Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Bajart heeft het woord.
In oktober vorig jaar zorgden De Persgroep en Roularta voor een eerste grote verandering in de krachtverhoudingen binnen de Vlaamse mediawereld met hun deal betreffende Medialaan en Mediafin. Medialaan kwam voor 100 procent in handen van De Persgroep en de bladen van Mediafin maakten de omgekeerde beweging richting Roularta. Op 7 maart 2018 werd vervolgens bekend dat Telenet, Mediahuis en de heren Vandenhaute en Watté een overeenkomst hadden, waarbij Telenet de 30 procent aandelen van Mediahuis en de 20 procent aandelen in De Vijver Media overneemt en enige eigenaar wordt van De Vijver Media.
Steeds duidelijker tekenen zich nu de contouren van grote blokken af, die de Vlaamse mediabedrijven en -actoren onder zich verdelen. Waar er vroeger sprake was van een verwevenheid van de diverse mediagroepen via diverse belangen in diverse bedrijven, worden de Chinese muren tussen de mediagroepen nu duidelijker. Dat is, voor alle duidelijkheid, geen probleem voor mij. De mediagroepen zoeken naar de beste manier om hun aanbod bij de klanten te krijgen in een razendsnel veranderende mediawereld, waar het deel van de koek dat opgeëist wordt door buitenlandse giganten voor bijkomende druk zorgt. Het concentreren op één bepaald medium of de kracht van het beheersen van diverse schakels van de sector zijn twee pistes die deze bedrijven relevant en winstgevend kunnen houden.
Zolang de Belgische mededingingsautoriteit hier geen problemen in ziet, is er voor mij ook geen vuiltje aan de lucht. De mededingingsautoriteit gaf overigens op dezelfde dag van de Telenet-overname groen licht aan de Mediafinovername door Roularta, namelijk op 7 maart. Wel wil ik peilen naar hoe u de zaken ziet.
Is het huidige regelgevende kader waarmee de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) moet werken afdoende om ervoor te zorgen dat de recente overnames geen problemen veroorzaken? Hoe evalueert u dat de beoordeling van overnames enkel gebeurt door de Belgische Mededingingsautoriteit en daarbij het BIPT of de VRM niet betrokken wordt? Een mogelijkheid zou immers zijn om de VRM input te laten leveren aan de mededingingsautoriteiten, maar dat zou op federaal niveau vastgelegd moeten worden. Mevrouw Valcke, van de algemene kamer van de VRM, gaf alvast in een recente hoorzitting aan hier voorstander van te zijn. Denkt u dat het zinvol zou zijn, gezien de specifieke kenmerken van de mediasector, te bekijken of voor deze sector geen opening gezocht moet worden om die specifieke kenmerken sterker mee te nemen in de beoordeling van consolidaties en overnames?
Houden de recente overnames een risico in voor de diversiteit in onze onafhankelijke televisieproductiesector?
Minister Gatz heeft het woord.
In Vlaanderen hebben de beleidsmakers het belang van een divers media-aanbod erkend en werd bij de oprichting van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) aan diens algemene kamer de opdracht gegeven om de mediaconcentraties in kaart te brengen. Over de reikwijdte van die opdracht is er indertijd heel wat discussie geweest, en er werd bewust voor gekozen om de VRM op dit vlak geen sanctionerende bevoegdheid toe te kennen.
In het verleden heeft de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) bij media-overnames reeds een beroep gedaan op de expertise van de VRM. Dat gebeurde doorgaans op initiatief van de BMA. In beide overnames waarover in uw vraag sprake is, heeft de BMA de VRM niet geraadpleegd. De samenwerking tussen de verschillende beleidsniveaus en de betrokken instanties zijn gebonden aan regels met betrekking tot het uitwisselen van informatie.
Voor uw algemene beoordelingsvraag over de overnames en het risico voor de diversiteit in ons medialandschap moeten we even recapituleren. Wat houden de recente overnames in? Iedereen weet het ongetwijfeld, maar ik wil het toch nog even in perspectief plaatsen. De overname van de 50 procentparticipatie van Roularta in Medialaan door De Persgroep werd op 6 december 2017 aangemeld bij de BMA. Deze transactie werd op 22 december goedgekeurd via een vereenvoudigde procedure. Op 1 februari 2018 werd aangekondigd dat Medialaan en De Persgroep Publishing, een 100 procentdochterbedrijf De Persgroep, samensmelten tot één mediabedrijf. De gefuseerde onderneming krijgt ook een nieuwe naam, maar die is nog niet bekend.
Wat betreft de televisieproductiesector zijn er, volgens de inschatting die ik op dit ogenblik kan maken, geen onmiddellijke gevolgen op de diversiteit. Het aanbod blijft in eerste instantie gelijk. Op langere termijn verwachten we ook geen grote wijzigingen wat betreft het aanbod doordat De Persgroep voor de transactie ook al zeggenschap had in Medialaan.
Op basis van informatie uit het digitale magazine Inside TV maakte Medialaan in de eerste jaarhelft van 2017 gebruik van 19 productiehuizen voor 46 producties, waarvan er 8 intern geproduceerd werden. De VRM publiceert hier ook jaarlijks cijfers over in zijn mediaconcentratierapport. Dit is een punt dat we verder in het oog kunnen houden om evoluties in te schatten.
Op 7 maart 2018 werd een transactie aangekondigd waarmee Telenet de overige aandelen in De Vijver Media koopt van Mediahuis en van Waterman & Waterman. Daarmee neemt Telenet De Vijver Media volledig over en wordt het dus de enige eigenaar van de commerciële tv-zenders VIER, VIJF, ZES en het productiehuis Woestijnvis. Het blijft voor 50 procent eigenaar, samen met Mediahuis, dat de andere 50 procent in bezit heeft, van de nog op te richten netwerkradio, aangekondigd als NRJ.
Gelijktijdig met deze transactie richten SBS Belgium en Mediahuis via een 50/50 joint venture een reclameregie op die commerciële partners online video-oplossingen en een crossmediaal aanbod zal bieden. Deze transacties moeten nog goedgekeurd worden door de bevoegde mededingingsautoriteiten.
Wat betreft de televisieproductiesector zijn er ook hier weinig onmiddellijke gevolgen voor de diversiteit. Het aanbod blijft in eerste instantie gelijk. Op langere termijn verwachten we ook geen grote wijzigingen wat betreft aanbod doordat Telenet voor de transactie ook al zeggenschap had in De Vijver Media. Doordat Telenet nu alleen eigenaar is van een belangrijk productiehuis, Woestijnvis, zou dit theoretisch risico’s voor de diversiteit kunnen inhouden. Wanneer deze situatie er bijvoorbeeld toe leidt dat Telenet zijn productiehuis vooral inzet voor producties achter de paywall en zo zijn free-to-air zenders uitkleedt. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat de concurrentie tussen de verschillende omroepen taant en op die manier de positie van de productiehuizen verzwakt. Hun strategie van de voorbije jaren spreekt dit echter volledig tegen. Ze zetten namelijk meer in op Vlaamse producties op hun free-to-air zenders.
Op basis van informatie uit Inside TV maakte SBS in de eerste jaarhelft van 2017 gebruik van 19 productiehuizen voor 51 producties. Productiehuis Woestijnvis zelf verzorgde daarvan 14 producties. Ook hier publiceert de VRM publiceert jaarlijks cijfers over in zijn mediaconcentratierapport en hebben wij een ijkpunt om bepaalde evoluties verder te kunnen inschatten.
– Joris Poschet treedt als voorzitter op.
Kort samengevat: wanneer een gezonde concurrentie heerst tussen verschillende omroepen, zullen zij een beroep doen op verschillende productiehuizen. De diversiteit aan Vlaamse onafhankelijke productiehuizen is indertijd mede tot stand gekomen dankzij de concurrentie die ontstond door de introductie van VTM in 1989. Wanneer deze concurrentie teniet zou worden gedaan, zou een monopolistische zender het zich kunnen permitteren om minder gevarieerd te programmeren, waardoor de vraag naar nieuwe tv-producties zou afnemen. Dan zou er – potentieel – een probleem kunnen ontstaan voor de diversiteit in de productiesector. Maar, nogmaals, die tendens manifesteert zich in het geheel niet. Integendeel, er is heel wat diversiteit en kwaliteit. Onze goede Vlaamse series krijgen steeds meer voet in het buitenland – vandaag nog was er het bericht dat de Spaanstalige wereld geïnteresseerd is in een van onze topseries. Dat bewijst dat we daarmee in de goede richting zitten.
Hoewel het over belangrijke financiële overnames gaat, lijkt het te gaan om de vergroting van aandelen van al bestaande spelers in bestaande mediahuizen, en lijkt het inhoudelijke programmatieaanbod van deze zenders veeleer stabiel of, als we het vanuit ons perspectief bekijken, in de goede richting te evolueren. Verder wacht ik, net zoals u, op de beslissing van de BMA met betrekking tot de tweede overname.
De heer Bajart heeft het woord.
Minister, dank u voor uw uitvoerige antwoord. Soms wordt door de BMA een advies gevraagd en soms niet. Zou het geen goed idee zijn om op het federale niveau vast te leggen dat dit altijd zo gebeurt?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik wil even aanvullen omdat, minister, ik gisteren van u een mooi antwoord heb gekregen op een schriftelijke vraag naar hoe het nu zit in verband met ofwel storten in het Mediafonds ofwel coproducties maken vanuit de distributeurs. Uit dat antwoord bleek dat de drie producties die Telenet de afgelopen jaren heeft gemaakt, heel mooi werden gespreid over de verschillende zenders: zowel VIER, VTM als Eén had nut bij het eerst mogen uitzenden van die coproducties. Dat verliep dus telkens met een andere zender. Ik vond dat mooi. Ze hebben het ook beloofd voor 2018: “Telenet wil ook voor 2018 haar projecten verdelen over Eén, VTM en VIER.” Dat is redelijk geruststellend.
Dat betekent niet dat wij niet waakzaam moeten blijven. Ik vind de vragen van de heer Bajart zeker terecht. We moeten afwachten wat de BMA daarover te zeggen heeft. Dit wijst er toch op dat Telenet haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de andere zenders opneemt. Minister, ik vond dat een mooi antwoord, en ik wil u daarvoor alvast bedanken.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, diversiteit in het medialandschap blijft natuurlijk ook voor ons een belangrijk punt. Ze kan vele vormen aannemen. Er is de diversiteit van aandeelhouders, er is de inhoudelijke verscheidenheid in de programmering, er is de redactionele verscheidenheid… Dat zijn allemaal verschillende zaken of toch verschillende accenten of aspecten die we zien wanneer die mediagroepen samengaan.
Ik ga akkoord met wat de collega’s voorstellen. Als de BMA daar in eerste instantie naar kijkt, is dat goed. Als ze advies vragen aan de VRM, is dat natuurlijk nog beter. Ik ben het eens met de heer Bajart: misschien moeten we onze federale collega’s nog eens proberen wijs te maken dat het goed zou zijn om daar een automatisme van te maken. Aan Vlaamse kant hebben wij het meeste vertrouwen in de VRM, die voor dat inhoudelijke het best geplaatst is. Ik weet niet of we daarvoor de opdracht of de werkwijze van de VRM moeten bijschaven. Dat zou moeten worden bekeken. Een automatisme tussen die twee zou een meerwaarde zijn.
Ik heb geen pleidooi voor extra werk voor de Senaat gehoord, collega Vandaele.
De vraag om uitleg is afgehandeld.