Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister-president, Toerisme Vlaanderen wil de erfgoedbeleving in meetinglocaties uitspelen als troef om Vlaanderen internationaal te promoten als meeting- en congresbestemming.
Minister van Toerisme Ben Weyts wijst erop dat dit soort toerisme een economisch interessante sector vertegenwoordigt en dat ons erfgoedpatrimonium voor valorisatie in aanmerking komt. Dat sluit perfect aan bij uw beleid, waarin u het belang van onroerend erfgoed als economische hefboom voor toeristische ontwikkeling onderstreept.
Toerisme Vlaanderen duidde elf potentiële ‘special meeting venues’ aan, die in 2018 en 2019 begeleiding krijgen om zich internationaal te profileren als unieke vergaderlocatie. Eind maart is daarvoor een begeleidingstraject opgestart.
De begeleiding gebeurt door het West-Vlaams Economisch Studiebureau (WES), een bureau voor onderzoek en strategisch advies. Specialisten op het vlak van toerisme, congressen en beleving zullen onze erfgoedsites adviseren om hun infrastructuur, communicatie en dienstverlening te versterken. Op termijn wil de minister de locaties internationaal op de markt zetten als het keurmerk ‘special meeting venues’.
Het is duidelijk dat bij deze oefening een evenwicht zal moeten worden gevonden tussen erfgoedzorg en de exploitatie van historische sites. Volgens artikel 6.4.3 van het Onroerenderfgoeddecreet is het “verboden om beschermde goederen te ontsieren, te beschadigen, te vernielen of andere handelingen te stellen die de erfgoedwaarde ervan aantasten.” Dat is het kader waarbinnen Toerisme Vlaanderen zal moeten opereren.
Minister-president, bent u betrokken bij de uitrol en de selectie van het concept ‘special meeting venues’ van de minister van Toerisme? Zo ja, op welke manier?
Denkt u dat bijzondere afspraken nodig zijn om de erfgoedzorg te benadrukken bij de keuze en het realiseren van het keurmerk ‘special meeting venues’ van Toerisme Vlaanderen?
In antwoord op mijn schriftelijke vraag 267 van 5 april 2016, naar aanleiding van een schadegeval aan de Belforttoren in Brugge, zei u dat u werk zou maken van een afwegingskader ‘publiciteit’. Is dat al van kracht, en zo ja, is dat volgens u relevant in dit soort zaken?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Van Werde, ik deel u inleidend mee dat erfgoed al enkele jaren een focus vormt binnen het toeristische beleid. Het is trouwens een zeer grote trekker voor toerisme.
Toen ik minister van Toerisme was, heb ik meermaals cijfers gepubliceerd over het aantal toeristen dat vooral naar onze kunststeden komt voor het erfgoed dat een zeer belangrijke factor vormt. Een toerist komt voor veel aspecten, maar erfgoed is, zeker in het kader van het stedelijk toerisme, een zeer interessante en grote trekker. Erfgoed creëert veel toerisme en welvaart.
De voorbije jaren zijn er vanuit Toerisme diverse open oproepen geweest met het oog op het ontwikkelen van toeristische infrastructuur in erfgoedlocaties. Daar zijn een aantal beschermde erfgoedlocaties bij betrokken. Voor de Vlaamse meesters gaat het over Bokrijk, de Sint-Baafs-kathedraal in Gent, de Sint-Pieterskerk in Leuven. De kernattracties zijn de Plantentuin van Meise, de Wintertuin in Sint-Katelijne-Waver, Be-Mine, het Hof van Busleyden in Mechelen, het Gravensteen in Gent, het Zoniënwoud, Van Steen tot Steen langs de Schelde. Voor MICE (Meetings, Incentives, Conferences, Exhibitions) tot slot is dat Thor in de steenkoolmijn van Waterschei.
Er is met Toerisme Vlaanderen afgesproken dat zij de selectielijsten aan het agentschap bezorgen. Ons agentschap engageert zich ook om de dossiers die eruit voortvloeien gericht op te volgen. Voor projectontwikkeling in beschermde onroerenderfgoedlocaties is consultatie van het agentschap overigens een verplichting.
Toerisme Vlaanderen plant ook trajectbegeleiding voor hefboomprojecten die op basis van open oproepen zijn geselecteerd, en daar hoort informatieverstrekking bij over de bijzondere voorwaarden die gelden voor beschermde erfgoedlocaties.
Toerisme Vlaanderen organiseerde eind vorig jaar een gerichte open oproep voor meeting- en congreslocaties. Sites konden zich kandidaat stellen voor een begeleidingstraject met de bedoeling infrastructuur te ontwikkelen waarin de kwaliteiten van erfgoed ten volle worden benut. De open oproep leverde uiteindelijk een selectie op van vijftien locaties.
Het Agentschap Onroerend Erfgoed is niet betrokken bij de selectie van die locaties, maar dat is op zich geen probleem, omdat er dan wel wordt samengewerkt en dat Onroerend Erfgoed dan optreedt in de begeleidingstrajecten.
Ervaring met vorige open oproepen leert dat de dialoog er is. Bovendien zijn een aantal van die geselecteerde locaties al ervaringsdeskundig in het omgaan met erfgoed.
De betrokken sectoren kennen ook elkaars randvoorwaarden en zijn zich ervan bewust dat ze elkaar kunnen versterken. Al in 2015 ontwikkelden Toerisme Vlaanderen en het Agentschap Onroerend Erfgoed samen de ‘Inspiratiegids Toeristische Erfgoedontwikkeling’, waarin alle componenten van de geslaagde kruisbestuiving worden behandeld, zowel vanuit de erfgoedhoek als vanuit de toeristische hoek. Het lijkt mij vanuit dat oogpunt niet belangrijk om daarover bijkomende afspraken te maken.
Het afwegingskader ‘Publiciteit in en aan beschermd erfgoed’ zal naar verwachting binnenkort, ten laatste binnen een tweetal maanden, worden gepubliceerd. Het is, net zoals de andere afwegingskaders, een publiek document, dus het zal zeker bijdragen aan een goede manier van werken.
Als facet van toeristische erfgoedontwikkeling komt het thema overigens ook al aan bod in de inspiratiegids waarover ik het zo-even had.
Toeristische erfgoedontwikkeling heeft echter ook heel veel andere facetten. Het is dus het best vooral dit brede kader in aanmerking te blijven nemen.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik vind het zeer positief wat u hebt gezegd, minister-president. Ik had ook niets anders verwacht dan dat het zeer goed zou worden opgevolgd en begeleid, en dat er bijzondere voorwaarden zouden worden gesteld.
Ik heb de lijst van die vijftien locaties bekeken. Het zijn inderdaad locaties die daarvoor in aanmerking komen, die al ervaring hebben. Ik vroeg me gewoon af: wat als er nu ineens een heel mooi monument wordt opengesteld? Dan doemt het beeld op van de olifant in de porseleinkast. Zo is er de ervaring van het paleis op de Meir, waarin ook meetings werden gehouden. De draagkracht van de lokalen daar was misschien niet zo groot. Het is daar niet echt op een positieve manier afgelopen.
Ook monumenten en landschappen zijn heel kwetsbaar, zeker voor allerlei vormen van publiciteit en reclame.
Dat het afwegingskader er binnen twee maanden zal zijn, is heel positief.
Ik hoef eigenlijk nergens meer voor te pleiten, want ik denk dat uw beleid het zeer goed opvolgt. Wat u vertelt, is zeer positief.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Wat de Meir betreft, hebt u een punt. Maar dat is hier al uitvoerig aan bod gekomen. Eigenlijk is Herita daarin op een bepaald moment onzorgvuldig geweest. Dat heeft eigenlijk niets te maken met dit dossier op zich. We hadden van Herita bij uitstek mogen verwachten dat ze zorgvuldig zou omspringen met dat paleis op de Meir.
Het is nu allemaal bijgesteld. We hebben opnieuw beheersovereenkomsten. Ik ga ervan uit dat Herita dat als een goede huismoeder of huisvader zal doen. Noblesse oblige. Het is de laatste van wie je zou verwachten dat er zaken fout lopen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.