Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, dit is een saga die ups en downs kent, een beetje zoals bij Noord- en Zuid-Korea: de ene dag wordt warm geblazen en de andere dag koud.
– Karl Vanlouwe treedt als voorzitter op.
President Trump heeft begin maart een invoerheffing van 25 procent op staal en van 10 procent op aluminium ingevoerd. Voorlopig heeft de EU een vrijstelling gekregen ter zake, en die vrijstelling is begin mei nog eens met een maand verlengd, ook een beetje in het kader van het flamboyante bezoek van president Macron en het wat minder uit de verf gekomen bezoek van kanselier Merkel. Volgens het Witte Huis gaat het om een allerlaatste uitstel, zodat de EU tijd heeft om een handelsdeal met de VS te sluiten. Als we zien hoelang er bijvoorbeeld met Japan en Singapore is onderhandeld, het is daarnet nog eens gezegd, is het natuurlijk niet realistisch om dat allemaal op enkele weken te doen.
De reactie van de Europese Unie is dat de beslissing de onzekerheid verlengt voor de markt, wat nu al een invloed heeft op zakelijke beslissingen. De EU wil volledig en definitief worden vrijgesteld van deze importheffingen, omdat ze niet kunnen worden gerechtvaardigd op basis van het argument van de nationale veiligheid, waar president Trump mee zwaait. De Duitse bondskanselier verklaarde dat de dialoog met de VS wordt voortgezet, en dat noch de EU noch de VS baat heeft bij een escalatie, maar het kan uiteraard geen optie zijn voor de EU om telkens te wachten op een nieuwe kortstondige verlenging van de vrijstelling terwijl het zwaard van Damocles, of dat nu van aluminium of van staal is gemaakt, in de lucht blijft hangen.
Met de heffingen worden niet alleen onze Vlaamse en de Europese staalproductie getroffen, maar dreigt er ook een algemene handelsoorlog uit te breken, die ook andere Vlaamse exportsectoren bedreigt. Aangezien Europa een handelsoverschot met de VS kent, zal dat in het geval van een escalatie in ons nadeel uitdraaien. De protectionistische maatregelen zetten ook de meer algemene trans-Atlantische samenwerking onder druk.
Een Gentse professor stelde in een interview terecht dat het voor de EU kiezen is tussen pest en cholera, want ofwel ondergaat de EU de handelsoorlog, waarbij Trump als overwinnaar uit de bus komt, ofwel werpt de EU als tegenmaatregel andere handelsbelemmeringen op, wat Trump dan weer munitie zal geven om zijn handelsoorlog te rechtvaardigen. Het grootste slachtoffer is echter uiteindelijk de consument, die de rekening zal betalen met prijsstijgingen aan de kassa in de winkel. Ten slotte dreigt een handelsoorlog uiteindelijk ook de wereldwijde economische relance onder druk te zetten. Die relance blijkt, volgens de jongste prognoses van de banken en de economische studiediensten, nu al aanzienlijk af te zwakken.
Minister-president, welke houding neemt de Vlaamse Regering aan ten aanzien van de door de VS gehanteerde strategie, en welke stappen kan Vlaanderen zetten om de belangen van de Vlaamse staalindustrie te behartigen? Heeft de Vlaamse Regering hierover al contacten gehad met de VS-autoriteiten, en welke duidelijkheid heeft dat dan mogelijk gebracht? President Trump wil de Wereldhandelsorganisatie (WHO) niet meer erkennen als objectief scheidsrechter. Welke rol kan de WHO dan nog wel spelen? Heeft de WHO sowieso een rol te spelen in dit conflict, aangezien de Amerikaanse president de maatregelen aankondigt buiten de WHO-regels om? Als we de WHO buiten beschouwing laten, is er dan een andere instantie die een bemiddelende rol op zich kan nemen om een algehele handelsoorlog te vermijden? Wordt er nog extra overleg gepland met de federale overheid en de andere deelstaten in het kader van de intra-Belgische afstemming, zodat België binnen de EU of binnen andere internationale fora met één stem spreekt?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Kennes, ik wil nog eens beklemtonen dat het voor ons belangrijk is dat de EU onze hefboom is wereldwijd. Dat geldt meer dan ooit, ook in deze aangelegenheid. We weten dat met name president Trump al herhaaldelijk heeft geprobeerd de EU uit elkaar te spelen. Hij is begonnen met de eis een nieuw handelsakkoord te hebben met Duitsland, wat zelfs niet kan: sinds 1 januari 1958 is het een handelsakkoord met de hele Unie of niet. Er zijn nog pogingen, denk ik, om landen tegen elkaar uit te spelen. De lijn die wij volgen, is dat de EU in haar geheel moet optreden, niet alleen omdat men op Europees vlak die bevoegdheid heeft, maar ook omdat we alleen dan sterk staan. Als we samen één hecht blok vormen tegenover de VS, als we uit één mond spreken, dan kunnen we succes boeken. Anders kan dat niet. We zetten dus eigenlijk voor honderd procent in, ook proactief, op het EU-beleid, waarin we via de getrapte methodes, de instrumenten die u kent, onze stem laten horen, en ook met succes, kan ik u zeggen. Ik kom daarop terug.
Er zijn tot nu toe geen bilaterale contacten met de VS. De VS-ambassadeur is nu benoemd, maar is er nog altijd niet. Het is nog een tijdje wachten. Ik hoop dus dat ik die ambassadeur wel zal kunnen ontmoeten.
Maar ik kan u wel zeggen dat België en de andere deelstaten volledig op onze lijn zitten. We doen dat in de diverse intrafederale coördinatievergaderingen, waar Vlaanderen heel proactief mee de lijnen uitzet van de gecoördineerde Belgische positie. Ons Vlaams Departement Buitenlandse Zaken neemt ook deel aan technische vergaderingen tussen de Europese lidstaten en de Europese Commissie, waarin alle informatie en het plan van aanpak worden besproken.
Op niveau van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) hebben we het geluk dat we een Vlaamse ambtenaar hebben van Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) die het OESO Staal Comité voorzit. Dat is een toevallige samenloop van omstandigheden sinds een tweetal jaar.
Op de informele Europese Raad in Sofia van 17 mei jongstleden hebben de Europese leiders bevestigd dat ze een permanente vrijstelling van de tarieven willen hebben. Dat spoort 100 procent met wat wij en andere lidstaten hebben aangebracht om te komen tot een permanente vrijstelling. Dat was onze basisvraag. Als de EU die vrijstelling verkrijgt, wil ze de dialoog met de VS aangaan om de samenwerking te verdiepen. De Europese Unie wil daarbij focussen op vier specifieke punten. Ten eerste, verdieping van de samenwerking inzake energie, met name inzake vloeibaar aardgas. Ten tweede, vrijwillige regelgevende samenwerking buiten het kader van de handelsonderhandelingen. Ten derde, samenwerking met de VS over de hervorming van de World Trade Organization (WTO) om een gelijk speelveld voor iedereen te garanderen en om de huidige blokkering van de selectie van rechters voor het beroepsorgaan van de WTO op te heffen. Ten vierde, bespreken met de VS hoe de wederzijdse markttoegang, in het bijzonder voor industriële producten, onder meer auto’s, kan worden verbeterd, alsook de liberalisering van de overheidsopdrachten. Vlaanderen heeft dit vierledig Sofiavoorstel onderschreven.
Het is voor mij essentieel dat elke aanpak enkele basisprincipes naleeft: ten eerste, een eensgezinde aanpak van de Europese Unie; ten tweede, naleven van de multilaterale handelsregels van de WTO; ten derde, het resultaat moet leiden tot een wederzijdse verbetering en reciprociteit van de markttoegang en wegwerken van handelsbelemmeringen.
Wat staal en aluminium betreft, blijft Vlaanderen voorstander van een constructieve dialoog met Washington. De VS blijft onze belangrijkste handelspartner buiten de Europese Unie. Het is ook een strategische partner voor de Europese Unie en Vlaanderen. Ik lanceerde eerder in deze commissie al mijn voorstel voor de onderhandeling van een nieuw ‘Transatlantic Free and Fair Partnership Agreement’ met de VS, ter vervanging van Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP).
Hoe evolueren de zaken nu in rechte lijn naar 1 juni? De Europese Commissie staat permanent in contact met de Amerikaanse overheid. Het is voor Washington inmiddels duidelijk dat de Europese Unie één blok vormt, dat zich niet uit elkaar laat spelen. Het gaat over belangrijke cijfers. De Europese Unie exporteerde in 2017 voor 5,3 miljard euro aan staal en voor 1,1 miljard euro aan aluminium naar de VS. Die beide zouden dus worden getroffen door de importheffingen van president Trump. In ons land zou maar liefst 97 procent van de staaluitvoer en 91 procent van de totale aluminiumuitvoer naar de VS worden getroffen door de tariefverhogingen.
Het is duidelijk dat wij die houding van onze trans-Atlantische partner betreuren. Ik wil er wel op wijzen dat er vóór Trump ook al heel belangrijke handelsbelemmeringen waren met de VS. Zo er is op dit ogenblik een invoerheffing van 45 procent op lichte vrachtwagens. Er is de ‘Buy American’- en ‘Hire American’-wetgeving. Er is de Jones Act, die de toegang tot de maritieme diensten totaal onmogelijk maakt. Er is de verplichting voor het Amerikaanse leger om uitsluitend Amerikaans textiel aan te kopen. Gespecialiseerde constructiediensten zijn uitsluitend voorbehouden voor Amerikaanse ingenieursbedrijven, gelinkt aan het Amerikaanse leger. Daarbovenop komt nu de dreiging met de bijkomende importheffing. U weet dat de handelsminister, Ross, op vraag van President Trump, op woensdag 23 mei 2018 plots een nieuw onderzoek is gestart naar de automobielsector onder dezelfde sectie 232 als staal en aluminium.
De Europese Commissie wil een permanente vrijstelling en op die basis dan in dialoog treden met de VS. Er is geen sprake van quota of verhoogde tarieven omwille van nationale veiligheid ten aanzien van de EU. Dat lijkt totaal ongerijmd: veiligheidsaspecten inroepen ten aanzien van de EU. Het zou ook een zeer slecht signaal zijn ten opzichte van China en andere groten, om plots in te stemmen met verhoogde tarieven of quota. Dat staat haaks op wat er kan worden verwacht van een mondiale speler als de EU. Maar het is koffiedik kijken wat President Trump eind van de week, op 1 juni, zal doen.
Ik kom nog terug op de WTO. We moeten de Amerikaanse kritiek op de Wereldhandelsorganisatie leren begrijpen. De Verenigde Staten hekelt de consensusregel binnen de Wereldhandsorganisatie. En volgens mij is die op het ogenblik inderdaad zeer moeilijk in het kader van een multilaterale organisatie, zeker omdat die consensusregel misbruikt wordt door een aantal leden. Want eerst willen die akkoorden over een aantal andere dossiers, waardoor ze dan puur uit eigenbelang akkoorden waar ze achter staan, blokkeren.
Een tweede punt van kritiek van de VS zegt dat er geen sturing meer is door de WTO, dat er daardoor meer en meer rechtszaken zijn bij de WTO en dat dat ertoe leidt dat er een doorgedreven activistische interpretatie ontstaat van de WTO-regels, die eigenlijk niet overeenstemmen met wat de lidstaten willen. In de mate dat de Wereldhandelsorganisatie verlamd is of deels verlamd is, is het natuurlijk wel evident dat er meer en meer discussies voor de ‘rechterlijke macht’ komen.
De EU wil begrip opbrengen voor een aantal bezorgdheden, maar wil in elk geval de WHO overeind houden. De WHO is een uniek mondiaal systeem dat is gebaseerd op afdwingbare regels. Dit zomaar loslaten, zou totaal verkeerd zijn.
Daarnaast zien we dat de VS een dubbele positie inneemt. De VS neemt maatregelen buiten de WHO om. De dreiging met een eenzijdige tariefverhoging staat haaks op de regels van de WHO. De VS blijft echter ook actief in de WHO. Onlangs is een rechtszaak tegen China gestart. De VS heeft kritiek op de werking, maar blijft op een aantal vlakken toch actief in de WHO.
We denken dat de WHO de eerste en de beste instantie blijft om handelsproblemen op te lossen. De VS is niet uit de WHO gestapt en heeft recent ook een nieuwe ambassadeur in Génève aangesteld. Dit laat toe opnieuw degelijke technisch onderbouwde gesprekken met de Amerikanen aan te knopen.
Tijdens de ministeriële conferentie in Buenos Aires is een trilaterale dialoog tussen de VS, Japan en de EU opgezet. Die gesprekken hebben tot doel door middel van gerichte maatregelen tot een aanpak van de overcapaciteit te komen. Zoals ik al heb gezegd, hebben we het geluk dat een Vlaamse ambtenaar het Staal-Comité van de OESO voorzit. Ook daar worden gesprekken met partners als Canada en Mexico gevoerd. Tot slot wordt in de G7 en de G20 ook over de overcapaciteit op wereldniveau gesproken.
De heer Kennes heeft het woord.
Minister-president, ik denk dat u terecht hebt onderstreept dat de WHO een uniek mondiaal systeem is dat we niet te snel mogen loslaten. Het is belangrijk dat wordt erkend dat de EU eigenlijk de enige hefboom is die we hebben om in dit debat een rol op te nemen. Het is dan ook belangrijk dat de EU zich in dit verband niet uit elkaar laat spelen.
– Rik Daems treedt als voorzitter op.
Ik noteer tevens dat de Vlaamse Regering binnen de overlegstructuren in het federale België proactief mee de lijn uitzet, wat natuurlijk een goede zaak is. Ik dank u voor uw antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.