Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, minister, de Vlor bracht een advies uit en pleitte daarin om een praktijkgerichte review te bestellen over talentgericht werken op school. Een praktijkgerichte review is een relatief beperkte investering, waarbij een wetenschapper op korte tijd een aantal onderzoeksvragen in heldere taal probeert te beantwoorden, zodat het onderwijsveld daarmee aan de slag kan.
Talentgericht werken op school is volgens de Vlor een van de twee thema’s die absoluut prioritair naar voren komen na een bevraging van het onderwijsveld. Talentgericht werken en brede talentontwikkeling krijgen nu vaak onvoldoende een plaats in het schoolgebeuren. Dat leidt er onder andere toe dat leerlingen eenzijdig, namelijk op basis van resultaten op cognitieve toetsen, worden georiënteerd naar een verdere schoolloopbaan.
Talent gaat niet over de beste zijn en uitblinken, maar over ontdekken welke activiteiten je energie geven. Het belang van talentontwikkeling ligt in het feit dat je door talentontwikkeling werkt aan veerkracht en weerbaarheid, en er dus zo voor zorgt dat kinderen gelukkiger zijn en beter kunnen omgaan met alle eisen. Het is ook de beste preventie voor een burn-out als mensen volwassen zijn.
Als onderwijspractici een beter inzicht krijgen in hoe ze talenten in kaart kunnen brengen, niet enkel talent dat zich duidelijk manifesteert, maar ook ontluikend, nog te ontdekken talent, kunnen ze daar in hun begeleiding van leerlingen beter op inspelen. De Vlor vindt dit relevant, zowel voor het basis- als voor het secundair onderwijs. Doorheen het secundair onderwijs moeten leerlingen keuzes maken, waarbij ze een heel goed zicht moeten hebben op hun talenten en de kans moeten krijgen erop in te zetten, met vallen en opstaan.
Minister, u besliste om het advies van de Vlor niet te volgen en geen praktijkgerichte review te bestellen. Wat zijn uw argumenten om geen praktijkgerichte review inzake talentgericht werken op school te bestellen? Wat onderneemt u om talentgericht werken in scholen te ondersteunen en te versterken? Welke initiatieven kent u in het onderwijsveld die werken inzake talentontwikkeling?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, eind vorige maand heb ik van de Vlor een advies ontvangen tot themazetting over twee praktijkgerichte reviews, met daarin twee voorstellen. Het eerste voorstel ging over de didactiek qua begrijpend lezen. Het tweede ging over talentgericht werken. Ik vind het heel positief dat de Vlor het voorstel op eigen initiatief uitbrengt. We hebben in onze gesprekken ook gevraagd om dat nu en dan eens te doen. De jongste praktijkgerichte review die de Vlor coördineerde, ging over neurowetenschappen in het onderwijs. Dat was in 2015. Ik stel vast dat deze en eigenlijk alle eerdere reviews nog altijd worden gebruikt in het onderwijsveld. Dat is dus wel iets heel waardevols. Ik heb vooral positief gereageerd omdat dit sterk aansluit bij mijn beleidsintentie om de professionalisering van lerarenteams en de interne kwaliteitszorg in scholen te versterken door praktijkgericht onderzoek. Zo kunnen we bijdragen tot goede praktijken om lerarenteams en schoolleiders te versterken in de dagelijkse beslissingen die ze nemen.
We doen dat nu al op een aantal manieren. Zo zijn er binnen het Steunpunt Onderwijsonderzoek (SONO) al een aantal reviews opgeleverd, onder meer over ‘teamteaching’, personeelsbeleid, evaluatie, taalstimulerende maatregelen en inclusief onderwijs. Momenteel hebben we in de vrije ruimte van SONO ook opdracht gegeven tot twee bijkomende reviews: een over de masters in het basisonderwijs en een over vreemde talen in het basisonderwijs. Ook al zijn die SONO-reviews niet zo praktijkgericht qua opzet, toch stel ik tevreden vast dat er inspanningen worden gedaan om ze te valoriseren voor de onderwijspraktijk.
Zo is er een praktijkbrochure gemaakt over teamteaching, en in het najaar bekijken we samen met de onderzoekers, de Vlor en de pedagogische begeleidingsdiensten op welke wijze de reviews relevant kunnen zijn voor het ruime onderwijsveld.
Met betrekking tot de voorstellen die de Vlor nu heeft uitgebracht, hebben we beslist om te kiezen voor de praktijkgerichte review over de didactiek qua begrijpend lezen. U zult wellicht ook wel begrijpen waarom we nu in eerste instantie daarvoor hebben gekozen. Die kan mee een antwoord bieden op de vragen en uitdagingen die naar boven zijn gekomen naar aanleiding van de bekendmaking van de resultaten van PIRLS 2016 (Progress in International Reading Literacy Study): tussen 2006 en 2016 is er een daling vastgesteld van het begrijpendlezenniveau van Vlaamse vierdeklassers. Een toegankelijk en praktijkgericht overzicht van wetenschappelijk onderzoek over leesdidactiek kan voor leraren en andere betrokkenen heel wat kansen tot ondersteuning en professionalisering bieden. Ik denk daarbij ook aan pedagogische begeleiders en lerarenopleiders.
Betekent die keuze dan dat talentgericht gericht werken niet belangrijk is? Uiteraard niet. Talentgericht werken is de kern van heel wat hervormingen die we doen. Denk maar aan duaal leren, aan een aantal initiatieven inzake leerlingenbegeleiding. We kunnen echter niet op elk interessant voorstel ingaan. Ik kom wekelijks in scholen en zie ook heel wat initiatieven van lerarenteams om te werken inzake de talenten van de leerlingen. Ik stel vast dat alle scholen met die uitdagingen aan de slag gaan, zaken zelf uitproberen en ook wel met vragen blijven zitten, die we proberen te beantwoorden. Er beweegt heel wat, en ik hoop dat scholen ideeën en praktijken ook met elkaar zullen delen. Daar zijn ook heel wat bestaande kanalen voor, zoals Klasse en KlasCement. Morgen is het de verjaardag van KlasCement. Dat bestaat twintig jaar. U moet eens kijken naar die evolutie: dat is spectaculair wat er nu al wordt gedeeld qua informatie in vergelijking met twintig jaar geleden.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, in zijn advies had de Vlor zeven thema’s geselecteerd. Er zaten aanvankelijk nog interessante zaken tussen, onder andere differentiatie en wiskundedidactiek. Ze hebben er dan uiteindelijk zelf twee overgehouden. Er is de didactiek inzake begrijpend lezen. Uiteraard is dat ook een heel goede keuze, en een belangrijk thema. Dat talentgericht werken was echter ook verder uitgewerkt. Ik blijf dat een heel belangrijk onderwerp vinden. U vond dat ook, denk ik, want de scholen die daar al mee bezig waren, onder andere de Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaartschool in Waregem, hebt u met een videoboodschap daarvoor gefeliciteerd. U geeft dus wel aan dat u dat belangrijk vindt. We hebben ook in de eindtermen expliciet die veerkracht en die weerbaarheid waarvan we willen dat onze leerlingen die hebben, naar voren geschoven, omdat ook zeer prominent uit het maatschappelijk debat kwam dat dat iets is dat we leerlingen toch willen meegeven, als preventieve versterking tegen latere burn-outs en zo. Het is dan toch wel jammer dat niet die twee thema’s zijn meegenomen, dat er enkel is gekozen voor het eerste thema. Ik denk dat we als Onderwijs weinig kunnen ingrijpen in het pedagogisch-didactische, wat ook goed is. Het hoe van het onderwijs laat je aan het onderwijs, maar je kunt als overheid wel een aantal zaken aanbieden, stimuleren, scholen daarin versterken, en dan is dit soort onderzoek echt wel relevant en praktisch, en redelijk snel inzetbaar voor het onderwijs. Ik vind het dus toch wel jammer dat u er niet voor hebt gekozen om het ook mee te nemen. Ik hoop dat het misschien toch zal kunnen worden opgepikt in een volgende budgetronde of onderzoeksronde. Ik vind het eigenlijk wel een gemiste kans.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik denk dat praktijkgericht onderzoek een interessante vorm van onderzoek doen is. We staan daar dus zeker en vast achter. Je moet keuzes maken. De middelen zijn niet onbeperkt, en ik denk dan ook dat we beter kunnen inzetten op gerichte keuzes dan middelen te versnipperen. We ondersteunen dan ook volledig dat er is gekozen voor het begrijpend lezen, wat zeer belangrijk is, wetend dat andere interessante thema’s, zoals wiskundedidactiek, inderdaad niet zijn meegenomen, maar liever dat dan de middelen een beetje spreiden over van alles en dan eigenlijk met niks degelijks te eindigen.
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, ik heb die videoboodschap ingesproken omdat ik het belangrijk vind. Ik zie dat hij gedeeld wordt. Maar we hebben moeten kiezen. Ik kies liever één iets om verder mee aan de slag te gaan. Alles is belangrijk, ook de ondersteuning van het basisonderwijs. Er is zoveel dat we moeten bekijken. Ik heb gekozen voor een van de twee thema’s. Dat belet niet dat ik het geleverde werk en het werk dat nog zal geleverd worden opvolg. Wat niet is, kan zeker nog komen, als het gaat over ondersteuning.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Oké. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.