Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, waterstof heeft potentieel zowel in de industrie als in de transportsector. Vorige week werd dit in deze commissie bij de gedachtewisseling reeds aangehaald, ook al weten we dat er nog maar één tankstation is waar men waterstof kan tanken.
Er zijn nog tal van misvattingen over waterstof. Waterstof is eigenlijk een energiedrager en moet dus worden geproduceerd. Het is geen energie die beschikbaar is, het is geen energiebron. Waterstof is wel duurzaam, als het duurzaam wordt geproduceerd en als we bijvoorbeeld kunnen werken met overschotten van elektriciteit van hernieuwbare energie. De energie die we verbruiken om waterstof te produceren speelt daarbij een belangrijke rol. Waterstof kan eveneens worden ingezet voor de opslag van elektriciteit, bijvoorbeeld bij windmolenparken om overtollige energie die op dat moment niet kan worden verbruikt, niet verloren te laten gaan.
In Nederland werd een regeling uitgewerkt om garanties van oorsprong toe te kennen voor groene en blauwe waterstof. Dit vormt een onderdeel van een pilootproject met het oog op een Europees systeem voor garanties van oorsprong bij de productie van duurzame waterstof. Het systeem focust op twee aspecten, namelijk de manier hoe waterstof wordt geproduceerd – groen – en de uitstoot van CO2 in dat proces – blauw. Het doel is om in 2019 een plan te hebben om het systeem in Europa toe te passen.
Minister, wat is de stand van zaken van het onderzoek naar waterstof in Vlaanderen? Wat is uw standpunt voor een ondersteuningssysteem voor duurzame waterstof en garanties van oorsprong? Op welke manier wordt Vlaanderen betrokken in het Europese project dat is opgestart in Nederland?
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega's, in de eerste plaats wil ik verwijzen naar de Power-to-gas Industry cluster, waar een twintigtal Vlaamse bedrijven samenwerken om een roadmap richting waterstoftoepassingen in Vlaanderen uit te voeren. Rekening houdend met deze beschikbare kennis, heb ik de afgelopen maanden een studie laten uitvoeren door WaterstofNet en Hinicio. Er zijn nog enkele aanvullingen nodig aan deze studie die op korte termijn verder onderzocht worden.
De studie beschouwt het potentieel voor waterstoftoepassingen en de duurzame energie die nodig is om deze waterstof op te wekken. De studie identificeert ook de toepassingen waar waterstof veel of weinig economisch potentieel heeft. Zodra de studie voldoende uitgewerkt is, zal ik die ter beschikking stellen. Ik steek niet onder stoelen of banken dat ik een grote aanhanger ben van alles wat waterstof is. Het is goed dat we dat in kaart brengen.
Wat garanties van oorsprong betreft, ben ik het principe genegen. Ik ben echter ook van mening dat we het best afwachten wat uit de onderhandelingen van de richtlijn Hernieuwbare Energiebronnen komt, die in bepalingen rond garanties van oorsprong voorziet.
Daarnaast volgt de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) het project CertifHy op dat door de Europese Commissie wordt gesteund in het kader van het Horizon 2020-programma. De doelstelling van het project is om een systeem van garanties van oorsprong voor duurzame waterstof op te zetten die internationaal inwisselbaar zijn. Om efficiëntieredenen ben ik voorstander om de toekomstige systemen van garanties van oorsprong van verschillende energiedragers zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen en zo mogelijk gezamenlijk te beheren.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mag ik veronderstellen dat bij de lopende studie, waarop nog aanvullingen moeten gebeuren, heel sterk rekening wordt gehouden met de duurzame productie, dus dat we in kaart brengen waar de mogelijkheden zijn? Afname zal geen probleem zijn, zodra er duurzame productie is.
Een bijkomende vraag: u gaf uw standpunt over een ondersteuningssysteem voor de garanties van oorsprong. U staat daarvoor open en u wacht op wat Europa naar buiten zal brengen omtrent Horizon 2020, maar Nederland is wel bezig. Is het dan niet nuttig dat we ons aansluiten bij het Nederlandse onderzoek?
Ik was daarnet nog even van plan, toen ik zei dat ik waterstof wel genegen ben, daar ‘groene’ waterstof aan toe te voegen. Ik was aan het twijfelen om het heel uitdrukkelijk te zeggen, bij deze heb ik dat nu uitdrukkelijk gezegd. Ik volg het op. Als er in Nederland ontwikkelingen zijn, zal ik ze zeker opvolgen, maar het lijkt me beter om de Europese doelstellingen te bekijken en ervoor te zorgen dat we daarop voorbereid zijn. We zitten klaar, we kunnen alles voorbereiden, we kunnen kijken wat in Nederland gebeurt, maar nu op de doelstelling van Europa vooroplopen, lijkt me niet echt verstandig. Ik probeer efficiënt te werken, en straks zo efficiënt mogelijk beslissingen te nemen. We gaan de kar dus niet voor het paard spannen. Ik denk dat er binnenkort wel duidelijkheid zal komen over de onderhandelingen over de richtlijn hernieuwbare energie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.