Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb een informatieve vraag naar aanleiding van een krantenartikel dat enkele weken geleden is verschenen over het Minderhedenforum. Minderhedenforum vzw staat al jaren bekend als de belangenbehartiger en koepelvereniging van etnisch-culturele organisaties hier in Vlaanderen. Al bijna vijftien jaar vertegenwoordigen zij de etnisch-culturele verenigingen in Vlaanderen en Brussel en geven ze mensen met een migratieachtergrond een stem. Via allerlei projecten inzake cultuur, onderwijs, media, sport enzovoort zorgen ze ervoor dat Vlamingen met migratieroots zich verder kunnen ontwikkelen en kunnen deelnemen aan onze samenleving. Ook hebben ze heel wat expertise op beleidsniveau, waarvan ook in dit parlement tijdens diverse hoorzittingen trouwens al is gebruikgemaakt. Kortom, de organisatie is nodig, levert goed werk en speelt een belangrijke rol in het superdiverse Vlaanderen anno 2018.
Nu, opmerkelijk was, zoals ik al zei, een artikel in de krant De Morgen op 19 maart. De titel was als volgt: “‘Homans wil ons monddood maken’: personeel Minderhedenforum slaat alarm.” In het bewuste artikel staat dat in het voorontwerp van decreet dat u op tafel van de regering zou hebben gelegd, staat dat het Minderhedenforum niet meer louter op de federatie van etnisch-culturele minderheden mag focussen, zodat het personeel en de directeur vrezen dat hun positie en unieke rol zou worden verzwakt. Ook zouden de woorden ‘empowerment’ en ‘emancipatie’ worden geschrapt, zodat het personeel vreest dat zijn rol zou worden ingeperkt. Ook worden er diverse vragen gesteld over het wegvallen van de Roma als doelgroep en het feit dat er voortaan met samenwerkingsakkoorden zal moeten worden gewerkt. Dat laatste zorgt voor de begrijpelijke vrees dat de samenwerkingsakkoorden eenzijdig kunnen worden opgezegd en zo de onafhankelijke werking in het gedrang zou worden gebracht.
Kortom, heel wat vragen bij het personeel, dingen die zijn uitgelekt. Dat is natuurlijk een ongelukkige manier van werken. Bij het personeel komt er ook wel heel duidelijk een vrees naar voren, maar dat is natuurlijk hun interpretatie van de zaken. Minister, daarom wou ik aan u als bevoegd minister bepaalde extra informatieve vragen stellen, om meer duidelijkheid daarover te krijgen.
Algemeen, hoe verlopen op dit moment die onderhandelingen met het Minderhedenforum? Als zo’n artikel verschijnt, dan denk ik dat er misschien wat ruis op de communicatie zit, dat er duidelijk wat paniek is, dat er wat zorgen, signalen van onrust zijn. Hoe zijn die banden? Op welke manier en met welke toon verlopen die onderhandelingen op dit moment? Klopt die informatie dat de Roma, de woonwagenbewoners meer specifiek, als specifieke doelgroep zouden worden geschrapt? Zo ja, waarom? Klopt het ook dat empowerment en emancipatie niet langer als taak van het Minderhedenforum worden gezien? Zo ja, waarom? Het Minderhedenforum speelt een unieke rol in onze samenleving. Ik denk dat iedereen hier het daarover eens is. Het heeft een waardevolle stem. Hoe kunt en zult u garanderen dat het die rol volop en onafhankelijk zal kunnen blijven spelen in de toekomst? Op dit moment is dat blijkbaar toch ook wel een van de zorgen die mensen delen en die in het artikel ook naar boven zijn gekomen.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Annouri, uw vraag is een beetje vijgen na Pasen, letterlijk en figuurlijk. De vraag was natuurlijk ervoor al ingediend, maar op basis van de manier waarop u uw vragen stelt, nogal voorwaardelijk, weet ik eigenlijk niet goed of u ervan op de hoogte bent dat het ontwerp de laatste vrijdag voor de paasvakantie is goedgekeurd. Alle stukken staan op de website van het Vlaams Parlement. Ook de memorie van toelichting staat daarop. Voor veel vragen die u hier stelt, kunt u dus alles natuurlijk ook terugvinden in die stukken, die u kunt terugvinden op de webstek. Ik zal er echter op antwoorden. Geen enkel probleem.
De wijzigingen die voor het Minderhedenforum werden voorgesteld en dus zijn opgenomen in het ontwerp van decreet dat op vrijdag 30 maart is goedgekeurd, zijn gebaseerd op de bevindingen van het onderzoek dat werd uitgevoerd onder het promotorschap van HIVA-KU Leuven en in samenwerking met het Kenniscentrum Kinderrechten (KeKi), het Instituut voor de Overheid en De Wakkere Burger.
Dit onderzoek werd eind 2016 afgerond en is eveneens, net zoals de documenten van de regering, online te raadplegen.
U kent wellicht ook mijn beleidsbrief Integratie en Inburgering 2017-2018. Tijdens de bespreking daarvan in deze commissie heb ik ook al zeer duidelijk aangegeven welke aanpassingen ik wou doorvoeren aan het Integratiedecreet. Ten eerste is dat een verbreding van de werking: naast de verenigingen van etnisch-culturele minderheden moeten ook andere actoren worden betrokken. Dat moet de representativiteit ten goede komen. Ik denk dat dat een goede zaak is: hoe meer actoren, hoe beter. Ten tweede moet het takenpakket focussen op beleidsparticipatie. Ten derde moet de samenwerking worden geregeld via een overeenkomst tussen de Vlaamse Regering en de participatieorganisatie, in casu het Minderhedenforum. Ik geef u dat even vooraf mee, omdat ik wil aantonen dat ik altijd wel heel transparant ben geweest in mijn aanpak. In mijn beleidsbrief en dergelijke is dat ook ter sprake gekomen.
U vroeg hoe de onderhandelingen met het Minderhedenforum verlopen. Wat dit ontwerp van decreet betreft, zijn die natuurlijk afgerond, want het ontwerp is goedgekeurd op 30 maart. Ik kan u wel zeggen dat er diverse malen overleg is geweest tussen mijn kabinet en het Minderhedenforum, en dat wat mij betreft, en ook wat de directeur van het Minderhedenforum betreft, die dat ook nog eens heeft bevestigd, die overlegmomenten altijd in een zeer constructieve sfeer zijn verlopen.
Het klopt niet dat empowerment en emancipatie niet langer als een taak van het Minderhedenforum worden gezien. Dat kunt u ook heel duidelijk lezen in het ontwerp tot wijziging van het Integratiedecreet. Ik zal er even letterlijk uit citeren. Er staat expliciet het volgende.
“De participatieorganisatie vervult, met het oog op de empowerment en de emancipatie van de bijzondere doelgroepen van het integratiebeleid en de correcte beeldvorming over de bijzondere doelgroepen van het integratiebeleid, met voldoende lokale spreiding, de volgende algemene opdrachten: één, de belangen van de bijzondere doelgroepen van het integratiebeleid behartigen; twee, de bijzondere doelgroepen van het integratiebeleid vertegenwoordigen ten opzichte van de Vlaamse overheid; drie, beleidsaanbevelingen uitbrengen; vier, lokale actoren sensibiliseren voor en ondersteunen bij het nemen van initiatieven om de beleidsparticipatie van de bijzondere doelgroepen van het integratiebeleid te bevorderen.”
Mijnheer Annouri en andere leden, er wordt dus niet afgestapt van empowerment en emancipatie. Het enige wat wel is gewijzigd – dan moet u dat zelf niet gaan opzoeken, ik zal u de moeite besparen –, is dat ze niet langer als opdrachten worden geformuleerd, maar wel als doelstellingen, wat inhoudelijk ook gewoon veel logischer is. Empowerment en emancipatie zijn echter wel degelijk nog steeds een taak van het Minderhedenforum.
U vroeg dan hoe het Minderhedenforum eigenlijk nog een onafhankelijke rol kan spelen. Ik denk dat ik in dit geval eigenlijk de vraag beter omkeer: op welke manier zouden de wijzigingen die zijn aangebracht, de onafhankelijke rol van het Minderhedenforum ondermijnen? Ik zie dat absoluut niet. Het Integratiedecreet voorziet in de erkenning en de subsidiëring van een participatieorganisatie. Dat verandert absoluut niet. Mijnheer Annouri en anderen, er zijn zeer weinig landen, en ook zeer weinig regio’s, waar de werking van zo’n organisatie op deze manier is verankerd, dus decretaal is verankerd. Er wordt inderdaad overgestapt van een meerjarenplan naar een samenwerkingsovereenkomst, waarin we de strategische en de operationele doelstellingen kunnen opnemen, maar dat is ook logisch. Ik verwijs bijvoorbeeld naar hoe we samenwerken met het Netwerk tegen Armoede. Dat is dan een ander beleidsdomein. Dat is ook verankerd in een samenwerkingsovereenkomst. Dat belet het Netwerk tegen Armoede geenszins, en maar goed ook, om onafhankelijke standpunten in te nemen. Daar wordt dus ook al jaren met een samenwerkingsovereenkomst gewerkt, en ik vind dat de logica zelve, maar dat neemt natuurlijk niet weg dat ze nog altijd vrij zijn om zo onafhankelijk mogelijk hun beleid en hun visie kenbaar te maken. U kent het Netwerk tegen Armoede. Zij doen dat ook, en ze werken ook op deze manier samen met de Vlaamse overheid.
Dan was er uw vraag of de Roma als specifieke doelgroep zullen worden geschrapt. Mijnheer Annouri, het is zeker niet alleen voor u bedoeld, maar ik denk dat het duidelijk nodig is om het onderscheid een beetje te duiden tussen een aantal bevolkingsgroepen. Ik heb in de regering die debatten immers ook diverse keren moeten voeren, en ‘Roma’ is hier een containerbegrip geworden, waar diverse bevolkingsgroepen op een hoop worden gegooid. Ik denk dat er een beetje een begripsverwarring is. Wie zijn nu eigenlijk de Roma? Dat is een verzamelnaam voor migrantengroepen uit Oost-Europa. Ze hebben een Noord-Indische afkomst en een nomadische voorgeschiedenis. Ze zijn de grootste minderheidsgroep van Europa, met ongeveer 10 à 12 miljoen. In Vlaanderen gebruiken we de benaming ‘Roma’ enkel voor die mensen die hier eind 20e, begin 21e eeuw zijn komen wonen. Roma wonen in huizen of appartementen. Het zijn dus géén woonwagenbewoners Wat verandert er voor die groep? De Roma zijn personen van buitenlandse herkomst en behoren dus per definitie tot de doelgroep van ons integratiebeleid. Voor die groep verandert er dus nul komma nul, verandert er niets.
Wat zijn nu woonwagenbewoners? Daarvan zijn er verschillende groepen. Er is heel veel begripsverwarring ontstaan, onder andere over het woord Roma. Het is de krant die dat heeft gedaan en gepubliceerd, het is dus zeker niet uw verantwoordelijkheid, mijnheer Annouri.
Wie zijn de woonwagenbewoners? Dit zijn de meer dan 970 gezinnen – ongeveer 2500 mensen – die in Vlaanderen permanent leven in een woonwagen. Die manier van wonen maakt deel uit van hun traditionele levenswijze en cultuur.
De meeste woonwagenbewoners leven in familieverband op een residentieel woonwagenterrein. Dat zijn dus de residentiële woonwagenbewoners. Zij verblijven daar zo goed als permanent, tenzij ze op reis zijn. Zij wonen dus residentieel op dat woonwagenterrein.
Daarnaast zijn er ook rondtrekkende gezinnen, vaak uit omliggende landen, die tijdelijk en dus niet permanent verblijven op doortrekkersterreinen of op zogenaamde pleisterplaatsen. Woonwagenbewoners vormen geen homogene bevolkingsgroep. Er zijn drie deelgroepen.
Om te beginnen zijn er de zogenaamde Voyageurs. Zij stammen af van de autochtone trekkende bevolking, mensen die voortdurend rondtrokken en onderweg de kost verdienden met allerlei ambulante activiteiten. Ze spreken Nederlands, maar gebruiken soms nog Bargoense woorden.
Dan zijn er de zogenaamde Manoesjen. Zij kwamen in de 15e eeuw naar onze streken. Door de eeuwen heen integreerden ze zich gedeeltelijk in de omgeving en de maatschappij rondom hen. Ze spreken Manoesj en Nederlands.
Dan heb je nog de Roms. Dat zijn niet de Roma. Ik heb al uitgelegd wat de Roma zijn. De Roms kwamen eind 19e, begin 20e eeuw naar hier vanuit Oost-Europa. Ze vallen op door hun traditionele levenswijze en opvallende kledij. Ze trekken rond van voorjaar tot najaar in familiegroepen. Hun eerste taal is het Romanes, een taal verwant aan het Manoesj. Hun tweede taal is het Frans. Jongeren spreken ook vaak Nederlands.
Wat verandert er voor deze groep? In de doelgroep van het decreet leggen we de focus op rondtrekkende en dus niet op de residentiële woonwagenbewoners. Ik hoop dat het verschil tussen de residentiële en de rondtrekkende woonwagenbewoners duidelijk is. Waarom zijn de rondtrekkende woonwagenbewoners wel nog een doelgroep van het decreet en was dat zo ook duidelijk gemaakt in de gesprekken met het Minderhedenforum? De rondtrekkende woonwagenbewoners bevinden zich in een meer kwetsbare situatie dan de residentiële. Door hun rondtrekkende bestaan hebben ze moeite met het vinden van werk, de nodige hulpverlening, hebben ze moeite om afspraken te maken met gezondheidsverleners en gaan de kinderen niet of nauwelijks naar school.
Vanuit het integratiebeleid zijn deze rondtrekkende woonwagenbewoners daarom doelgroep in functie van coördinatie en afstemming over de verschillende beleidsdomeinen heen. Het is zeer belangrijk dat de verschillende beleidsdomeinen, zoals Onderwijs en Welzijn, zonder volledig te zijn in mijn opsomming, en de lokale besturen en voorzieningen samenwerken en de nodige initiatieven nemen om deze kwetsbare en geïsoleerde doelgroep te bereiken. Zij blijven dus wel een doelgroep van het Minderhedenforum. Waarom de residentiële woonwagenbewoners niet? Dat is omdat ze veel beter zijn ingebed in het sociale weefsel. Deze mensen wonen op een vaste plaats.
De woonwagenterreinen zijn, vanuit de bevoegdheid Inburgering, in het begin van deze legislatuur overgeheveld naar de bevoegdheid Wonen. Dat was gemakkelijk, want dat zat in één hand. In het verleden was daar discussie over. Ook de subsidies voor het aanleggen van de residentiële woonwagenterreinen zijn verhoogd van 90 naar 100 procent subsidies die wij geven aan de lokale besturen. Die mensen wonen dus op een vaste plaats, de kinderen gaan er meestal ook naar school. Ik durf er mijn hand niet voor in het vuur steken dat er af en toe wel eens een kindje spijbelt, maar we worden allemaal wel eens geconfronteerd met een kind dat spijbelt, nietwaar? Er is ook een band tussen de residentiële woonwagenbewoners en lokale voorzieningen. Ze kunnen ook zekerheden inbouwen in hun leven.
Het inclusieve beleid van de verschillende beleidsdomeinen, het contact met de lokale beheerders en de lokale voorzieningen volstaan in principe om deze doelgroep te bereiken. De lokale besturen bevestigen dat ook. Lokale besturen die residentiële woonwagenterreinen hebben, bevestigen dat. Wij achten het noodzakelijk om hen niet meer als aparte bijzondere doelgroep op te nemen in het Integratiedecreet.
Voorzitter, excuus voor mijn uitgebreide toelichting, maar het is toch eens nuttig om de verschillen tussen al die begrippen uit te leggen. Verandert er iets aan onze samenwerking met het Minderhedenforum? Ja, we gaan werken via een samenwerkingsovereenkomst, maar dat doen we ook met andere organisaties. We blijven hen subsidiëren. De niet-residentiële woonwagenbewoners blijven een doelgroep. Ze zullen in de toekomst, net zoals in het verleden, in alle onafhankelijkheid hun werk kunnen blijven voortzetten.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw uitgebreid antwoord en uw spreekbeurt over de woonwagenbewoners, die zeer educatief was. Ik had mijn vraag om uitleg ingediend voor de paasvakantie en hoe dan ook vond ik het nog altijd belangrijk om die nu te stellen omdat het net gaat over het Minderhedenforum, dat een ongelooflijk belangrijke rol speelt en heeft gespeeld in de emancipatie van minderheden in Vlaanderen en hun verdere ontwikkeling en deelname aan de samenleving, en die rol ook zal blijven spelen. Daarover moeten we blijven waken en we moeten dit ook opvolgen.
Minister, vergroot de workload van het Minderhedenforum? Moeten ze extra opdrachten uitvoeren in vergelijking met voordien? Komen er opdrachten bij of behouden ze dezelfde workload? Als er extra opdrachten bij komen, zijn er dan ook extra middelen of niet? Waarom wel, waarom niet?
Minister Homans heeft het woord.
Het Minderhedenforum krijgt een extra taak, namelijk de beleidsparticipatie bij de lokale besturen. Dat is ook zeer belangrijk. Ze krijgen daar geen extra middelen voor. Er is natuurlijk een deel van de doelgroep weggevallen. De mensen die verantwoordelijk waren voor woonwagenbewoners – ze moeten natuurlijk hun interne keuken zelf regelen – kunnen worden ingezet om lokale besturen inzake beleidsparticipatie te ondersteunen, aangezien de doelgroep aanzienlijk is verkleind.
Minister, ik zal opzoeken in hoeverre dat een extra workload met zich meebrengt, en of dat kan worden gecompenseerd met de huidige taakomschrijving. Ongetwijfeld wordt dit vervolgd, omdat de rol van het Minderhedenforum in Vlaanderen vandaag niet kan worden onderschat. We moeten ervoor blijven zorgen dat ze performant kunnen blijven presteren.
Mijnheer Annouri, voor alle duidelijkheid, ik heb blijkbaar gezegd dat de stukken op de webstek van het Vlaams Parlement staan. Ze staan niet op de webstek van het Vlaams Parlement, maar van de Vlaamse overheid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.