Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Minister, door het M-decreet kunnen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften les volgen in een school voor gewoon onderwijs, mits redelijke aanpassingen. Het decreet geeft aan hoe Vlaamse scholen kunnen omgaan met leerlingen die door een beperking de lessen in een gewone school niet zomaar kunnen volgen. Zo hebben we leerlingen die het gemeenschappelijke curriculum kunnen volgen als ze voldoen aan toelatingsvoorwaarden voor het gewone onderwijs en een gemotiveerd verslag hebben, maar ze kunnen ook een individueel aangepast curriculum volgen als de leerlingen een verslag hebben met een toegang tot het buitengewone onderwijs.
Het verslag, dat opgemaakt wordt door de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s), bevat natuurlijk een schat aan informatie om de leerlingen zo goed mogelijk te omkaderen en te ondersteunen. In het decreet betreffende het onderwijs XXVI werd geregeld dat de school bij schoolveranderingen verplicht is om een kopie van het gemotiveerde verslag of het verslag voor toegang tot geïntegreerd onderwijs of van het verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs over te dragen aan de nieuwe school.
Wij hebben op donderdag 7 juni in de commissie Onderwijs het wijzigingsdecreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften goedgekeurd. Een van de maatregelen daarin is het digitale paspoort, dat informatie bundelt waarover scholen en CLB’s kunnen beschikken en dat ook komaf zou maken met heel veel overbodig werk voor scholen.
Tijdens de bespreking van mijn vraag om uitleg nummer 1664 in de commissie Onderwijs op donderdag 26 april 2018 kaartte ik aan dat sommige CLB’s op vraag van de ouders het verslag vernietigen. Intussen werd die bezorgdheid ook nog door meerdere scholen aan ons gemeld. Daarmee gaat heel veel informatie verloren die belangrijk is om de leerling in kwestie optimaal te kunnen ondersteunen. U hebt daarop geantwoord dat u dat zou opnemen met de CLB’s, of zij er een idee van hebben hoe vaak dat zou gebeuren.
Tot slot staat in het decreet Leerlingenbegeleiding ook ingeschreven dat een handelingsgerichte vertaling van noodzakelijke informatie voor leerkrachten kan worden doorgegeven in het belang van de leerling.
Minister, welke conclusie trekt u eventueel uit de gesprekken van de CLB’s? Worden verslagen, en misschien zelfs ook gemotiveerde verslagen, vaak vernietigd? De meldingen die wij hebben gekregen, betreffen vooral verslagen die verwijzen voor een toegang tot het buitengewoon onderwijs. Over gemotiveerde verslagen hebben wij zelf geen meldingen gekregen, maar u misschien wel.
Hoe zult u ervoor zorgen dat elke school maximaal kan beschikken over de nodige informatie die ten dienste staat van de ondersteuning van de leerling? Ook als de ouders beslissen om hun kind niet naar het buitengewoon onderwijs te laten gaan, is het heel belangrijk dat de informatie van het verslag kan worden doorgegeven aan de volgende school, waar de leerling terecht zal komen. Hoe zult u die informatieoverdracht, zoals we die ook in het decreet hebben ingeschreven, kunnen waarborgen? Wat moet een CLB doen als ouders expliciet vragen om het verslag te vernietigen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, u zult begrijpen dat het heel moeilijk is om op basis van casuïstiek algemene uitspraken te doen. Natuurlijk is het zo dat als niet meer voldaan is aan de voorwaarden, een verslag het best ophoudt te bestaan. Vorige woensdag is in het parlement het M-wijzigingsdecreet goedgekeurd, waarin die opheffing uitgebreid wordt naar het gemotiveerde verslag.
Het lijkt me een beetje vreemd dat men een gemotiveerd verslag, dat net recht geeft op ondersteuning, zou verscheuren als een kind naar een andere school gaat. Ofwel wordt niet meer aan de voorwaarden voldaan, en dan is het weg, ofwel verandert men van school, maar bestaan de voorwaarden nog, en dan lijkt het mij te gek voor woorden dat je dat gaat verscheuren.
Ik heb hierover met de vertegenwoordigers van de CLB’s uit de stuurgroep ondersteuningsnetwerken gesproken. Zij zijn zeer verwonderd over die systematiek waar u naar verwijst. Zij worden niet vaak aangesproken door ouders om een verslag of een gemotiveerd verslag te vernietigen. Zij gaan ook de betrokken scholen oproepen om dat in voorkomend geval altijd met de ouders en de CLB’s te bespreken. Ik heb ook gevraagd dat men eens gaat rondvragen hoe vaak dat voorkomt, want het is de tweede keer dat u mij zoiets meldt. Zij geven aan dat het zeker geen gangbare praktijk is. Het is wel zo dat er CLB’s zijn die geen verslag opmaken als ouders niet akkoord gaan. Maar dan is er ook nooit een verslag geweest. Dat is een andere situatie. Op dat ogenblik kan de school daarover wel een bemiddelingsverzoek indienen bij de Vlaamse Bemiddelingscommissie.
U weet dat wij een datawarehouse aan het bouwen zijn om een kwantitatieve opvolging te kunnen doen van het M-decreet. Wij zullen dus op termijn kunnen monitoren hoe vaak dat gebeurt. Onze datawarehouse wordt momenteel proefgedraaid. Maar als natuurlijk niet meer voldaan is aan de voorwaarden, collega, dan houdt een verslag op te bestaan. Dan wordt het ook vernietigd. In het wijzigingsdecreet is dat nu ook uitgebreid naar het gemotiveerde verslag. Daar moeten we dus wel heel consequent in zijn.
Ik ben bij de bespreking van de conceptnota wijzigingen M ook uitgebreid ingegaan op de maatregelen in verband met bemiddeling die dan mogelijk is. Die ga ik hier dus niet herhalen.
Hoe kunnen we dat nu beter monitoren? Via het leerlingenpaspoort – ik gebruik die naam zolang we geen andere naam hebben, collega’s – zal de school altijd op een toegankelijke manier inzage krijgen in de meest recente versie van het verslag en het gemotiveerde verslag. Daarmee slaan we twee vliegen in één klap. Ten eerste krijgen we een beveiligde communicatielijn voor het delen van het verslag met de juiste betrokkenen. Dat kunnen schooldirecties zijn, klasleraars, ondersteuners, ouders. Nu moet men dat document uitprinten en uitdelen. Als we straks zo’n beveiligde digitale omgeving hebben, kan iedereen eraan.
Ten tweede zullen alle betrokkenen op één plek, op dat platform, de meest recente versie kunnen vinden. Er zal dus geen verwarring meer zijn met verschillende versies die in omloop zijn. Dat is voor mij vandaag ook een pijnpunt.
Het realiseren van dat digitale platform zit in voorbereiding. We hebben in eerste instantie gezocht naar aansluiting bij bestaande systemen, zoals LARS (Leerlingen Activiteiten en Registratie Systeem). We werken op dit ogenblik aan een gedetailleerde ICT-analyse. Los van het leerlingenpaspoort verwacht ik ook dat CLB’s in hun samenwerkingsafspraken zeker klare wijn gaan schenken over de manier waarop school en CLB relevante informatie uitwisselen over leerlingen. Dat is de kern van een goede samenwerking, uiteraard met respect voor het beroepsgeheim.
Hoe zal de informatieoverdracht gerealiseerd worden? Vanaf 1 september 2015 moet een kopie van een verslag of een kopie van een gemotiveerd verslag van een CLB verplicht worden overgedragen. Zoals ik zei, gebeurt dat nu vaak op de ambachtelijke wijze, van de oude school naar de nieuwe school. Het meest eenvoudige zou zijn dat de nieuwe school contact opneemt met de oude school, als men vermoedt dat er informatie niet wordt doorgegeven. Als er klachten komen, kunnen die doorgegeven worden aan de onderwijsinspectie. Die kan ze dan ook meenemen in de doorlichting.
Het zal allemaal eenvoudiger zijn als ons digitale platform er is. Maar wij zijn ermee moeten starten, en we moeten er ook voor zorgen dat het aan alle privacyregels voldoet.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ik ben het er uiteraard mee eens dat als niet meer voldaan is aan de voorwaarden, het logisch is dat het verslag vervalt. Daarover gaat het dus niet. Wij vinden het inderdaad heel belangrijk dat informatie doorstroomt, vandaar dat we dat ook in overeenkomst hebben ingeschreven in het decreet. Maar het pijnpunt zit hier bij de rol van de ouders. Wij hebben altijd gezegd – en ik sta daar nog altijd achter – dat de ouders een heel waardevolle gesprekspartner zijn in heel dat proces van het opmaken van het verslag en van begeleiding. Ouders zijn de deskundigen over hun kind, en dus zijn ze heel waardevolle partners.
Op een bepaald moment is er in de casuïstiek die we hier naar voren brengen, een beslissing van ouders, die aan het CLB zeggen dat ze de informatie van het verslag niet wensen door te geven aan de nieuwe school en dat ze wensen dat het CLB dat verslag ongedaan maakt. Dat wil natuurlijk zeggen dat zij waarschijnlijk zullen vragen dat dat uit het platform of uit het leerlingenpaspoort van hun kind wordt genomen. En dan zitten we op een heel moeilijk gegeven. Ofwel zeggen we: neen, volgens het decreet mag de leerlingeninformatie, die cruciaal is voor de school, ondanks het feit dat u wenst dat het niet wordt doorgegeven, toch worden doorgegeven. Het CLB heeft dan een soort veto, om te zeggen dat die informatie cruciaal is en wel wordt doorgegeven. Of mag de ouder daar inderdaad eisen dat zoiets toch wordt verwijderd en uit dat leerlingenplatform wordt genomen? Daar zit de gevoeligheid in de doorstroming van informatie. Als ouders dat echt eisen, kunnen wij dan niet anders dan erop in te gaan? Of kunnen we toch zeggen dat we het recht in handen hebben om die cruciale leerlingeninformatie wel door te geven aan de nieuwe school, ten voordele van het kind? Want uiteindelijk is dat ook wat we altijd voor ogen moeten houden, dat het ten voordele is van de kinderen die naar die nieuwe school gaan. Als ouders, ondanks het advies om naar het buitengewoon onderwijs te gaan, toch beslissen om naar het gewoon onderwijs te gaan, is dat hun recht, maar de vernietiging van al die informatie is natuurlijk het cruciale. Daar heeft het CLB dan toch de macht om te zeggen dat het die informatie toch doorgeeft, ten voordele van het kind.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, dat is een interessante vraag die u daar op einde stelt. Vandaag is het zo dat ouders eigenaar zijn van de gegevens over hun kind. Het is heel relevant dat de school dan voldoende gesprekken voert met de ouders om dat belang ook te duiden. Maar zomaar zeggen dat je die zaken doorgeeft, zonder dat de ouders dat wensen, is een delicate kwestie.
Ik verwacht echt veel van dat digitale loket. Nu zit je altijd met een handeling. Anders kan men gewoon de vraag stellen of men het mag doorgeven, terwijl het nu vaak nog op papier gebeurt. Ik kan daar nu niet zomaar positief op antwoorden. Het belang van het kind moet vooropstaan, maar de communicatie met de ouders is in dezen ook zeer relevant.
De ervaringen met het M-decreet in de gewone scholen hebben mij nu geleerd dat inzetten op goede communicatie in de driehoek ouders-school-CLB enorm veel problemen uit de weg kan helpen. En ik heb ook het gevoel dat het beter wordt, dat we langzaam in een overschakelingscultuur raken. Als ouders zeggen dat men die informatie niet mag doorgeven, betekent dat voor mij ook dat er iets schort aan het vertrouwen tussen CLB, school en ouders. We moeten daar dus op inzetten. Het is van belang om te proberen om daar zo veel mogelijk positieve antwoorden op te krijgen.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Het cruciale van de ouders is vaak dat ze bang zijn, als het verslag wordt doorgegeven, dat de kinderen worden ingeschreven onder de voorwaarden ‘gaat het ons lukken of niet?’, met de redelijke aanpassingen in het achterhoofd. De ouders zijn daar bang voor, dat ze dan toch nog die doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs gaan krijgen. En als het verslag niet bestaat, dan kan de school ook niet inschrijven onder bindende voorwaarden. Dat is een beetje het gegeven dat soms speelt. Dikwijls wordt wel een pad begaan, maar op het cruciale moment van de beslissing gaan ouders dikwijls toch een stapje terug.
We gaan dat verder opvolgen. Ik denk dat het heel belangrijk is. En misschien kan het leerlingenpaspoort inderdaad een ietwat neutralere overgang garanderen, waar ouders zich dan toch in kunnen vinden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.