Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Christiaens heeft het word.
Minister, op 1 juli 2017 is de nieuwe hinderpremie van kracht gegaan en kon die worden verdeeld. Die premie is goed onthaald, iedereen staat daar zeer positief tegenover. Het is een beter en een administratief vereenvoudigd systeem dat veel meer handelaars in hindersituaties bereikt.
Bij de implementatie van nieuwe systemen zijn er altijd kinderziektes. Zo was er half april opnieuw een geval dat de media heeft gehaald. Dat geval dateerde van 2017. Er waren werken gestart voor 1 juli 2017, die werken liepen nog altijd maar toch had de betrokken handelaar volgens het systeem geen recht op een hinderpremie, en was er dus de noodzaak en de gefaseerde registratie in het GIPOD-systeem (Generiek Informatieplatform Openbaar Domein). Dat is nodig opdat ondernemingen en handelszaken pas met die premie in aanraking zouden komen als de werken effectief starten.
Wat dat individueel probleem betreft, werd onmiddellijk zeer goed gereageerd, zowel vanuit het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) als vanuit de betreffende gemeente. Maar deze manier van werken mag uiteraard niet structureel worden. Er zijn nog dergelijke gevallen bekend. Remediëren is de boodschap, en daar wordt werk van gemaakt vanuit VLAIO. We hebben dit hier al besproken en de heer Van den Heuvel heeft deze problematiek al eerder aangekaart.
Minister, we weten dat u een overleg hebt gehad met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en dat de problematiek van de gemeenten met u is besproken. Zo was er de vraag naar een grotere betrokkenheid van de lokale besturen bij het toesturen van brieven naar handelaars en bij het afbakenen van de hinderzones.
Wat de overgang van het oude naar het nieuwe systeem betreft, vallen sommige gevallen buiten de scope van zowel de oude als de nieuwe regeling. Ik heb u daar een tijdje geleden al een schriftelijke vraag over gesteld, en daarop antwoordde u dat er inderdaad situaties zijn die momenteel niet worden ondervangen door de huidige overgangsregeling. Er wordt momenteel gewerkt aan een oplossing en u hebt aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen de opdracht gegeven om daarvoor zo snel mogelijk op organisatorisch, juridisch en communicatief vlak de nodige stappen te zetten zodat de continuïteit in de steunverlening kan worden verzekerd.
Minister, hoe ver staat u uitwerken van de nodige aanpassingen?
Zijn daarover nog andere problematieken hangende?
Minister Muyters heeft het woord.
Er lopen geen andere problematieken.
De overgangsregeling wordt aangepast door het uitvoeringsbesluit op twee punten te wijzigen. De oude steunmaatregelen worden verlengd zodat die op natuurlijke wijze kunnen uitdoven en niet langer afgekapt worden op 31 december 2017. Ofwel voldoet men dus nog aan de oude wetgeving en dan is die van toepassing, ofwel voldoet men aan de nieuwe en is die van kracht. We hadden voor de oude wetgeving een einddatum ingevoerd, maar die laten we dus vallen.
Daarnaast wordt de nieuwe sluitingspremie niet langer beperkt tot maximaal 365 sluitingsdagen per hinderperiode, maar kan de steun voortaan gedurende de hele hinderperiode worden toegekend. Als mensen langer last hebben van werken, dan moet de premie gedurende de hele hinderperiode lopen.
Dat wijzigingsbesluit is teruggekomen van de Raad van State die daar geen opmerkingen bij had, en het wordt dus geagendeerd op de ministerraad.
Aan de belangrijkste bemerkingen en bezorgdheden van de VVSG werd ook tegemoetgekomen. Sinds april 2018 wordt bijkomend vanuit de applicatie automatisch een e-mail verstuurd naar zowel de lokale ambtenaar economie als de lokale beheerder van GIPOD/GIS (Geografisch Informatiesysteem Vlaanderen). Zodra een relevante werkopdracht is ingegeven en er ondernemingen worden aangeschreven, hebben zij voorwaardelijk recht op een hinderpremie. Zo wordt de betrokkenheid van de lokale besturen bij het toesturen van de brieven aanzienlijk verhoogd. Zowel de dienst Economie als de dienst Grondgebiedzaken/Openbare Werken is dus voortaan op de hoogte dat de handelaars een brief ontvangen.
Sinds midden maart 2018 wordt in de kennisgevingsbrief één duidelijke, concrete datum opgenomen die geldt als deadline om de uitbetaling van de hinderpremie aan te vragen. Er geldt in principe een aanvraagtermijn van zestig dagen vanaf de kennisgeving. De datum die in de brief of de mail wordt gecommuniceerd, is deze die men krijgt door zestig dagen bij de kennisgevingsdatum te tellen. Indien de werken minder lang duren dan zestig dagen, bijvoorbeeld dertig, dan worden er slechts dertig dagen bijgeteld. Zo wordt er dus altijd een concrete datum gecommuniceerd. Verwarring over de feitelijke deadline is dus niet langer mogelijk. Dat was een van de veel voorkomende klachten.
De termijn waarbinnen de relevante werkopdrachten uit GIPOD wordt binnengetrokken is teruggebracht van 120 dagen naar 60 dagen. Dat moet zorgen voor correctere gegevens over de geplande werken en voor het beter aansluiten van het moment van kennisgeving.
Een laatste punt wordt de komende weken gerealiseerd, namelijk het versturen van een herinneringsmail en -brief naar de ondernemingen van wie het e-mail adres gekend is in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Als de uitbetaling van de hinderpremie nog niet werd aangevraagd, wordt die herinnering veertien dagen vóór het verstrijken van de eerder gecommuniceerde deadline verstuurd. Dan moet de aanvraag wel binnen de veertien dagen gebeuren. Ik denk dat we zo wel tegemoetkomen aan de vragen tot aanpassing vanuit het veld binnen de contouren van het decreet. De betrokkenheid van de steden en gemeenten wordt hiermee ook sterk verbeterd.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en voor de concrete aanpassingen die u hebt opgesomd en waarmee u inderdaad tegemoet komt aan de resterende problemen.
Ik heb nog twee bijkomende vragen. U zei dat bij de lokale besturen de dienst Grondgebiedzaken per e-mail verwittigd wordt dat de lokale handelaar een brief heeft gekregen. Kunnen er dan nog wijzigingen gebeuren? Ik geef een voorbeeld. Soms wordt er een hinderzone bepaald, waar een handelszaak pal in ligt, maar het officiële adres van die zaak ligt buiten de hinderzone. VLAIO kan dat niet weten en dat kan uit GIPOD niet worden afgeleid. Kunnen die elementen dan aangevoerd worden door het lokale bestuur dat kan bevestigen dat een bepaalde situatie zich op die manier voordoet?
Wat betreft uw laatste punt over het versturen van een herinneringsmail is het inderdaad wel zo dat handelaars de papieren soms lieten liggen tot de uiterste datum voor de aanvraag verstreken was. Daarom is zo’n herinneringsmail wel belangrijk. Als ik u goed begrijp, is het wel zo dat wie door vergetelheid of onzorgvuldigheid de timing niet respecteert, geen aanspraak meer kan maken op de premie.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik dank mevrouw Christiaens voor deze vraag. Ik heb dit thema zelf ook opgevolgd. Een eerste bekommernis heeft te maken met de KBO, meer bepaald omdat handelaars wegens verouderde informatie de brief helemaal niet ontvangen. Een tweede knelpunt is de verschrikkelijke omschrijving door VLAIO van de uiterste datum. Ik heb dat zelf een paar keer gelezen en ik snapte het ook niet. Een derde probleem was de onmogelijkheid om de vroegere regeling door te trekken.
Minister, nu is aan die drie problemen tegemoet gekomen, zo blijkt uit uw antwoord. Het zou misschien goed zijn dat de ondernemersorganisaties Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) en Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) hun leden nu ook sensibiliseren, als er wegenwerken zijn om zeker ook de KBO-informatie te actualiseren, zodat de brief op de juiste plaats terechtkomt. Het is zeer belangrijk dat de lokale besturen nu ook betrokken worden. Zij kunnen, veel meer dan wie ook, kort op de bal spelen en ingrijpen. Op dat vlak zou het goed zijn indien de VVSG hen begeleidt met wat training of coaching en hen een aantal best practices doorgeeft.
Ongetwijfeld zal de hinderpremie nog deze legislatuur een paar keer in de commissie besproken worden. Het is een innovatie, die automatische toekenning, en het is logisch dat dit wat kinderziektes met zich meebrengt.
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Christiaens en mijnheer Ronse, voor mij is het duidelijk. Door het feit dat de gemeenten op de hoogte gebracht worden van het versturen van de brief weten ze ook wie die brief krijgt. Als er volgens hen fouten of onvolkomenheden in staan, staat het hen vrij om contact op te nemen met VLAIO en in het concrete geval te bekijken wat er moet gebeuren. Dat geldt ook voor het verstrijken van een termijn, die decretaal is vastgelegd. Maar als er gegronde redenen zijn waardoor er afwijkingen mogelijk zouden kunnen zijn, moet dat individueel bekeken worden. Er is flexibiliteit bij VLAIO om naar probleemgevallen te kijken en we staan ervoor open om binnen de decretale bepalingen en de uitvoeringsbesluiten tot oplossingen te komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.