Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
De Koning Boudewijnstichting publiceerde recent een studie over waterarmoede in Vlaanderen. Enkele conclusies komen daaruit naar voren. In tegenstelling tot energie is het blijkbaar niet zo gemakkelijk om tot een goede definitie te komen van waterarmoede. Men wijt dat aan het feit dat nogal wat betrokken actoren een rol spelen, niet het minst 38 belangrijke waterproductie- en distributiemaatschappijen in België, die allemaal een apart beleid voeren inzake tarieven. Ook het feit dat de gewesten bevoegd zijn, speelt mee een rol in die diversiteit. Volgens mij zou dat niet mogen beletten dat je een eenduidige definitie probeert af te spreken van waterarmoede, die je meteen ook als toetssteen kunt gebruiken, los van regionale bevoegdheid en van lokale verschillen.
Doorgaans is men het erover eens dat het gaat over een situatie waarbij iemand geen toegang heeft tot voldoende water of tot kwaliteitsvol water dat voldoet aan zijn of haar basisbehoeften zoals voeding, hygiëne van het lichaam en de woning. Over dat soort van basale zaken die we allemaal heel vanzelfsprekend vinden, praten we.
Het waterverbruik in Vlaanderen is in de afgelopen jaren teruggelopen. De redenen kennen we: zuinigere apparaten, een meer rationeel waterverbruik en meer hemelwaterputten. Tegen dat dalend verbruik staat dan weer een stijging van de kostprijs: tussen 2009 en 2013 steeg de jaarlijkse waterfactuur met 3,38 procent. Als je dat cumuleert, kom je op 14 procent. Die stijging is in grote mate toe te schrijven aan investeringen die werden verricht in de infrastructuur, zowel in distributie als in waterzuivering.
Wat ook een belangrijke rol speelt, is dat sinds januari 2016 een nieuwe tariefstructuur voor water van kracht is geworden. De gratis kubieke meter water werd afgeschaft, en er kwam een progressief tarief voor water dat een opsplitsing maakt tussen het basistarief en het comforttarief. Het komt erop neer dat er per wooneenheid 30 kubieke meter wordt aangerekend aan het basistarief, vermeerderd met 30 kubieke meter per gedomicilieerde. Voor een gezin met vier personen komt dat op 150 kubieke meter verrekend aan het basistarief. Het verbruik daarboven wordt aangerekend tegen het dubbele comforttarief.
Uit de studie van de Koning Boudewijnstichting blijkt dat waterarmoede zorgt voor een groter armoederisico en zo een vicieuze cirkel inleidt bij risicogroepen voor armoede. Het is bekend dat armoede ziek maakt, dat onhygiënische woonomstandigheden bijdragen aan gezondheidsproblemen. Stel je voor dat je morgen een tekort hebt aan water om je te wassen, om je te voeden of om je huis te onderhouden. We moeten er geen tekening bij maken dat dat nefast is voor de gezondheid van mensen, en dus ook voor de budgettaire situatie van hun huishouden.
Bij de invoering van het nieuwe watertarief en de structuur daarachter koos de Vlaamse Regering ervoor om te werken met een sociaal tarief. Dat voorziet in een korting van 80 procent op de totale factuurprijs. Bij de opmaak van die sociale correctie werd echter geen rekening gehouden met het feit dat grote verbruikers niet steeds beschikken over een groot inkomen. De lineariteit tussen veelverbruik en inkomen is er niet. De staat van de woning en de kwaliteit van de apparaten is doorslaggevend in het waterverbruik.
Het is gewoon zo dat mensen die in materiële deprivatie leven niet altijd de mogelijkheid hebben om zuinigere apparaten te kopen en te investeren in het opsporen van lekken en dergelijke. Men verblijft vaak in slechte woningen die een zuinig waterverbruik niet mogelijk maken. Op deze manier streeft het sociale tarief zijn doel voorbij.
Verder spreekt de Koning Boudewijnstichting ook over het afsluiten van de watertoevoer. Op zich is het aantal gevallen waarbij het water wordt afgesloten, beperkt, wat een goede zaak is. We kunnen echter niet voorbij de vaststelling dat elke afsluiting in een beschaafd land er een te veel is. Er zijn ook opvallende cijfers over betaalproblemen met de waterfactuur in Vlaanderen in 2016. Zo steeg het aantal gevallen van betalingsuitstel met 22,4 procent tot 75.156 en het aantal herinneringsbrieven met 18,9 procent tot ongeveer 585.000. De ingebrekestellingen gingen 27,2 procent hoger tot ongeveer 220.000 en de afbetalingsplannen 13,9 procent tot ongeveer 63.000. Over deze problematiek diende onze fractie al een voorstel van resolutie in. Het is nu het moment om daar een punt over te maken en te kijken waar we vandaag staan.
Als je het vergelijkt met de elektriciteitssector, dan is de aanpak met betrekking tot water nogal bevreemdend. Bij elektriciteit is een minimumhoeveelheid beschikbaar. Ik vraag mij af waarom dit niet zou kunnen voor water, zeker gezien het beperkt aantal gevallen. We zouden in Vlaanderen niet mogen aanvaarden dat mensen worden afgesloten van drinkbaar water. Het beeld dat mensen bij hun buren om een emmer water moeten gaan vragen, is er een dat we associëren met de derde wereld, en niet met de vierde meest welvarende regio van de wereld.
De Koning Boudewijnstichting komt tot een aantal aanbevelingen. Ten eerste, het recht op water en sanitaire voorzieningen versterken door lokaal toegankelijke waterpunten en voorzien in sanitair op meerdere plaatsen. Ten tweede moet de waterfactuur betaalbaar blijven, in het bijzonder voor mensen met een laag inkomen. De doelgroep voor deze sociale correcties moet voldoende ruim zijn en rekening houden met verschillende situaties van armoede en bestaansonzekerheid. Betalingsmoeilijkheden moeten in dialoog en in respect behandeld worden, met realistische oplossingspistes. Het blijft eveneens belangrijk om leidingwater te promoten als drinkwater. Het is veel goedkoper dan flessenwater en minstens even goed. Derde aanbeveling is het voorzien in voldoende en verstaanbare informatie over de mogelijkheden voor zuinig watergebruik. Lokale woon-, energie- en waterloketten kunnen daar een interessante rol in spelen.
Minister, onderschrijft u de bevindingen en aanbevelingen die worden geformuleerd in de publicatie van de Koning Boudewijnstichting?
Bent u bereid om het bereik van het sociaal tarief voor water in overleg met uw collega-minister aan te pakken zodat de doelgroep effectief bereikt kan worden? Ik stel deze vraag op deze manier omdat minister Homans bezig ‘zou’ zijn met een onderzoek naar sociale correcties. We wachten al enige tijd met enig ongeduld op resultaten daarvan. Ik ben blij met elk resultaat. Eén zwaluw is misschien het begin van de lente.
Hoe zult u ervoor zorgen dat de problematiek van waterarmoede structureel wordt aangepakt? Welke initiatieven zult u nemen?
Op welke manier is er samenwerking met de coördinerende minister van Armoedebestrijding, specifiek ter bestrijding van de waterarmoede in Vlaanderen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Van Malderen, welkom in deze commissie waar we het al vaker hebben gehad over water. U weet dat het recht op water en op sanitaire voorzieningen een rode draad is doorheen mijn beleid. Je ziet dat ook Europa dit oppikt, waar men nu bezig is met een ontwerp van Europese richtlijn. Wij zijn daar al veel langer mee bezig.
De aanbeveling in verband met de betaalbaarheid van de waterfactuur en het vermijden van betalingsproblemen zijn aspecten die centraal staan in mijn beleid. Daarom heb ik het Algemeen Waterverkoopreglement (AWVR) ingevoerd. Ik heb ook de werking van de lokale adviescommissies (LAC) geactiveerd. Dat bestond niet. Drinkwaterbedrijven kiezen meer voor een samenwerking met het OCMW om een haalbare betalingsregeling uit te werken als er zich problemen voordoen. Als je betalingsproblemen hebt, kun je ook zelf de eerste stap zetten naar een drinkwaterbedrijf of naar het OCMW om samen, in overleg, haalbare oplossingen uit te werken.
Klanten met een hoog verbruik en dus een hoge kost kunnen via hun OCMW worden voorgedragen voor een gratis waterscan, waarbij concreet wordt onderzocht op welke manieren de factuur kan worden beperkt. Ik onderschrijf dus helemaal de aanbevelingen die de Koning Boudewijnstichting voor heel België formuleert. We hebben zelf al heel wat projecten ondersteund die nagaan wat er nog verder kan gebeuren met betrekking tot waterarmoede.
We mogen ook het belang niet onderschatten van een heldere communicatie. Voor de burger is er de brochure ‘Goed geregeld = Geld gespaard’, waarin op een heel laagdrempelige manier wordt uitgelegd in heel eenvoudig taalgebruik hoe de waterfactuur in elkaar zit en wat de mogelijkheden zijn. Ondertussen zitten we aan de vijfde geactualiseerde druk. Op de campagnewebsite Waterloket is eveneens heel wat informatie te vinden. We hebben ook specifieke aanbevelingen voor de LAC’s waarmee ze aan de slag kunnen.
Voor het aanpassen van het bereik van het sociaal tarief sta ik helemaal open. Ik heb dit al verschillende keren in deze commissie gezegd. Ik vind echter niet dat enkel ik voor water die doelgroep moet aanpassen. Als we daar iets aan willen doen, dan moeten wij generiek nagaan over welke doelgroep het gaat en moeten we dat toepassen op alles. Ik ga geen andere doelgroep aanduiden voor water, dan weer een andere voor energie, en nog een andere voor iets anders, want dat is niet goed. Dat komt de duidelijkheid niet ten goede. Als we dat doen, moet het horizontaal gebeuren over alle beleidsdomeinen heen. Dat is iets, denk ik, dat binnen de werkgroep Vlaams Actieplan Armoedebestrijding verder wordt bekeken.
Waterarmoede staat ook niet op zichzelf, maar hangt vaak samen met andere problemen op het vlak van armoede. Het is belangrijk om het geheel te bekijken.
Mijn diensten hebben overleg met armoedeorganisaties en andere administraties in het kader van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding van mijn goede collega-minister Homans. Dit actieplan formuleert doelstellingen en geeft een overzicht van de concrete acties die voor elk van de sociale grondrechten, en dus ook voor water, ondernomen zijn.
Welke acties vallen dan specifiek onder mijn verantwoordelijkheid? De eerste actie betreft heldere en duidelijke communicatie. Ik heb daar al naar verwezen.
Een tweede actie omvat het opvolgen en evalueren van het AWVR. Daarvoor hebben we een klankbordgroep opgericht waarin vertegenwoordigers zitten van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, het Netwerk tegen Armoede, de VVSG en de Vlaamse Ombudsdienst. Samenlevingsopbouw is erin vertegenwoordigd via het Netwerk tegen Armoede. Er zit ook een vertegenwoordiger in van het Vlaams Energieagentschap (VEA) en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Ik zal de VMM vragen om ook een vertegenwoordiger van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uit te nodigen voor deze overlegmomenten. Dat is nuttig. De klankbordgroep wordt betrokken bij de opmaak van nieuwe wetgeving en bij de evaluatie en interpretatie van de sociale statistieken.
De derde actie is de opmaak van een draaiboek ‘Code van goede praktijk LAC water’. Dit is ondertussen gerealiseerd.
In de vierde actie engageer ik me ertoe om rekening te houden met de betaalbaarheid van de waterfactuur, ook voor mensen in armoede. Momenteel loopt een onderzoek bij de WaterRegulator om de betaalbaarheid degelijk in kaart te brengen en de impact van de in 2016 ingevoerde tariefstructuur op die betaalbaarheid te meten. Het zal een model zijn dat regelmatig kan worden gebruikt om dit structureel op te volgen. Uiteraard zullen we daar de nodige conclusies aan verbinden.
Mijnheer Van Malderen, u bent nu ongetwijfeld gerustgesteld.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Don’t push your luck.
Minister, ik heb heel wat woorden opgeschreven die u hebt gedebiteerd in uw antwoord. Waterarmoede staat centraal. Het is de rode draad in uw beleid. Er kan heel veel. Men kan zelf een stap zetten. Men kan naar het OCMW gaan. Er kan van alles. Alleen is dat in tegenspraak met de echt zorgwekkende cijfers in de praktijk. Er is een heel groot contrast tussen wat kan en tussen wat er gebeurt. Bijna een half miljoen mensen krijgen een herinneringsbrief. Er werden in 2016 ingebrekestellingen verstuurd naar 220.000 mensen. Dat komt overeen met het inwonersaantal van een grote stad in Vlaanderen. Er is dus een heel groot probleem. Er kan veel, maar er gebeurt weinig omdat het bereik van die maatregelen blijkbaar te beperkt is.
Er is een heel sterke hefboom – trouwens terug te vinden in heel wat maatregelen met betrekking tot armoedebestrijding –, namelijk automatisering. Zorg ervoor dat mensen niet zelf de stap moeten zetten, maar geef ze een aantal rechten waarbij vanuit hun intrinsieke problematiek een aantal dingen automatisch worden toegekend. We zien dat werken in andere beleidsdomeinen. Het bijna automatiseren van de toekenning van studiebeurzen heeft ertoe geleid dat men 12 procent meer mensen heeft bereikt. Dat is een goede zaak. Wat houdt u tegen om dat ook voor iets basaal als water in deze regio te doen? Dat was een van de aanbevelingen van het voorstel van resolutie dat we hebben ingediend.
U zegt dat u helemaal openstaat voor sociale correcties. Oké, maar laat het ons dan doen. Dan gaat echter de paraplu open en zegt u dat u het niet alleen zult doen omdat er een andere minister is die daar tegenover staat met een globale aanpak. U zou niet graag iets doen dat daar niet binnen past. Wel, ik geef u alweer gelijk. Ik blijf bij die andere minister wel vruchteloos voor de deur staan en vragen om een antwoord. Het feit dat ik in deze commissie deze vraag kom stellen, is omdat die is afgewezen in een andere commissie waar ik aan de coördinerend minister van Armoedebestrijding dezelfde vraag wilde stellen. Zo draaien we rond en rond en rond – de rest van de songtekst zal ik niet citeren. We helpen daar wel geen kat mee.
Minister, bent u bereid om een initiatief te nemen om die impasse te doorbreken, om minister Homans bij de lurven te vatten en te zeggen dat u ervoor openstaat en dat u het samen zult doen? Bent u bereid om dit vanuit uw bevoegdheid op de agenda te zetten?
U hebt gezegd dat u denkt – ik heb dat genoteerd – dat dit wordt bekeken binnen het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding. Het feit dat u zegt “ik denk”, vind ik al zorgwekkend. Weet u het of weet u het niet? Is het zo of is het zo niet?
Wanneer mogen we de studie verwachten die is gevraagd aan de WaterRegulator om te kijken naar de impact van de hervorming van 2016 en de sociale correcties? Wat is de timing? Ik mag hopen dat we er voor het einde van de legislatuur toch nog in slagen om daaruit de nodige conclusies, ook legistiek, te trekken, want anders hebben we echt wel rondjes gedraaid en paraplu's opengetrokken.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mijnheer Van Malderen, de nieuwe tariefstructuur van de waterfactuur kent een decretale basis. Dat decreet is gepaard gegaan met een armoedetoets. Er is nauw overleg geweest met tal van armoedeorganisaties. Ik meen mij goed te herinneren dat zij zich positief hebben uitgelaten over de vernieuwde tariefstructuur die op 1 januari 2016 in werking is getreden.
Er is ook een grote sociale correctie op gebeurd. Een bepaalde doelgroep krijgt nu immers een korting van 80 procent op de waterfactuur, en die korting was voordien toch heel wat kleiner.
Minister, ik maak van de gelegenheid gebruik om nog eens te polsen naar de evaluatie van de nieuwe tariefstructuur. U zegt dat er een studie rond betaalbaarheid zal worden meegenomen. De tariefstructuur zou worden geëvalueerd door de VMM, die de WaterRegulator is in dezen. Wanneer mogen we deze evaluatie verwachten? Ik wil ook een pleidooi houden om de evaluatie samen met de regulator te bespreken hier in de commissie.
De heer Nevens heeft het woord.
Collega Van Malderen, normaal is het uw collega Beenders die hier het woord neemt als het gaat over de waterfactuur. U hebt dus al een aantal zaken gemist in het debat rond de waterfactuur. Het is goed dat we alles hier nog eens in proportie kunnen plaatsen. De studie waarnaar u verwijst, heeft een aantal zaken aan het licht gebracht. Maar dat waren geen nieuwe zaken, het zijn zaken die we kennen.
Ik ben blij om wat te kunnen nuanceren in heel het verhaal. Zo merk ik dat men vermeldt dat er in 2016 2617 klanten waren afgesloten van het waterdistributienet en dat dat een daling betekende met 32 procent ten aanzien van 2012. In totaliteit gaat dat over 0, 1 procent van alle klanten die water krijgen en een waterfactuur hebben.
Ik wil niet minimaliseren. Er zijn inderdaad mensen die hun waterfactuur niet kunnen betalen. Daarvoor is er een systeem. Volgens mij is het systeem goed en waterdicht. Er is namelijk de lokale adviescommissie. Zodra u een herinnering krijgt, daar niet op ingaat en ook niet ingaat op de aanmaning die u krijgt, gaat de LAC – een vertegenwoordiging van de gemeente, het OCMW, een maatschappelijk werkster en iemand van de watermaatschappij waarbij u bent aangesloten – u uitnodigen om te bekijken hoe groot het probleem is. Is het een financieel probleem? Of hebt u, zonder dat u het wist, enorm veel water verbruikt en is er misschien een technisch probleem bij u thuis? Dat kan allemaal worden onderzocht via die LAC.
Wat is het voordeel van die LAC? Op het moment dat je ingaat op dat aanbod, krijg je ook een stop van facturen. Dan krijg je geen aanmaningen of herinneringen meer, geen dreigbrieven of aangetekende zendingen. Dan stopt de vraag om uw facturen te betalen. In dat opzicht is dat een goed systeem. Want dan ben je beschermd als wanbetaler.
In de studie lees ik ook dat 860 mensen die werden afgesloten met de noorderzon verdwenen zijn. Zij gebaren van krommenaas en zeggen: ‘Ik ga ervandoor en betaal helemaal niets.’ Mijnheer Van Malderen, vindt u dat drinkwater zuiver moet zijn? Vindt u dat ons afvalwater moet worden gezuiverd? Vindt u het terecht dat wij betalen voor het zuiveren van ons afvalwater? Vindt u het terecht dat de asbestbuizen in de straat worden vernieuwd? (Opmerkingen van Bart Van Malderen)
Want dat moet betaald worden. En dat wordt betaald door de mensen die vandaag water afnemen. Wij vinden de maatregelen die er vandaag zijn goed, dat er inderdaad sociale compensaties moeten zijn ten aanzien van doelgroepen die het minder goed hebben. En we vinden ook dat armoedebestrijding niet alleen geldt voor de waterfactuur, maar ook voor de huishuur en de elektriciteit en dat we dat globaal moeten aanpakken.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, we hebben het in de commissie inderdaad al heel vaak gehad over dit dossier. Water is een basisrecht voor iedereen. Het is van heel groot belang dat we heel duurzaam omspringen met het watergebruik. Ook dat is niet nieuw. Maar wat dat betreft, moet er echt extra worden ingezet op die waterscans, op die slimme watermeters enzovoort. Wat betreft het duurzaam watergebruik moeten we echt sensibiliseren en daar harder op inzetten.
Wat de waterarmoede op zich betreft, is er inderdaad, met de inwerkingtreding van de nieuwe waterfactuur, samengezeten met de armoede-organisaties. Dat heeft geleid tot een aantal sociale correcties. Minister, we stellen ons wat vragen bij het vastrecht voor alleenstaanden. Maar het is uiteraard wachten op de evaluatie. We hadden die evaluatie verwacht, maar ze werd met een jaar uitgesteld. We wachten dus heel graag op de evaluatie, die er hopelijk snel komt, om dan te zien wat er waar moet worden aangepast.
Minister, ik kom even terug op wat ik in het begin zei over de slimme watermeter. Het is ook belangrijk – ik heb u daarover in het verleden al aangesproken – dat die slimme watermeter wordt ingezet als een budgetmeter bij mensen met problemen. Ik weet dat er wat dat betreft een proefproject loopt is in Antwerpen. Wanneer zal dat project zijn afgerond? Wat zijn de resultaten? Welke verdere stappen zult u zetten, minister, om dit toekomstgericht verder in te voeren op grotere schaal?
De heer Danen heeft het woord.
De discussie is al vaker gevoerd. Er zijn zeker elementen die ervoor pleiten dat er maatregelen worden genomen in functie van het verkleinen van waterarmoede. Maar toch stel ik vast dat het aantal mensen dat waterarmoede meemaakt, vrij groot blijft. Dat betreur ik natuurlijk.
Samenlevingsopbouw Antwerpen heeft een proefproject uitgewerkt rond een betere werking van de LAC’s. Ik ben benieuwd naar uw antwoord, minister, op de vraag wanneer dat project zal zijn afgerond en hoe die verdere uitrol zal gebeuren. Het is belangrijk dat de LAC’s op een eenvormige manier werken, zeker als het over goede praktijken gaat in verband met water en elektriciteit, die onder hun bevoegdheden vallen.
Ik stel ook vast dat, zeker in vergelijking met elektriciteit en gas, de sociale tarieven een korting van 80 procent betekenen. Ze betalen dus eigenlijk 20 procent van de prijs. Bij gas en elektriciteit betekent die korting een ‘gemiddelde’ prijs. De korting op de factuur voor water is dus heel stevig. Maar toch stel ik vast dat een groot aantal mensen geconfronteerd blijft met waterarmoede. Die maatregel is als dusdanig dus niet voldoende. Dat zou het best ook eens worden geëvalueerd. Want mensen die net niet binnen de doelgroep vallen, betalen wel de volledige factuur. En als je wél binnen de doelgroep valt, betaal je een veel lagere factuur. Maar zelfs met stevige korting, zijn er nog steeds hoge facturen. Want mensen in kwetsbare situaties worden geconfronteerd met slechte toestellen, toestellen die veel water verbruiken, maar ook met waterlekken of met situaties waarvan ze niet weten hoe ze die moeten aanpakken. Ik veronderstel dat de meesten van ons, als ze worden geconfronteerd met een lekkend toilet, proberen om dat aan te pakken of iemand kennen die dat zal aanpakken. Maar veel mensen in waterarmoede laten dat gebeuren, omdat ze de tools niet hebben, omdat ze de mogelijkheid niet hebben om het aan te pakken. Op die manier krijg je natuurlijk een heel hoog verbruik. En zelfs dan is een korting van dat tarief heel goed.
Ik pleit dus ook voor betere waterscans, meer waterscans, maar ook voor het inzetten op lekdetectie en daarin veel creatiever te zijn. Minister, wilt u, ook op dat laatste domein, bijkomende maatregelen nemen? Ik denk namelijk dat dat het sluitstuk kan zijn van de aanpak van waterarmoede.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Van Malderen, ik begrijp niet goed dat u vraagt of dat automatisch zal worden toegepast. Het is zo dat het sociaal tarief van 80 procent korting vandaag al automatisch wordt toegekend. U wordt dus al op uw wenken bediend vooraleer u de vraag stelt. Daar kunt u toch helemaal niet treurig om zijn.
Wie ook op haar wenken wordt bediend – en de vraag die ze stelt is terecht – is mevrouw De Vroe. Zij vraagt al een tijdje – en een aantal collega's hebben zich daarbij aangesloten – naar slimme watermeters, de beperking van het debiet. We hebben daartoe de decretale basis vastgelegd in het verzameldecreet. Dat ligt voor en zit nu in bespreking. Ik hoop dat dat er snel kan zijn, zodat die proefprojecten ook kunnen worden toegepast om die debietbeperking op die manier mogelijk te maken.
Ik ben het eens met wat collega Nevens zegt, namelijk dat we al heel wat hebben gedaan, dat we die LAC’s hebben tussengevoegd om ervoor te zorgen dat wie echt niet kan betalen, wie in de problemen zit, niet wordt afgesloten. Achter de cijfers zitten inderdaad een aantal zaken rond veiligheid, mensen die verdwijnen, huizen die worden verlaten. Het is dus niet zo dat er achter alle cijfers van afzettingen gezinsdrama’s zitten. Je hoort mij niet zeggen dat dat niet af en toe gebeurt. Dat zal zeker zo zijn. Maar ik reken daar op een juiste afweging, het gezond verstand, de juiste inschatting van de LAC’s. Ik herhaal dat een gezin dat niet kan betalen, niet mag worden afgesloten van drinkwater. Dat staat zwart op wit. Het is aan die LAC’s, de OCMW's, om te beoordelen welke situatie er is en wat er al of niet kan. Ik wil erop blijven hameren dat ik ervan uitga dat men daar zijn werk doet. Dat is iets dat je niet in de regelgeving kunt vatten. Er zal altijd een heel concrete toets aan zijn van hoe we daarmee omgaan.
Want als wij – en ik heb dat ook gezegd in de plenaire vergadering – het signaal geven dat, of je je factuur nu betaalt of niet, het water uit de kraan blijft stromen en dat dat zomaar kan, dan zullen er morgen plots heel wat meer facturen niet meer worden betaald. En dan zullen we pas een probleem hebben. Dat kan toch ook niet de bedoeling zijn. En daarvoor bestaat die procedure net: om mensen te beschermen die niet kunnen betalen en hen zeker niet in de problemen te brengen.
In verband met de waterscans, hebben we de doelgroep uitgebreid en meer mogelijkheden bepaald. Ik ben het ermee eens dat we dat nog beter moeten promoten en dat daar nog veel te weinig gebruik van wordt gemaakt. Ook dat is een taak voor de lokale OCMW’s die dat misschien veel meer moeten duidelijk maken aan mensen.
Collega’s, ik blijf herhalen dat ik absoluut de laatste ben om te zeggen dat alles perfect is en dat we niets moeten veranderen. Er zijn inderdaad misschien wat scherpe kantjes bij de tarieven die we misschien eens moeten durven bekijken met een open vizier. Ik wacht daar op de evaluatie van de WaterRegulator. Dat duurt lang. Ik vind ook dat dat lang duurt. Ik zeg dat heel vaak. Maar ik kan de WaterRegulator niet het mes op de keel zetten. Ik hoop dat ik snel de objectieve evaluatie heb en dat ik daarmee aan de slag kan gaan.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, ik had nadrukkelijk gevraagd naar de timing. ‘Ik hoop snel’ is geen aanduiding van timing.
Ik wil de minister de kans geven om die informatie toch mee te geven, alvorens te repliceren.
Ik heb de WaterRegulator gevraagd wat de timing is. Ik krijg daar geen antwoord op. Ik zal die vraag nog eens stellen.
Collega’s, het is de zoveelste keer dat dit hier wordt aangekaart, door collega Beenders en vandaag door mezelf. Eigenlijk hoor ik grote empathie, in verschillende toonaarden, bij mensen die hier het woord voeren, ook bij de minister, ten aanzien van het probleem. Dat is ook terecht. 585.000 mensen krijgen herinneringsbrieven en 220.000 mensen worden in gebreke gesteld. Dat is geen kleine groep.
Maar je merkt, minister, dat we allemaal aanvoelen wat de echte achilleshiel is in deze hervorming. Het gaat dan over het bereik van de sociale correcties. Er is hier verwezen naar de armoedetoets. Op dat moment is dat er ook al uitgekomen. Als je die echt serieus neemt, dan weet je dat dat op dat moment al gesignaleerd werd. Het zit ook in de resolutie die wij hebben voorgelegd. De korting van 80 procent is significant, maar bereikt te weinig mensen. En daar zit volgens mij het probleem. Alvorens je mensen naar het LAC stuurt... Waarom zouden mensen in de problemen komen als je ze gewoon zou geven waarop ze recht hebben? Dat vind ik het probleem, dat eens te meer – hier, maar evenzeer bij collega Homans – als we vragen om concrete stappen te zetten, de paraplu opengaat, er met de vinger naar elkaar wordt gewezen en er geen stappen voorwaarts worden gezet.
Voorzitter, ik kondig aan dat ik zeer binnenkort nog eens een vraag zal stellen naar de timing van de evaluatie door de regulator. Dit is een té belangrijk dossier om los te laten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.