Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het ruimtelijk beleid staat voor gigantische uitdagingen, wat bij elke commissiezitting naar boven komt, en lokale besturen spelen daar inderdaad een belangrijke rol in. Denken we maar aan de intenties om het extra ruimtebeslag en de versnippering terug te dringen. Recent nog werden wij hieraan herinnerd met de wateroverlast.
Ook lokale besturen kunnen via een sterk, lokaal ruimtelijk beleid bijdragen aan een betere en duurzame leefomgeving. En daar hebben ze instrumenten voor nodig.
Ik weet dat u op dit moment binnen de regering overlegt over concrete voorstellen rond verweving, omkeerbaar en tijdelijk ruimtegebruik, verhandelbare ontwikkelingsrechten en dergelijke.
Minister, hoewel de Vlaamse Regering hier volop mee bezig is, heeft uw departement op 5 juni 2018 en 12 juni 2018 blijkbaar studiedagen georganiseerd voor de lokale besturen, de provinciebesturen en de intercommunales. Tijdens deze beleidsfora heeft het departement aangetoond “met welke instrumenten en kaders gewerkt kan worden”. Als het wordt geformuleerd, wordt de indruk gewekt dat die kaders er al zijn. Wij weten wel beter. Op de agenda voor die dagen stonden, bijvoorbeeld, de convenantcontractbenadering van zonevreemde activiteiten in agrarisch gebied, de planologische ruil, de verhandelbare bouwrechten en de extra mogelijkheden voor het opleggen van voorwaarden en lasten in vergunningen. Dat is eigenlijk geen beslist beleid.
Het is natuurlijk aan te bevelen dat we samen nadenken over een beter ruimtelijk beleid, gericht op verdichting en op de vrijwaring van de open ruimte. Het is goed dat de lokale besturen hier ook over nadenken en het is goed dat de Vlaamse overheid bij de lokale besturen een draagvlak zoekt om die belangrijke Vlaamse beslissingen te schragen. We vinden het echter altijd belangrijk dat wordt gecommuniceerd over beslist beleid en over zaken die echt een feit zijn en waarmee de gemeenten aan de slag kunnen. Anders wordt misschien onduidelijkheid gezaaid en worden verkeerde verwachtingen gewekt.
Minister, welk verhaal is precies aan de lokale besturen en de intercommunales verteld? Zijn de beleidsfora in samenwerking of toch zeker met medeweten van uw kabinet georganiseerd? Geeft u de lokale besturen op die manier niet de indruk dat het hier gaat om beslist beleid waarmee ze meteen aan de slag kunnen, terwijl dat eigenlijk niet zo is?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, op 5 juni 2018 en 12 juni 2018 zijn beleidsfora georganiseerd. Het betreft een initiatief van het Departement Omgeving. Het is de bedoeling kennis te delen met de lokale besturen met betrekking tot thema’s die voor de lokale besturen van belang zijn. Het gaat dan om de relatie tussen ruimte en energie, de omgang met de druk op de open ruimte in het agrarisch gebied, de omgang met een slecht gelegen bestemmingsaanbod en de kracht van lasten en voorwaarden in de vergunningsverlening.
In mijn beleidsnota staat ook uitdrukkelijk als strategische doelstelling vermeld dat ik wil werken aan een interbestuurlijk samenspel in vertrouwen tussen bestuurskrachtige, verantwoordelijke partners. Ik ben dan ook zeer tevreden dat mijn administratie haar jarenlange traditie voortzet en in alle openheid proactief met de lokale besturen communiceert over het mogelijk toekomstig beleid en over de regelgeving in ontwikkeling.
Het witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) is goedgekeurd en is in deze beleidsatria aan bod gekomen. Het gaat om lokale ambtenaren en beleidsmakers die we proactief informatie- en consultatietrajecten aanbieden. De lokale besturen zijn hiermee vertrouwd. Na de eerste principiële goedkeuring door de Vlaamse Regering van het Instrumentendecreet, waarvan de stukken trouwens raadpleegbaar zijn, is de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) actief ingelicht als onderdeel van de strategische adviesraden. Dit lijkt me een belangrijk ankerpunt in het beslissingstraject, en we staan hiervoor open.
De lokale besturen vangen langs allerlei kanalen signalen op over wijzigingen die op til zijn. Het is goed dat ze die informatie ook ontvangen langs de officiële weg die daarvoor dient. Ik heb er veel vertrouwen in dat daar de nodige nuance wordt gelegd, dat hier professioneel mee wordt omgegaan en dat wordt vermeld dat bepaalde zaken nog in volle bespreking zijn.
Ik stel vast dat de nadruk tijdens die beleidsfora heel sterk wordt gelegd op de instrumenten en op de manieren van aanpak waarmee de lokale besturen nu wel al aan de slag kunnen gaan. De lasten die in de stedenbouwkundige vergunning kunnen worden opgelegd, bestaan al. De beleidsplanning, de ruilinstrumenten vanuit landinrichting, de lasten en voorwaarden, de leidraad voor warmtenetten en het besluit inzake de zonevreemde functiewijzigingen zijn allemaal zaken die nu al kunnen worden gebruikt.
Het is terecht dat dit gebeurt. Ik denk dat er de nodige nuance is. Ik zie dit niet als een actieve communicatie zonder de nuance aan te brengen dat het nog niet definitief is goedgekeurd.
Minister, ik kan erin komen dat u een draagvlak zoekt. Ik heb dat in mijn vraagstelling trouwens ook vermeld. U moet de lokale besturen informeren. Ik weet trouwens dat andere ministers dat ook doen. Wat dat betreft, staat u niet alleen.
We pleiten echter altijd voor voorzichtigheid. We merken dagelijks hoe snel mensen ervan uitgaan dat het om beslist beleid en feiten gaat, terwijl iets eigenlijk nog maar is aangekondigd of in de pers heeft gestaan. Ze hebben het in de krant gelezen en dan is het meteen ook zo. Wij weten wel beter. Daar is een heel proces aan gekoppeld en daar gaat een politiek besluitvormingsproces aan vooraf.
Minister, ik heb mijn bezorgdheid geuit en u hebt er uw visie op gegeven, waarvoor ik u dank.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, mijnheer Vandaele, ik wil gewoon opmerken dat ik het een beetje een komische situatie vind dat twee partijen die deel van dezelfde Vlaamse Regering uitmaken en die allebei in staat zijn om ervoor te zorgen dat iets echt beslist beleid wordt, elkaar hier vragen stellen en antwoorden geven over het feit dat een beslissing die zij kunnen nemen en eigenlijk al lang hadden moeten nemen, nog altijd niet is genomen. Nu verwijten jullie elkaar dat er wordt geprobeerd een antwoord te geven op de stilaan wanhopige vragen van de mensen op het terrein die hiermee zouden moeten werken. Het grappige aan jullie situatie is dat jullie allebei zeggen dat jullie een beslissing willen, maar dat die beslissing er nog altijd niet komt. Misschien zouden jullie, in plaats van elkaar hier met vragen en antwoorden bezig te houden, jullie tijd beter besteden aan het zorgen voor een beslissing.
De heer Vandaele heeft het woord.
Mijnheer Tobback is een degelijk parlementslid en het verbaast me dat hij hier nu een verkeerde klemtoon legt: hij wil gewoon een beslissing. Als we dat zouden willen, kunnen we elke dag honderd beslissingen nemen. Dat is volgens mij niet het belangrijkste, maar wel dat er goede beslissingen worden genomen. U gaat daaraan voorbij, maar ook in dit zeer complexe dossier moeten er goede beslissingen genomen worden. Dat moet afgewogen en onderbouwd worden, daar is tijd voor nodig, maar dan krijg je hopelijk wel een goede beslissing. Niet zomaar een beslissing, waar u naar hengelt, maar een goede beslissing, waar wij op aandringen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.