Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, ik ben een toerist en ik ben met de watertaxi gekomen aan de hand van de vraag. Als u mij ziet verschijnen, voorzitter, weet u waarschijnlijk wel waarover het zal gaan. Ik kom hier meestal over de Dender praten.
Ik ga even terug in de geschiedenis. Begin 2014 hadden we een actualiteitsdebat in dit parlement naar aanleiding van de vrees voor nieuwe overstromingen rond het Denderbekken. Een aantal jaren voordien waren er hevige overstromingen geweest, onder meer in Geraardsbergen. Als gevolg daarvan werd het een belangrijke doelstelling om alle stuwen op de Dender tegen 2020 te vernieuwen. Werken in Vlaanderen zijn niet eenvoudig. Ik heb ook een bezoek gebracht over de taalgrens en daar gaat het sneller, maar dat heeft voor een stuk ook te maken met het feit dat er soms gewoon minder bebouwing is, wat de zaken wat vergemakkelijkt.
De werken aan het stuwencomplex op de Dender in Geraardsbergen liggen al sinds 13 oktober stil. De Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft namelijk de bouwvergunning voor het nieuwe stuwencomplex in Geraardsbergen vernietigd naar aanleiding van een klacht van de actiegroep Milieufront Omer Wattez (MOW). Ik heb in een vorige vraag die actiegroep een andere naam gegeven. Maar goed, dat was een persoonlijke interpretatie en had te maken met een bepaalde beweging in Afghanistan, gekoppeld aan een bepaalde vorm van extremisme.
Op 4 mei kwam het nieuws dat de stillegging van de werken nog verlengd zal worden tot eind 2018, als gevolg van de keuze om een geheel nieuwe omgevingsvergunning aan te vragen. Nochtans is het gebied zeer gevoelig voor overstromingen en dienen de stuwen aan de Dender dringend te worden vervangen.
Het overstromingsgevaar rond de Dender is dus allerminst geweken, en een herhaling van de overstromingen van 2013 blijft dus mogelijk. U antwoordde op mijn vraag om uitleg hierover op 26 oktober 2017 dat er, met het oog op de uitvoering van de werken, flankerende maatregelen getroffen zijn om tijdens de uitvoering van de werken de waterafvoer van de Dender te verzekeren. Het gaat dan over het inzetten van de sluis als noodstuw bij dreigende kritische hoge waterstanden. De vraag blijft of deze noodmaatregelen toereikend zijn gezien de langdurige stillegging. Onze vrienden van het Milieufront Omer Wattez trekken zelfs het nut van de bouw van een nieuw sluizencomplex in Geraardsbergen om overstromingen tegen te gaan in twijfel. Zij verwijzen hiervoor naar berekeningen van het Waterbouwkundig Laboratorium van de Vlaamse overheid.
In hetzelfde antwoord op mijn eerdere vraag om uitleg stelde u ook dat, afhankelijk van het verkrijgen van een nieuwe vergunning, het project in Geraardsbergen een invloed zal hebben op de andere vernieuwingsprojecten op de Dender.
Minister, welke invloed heeft deze lange stillegging van de vernieuwing van het stuwencomplex in Geraardsbergen op de andere vernieuwingsprojecten op de Dender? Welke einddatum plant u voor alle vernieuwingsprojecten op de Dender?
Zijn de flankerende maatregelen, zoals de noodstuw, voldoende om watersnood te vermijden gedurende de lange stillegging van de vernieuwing van het stuwencomplex in Geraardsbergen? In hoeverre wilt en kunt u zonder bouwvergunning nog extra maatregelen nemen om overstromingen in de regio te vermijden?
In hoeverre gaat u akkoord met het argument van het Milieufront Omer Wattez dat een vernieuwd stuwencomplex in Geraardsbergen niet leidt tot een betere bescherming tegen overstromingen?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Meremans, welkom in deze commissie waar warme vriendschappen groeien en worden onderhouden, maar in alle huishoudens valt al eens een onvertogen woord.
Wat betreft uw bezorgdheid over de voortgang van alle andere projecten, kan ik u zeggen dat de vernietiging van de werken in Geraardsbergen geen invloed heeft op de planning van de andere werkzaamheden en vernieuwingsprojecten op de Dender. Zo verlopen de werken voor de herbouw van de stuwen in Aalst vlot. Ze zijn in volle uitvoering. Ze zijn gestart in 2015 en moeten rond zijn in 2020. Alleen daar al investeren we een budget van 28 miljoen euro. Voor de overige locaties – de stuwen van Denderleeuw, Teralfene, Pollare, Idegem en de herbouw van het complex in Denderbelle – zijn de voorbereidende studies lopende. Voor de stuwen in Idegem en Pollare gaan we uit van de start van de werken in 2019, afhankelijk van het vergunningentraject. Als dat zonder problemen verloopt, dan gaan we uit van een indienstname in 2021. Ook voor de stuw van Denderleeuw werd de studie tot opmaak van een DBFM-opgestart. Volgend jaar zullen we dan een aannemer kunnen aanduiden, die mee de studie en het vergunningentraject zal uitvoeren.
De timing van de verdere afwerking van het complex in Geraardsbergen is afhankelijk van het verkrijgen van de nieuwe omgevingsvergunning. Als alles verloopt volgens het uitgestippelde traject, verwacht ik dat we kunnen hervatten in het voorjaar van volgend jaar. De oorspronkelijke datum van het operationeel zijn van de sluizen zal daardoor uiteindelijk zeker een jaar vertraging hebben opgelopen.
Momenteel blijven de beide bestaande stuwen volledig in gebruik. Bijkomend kan de sluis worden ingezet als noodstuw bij kritische dreigende hoge waterstanden. Dat is een bijkomende mogelijkheid voor waterafvoer die we niet hadden voor de aanvang van de werken. De huidige situatie is ook voldoende om overstromingsgevaar tijdens de periode van stillegging te kunnen beheersen.
Onze acties voor overstromingsbeveiliging passen vanzelfsprekend ook binnen de afspraken met het Waalse Gewest, met de Service Public de Wallonie.
De vernieuwing van de stuwen op de Dender is in de eerste plaats noodzakelijk om de bedrijfszekerheid en betrouwbaarheid van de infrastructuur in functie van de waterbeheersing te kunnen verzekeren en geeft ons de mogelijkheid om het waterpeilbeheer met een geautomatiseerde sturing aan te sturen over het gehele traject van de Dender. Het vergroten van de doorstoomopeningen draagt bij tot het reduceren van de waterpeilen bij hoge afvoer, vooral opwaarts van de stuwen.
De vernieuwing van de stuwen is dus niet hét antwoord op de overstromingsproblematiek van de Dender, maar het is er wel een element van. Naast de vernieuwing van de stuwen, zijn er natuurlijk andere bijkomende maatregelen nodig. De belangrijkste maatregel is de groepering in het overstromingsrisicobeheerplan voor de Dender dat we momenteel aan het opmaken zijn. In dat overstromingsrisicobeheerplan onderzoeken we verdergaande maatregelen over de verschillende beleidsdomeinen en bevoegdheden heen. Het zal een maatregelenpakket zijn met een combinatie uit wat we de ‘drie p-maatregelen’ noemen: protectieve maatregelen, preventieve maatregelen en paraatheidsmaatregelen. De protectieve maatregelen betreffen het verdiepen, verbreden, dijken en keermuren. De preventieve maatregelen betreffen onder andere de bouwstop, de grondenruil en het waterrobuust bouwen of verbouwen. De paraatheidsmaatregelen omvatten het alarmsysteem, het voorspellingssysteem.
De vergunningsbetwisting doet dus geen afbreuk aan de integrale aanpak van de waterbeheersing en de overstromingsgevaar langsheen de Dender – en gelukkig maar.
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het deed een beetje de ronde dat het stilleggen van die werken een invloed zou hebben op de andere projecten. Ik ben blij dat dat niet het geval is.
Het is soms om horendol van te worden. In Aalst gaan de werken vooruit. Dat zie ik ook, want ik passeer er geregeld. Ik heb de werken in Geraardsbergen gezien toen ze bezig waren. Nu liggen ze stil. Dat zorgt natuurlijk voor onrust bij de bevolking.
Het moet me toch opnieuw van het hart dat een bepaalde vereniging – we zullen haar maar bij naam noemen, het betreft het Milieufront Omer Wattez – als ik me niet vergis in 2012 – ik moet het nog eens checken – subsidies trekt van het departement Milieu, van minister Schauvliege. Achteraf stel ik mij de vraag of dat geld dan wordt gebruikt om te kunnen procederen tegen de Vlaamse overheid die bepaalde maatregelen neemt om de mensen te beveiligen tegen het water. Het is soms wat ironisch. Maar met ironie kun je de mensen niet beschermen. Ik geef het even mee, omdat we hier misschien toch eens goed over moeten nadenken. We hebben het in Vlaanderen steeds moeilijker om zaken te realiseren.
Ik ben in elk geval blij met uw antwoord. Dat is duidelijk. Natuurlijk moeten we wachten tot die nieuwe vergunning klaar is. Ik hoop echt dat het dan kan vooruitgaan.
Die stuwen en sluizen zijn er slechts een onderdeel van. Dat klopt. U hebt daarin absoluut gelijk. Er zijn ook de overstromingsgebieden, de bekkens, de hermeandering, bijvoorbeeld van de Marke. Dat zijn allemaal maatregelen die werden genomen.
In bepaalde gemeenten, bijvoorbeeld de gemeente Overboelare, hebben ze al een paar keer prijs gehad. Elke winter slapen die mensen slecht wanneer het gedurende een tijdje regent. Ik wil er dan ook op aandringen dat u de waterweg blijft stimuleren om de nodige maatregelen te nemen in dat plan tegen overstromingen en daar een zekere vaart in maken, want er is nog te weinig te zien op het terrein.
Ik snap ook wel alles omtrent vergunningen en dergelijke, maar we moeten hen toch aansporen om daar werk van te maken.
Ik zal dit blijven opvolgen. We kunnen nu voor een stuk zeggen dat de beveiliging van de mensen gegarandeerd is, maar op termijn blijft het een moeilijk issue. In tegenstelling tot de vorige legislatuur gaan er nu wel degelijk spades in de grond en zien we verandering, ook al hebben we nu een terugslag met de vernietiging van de vergunning in Geraardsbergen.
We blijven hopen, en ik zal waarschijnlijk nog een paar keren terugkomen, voorzitter, met dezelfde vraag, maar dat is ook mijn opdracht als regionaal volksvertegenwoordiger. Het is belangrijk dat iemand zich bekommert om de mensen langsheen de Dender.
De heer De Clercq heeft het woord.
Het is een dossier dat ik ook al een tijdje opvolg en het is een heel belangrijk dossier voor de Denderstreek. Ik ben zelf ook ter plekke gegaan en er is inderdaad een wereld van verschil met een paar honderd meter verder aan Waalse zijde, waar men er wel in slaagt om stappen vooruit te zetten. We moeten hier geen symboliek voeren van vroeger, beter of slechter, dit of dat. Mijnheer Meremans, wat we zelf doen, is blijkbaar ook niet altijd beter, want de procedures en de Raad voor Vergunningsbetwistingen zijn puur Vlaamse bevoegdheden. Laten we ons niet vangen aan dergelijke spelletjes.
Het belangrijkste is inderdaad – dat hebt u wel juist gezegd – dat er wel degelijk stappen vooruit worden gezet. Daar gaat het om voor de mensen. Al de rest is symboliek en praat voor partijleden, maar de mensen liggen wakker van andere zaken. Het is dus goed om te horen, minister, dat er stappen vooruit worden gezet.
Ik heb vaak contact met verschillende lokale besturen. Zo is mij ter ore gekomen dat er van zowel het bestuur van Dendermonde als van het formidabele Lebbeke al verschillende verzoeken zijn geweest om overleg met u. Zij dringen daar blijkbaar erg op aan, omdat ze een belangrijke gelijkgrondse ondergang van het stuw- en sluizencomplex in Denderbelle willen, die nu niet meer wordt verzekerd door het gewest. Ze blijven daar in het ongewisse en dringen aan op overleg, maar men heeft nog geen antwoord van uwentwege mogen ontvangen. Het is belangrijk om in overleg te gaan, want dat zou ook een goede vooruitgang inzake de verandering zijn.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb Denderbelle al herhaaldelijk uitgenodigd om samen te financieren en om zelf te zorgen voor een veilige oversteek, op basis van cofinanciering zoals dit ook gebeurt in andere gevallen, bijvoorbeeld in Aalst. Maar men wil daar vooralsnog niet van weten. Dat aanbod van mij blijft openstaan. Het is een correct en goed voorstel, waar men perfect van op de hoogte is.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik wil nog even reageren op wat de heer De Clercq heeft gezegd. Het dossier van de bovengrondse oversteekplaats voor fietsers en voetgangers in Denderbelle ken ik zeer goed. Wat de minister zegt, klopt. Er is een oplossing voorhanden. De huidige overweg is niet ideaal voor fietsers, niet ideaal voor voetgangers, zeker niet als ze al wat op leeftijd zijn. Men heeft daar de kans om iets helemaal nieuws te bouwen, in cofinanciering. Ik betreur die houding dan ook. We gaan richting gemeenteraadsverkiezingen en dan is het blijkbaar voor sommigen interessanter om lokaal politiek te scoren met aanvallen op een minister van een bepaalde partij, dan er zelf een oplossing voor proberen te maken.
In beide gemeenten, Lebbeke en Dendermonde, als het van ons afhangt, komt er een nieuwe oversteekplaats, en het zal een mooie zijn voor het toerisme in Dendermonde en omgeving.
De vraag om uitleg is afgehandeld.