Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, gegevensdeling is ruimer dan het uitwisselen van data tussen zorgverstrekkers. Het gaat ook over het delen van kennis met de patiënt zelf, een patiënt die centraal staat in onze zorg. Kortgeleden heeft federaal minister van Volksgezondheid De Block www.mijngezondheid.belgie.be gelanceerd. Dat is een digitaal portaal dat burgers toegang verleent tot hun eigen digitaal beschikbare gezondheidsgegevens. Op die manier kunnen patiënten beter betrokken worden bij hun eigen zorg. Vlaanderen heeft al langer ingezet op het ontsluiten van data naar de patiënt zelf.
Tijdens de rondetafelconferentie e-Gezondheid 2015 werd overleg gepleegd tussen de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten. Vlaanderen wenste immers initiatieven met betrekking tot gegevensdeling in de zorg nog beter op elkaar af te stemmen. Het actieplan 2014-2019 ‘Naar een e-zorgzaam Vlaanderen’ stelt als een van de prioriteiten precies de dataontsluiting naar de patiënt. Ik citeer: “met respect voor de principes en het doel van Vitalink participeren aan de ontwikkeling van een personal health record om gegevens optimaal te laten consulteren (en bijwerken) door de zorggebruiker”.
Minister, hoe verhoudt Mijngezondheid zich tot de Patient Health Viewer van de ziekenfondsen? Zal de Patient Health Viewer blijven bestaan? Welke financiële middelen zijn daarvoor nodig van de Vlaamse overheid?
Hoe werd u en/of het Vlaams Agentschap voor de Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de Actoren in de Zorg (VASGAZ) betrokken bij de ontwikkeling en implementering van Mijngezondheid? Hoe zal de betrekking verder verlopen? Heeft het federale initiatief impact op het eerste ondernemingsplan dat VASGAZ in ontwikkeling heeft?
Welke garanties kunt u geven dat de reeds bestaande Vlaamse initiatieven zoals Vitalink, waar ook data worden ontsloten naar de patiënt, ondersteund zullen blijven worden in hun verdere groei en implementering? Welke garanties zijn er dat gegevens die betrekking hebben op Vlaamse bevoegdheidsdomeinen, ongeacht het federaal ontwikkeld beleid, zullen worden ondersteund?
Welke maatregelen worden genomen om beleidsniveauoverschrijdend tegemoet te komen aan de nieuwe Europese richtlijn inzake gegevensdeling?
Op welke manier wordt de patiënt die instemt met gegevensdeling binnen de Vlaamse bevoegdheidsdomeinen, op de hoogte gebracht van eventuele verdere gegevensdoorstroming naar federale initiatieven zoals Mijngezondheid?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Mijngezondheid is een federaal ontwikkeld online portaal dat doorverwijst naar andere viewers. Het ontsluit zelf geen data, maar verwijst door naar andere viewers die dat wel doen, zoals Vitalink. Momenteel wordt op Vitalink een My Health Viewer ontwikkeld door de ziekenfondsen. We verwachten hun release tegen eind juni. Ook andere geïnteresseerde partners kunnen een viewer op Vitalink ontwikkelen.
De Patient Health Viewer die momenteel bestaat, zal verdwijnen bij de lancering van de My Health Viewer voor de burger. Voor de zorgverstrekkers blijft de Patient Health Viewer wel nog tijdelijk in gebruik. De nieuwe My Health Viewer zal webbased zijn en online beschikbaar in plaats van hem te moeten downloaden, zoals nu. Zo wordt die ook raadpleegbaar op smartphones en tablets. Er zijn afspraken om de koppeling te leggen van Mijngezondheid naar de My Health Viewer. Zo worden via die weg de gegevens toegankelijk die federaal aangekondigd werden, zoals de samenvatting van het medisch dossier, medicatieschema’s en bevolkingsonderzoeken.
Er worden beheersafspraken gemaakt met de ontwikkelaars van de My Health Viewer, om verdere evoluties of ontwikkelingen uit te werken binnen een operationele werkgroep onder het in oprichting zijnde overlegcomité Vitalink van het Vlaams Agentschap voor de Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de Actoren in de Zorg. We hebben een decreet dat toelaat dat er comités worden opgericht. Een van die comités zal Vitalink zijn.
De Vlaamse overheid heeft middelen beschikbaar gesteld ter ondersteuning van enerzijds imec voor het ontwerpen van een gebruiksvriendelijk model van user interface samen met de zorggebruikers en anderzijds voor de toepassing van een technische audit op niveau van veiligheid. Deze gegevens zullen voor elke geïnteresseerde beschikbaar gesteld worden.
Mijngezondheid werd gerealiseerd binnen de afspraken van het plan e-Gezondheid, dat opgevolgd wordt via de interministeriële conferentie e-Gezondheid.
Het Vlaams Agentschap voor de Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de Actoren in de Zorg werd niet betrokken bij de ontwikkeling en implementering van Mijngezondheid.
Vitalink is het platform in Vlaanderen voor het delen van gegevens afkomstig van zorg en welzijnsactoren in de eerste lijn, gekoppeld met de tweede lijn en de residentiële zorg.
Dit blijft voor Vlaanderen ook een van de prioriteiten in het interfederale plan e-Gezondheid 3.0. Vitalink is een systeem om eigen Vlaamse prioriteiten te realiseren bovenop het actieplan e-Gezondheid via het Vlaams Agentschap voor de Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de Actoren in de Zorg.
Alle regelgeving werd gescreend om tegemoet te komen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Dit werd gecoördineerd aangepakt voor de hele Vlaamse overheid.
Mijngezondheid ontsluit zelf geen informatie maar verwijst louter naar bestaande bronnen. Er is dus geen gegevensdoorstroming naar Mijngezondheid. Via de generieke, nationale ‘informed consent’ geeft de patiënt zijn toestemming voor het delen van zijn gegevens.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Als ik het goed heb begrepen, is het bij wijze van spreken een doorgeefluik.
Het verwondert mij wel dat het Vlaams agentschap niet betrokken was bij de ontwikkeling ervan. Blijkbaar zal het wel via de oprichting van het comité Vitalink worden betrokken. Ik ga er dan ook van uit dat er tussen de verschillende actoren genoeg communicatie is zodat de bestaande gegevensdeling conform en optimaal werkt.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik weet dat de agenda van deze commissie al behoorlijk gevuld is, maar ik suggereer toch om de mensen die bezig zijn met Vitalink uit te nodigen om te tonen wat de ontwikkelingen zijn. Binnenkort zullen we die My Health Viewer kunnen tonen.
U moet het een beetje anders begrijpen. Er is uiteraard voldoende overleg tussen de deelstaten en de federale overheid in het kader van het e-Healthplan. Op dat vlak is er geen probleem. Ook bij het federale e-Gezondheid, het e-Health Governance en dergelijke zullen heel wat stakeholders worden betrokken. Wat het Vlaams Agentschap voor de Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de Actoren in de Zorg betreft, is dat de raad van bestuur van het bij decreet opgerichte agentschap. Dat agentschap heeft geen personeel in dienst, maar is een soort governance om de ontwikkelingen van de toepassingen in Vlaanderen te begeleiden, waaronder Vitalink. U moet niet denken dat er geen afstemming is met de Vlaamse ontwikkelingen. Die wordt door onze administratie in dat e-Gezondheidsplan wel degelijk gemaakt. Dat is het punt niet.
Voor ons is het belangrijk om Vitalink, waarvoor we zoveel jaar geleden hebben gekozen als een goed beveiligd platform om gegevensdeling mogelijk te maken in de eerste lijn zorg en welzijn – daar verschillen we toch van onze zuiderburen –, proberen in te passen in de federale ontwikkelingen. Tot nu toe verloopt de afstemming correct. Als we zorgen hebben, vinden we daar altijd een luisterend oor voor. Het is natuurlijk de bedoeling om via Vitalink te proberen een soort actief beheer van gegevens voor de patiënt mogelijk te maken.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Mijn bezorgdheden zijn deels weggenomen, zeker met betrekking tot de werking van Vitalink, de communicatie en de coördinatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.