fonds II hebben gebruikt. Ik heb echter nog twee aanvullende vragen.
Mijn eerste vraag sluit aan bij wat de heer Bothuyne net heeft gezegd. Zou u, indien u nog een durfkapitaalfonds zou oprichten, in vergelijking met het ARKimedes-fonds II nog zaken willen verbeteren? Is het prima zoals het nu is gestructureerd of zijn er nog verbeteringen mogelijk?
Is er ten gevolge van de berichtgeving in de media een negatieve perceptie ten aanzien van de eventuele oprichting van een ander ARKimedes-fonds of durfkapitaalfonds? Heeft het feit dat we uiteindelijk een fonds hebben moeten opheffen, negatieve gevolgen gehad op de bestaande durfkapitaalfondsen?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, het is een vraag om uitleg en geen interpellatie. Ik wilde u niet op de rooster leggen. We weten wanneer we die instrumenten moeten inzetten. Ik ben zeer tevreden met uw uitgebreid antwoord. U hebt eigenlijk op al mijn vragen een zeer stevig antwoord gegeven.
Ik zal niet herhalen wat u over de vereffeningskredietbuffer hebt gezegd. Toen u dat zei, wist ik meteen waar ik die middelen moest gaan zoeken. Het blijft echter een zuur verhaal. De Vlaamse belastingbetaler moet stevig betalen voor wat is misgelopen. Op dat vlak blijft dit wringen. Ik heb er geen probleem mee dat een overheid of een investeringsmaatschappij waarin de overheid een grote partner in is, nieuwe instrumenten probeert op te zetten. Dit is echter stevig misgelopen. Het is zeer goed dat we hier bij de oprichting van het ARKimedes-fonds II lessen uit hebben getrokken. Dit kan enkel helpen om zaken te verfijnen, zeker met betrekking tot de investeringen in innovatie.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister, ik wil u ook danken voor uw uitvoerig antwoord. Aangezien het niet gemakkelijk is durfkapitaal aan te trekken, zijn die waarborgen nodig. Voor de belastingbetaler is dit wel een kater. We moeten als overheid zien dat wat we subsidiëren of financieren, een verschil maakt. Enerzijds is het goed dat het voor de technologische bedrijven een verschil heeft gemaakt. Anderzijds zitten we met de kater.
U hebt opgemerkt dat die aandelen nu in de handen van de overheid zijn en dat u moet nagaan wanneer u die best valoriseert. Daar moeten we nog het best naar kijken, zodat we niet nog minder binnenhalen. Ik hoop echter nog meer dat we hieruit – weliswaar dure – lessen trekken en dat we dit niet meer herhalen. Verder heb ik hier niets aan toe te voegen.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik denk dat we allemaal inzien dat dit op de verkeerde wijze is gebeurd. We hebben hier lessen uit getrokken. Gelukkig is het met het ARKimedes-fonds II al anders gedaan. Voor mij blijft het essentieel dat er geen waarborg meer wordt gegeven. Er is geen privékapitaal bij individuele burgers opgehaald en de investeringen zijn gespreid. Dat is voor mij heel belangrijk. Het is een eerste les voor wie ooit in aandelen wil beleggen. Hij kan zijn geld beter niet allemaal op hetzelfde moment in dezelfde aandelen beleggen.
Het fonds is ook rollend gemaakt. Dat is pas gebeurd toen ik hier als minister bevoegd voor werd. Het is een goede zaak dat de beheerder van de gelden over een rollend fonds beschikt. Hierdoor kan hij wat hij te gelde maakt, opnieuw investeren. Dat is een goede manier om de spreiding van de investeringen te garanderen.
Mijnheer Bothuyne, we voorzien nog in 100 miljoen euro extra voor de scale-up ‘fund the fund’ en ook daar opnieuw het rollend fonds. We hebben hier al eens het gesprek gevoerd dat we al heel wat deden met betrekking tot starters. We zagen dat het ticket van 5 tot 40 miljoen wat moeilijkheden gaf. We hebben daar de ‘fund the fund’ via de 100 miljoen euro extra rollend fonds voorzien.
We hebben er gelukkig lessen uit getrokken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.