Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Celis heeft het woord.
Minister, met de goedkeuring van het nieuw ‘lentedecreet’ Duaal Leren op 21 maart 2018 gaf het Vlaams Parlement het startschot om vanaf 1 september 2019 aan jongeren een vernieuwd en kwalitatief traject van leren en werken aan te bieden dat gelijkwaardig is aan andere opleidingsvormen binnen het secundair onderwijs. Het decreet laat bovendien de mogelijkheid open om duaal leren uit te breiden naar het volwassenenonderwijs en het hoger onderwijs. Om de mogelijke invulling van duaal leren in het secundair volwassenenonderwijs te onderzoeken, vroeg u aan de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) om hierover een advies te formuleren. Dit advies werd op 8 mei opgeleverd.
De Vlor ziet in zijn advies heel wat kansen voor duaal leren in het secundair volwassenenonderwijs. Duaal leren biedt niet enkel opportuniteiten voor zowel werkende als niet-werkende cursisten om in een authentieke werksituatie specifieke vaardigheden te verwerven, duaal leren zet ook de deur open voor meer en nauwere banden tussen de centra voor volwassenenonderwijs, de bedrijfswereld en andere opleidingsverstrekkers zoals VDAB en SYNTRA.
Naast opportuniteiten zijn er natuurlijk ook heel wat uitdagingen. Eerst en vooral moet er voldoende draagkracht zijn bij alle partners. Door het specifieke karakter van het volwassenenonderwijs moet een stelsel van duaal leren ook optimaal afgestemd zijn op een populatie van cursisten met diverse achtergronden en verschillende arbeidsmarktsituaties. Bovendien is er nood aan aangepaste instrumenten rond attitudes, arbeidsmarktgeschiktheid en -bereidheid. Zeker in het tweedekansonderwijs dienen cursisten gestimuleerd te worden om het volledige opleidingstraject, waartoe ook de belangrijke component van algemene vorming behoort, te doorlopen.
Minister, wat is uw standpunt rond het advies van de Vlor over de mogelijkheid om duaal leren uit te breiden naar het secundair volwassenenonderwijs?
Hoe schat u zelf de mogelijkheden in om duaal leren in te voeren in het secundair volwassenenonderwijs?
Welke opportuniteiten en uitdagingen ziet u? Welke aspecten moeten nog verder worden uitgeklaard? Zijn er reeds gesprekken gevoerd met de centra, de bedrijfswereld en andere opleidingsverstrekkers uit het beleidsdomein Werk rond deze mogelijkheid? Zijn er reeds afspraken gemaakt of initiatieven genomen?
Welke initiatieven zult u nog nemen om duaal leren in het secundair volwassenenonderwijs mogelijk te maken en beter uit te rollen? Hoe ziet u het tijdspad?
Minister Crevits heeft het woord.
Het zal u niet verbazen, collega Celis, dat ik bijzonder verheugd ben over het positieve advies van de Vlor om het duaal leren ook in het secundair volwassenenonderwijs te realiseren. We staan voor cruciale tijden inzake duaal leren. Ik ben absoluut grote fan, en ik geloof echt in dat duaal leren in het hoger onderwijs, niet alleen het volwassenenonderwijs maar ook globaal in ons hoger onderwijs.
Het klopt inderdaad dat het uitrollen van duaal leren in het volwassenenonderwijs geen eenvoudige knip- en plakoefening is. Je kunt niet alles van het secundair onderwijs transponeren naar het volwassenenonderwijs. De Vlor zegt zeer terecht dat het volwassenenonderwijs cursisten bereikt, die zich in heel verschillende arbeidssituaties bevinden. Toch kan het systeem van duaal leren juist voor hen, om die reden een interessante leerweg zijn, maar we zullen de nodige aandacht moeten besteden aan de verschillende profielen van de cursisten.
Het is geen of-ofverhaal; het centrum voor volwassenenonderwijs (CVO) moet de autonomie hebben om de afweging te maken tussen het aanbieden van een opleiding via een traject duaal leren of via een traject contactonderwijs of beide. We moeten naar een evenwicht zoeken tussen voldoende flexibiliteit om de opleidingstrajecten samen met de bedrijven vorm te geven en het te beperkt opleiden op basis van specifieke verwachtingen van een individueel bedrijf. Dat geldt eigenlijk sowieso. Bij hbo5 is het een beetje hetzelfde. Maar het is dus zeer positief.
Een ander aandachtspunt is het statuut van de cursist in de duale opleiding. Daarbij zullen we nagaan onder welke voorwaarden de cursisten een vergoeding ontvangen en hoe die verband houdt met een eventuele werkloosheidsuitkering, leefloon of loon als ze zouden werken. Dat moet zeker worden bekeken.
De centra voor volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie werken sinds een tiental jaar nauw samen met VDAB om de zogenaamde onderwijskwalificerende opleidingstrajecten (OKOT) en beroepskwalificerende opleidingstrajecten (BKOT) aan te bieden. In deze trajecten werd geëxperimenteerd om onderdelen van die opleidingen op de werkvloer te laten plaatsvinden. Er moeten nog stappen worden gezet om tot volwaardig duaal leren te komen, maar er is al ervaring. Men is deze paden aan het verkennen.
In het secundair volwassenenonderwijs zitten zeker mogelijkheden, maar ook daar zitten we met een divers palet aan mensen. Op basis van het Vlor-advies heb ik aan mijn administratie gevraagd om een startnota te maken om een definitie voor duaal leren te maken in het volwassenenonderwijs, de plaats van werkplekleren, de uitwerking en kwaliteitsontwikkeling. Ik ga uiteraard overleggen met minister Muyters zoals we met duaal leren gedaan hebben in het secundair onderwijs.
De startnota zal dan in het najaar overlegd worden met de stakeholders. Ik vind het wenselijk dat dit overleg in de schoot van de Vlor wordt georganiseerd omdat daar alle partners zitten. Het is mijn bedoeling om tegen het eind van dit jaar een afgewerkte nota te hebben en te kijken op welk tempo we tot een ontwerp van decreet kunnen komen, of tot decretale aanpassingen.
Minister, ik geloof ook enorm in het duaal leren. Voor heel wat mensen is het een enorme meerwaarde om toch aan een diploma te geraken.
Ik zal nooit vergeten – ik ga bijna veertig jaar terug in de tijd – dat een jongen uit onze vriendenkring zo’n lak had aan de school. Ik zat toen in de lerarenopleiding. Hij zei dat hij zelfs de beste leerkracht zou kunnen naar de … Hij kwam echt niet graag naar school, hij kon dat niet opbrengen. Dat is iets van alle tijden. Het is wel een heel goede stielman geworden. (Gelach. Opmerkingen)
Het is voor sommige mensen misschien herkenbaar.
Ik heb het wel heel mijn leven spijtig gevonden dat die man een 14-jarige schoolverlater was en nooit enig diploma of getuigschrift haalde. Destijds kon hij vanop de werkvloer niets verwerven. Hij wenste echt niet langer naar school te gaan. Hij kon die marteling niet doorstaan. Hij heeft daar de rest van zijn leven uiteindelijk de gevolgen van gedragen.
Die profielen zijn er uiteraard ook nog. Er zijn nog heel andere profielen die kiezen voor leren en werken. Het feit dat die component leren daar zo uitdrukkelijk in zit, vind ik een fantastisch gegeven. Zo kunnen zij nog naar een diploma of deelattest gaan.
Minister, het overleg met de stakeholders in de schoot van de Vlor is een goed idee. Zij hebben daar, denk ik, een zeer waardevol advies gegeven. Er werden heel duidelijk klemtonen in gelegd rond dat duaal leren, maar er werden evengoed mogelijke valkuilen in voorgesteld. Daar kunnen we wel iets mee. Het is zeker belangrijk om bij het overleg te focussen op mogelijke valkuilen en zeker zeer goed eventuele kinderziektes op te sporen en op te volgen.
Volwassenen die zelf een moeilijk traject hebben gelopen, leerlingen of studenten die heel bewust kiezen voor dit type: ik zie er echt naar uit om met duaal leren aan de slag te gaan. Het is natuurlijk zo, 1 september 2019 komt pas volgend jaar en niet nu, maar ik vind het heel belangrijk dat we ons samen maximaal kunnen voorbereiden.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, het is duidelijk dat de geesten aan het rijpen zijn in verband met het duaal leren. In een paar jaar is er een hele evolutie afgelegd.
Minister, een aandachtspunt blijft hoe dan ook het statuut van de cursisten.
Op 13 juni verscheen er een persbericht – het is ook op de radio geweest – van negentien bedrijven die in het kader van het VBO pleiten voor duaal leren in het hoger onderwijs, niet alleen voor graduaat, maar algemeen. Er lopen op dit moment gesprekken daarover.
Dat klopt, mijnheer De Meyer. In Limburg hebben we een studiedag gehad. Heel wat bedrijven slaan de handen in elkaar met PXL om kwalitatieve werkplekken aan te bieden in het kader van hbo5-opleidingen. Ook professionele bachelors zijn op het ogenblik aan de slag. Ik heb het bedrijf CNH in Zedelgem bezocht, waar VIVES, de West-Vlaamse hogeschool, zeer interessante opleidingen uitbouwt, zoals elektromechanica, met uitgebreide stages in bedrijven. Ze zouden eigenlijk naar volwaardig duaal leren willen gaan. We zien dus veel interesse bij die professionele bachelors. We wachten op het advies van de Vlor over dat onderdeel, of het zou vervat moeten zitten in het advies over het volwassenenonderwijs. We zien daar grote opportuniteiten.
In het buitenland, bijvoorbeeld in Duitsland, kan men zelfs ingenieur worden via duaal leren. Men gaat eigenlijk vrij ver. Zeker voor jongeren die hun diploma secundair al gehaald hebben, biedt het nog meer opportuniteiten. Het zijn zeker pistes die momenteel worden verkend.
Nog een klein puntje, minister, we moeten dat zeer goed bewaken. Het is uiteindelijk de bedoeling dat mensen vanuit het volwassenenonderwijs een diploma secundair onderwijs halen. We moeten zeer goed bewaken dat ze de verleiding, want die gaat er zijn, zeker wanneer er een tekort is aan arbeidskrachten, kunnen weerstaan. Ze gaan een geweldig beeld voorgespiegeld krijgen om te beginnen als arbeider en te stoppen met studeren. Dat zou spijtig zijn. We moeten echt de focus leggen op het diploma. Dat is een van die valkuilen die voor mij goed in het oog moeten worden gehouden.
Ik ben het daarmee eens, mevrouw Celis. We kunnen het ook omgekeerd bekijken. Er komt straks nog een vraag van mevrouw Brusseel rond schooluitval. We zien dat de arbeidsmarkt een enorme aantrekkingskracht heeft op jongeren. We zien dat bedrijven – of het nu een aso’er, tso’er of een bso’er is – aan hun mouw trekken, omdat ze volk nodig hebben. Dan kan duaal leren eigenlijk een oplossing zijn om die combinatie te maken voor jongeren die zich verleid voelen. Het is aan de ene kant een valkuil, aan de andere kant een opportuniteit.
De meerwaarde van volwassenenonderwijs – vandaar dat we het ook in deeltijds onderwijs houden – is dat modulaire. Er zijn jongeren die niet gemaakt zijn voor trajecten over een schooljaar. Dat modulaire van volwassenenonderwijs spreekt de jongeren aan. Dat hoor ik van de jongeren zelf. Diegenen die uiteindelijk een diploma halen via het volwassenenonderwijs, worden net aangetrokken door de tussentijdse successen die ze boeken in het modulaire systeem.
Uw aandachtspunt is terecht. Maar ik heb nogal de neiging om gevaren als een opportuniteit te durven zien. De gevaren of knipperlichten moeten we tegemoet treden, maar als ik kijk naar de opportuniteiten, denk ik dat die ook bijzonder groot zijn. Dat wou ik nog meegeven, inpikkend op uw zorg die wel terecht is.
Minister, ik denk dat we eigenlijk hetzelfde zeggen. Het is het verhaal van eens of oneens, het is de reden waarom we eens of oneens zeggen. Het glas is halfvol of halfleeg. Dat is de discussie. Ik ben heel blij met uw bezorgdheid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.