Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
– Jos De Meyer treedt als voorzitter op.
Voorzitter, minister, het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) 2014-2020 is ruim halverwege, waardoor Europa reeds werkt aan de opmaak van een volgend fonds. De lidstaten zijn nu aan zet om hun prioriteiten bekend te maken aan Europa.
Volgens een artikel in De Tijd bestaat de kans dat rijke lidstaten van de EU, zoals België, Duitsland en Nederland, niet langer zullen kunnen rekenen op Europese subsidies. De redenen die hierachter schuilen, zijn enerzijds de brexit, die leidt tot een budgetvermindering, en anderzijds andere prioriteiten waarop Europa wil inzetten. Het Brits vertrek uit de Europese Unie zou een gat slaan van 12 tot 13 miljard euro in het EU-budget van zo’n 150 miljard euro.
Op woensdag 14 maart vond een overleg plaats, georganiseerd door het Vlaams Departement Landbouw en Visserij, om de Vlaamse prioriteiten voor een Europees Visserijfonds post 2020 vast te leggen.
Vanaf 1 juli 2018 worden de modaliteiten op Europees niveau besproken in de raadswerkgroepen onder het voorzitterschap van Oostenrijk.
Alles wijst er dus op dat er toch wel degelijk een opvolger komt van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij. Vanuit verschillende hoeken valt echter te horen dat de financiering nog meer aan banden gelegd zal worden.
Ik heb hierover de volgende vragen.
Welke Vlaamse prioriteiten werden vastgelegd en wat zijn de voornaamste punten?
Vreest u dat de financiering van de opvolger van het EFMZV aan banden zal worden gelegd?
Parellel onderzoekt de Werkgroep Vernieuwbouw ook de mogelijkheden voor reders om niet te wachten tot een volgend visserijfonds, maar nu reeds in te zetten op vernieuwbouw. Binnen de Europese verordeningen zijn er nochtans geen financieringsmogelijkheden vanuit het EFMZV om een bestaand Belgisch vissersvaartuig door een nieuw vissersvaartuig te vervangen. Er zijn enigszins wel mogelijkheden voor jonge vissers onder de 40 jaar voor een vaartuig van minder dan 24 meter, maar dat geldt niet voor alle rederijen en vissers. Gaat u ook van vernieuwbouw een prioriteit maken?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Vermeulen, wij zijn heel vooruitziend. Dat is ook de reden waarom we heel vroeg in het proces deze bijeenkomst hebben laten plaatsvinden met als doel de specifieke punten en eisen van Vlaanderen voldoende te verzamelen zodat we die kunnen meenemen in de Europese discussie. Pas als het Europees kader er is, zal men effectief kunnen starten met de Vlaamse invulling.
De kerngedachte tijdens dit overleg was dat de Vlaamse visserijsector vragende partij is voor investeringssteun voor vernieuwbouw van vissersvaartuigen omdat de gemiddelde leeftijd van de Vlaamse vissersvloot relatief oud is, namelijk dertig jaar. Met steun voor vervangingsnieuwbouw drijf je de vangstcapaciteit niet op, maar beoog je wel een duurzame visserij die op de drie pijlers van de duurzaamheid inspeelt. We hebben die duurzaamheid deze week nog gepromoot in Brugge. Ik denk dat dat een heel belangrijk punt is.
Op de Europese ministerraad zal het nieuwe voorstel voor de toekomst van het Europees Maritiem en Zeevisserijfonds worden toegelicht. De voorstellen komen van de Europese Commissie. We hebben niet alleen nood aan een kader maar ook aan geld. Koken kost nu eenmaal geld. De financiële enveloppe voor het volgende fonds maakt deel uit van de discussie over het meerjarig financieel kader. Net zoals voor landbouw en andere beleidsvelden zal ook hier impact zijn door de brexit. Maar ook dat staat nog ter discussie.
Reders hoeven niet te wachten tot een volgend visserijfonds maar kunnen nu reeds inzetten op vervangingsnieuwbouw. Onder het huidige fonds is er niet in subsidies voorzien voor de bouw van nieuwe vissersvaartuigen of voor de overdracht van eigendom van een bedrijf, tenzij voor een jonge natuurlijke persoon. Er zijn wel subsidiemogelijkheden voor investeringen ter verbetering van de hygiëne-, gezondheids-, veiligheids- en arbeidsomstandigheden.
Er zijn subsidiemogelijkheden voor investeringen in uitrusting aan boord om de uitstoot van verontreinigende stoffen of broeikasgassen te reduceren en de energie-efficiëntie te verhogen. Mijn diensten zoeken op vraag van de sector uit welke subsidiemogelijkheden er hiervoor zijn op vaartuigen die nog vrij recent zijn.
Het is inderdaad zo dat starterssteun voor jonge vissers werd bepaald op maximaal 75.000 euro uit Europese middelen, aangevuld met 75.000 euro uit Vlaamse middelen. Er zijn een aantal randvoorwaarden. Het moet om een eerste vaartuig gaan. Het vaartuig is niet langer dan 24 meter. Het vaartuig is uitgerust voor visserij op zee. Het is tussen de 5 en de 30 jaar oud. Het globaal vlootevenwicht mag niet worden verstoord. De begunstigde is een natuurlijke persoon die op het ogenblik van de aanvraag minder dan 40 jaar is en ten minste 5 jaar als visser heeft gewerkt of een gelijkwaardige beroepsopleiding heeft gevolgd.
Gezien de Europese randvoorwaarden, de specificiteit van de Vlaamse vissersvloot en de talrijke voorwaarden is het voor een startende reder bijna onmogelijk om een beroep te doen op deze subsidiemogelijkheid. Daarom zullen we deze problematiek bij de herziening van het fonds op de tafel leggen. We willen meer kansen hebben.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. Ik heb begrepen dat ook het Departement Landbouw en Visserij van vernieuwbouw een prioriteit maakt ten opzichte van Europa. Dat heb ik eruit gefilterd.
De rederscentrale is alleszins van mening dat het Europees fonds een bottom-upbenadering moet krijgen. De reders moeten zelf kunnen beslissen wat zij kunnen doen. Nu moeten zij vooral van de artikelen 31, 32 en 41 een constructie maken om toch maar in aanmerking te komen om bepaalde investeringen te kunnen doen. Zij zijn daar zeer creatief in en kunnen die investering bereiken op die manier. Op de klankbordwerkgroep in Brugge rond vernieuwbouw werd aangegeven dat zij dat als absolute prioriteit willen beschouwen. Het stemt mij tevreden dat het Departement Landbouw en Visserij en uzelf daarin willen meegaan.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Ik zou voor mijn fractie willen zeggen dat met de brexit de grootste financierder van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zal wegvallen. Vlaanderen is op het vlak van verduurzaming opnieuw een groot voorbeeld in Europa. Verduurzamen gebeurt niet gratis. Voor de verduurzaming van onze vissersvloot werken de visserij en de milieubewegingen samen. Europa zou daar verder op kunnen inzetten. Ik vraag en pleit ervoor dat u bij Europa blijft aandringen op de nodige steun voor onze visserij.
Ik ben het daarmee eens. U kunt erop rekenen dat we dat zullen doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.