Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, in de media mocht ik vernemen dat het aantal werkzoekenden dat een individuele beroepsopleiding op de werkvloer volgde vorig jaar daalde. In 2017 werkten 15.460 werkzoekenden in het IBO-traject. Dat betekent een daling van 1,3 procent tegenover het jaar voordien.
Volgens UNIZO en VDAB is de daling te verklaren door de stijgende arbeidskrapte waardoor werkgevers het tussenstatuut van IBO overslaan en meteen overgaan tot een volwaardige aanwerving.
Minister, mijn vraag is relatief eenvoudig: hoe verklaart u de daling van het aantal werkzoekenden dat een IBO op de werkvloer volgt?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, het klopt: er is inderdaad een lichte daling van de IBO’s geweest in 2017. Ik zie twee mogelijke verklaringen. Er is effectief een krapte op de arbeidsmarkt. Ik heb zelf werkgevers horen zeggen: daar waar wij vroeger iemand kregen die bijvoorbeeld al 80 procent van de job kende en die we via IBO de laatste 20 procent bijbrachten, nemen we die persoon nu meteen aan. Want stel je voor dat die bij ons start en nog niet zeker is van zijn contract – normaal krijg je een contract – en een collega geeft hem toch een contract, dan is hij weg bij ons. We nemen dat risico niet. Dat is dus zeker een eerste mogelijke verklaring.
Er is er ook een tweede. We zien een stijging die groter is dan de daling bij het IBO, namelijk een stijging van 12.060 naar 2090 – dus meer dan 800 extra’s – voor de beroepsinlevingsovereenkomsten (BIO’s). Het grote verschil tussen een BIO en een IBO is dat je bij een IBO moet aanwerven na de opleiding en dat er bij de BIO geen aanwervingsverplichting is. Daar is dus een verschuiving. Aan diegenen die wat verder staan, zal men gemakkelijker zeggen dat ze het mogen proberen. Maar er is nog geen afsluiting via een contract van onbepaalde of bepaalde duur. Dat lijkt mij ook een verklaring. Je ziet een verschuiving naar dat instrument van de BIO’s.
Het lijkt mij ook belangrijk om te zeggen dat we ondertussen wat extra initiatief hebben genomen. We hadden de afspraak met de werkgeversorganisaties om binnen enkele jaren tot een verdubbeling van het aantal IBO’s te komen. Maar ze hadden daaraan ook een aantal zaken gekoppeld. Bij de hervorming van het werkplekleren, dat vorige vrijdag definitief werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering, veranderen we een aantal zaken, ook in verband met die IBO’s. We zullen het meer digitaal maken, waardoor het gemakkelijker wordt voor de werkgever. Er komt een forfaitaire vergoeding in plaats van, zoals vroeger het geval was, een vergoeding in functie van de toekomstige lonen die je zult krijgen. Dat lijkt mij twee keer een win voor die werkgever, waardoor de kans dat kmo’s meegaan, groter wordt. Er komt ook een derde element naar die werkgevers: de kwetsbare IBO’s, K-IBO’s. Men kan daar niet alleen een half jaar, maar een vol jaar genieten van de IBO. Er is daar geen forfaitaire bijdrage te leveren door de werkgever. Dat is voor de mensen die toch nog verder van de arbeidsmarkt staan. Op deze manier hopen we dat de werkgevers wel de stap zullen zetten.
Er zijn ook nog voordelen voor de werknemer, zoals geen kinderopvang betalen, geen verplaatsingsonkosten en dergelijke. Maar naar aanleiding van die hervorming doen wij ook een extra informatiecampagne naar de werkgevers en de werkzoekenden. Ik hoop dat we op die manier die kleine daling, met die administratieve eenvoud, zeker bij de kmo’s, kunnen omdraaien in een nieuwe stijging.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. IBO is een nuttig instrument. Ik vind ook dat daarrond een goede politiek wordt gevoerd. De voorstellen die u nu naar voren schuift, kunnen alleen maar een opwaarts effect hebben. Ik ga er ook van uit dat dit, wegens marktomstandigheden en blijkbaar die BIO, waarvan ik niet op de hoogte was, een tijdelijke dip is. Maar we moeten verder inzetten op dit instrument. Het zal in de toekomst dan wel opnieuw op een stijgend pad komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.