Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Verslag
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, het Strategisch Actieplan voor Reconversie en Tewerkstelling (START) gecombineerd met het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB) was meer dan tien jaar geleden een sterke aanzet voor onze regio om dingen in beweging te krijgen. Ik heb echter het gevoel dat er nu wat minder vuur in de pan slaat. Ik zou graag weten hoe vurig er onder de pan wordt gewerkt omdat alles nu is gebundeld in dat strategisch beleidsoverleg dat de Stand van de Rand zou moeten geven en waar jaarlijks een slimmemeterstand moet gebeuren van wat er met de middelen is uitgevoerd.
Minister, als regio moeten wij die centrumfunctie krijgen maar hoe zit het met de uitvoering en opvolging van de lijst van de eerder geselecteerde projecten? Zijn er ondertussen ook nieuwe projecten aan de lijst toegevoegd? Ik kan heel concreet zijn: mobiliteit, onderwijs, welzijn, natuur, tewerkstelling, alles is daar mogelijk. In hoeverre zijn het Toekomstforum Halle-Vilvoorde en de provincie Vlaams-Brabant daarbij betrokken? In welke beleidsdomeinen voelt u vooruitgang?
Minister Weyts heeft het woord.
De volgende thema’s waren het voorwerp van verdere discussie in het kader van het Coördinatieplatform Stand van de Rand: het reconversiegebied Vilvoorde-Machelen, het FietsGEN en het park-and-ridebeleid in de Vlaamse Rand, de operationalisering en de bekendmaking van een isolatievoorschrift in de luchthavenregio, het cijferboek Vlaamse Rand 2017, de toelichting door De Werkvennootschap over de werken aan de ring en aanverwante projecten.
Momenteel wordt de informatie in alle fiches geactualiseerd. Die zullen dan worden besproken op het eerstvolgende coördinatieplatform eind deze maand, waarna de jaarlijkse rapportering aan de Vlaamse Regering kan volgen in juli.
Er zijn op dit moment nog geen nieuwe projecten aan de lijst toegevoegd. We hebben intussen echter niet stilgezeten. Ik herinner aan de inspanning die ik heb gedaan voor extra parkeerplaatsen voor zowel wagens als fietsen aan de stations. Dat zijn er in totaal 14.000: 8000 voor fietsen en 6000 voor wagens. Er zijn er ook enkele rond Antwerpen en Gent maar de focus ligt vooral op de Vlaamse Rand.
Het lijkt me nuttig om na verloop van tijd te evalueren of alle fiches nog actueel genoeg zijn of na enige tijd eerder vallen onder recurrent beleid.
Het doel van het coördinatieplatform is om na te gaan of er voldoende voortgang in de verschillende projecten is en dit op te volgen. De projecten moeten voldoende omvang hebben, een belangrijk hefboomeffect hebben en SMART-formuleerbaar zijn (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden). In die optiek lijkt het aangewezen de rapportering over het reconversiegebied Vilvoorde-Machelen te schrappen. Het gaat om een veelheid aan deelprojecten die de nodige opvolging krijgen. Daar zit voldoende vooruitgang in en de gemeenten Vilvoorde en Machelen zitten daar mee aan het stuur en zijn dus nauw betrokken.
Op het vlak van mobiliteit zal er een fiche toegevoegd worden met betrekking tot het project ring oost. Enerzijds hebben we de geplande werkzaamheden op de noordelijke ring, anderzijds hebben we ook oog voor het oostelijke deel, namelijk de kruispunten en knelpunten zoals Leonard, Vier Armen, de Brabantlaan in Groenendaal/Jezus-Eik. Daar heeft De Werkvennootschap de opdracht gekregen om het studiewerk over deze knelpunten opnieuw op te starten. Ik zal deze wijzigingen in juli aan de regering voorleggen.
Het coördinatieplatform is een politiek-ambtelijk overleg. Daarin zetelen de mensen die afgevaardigd zijn door de functioneel bevoegde Vlaamse ministers: de vertegenwoordigers van de Vlaamse beleidsvelden en entiteiten en de kabinetten. Het is de bedoeling om op het jaarlijkse colloquium de strategische doelstellingen en de concrete vooruitgang van een of meerdere van die thema’s te belichten en te bespreken met het bredere veld. Alle gemeentebesturen van de Vlaamse Rand en het Toekomstforum Halle-Vilvoorde worden daar natuurlijk voor uitgenodigd. Het colloquium zal plaatsvinden 24 november in het Huis van de Toekomst in Vilvoorde.
Binnen de verschillende projecten is de provincie altijd in min of meerdere mate betrokken. De gouverneur van Vlaams-Brabant, Lodewijk De Witte, zit het coördinatieplatform voor. Het is de taak van het coördinatieplatform om te bewaken dat er vooruitgang wordt geboekt. Eventueel nodigt het platform de coördinatoren van projecten uit op een overleg. Eventueel kunnen zij een stimulans krijgen vanuit dat platform. Deze methodiek heeft zijn deugdelijkheid bewezen bij bijvoorbeeld de projecten over bijkomend toegankelijk groen in de Rand. Dat is mede te danken aan het beleidsoverschrijdend overleg.
Maar ook op het vlak van welzijn met het voorbeeld van Vlabzorginvest hebben we zowel op politiek als op ambtelijk vlak in de schoot van het coördinatieplatform goed werk kunnen verrichten ten voordele van de Vlaamse Rand. De andere projecten verlopen vlot met uitzondering van de luchthavengerelateerde zaken, maar daar hebben we, zoals u weet, niet echt de touwtjes in handen.
Zoals gezegd, bereidt mijn administratie de volgende rapportering aan de Vlaamse Regering voor. Deze zal de algemene vooruitgang in concreto toelichten.
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Als ik het goed begrijp, zullen wij in juli zicht krijgen op de volledige rapportering.
Ik voel aan dat alles vooral rond mobiliteit sterk wordt benadrukt. Er wordt gefocust op de werken aan de ring en de mogelijkheid om de parkeergelegenheid uit te breiden. Dat is vooral het item waarop wordt doorgewerkt. Betekent dit dat men in het coördinatieplatform ook stilaan komt tot een focus op bepaalde deelaspecten? We moeten er natuurlijk voor opletten dat zo'n coördinatieplatform geen amalgaam is van alles en nog wat waardoor de resultaten beperkt zijn omdat er te verdeeld wordt gewerkt. Focust men op bepaalde deelgebieden om op die manier te proberen zaken op gang te brengen? Of is er op alle domeinen voldoende tussentijdse rapportering gedurende een jaar om te weten of men op het vlak van tewerkstelling, natuur, reconversie van bepaalde sites ook vooruitgaat?
We hebben vooruitgang en concrete resultaten geboekt op bijvoorbeeld het vlak van welzijn en andere concrete domeinen. Ik heb u voorbeelden gegeven.
Ik vind het wel belangrijk om nu serieus te focussen op mobiliteit. Dat heeft het grote voordeel dat de minister van Mobiliteit ook een toffe peer is met aandacht voor de Vlaamse Rand. Die projecten krijgen extra aandacht. Ik heb gesproken over de combiparkings. Er zijn nog twee grote projecten. Inzake de oostelijke problematiek spreken we over de verdere toekomst. We moeten zorgen voor een goed draagvlak, goede coördinatie en goed overleg met betrekking tot de werken op de ring. Die zijn zeer omvattend. Daar is het essentieel om in het kader van alle procedures die moeten worden doorlopen, te zorgen voor afdoende coördinatie over de beleidsdomeinen heen. Het is ook zinvol dat zo veel mogelijk partners aan de tafel zitten, zowel thematisch als geografisch.
Het is geen beslissing, maar de facto stilzwijgend is er nu een grotere focus op mobiliteit. Onze regio wordt natuurlijk in belangrijke mate getroffen door mobiliteitsproblemen.
Ik kijk toch uit naar de rapportering. Het is misschien goed op het ogenblik dat die er is om in het begin van het najaar terug te komen op de verschillende punten die daarin naar voren zijn gebracht.
We doen dat natuurlijk ten dele al in de Stand van de Rand.
De vraag om uitleg is afgehandeld.