Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over de asbestvervuiling in schoolgebouwen
Vraag om uitleg over de uitkomst van het overleg met de koepels inzake asbestsanering in scholen
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in de plenaire vergadering van 14 maart 2018 werd in een actuele vraag aangestipt dat de minister de scholen er zou blijven op wijzen dat schoolinfrastructuur asbestvrij en veilig moet zijn. Er werd ook verwezen naar de discussie en de vragen in de commissie Onderwijs van de week daarvoor.
Minister, u stelde dat elke school een asbestinventaris moet hebben, en dat er op vrijdag 16 maart 2018 zou worden overlegd met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), de onderwijsverstrekkers, de administratie en de inspectie om ervoor te zorgen dat elke school actie onderneemt.
Gezien het belang van dit probleem heb ik, minister, op 20 maart 2018 deze vraag ingediend.
Minister, wat zijn de resultaten van het overleg over asbestverwijdering op scholen dat op 16 maart 2018 werd gehouden met de OVAM, de onderwijsverstrekkers, de onderwijsadministratie en de inspectie?
Zijn er volgens u bijkomende beleidsmaatregelen nodig? Zo ja, welke?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, tijdens de commissievergadering Onderwijs van 8 maart en de plenaire vergadering van 14 maart 2018 bespraken we het probleem van de asbestvervuiling in schoolgebouwen. Uit de toen beschikbare cijfers bleek dat er in 20 van de 300 onderzochte scholen dringend actie nodig was. Sindsdien is gebleken dat niet 20 maar 69 van de onderzochte scholen een asbestprobleem hebben, waardoor het probleem natuurlijk van een andere grootteorde wordt.
Minister, tijdens de commissievergadering van 8 maart 2018 gaf u aan dat u het goed zou vinden indien er nog eens een vervolgoverleg zou komen met de onderwijsverstrekkers, de OVAM, de onderwijsadministratie en uw kabinet om te bekijken hoe de asbestproblematiek kan worden aangepakt en hoe we de scholen beter kunnen ondersteunen. In een reactie op de geactualiseerde cijfers gaf u tijdens de plenaire vergadering van 14 maart 2018 aan dat u op 16 maart zou samenzitten met de kabinetten van Onderwijs en Leefmilieu, de OVAM en het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION) om te bepalen wat het vervolg is op de inventarisatie.
Minister, wat is het resultaat van het overleg met de beide kabinetten, de OVAM en het AGION? Hebben alle 69 scholen waar asbest werd gevonden een dossier ingediend om het asbest te laten verwijderen? Is het budget van 7,5 miljoen euro toereikend om aan de huidige aanvragen tegemoet te komen of dringt een verhoging van het budget zich op? Op welke manier worden de scholen geselecteerd die een beroep kunnen doen op een subsidie voor asbestverwijdering? Of komen ze allemaal in aanmerking?
Mijn laatste vraag is een tevens een voorstel dat ik hier wil aftoetsen. Als je de asbestplaten op een golfplatendak wegneemt, kun je nog niet zeggen dat het probleem is opgelost want je moet ook nog een nieuw dak op de school leggen. Je kunt er geen openluchtschool van maken. Asbest kan ook in een wand of in pleisterwerk of in leidingen zitten. Je kunt dat wegnemen, maar daarmee kan de school niet meteen verder. Indien de asbestverwijdering ook aanleiding geeft tot infrastructurele werken – bijvoorbeeld omdat ook een deel van het dak moet aangepakt worden – is er dan een gelijktijdige combinatie met AGION-subsidiëring mogelijk, al dan niet in een verkorte procedure, wetende dat daar recent een termijn van twee jaar werd vastgelegd?
De heer Danen heeft het woord.
Minister, enkele weken geleden ondervroeg ik u over onderstaande kwestie. Zoals gezegd door de heer Daniëls, bleek na afronding van de asbestinventarisatiestudie van de OVAM dat 23 procent van de onderzochte scholen, dat zijn er 69 van de 300, van de OVAM een advies tot dringende actie kregen om het asbest te verwijderen.
In Vlaanderen zijn er 3600 scholen. Als bijna een op vier van de scholen met een dringend te saneren asbestprobleem zitten, spreken we over een groot probleem.
De OVAM stelde dat het om de volgende problemen ging: het betreft meestal het aantreffen van verweerde en/of beschadigde asbesttoepassingen, zoals asbesthoudende gips rond CV-leidingen of andere niet-hechtgebonden toepassingen. Ook hechtgebonden toepassingen kunnen door verwering en beschadiging een dringende ingreep vergen, in het bijzonder waar contactrisico’s voor leerlingen bestaan. Het kan hierbij bijvoorbeeld ook gaan om verweerde asbestcement gevelleien, waar leerlingen kunnen tegen leunen of hun fiets tegen kunnen zetten.
Wat mij bijzonder verontrustte, was dat tot zo’n maand geleden 22 van die 69 scholen tot nog toe geen enkele actie ondernamen, ondanks het feit dat de OVAM hen tweemaal aanmaande dit wel te doen.
U liet me toen weten: “De aanmelding moet op initiatief van de school gebeuren en is vrijwillig. Na de aanmelding stuurt OVAM een gecontracteerde erkende asbestverwijderaar ter plaatse om de saneringskosten in te schatten en de organisatie en inplanning met de school te bespreken.” Bovendien voorzag u hiervoor in de nodige middelen.
We kunnen dus stellen dat, ook al worden scholen administratief, financieel en praktisch ontzorgd, en ofschoon de OVAM aandringt op sanering en de minister daarvoor geld vrijmaakt, er nog scholen zijn die hiermee niet aan de slag gaan.
Toen ik u enkele maanden geleden hierover ondervroeg, stelde u dat u dit probleem ernstig neemt en met de koepels in gesprek wilde gaan. Dit zou nog voor de paasvakantie gebeuren.
Heeft het overleg met de koepels hierover plaats gevonden? Werden er concrete afspraken gemaakt, en zo ja, kunt u mij daarvan op de hoogte stellen? Hebt u meer inzicht gekregen in het gegeven waarom scholen hiermee niet aan de slag gaan?
U zei in een vorig antwoord dat de OVAM regisseur is, maar geen dwangmaatregelen kan opleggen. Daarna gaf u aan dat wanneer scholen blijven weigeren stappen te nemen richting sanering, u hen daartoe toch zou dwingen. Hoe wilt u dat doen? Hoe staat u tegenover ambtshalve saneringen indien scholen of andere spelers nalaten noodzakelijke actie te ondernemen?
Naast de onderzochte scholen zijn er nog honderden andere scholen met een dringend aan te pakken asbestprobleem, zo kunnen we afleiden uit de cijfers. Hoe wilt u ervoor zorgen dat deze scholen stappen nemen richting asbestsanering?
Minister Crevits heeft het woord.
Het is niet de eerste keer dat we over een heel belangrijk thema als asbest spreken. Asbest is niet alleen in scholen, maar op veel plaatsen in de samenleving aanwezig. Mijnheer Danen, zoals u terecht zegt, hoeft dat niet noodzakelijk een probleem te zijn. We moeten wel weten waar het asbest zich bevindt, want als bij een grote renovatie of een nieuwbouw het asbest niet op de juiste manier wordt verwijderd, kan dat grote gevolgen hebben voor de gezondheid.
Over de asbestproblematiek in schoolgebouwen hebben we enkele weken terug reeds uitvoerig gedebatteerd, zowel in de commissie Onderwijs op donderdag 8 maart 2018, als in de plenaire vergadering op woensdag 14 maart 2018. Ik engageerde me toen om iedereen samen te roepen, in het bijzonder ook de onderwijsverstrekkers, zodat iedereen zich voldoende bewust wordt van het belang van de asbestproblematiek én om ervoor te zorgen dat elke betrokken school actie zou ondernemen. Ik heb woord gehouden.
Er vonden ondertussen twee vergaderingen plaats. Er was het overlegmoment op vrijdag 16 maart 2018 tussen de OVAM, AGION, het Departement Onderwijs en Vorming, de Onderwijsinspectie en de kabinetten Onderwijs en Leefmilieu. Op donderdag 29 maart 2018 vond vervolgens het overleg met alle onderwijsverstrekkers, KOV, GO!, OVSG en POV en de onderwijsadministratie plaats. Beide vergaderingen zijn constructief verlopen.
Wat werd er beslist? Er zijn vooreerst afspraken gemaakt over de concrete opvolging van de scholen die vrijwillig deelnamen aan de asbestinventarisatiestudie van de OVAM, namelijk de steekproef met de 300 scholen in totaal, waarvan er nu 69 scholen met een dringend aan te pakken asbestprobleem geconfronteerd worden. De onderwijsverstrekkers hebben zich concreet geëngageerd om al deze 69 scholen systematisch te contacteren, om de ernst van de situatie nogmaals te benadrukken en om de nodige afspraken rond een plan van aanpak inzake de asbestverwijdering met de scholen op te maken. Dit traject loopt nu volop.
Vervolgens werden de basislijnen van het vervolgprotocol afgetoetst, dat op vlak van asbestverwijdering ondersteuning vanuit de OVAM in de toekomst zal bieden aan alle Vlaamse scholen. Via bilaterale gesprekken met zowel het GO! als AGION kan het vervolgprotocol definitief uitgewerkt worden.
Doel is om het nieuwe vervolgprotocol nog vóór het zomerreces van dit jaar te finaliseren en vanaf 1 september 2018 in werking te laten treden. Ook in dit protocol zullen we inzetten op: sensibilisatie door middel van toelichtingen en opleidingen, ontzorging en financiële ondersteuning bij de realisatie van asbestverwijderingswerken op school. Dit protocol wordt afgesloten tussen de OVAM en het GO! enerzijds, en tussen de OVAM en AGION anderzijds.
Daarnaast zal de OVAM na goedkeuring van het algemene asbestafbouwplan samen met verschillende partners een grote communicatieactie voeren, die bij iedereen zou moeten zorgen voor een hoger bewustzijn inzake de asbestproblematiek. Alle betrokkenen zullen nauw met elkaar samenwerken om de nodige vooruitgang te maken, op basis van de informatie en de resultaten die nu reeds bekend zijn, dankzij de asbestinventarisatiestudie of steekproef bij de driehonderd scholen.
Ondertussen hebben er zich al een honderdtal scholen vrijwillig opgegeven en aangemeld om een beroep te doen op het raamcontract van de OVAM om asbestverwijderingswerken gesubsidieerd uit te voeren. Dat zijn scholen die zich aanmelden los van de steekproef. Dat is van belang. De krantencommentaren en de publiciteit hebben tot gevolg dat ook scholen die niet deelgenomen hebben aan de steekproef, zich nu aanmelden omdat ze weten dat ze met asbest zitten en graag verwijderingswerken willen doen. Dat is een zeer goede zaak. Het effect is breder dan het onderzoek dat werd gevoerd. Dat was eigenlijk de bedoeling. Zodra het nieuwe protocol van kracht is, kunnen die scholen aan de slag.
De onderwijsinspectie heeft met de OVAM bilateraal overleg gepleegd en kennis uitgewisseld over de aanwezigheid van de asbestinventaris op school en de juistheid ervan. We hebben het daar al over gehad, dat was een probleem. De inspectie verzamelt data op basis van de doorlichtingen. Ze controleert of er zo’n inventaris bestaat, maar niet of die correct is, daar hebben we de OVAM voor nodig. De inspectie kan dat niet allemaal alleen. Het is de eerste keer dat dergelijke kennisdeling gebeurt tussen de onderwijsinspectie en de OVAM. Ik heb het vanmorgen ook al gezegd, de ene keer wat enthousiaster dan de andere keer, maar net zoals ik bij mijn aantreden als onderwijsminister voor een woestijn stond inzake de toestand van ons gebouwenpatrimonium, is dit ook het geval inzake de samenwerking tussen de OVAM en de onderwijsinspectie. Ze gaan nu massaal kennis delen, wat een zeer goede zaak is, maar dat kon vroeger al gebeurd zijn.
Mijnheer Danen en anderen, er zijn inderdaad 69 scholen met een dringende asbestproblematiek. Dankzij de ondersteuning door de OVAM en de sensibilisering vanuit de onderwijskoepels, zijn bijna alle scholen hiermee aan de slag gegaan. We hebben nog vijf scholen te gaan, maar dat is al veel beter dan van waar we komen.
Ik geef nog wat extra informatie en zal die ook aan het commissiesecretariaat overmaken. We hadden 49 scholen bij AGION en 20 bij het GO! Van die 49 bij AGION maken er 37 gebruik van het raamcontract bij de OVAM. 5 voeren acties in eigen beheer. 5 zijn de acties aan het voorbereiden. Van 2 scholen moeten we nog een reactie krijgen. Bij het GO! hebben 9 scholen ingetekend op het raamcontract met de OVAM. 6 scholen voeren acties in eigen beheer. 2 bereiden acties voor. Van 3 andere moeten we nog een reactie krijgen. Het is nog niet 100 procent in orde, maar het schiet op. We hebben in elk geval het engagement van de koepels dat ze de scholen individueel benaderen. We zien de effecten daarvan.
Niet alle scholen hebben officieel een dossier ingediend bij de OVAM, in die zin dat de scholen zich formeel hebben ingeschreven op de raamovereenkomst van de OVAM voor de asbestverwijdering. Dat wil echter niet zeggen dat scholen geen stappen zouden ondernemen. Het is aan de scholen om zelf te kiezen om ofwel gebruik te maken van de raamcontracten van OVAM, ofwel in eigen beheer, met een eigen aannemer, de dringende asbestsituaties aan te pakken. Men kan perfect kiezen om dat met een eigen aannemer te doen, als het maar volgens de regels der kunst verloopt, natuurlijk.
Ook risicobeheersmaatregelen zijn toegelaten en mogelijk. Dit zijn tijdelijke maatregelen, vaak eenvoudig uit te voeren en met een relatief beperkte kost, die het risico verlagen in afwachting van een later geplande asbestverwijdering. Als dat asbest zich bevindt op een plaats waar heel weinig leerlingen komen, kun je kleine werken doen om dat later, als er dan grote verbouwingen zijn, grondig te doen.
Het overgrote deel, circa 66 procent van de 69 scholen, doet een beroep op de raamovereenkomst van de OVAM, 15 procent doet de werken in eigen beheer. We moeten nog zien wat er met die laatste gaat gebeuren.
De onderwijsverstrekkers blijven de individuele scholen die nog niet reageerden, aansporen om dat zo snel mogelijk te doen.
Tijdens het plenaire debat over de asbestproblematiek heb ik duidelijk gesteld: “Er zullen nog extra budgetten nodig zijn in de komende jaren. (…) Ik engageer mij zeker om mee in financiële middelen te voorzien”. Maar voorlopig, voor de eerste aanmeldingen, zou het budget 7,5 miljoen euro moeten volstaan.
Bij de begrotingscontrole gaan er extra middelen naar minister Schauvliege, die ook beslist heeft om te investeren in asbestverwijdering. Op dit moment volstaat het budget voor de scholen die een dossier hebben ingediend, vandaar dat ze nu ook een lokaal initiatief zal nemen. Als er extra budgetten nodig zijn, zullen we die moeten vrijmaken.
Omdat we ook voor de scholen buiten de steekproef een protocol in voorbereiding hebben, zullen we zeker op langere termijn extra budgetten moeten vrijmaken. Maar de middelen die we nu al vrijmaken, zijn van groot belang. Van de 9 miljoen euro die is vrijgemaakt via de gemeenten, kunnen gemeentelijke en stedelijke scholen uiteraard genieten.
Hoe selecteren wij de scholen? De 300 scholen in de steekproef komen sowieso in aanmerking. Dat is logisch, want ze hebben zich vrijwillig aangemeld om als piloot te dienen. Het nieuwe vervolgprotocol heeft als doel om voor alle scholen in Vlaanderen die met een asbestproblematiek geconfronteerd worden, een ondersteuning in de vorm van subsidiëring of ontzorging aan te bieden.
Mijnheer Daniëls, u bracht een beeldrijk verhaal, namelijk als je je dak wegdoet, ben je een school zonder dak. Voor het vrij gesubsidieerd onderwijs is een combinatie met AGION-subsidiëring perfect mogelijk. Het schoolbestuur ontvangt dan het klassieke subsidiepercentage – 70 procent voor het basisonderwijs en 60 procent voor de andere onderwijsvormen – voor het aandeel van de werken dat betrekking heeft op de werken die gelieerd zijn aan de asbestverwijdering, bijvoorbeeld heraanleg na verwijdering, een nieuw dak nadat het asbestdak verwijderd werd. Voor het officieel gesubsidieerd onderwijs, dus het stedelijk en provinciaal onderwijs en de gemeentescholen, bepaalt AGION de prioriteiten voor subsidiemogelijkheden in nauw overleg met de respectievelijke onderwijskoepels, namelijk de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG) en Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV). Steden, gemeenten en provincies nemen hiervoor het best contact op met hun koepel om de concrete mogelijkheden op het vlak van subsidiëring van werken na asbestverwijdering te bespreken. U weet dat iedereen zijn eigen subsidiëringsysteem en prioriteitsbepaling heeft.
Dan waren er vragen over de regisseursrol van de OVAM. We zetten in eerste instantie in op aansturende en aanklampende communicatie vanuit zowel de OVAM, AGION en in het bijzonder de verschillende onderwijsverstrekkers. De toezichthoudende bevoegdheid over de federale verplichting om over een actuele asbestinventaris te beschikken en onveilige urgente situaties aan te pakken, ligt uiteindelijk bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO). Het was ook voor ons eens interessant om dat allemaal uit te vlooien. Indien een interventie van de FOD WASO noodzakelijk blijkt, worden de betrokken actoren en in het bijzonder de onderwijsverstrekkers begeleid. In zeer dringende gevallen kan ook de Onderwijsinspectie gevraagd worden om op te treden. Op zich ben ik ervan overtuigd dat het aangeboden ondersteuningspakket en de omgevingsdruk van zowel binnen de school als van de betrokken entiteiten, alle schooldirecties zal overtuigen om actief op te treden en de nodige stappen te zetten.
Wat zijn de bijkomende beleidsmaatregelen die eventueel nodig zijn? De andere, ruimere beleidsmaatregelen zullen opgenomen worden in het beleidsplan omtrent asbestafbouw van de OVAM dat door minister Schauvliege aan de Vlaamse Regering zal worden voorgelegd. Wat zou daar normaal in moeten staan? Ten eerste, een risicogebaseerde aanpak en verwijdering van asbesthoudende materialen die vermeld staan in een kwaliteitsvolle asbestinventaris en ten tweede, bijkomende controle op een goede uitvoering van de verwijderingswerken in samenspraak met de sector.
Laten we samen met de OVAM intensief inzetten op sensibilisering en opvolging bij schoolbesturen om te zorgen dat onze scholen, net als andere publieke gebouwen en woningen, asbestveilig worden. Dit blijft finaal ook een belangrijke verantwoordelijkheid van het schoolbestuur als werkgever. We moeten hen daarin ten volle informeren en ondersteunen, want als je niet weet wat de gevaren zijn, dan ben je minder geneigd om actie te ondernemen. Na alles wat er al verschenen is, zou eigenlijk elke school al vrij behoorlijk op de hoogte moeten zijn.
De heer De Meyer heeft het woord.
Ik ben heel tevreden dat de minister van Onderwijs en de minister van Leefmilieu de problematiek ernstig nemen, zonder een paniekreactie, want die zou ook niet op haar plaats zijn. De regering heeft goede initiatieven genomen. Ik twijfel niet aan de goede wil van onze schoolbesturen. Ik ben zelfs blij dat een van onze kritische collega's ten aanzien van de koepels vindt dat deze goed werk hebben gepresteerd.
We weten met z'n allen dat schoolbesturen niet allemaal even goed geïnformeerd zijn, begrijpelijkerwijze, over de asbestproblematiek. Het is heel nuttig dat de OVAM hierin een rol kan spelen. De OVAM kan ondersteunend optreden in vele dossiers.
Ik wil twee heel concrete, uit het leven gegrepen, vragen stellen. Mijn eerste vraag sluit aan bij de laatste vraag van de heer Daniëls. Als men bepaalde infrastructuurwerken heeft gepland op het vlak van asbest en men plots merkt dat er mogelijks meer moet gebeuren, dat er dus grotere ingrepen nodig zijn, kan men dan nog al of niet een beroep doen op AGION? Of had men dat voorafgaandelijk reeds moeten aanvragen?
Ook mijn tweede bijkomende vraag is uit het leven gegrepen. Men doet bepaalde renovatiewerkzaamheden, en plots zit men met de vrees of men al dan niet wordt geconfronteerd met asbest.
Na gesprekken met de aannemer is er geen absolute zekerheid en het schoolbestuur is bezorgd en zou ter zake toch wel deskundig advies willen. Kan het dan, zonder dat het reeds een raamovereenkomst had, een soort spoedadvies krijgen van een deskundige van de OVAM? Als men immers eerst de werken moet stilleggen, onderhandelen en dergelijke meer... Is het mogelijk dat die schoolbesturen heel snel iemand van de OVAM ter plaatse kunnen krijgen, die kan zeggen wat voor hen de beste beslissing is, en de noodzakelijke beslissing die ze moeten nemen?
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoorden. Ik treed collega Danen enigszins bij. We keren altijd terug naar die 69 scholen, maar het klopt dat het er in Vlaanderen natuurlijk meer zijn dan die 69. De vraag waar ik ook mee zit, zoals collega Danen, is: in welke mate mogen we die 69 extrapoleren naar de rest van Vlaanderen? Zijn dat er toevallig 69 omdat er goed is gekozen wat die school betreft? De kans is groot dat men bijvoorbeeld heeft gekeken naar de leeftijd van die scholen en dat die net zijn gebouwd in tijden waarin asbest dé wonderoplossing was, die dan ook nog eens goedkoop was. Dan is het logisch dat er meer scholen aantikken. Of zijn die toevallig gekozen? Dan kunnen we dat immers natuurlijk wel extrapoleren.
De OVAM geeft aan scholen aan dat er wel budget is, maar dat men eigenlijk nog niet is overgegaan tot toekenning of uitbetaling, wat schoolbesturen natuurlijk op hun honger laat. Klopt die info of niet? Als men nog niet overgaat tot toekenning en uitbetaling, wanneer is men dat dan wel van plan? We hebben daar natuurlijk die twee verschillende potten voor van middelen voor asbest, die dringende en deze die al zijn toegevoegd. Heel concreet, waar staan we nu op dat vlak? Wanneer kunnen we verwachten dat daar antwoorden op komen?
Minister, dan heb ik nog een bijkomende vraag naar aanleiding van dat voorstel tot combinatie. Er is inderdaad combinatie mogelijk. Asbest kan nú worden verwijderd als de OVAM zegt dat het dringend te verwijderen is. Het voorbeeld dat werd gegeven, is dat van leien waar kinderen tegen staan in de klas, van afbrokkelende golfplaten en dergelijke meer. Als AGION dan zegt dat het goed is, dat men subsidies kan krijgen om het dak opnieuw te leggen, maar men moet dan wel nog anderhalf jaar of twee jaar wachten, dan komt het ene natuurlijk met het andere in conflict, want het ene is dan dringend, maar je kunt niet je dak wegdoen als je niet weet dat je een nieuw dak zult kunnen leggen. Op welke manier kunnen we ter zake toch enige voorrang geven, wetend – we moeten natuurlijk ook niet flauw zijn – dat, als je een dossier wat meer naar voren trekt, een ander dossier dan wat meer achteruit wordt geduwd? Onze fractie vindt dat in dezen echter wel verantwoord, omdat het natuurlijk wel gaat over een product waarvan onomstotelijk is bewezen dat het schadelijk is, zeker en vast ook bij jongere kinderen, die daar zeer veel tijd doorbrengen.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u. Zoals men terecht zegt, de school zou inderdaad bij uitstek een veilige omgeving moeten zijn voor iedereen, zeker voor de kinderen, maar ook voor iedereen die daar komt: ouders, leerkrachten, onderhoudspersoneel enzovoort.
Minister, ik wil ook starten waar u bent gestart, namelijk met de inventaris. Daar begint natuurlijk alles mee. Wat me vooral verontrustte bij die studie, is dat ze vaststelde dat heel wat scholen geen inventaris hebben en dat de andere inventarissen eigenlijk onvolledig en/of foutief waren. Met andere woorden, bijna geen enkele school was in orde als het gaat over een goede asbestinventaris. Mijn vraag is dus natuurlijk ook: hoe kunnen we ervoor zorgen dat alle scholen uiteindelijk beschikken over een goede inventaris? Daar begint immers alles mee. Als men vervolgens werken begint uit te voeren, zoals ook terecht werd aangehaald, en de inventaris is fout, dan kan men inderdaad veel risico lopen en daar is niemand bij gebaat. We moeten dus echt bij uitstek inzetten op het ervoor zorgen dat die scholen een goede inventaris hebben.
U hebt inderdaad ook gezegd, ook in de plenaire vergadering, dat de inspectie controleert of er een inventaris is. Ik heb ook gehoord dat u zei dat dat in samenwerking is met de OVAM. Dat er een inventaris is, is natuurlijk echter het begin. Dat is zeker geen eindpunt. Het zou moeten gaan over de vraag of er een goede inventaris is. Bent u bereid ervoor te zorgen dat, als scholen worden geïnspecteerd, de inspectie niet alleen bekijkt of er een inventaris is, maar de kwaliteit van de inventaris mee wordt bekeken? Het lijkt me immers toch wel heel belangrijk om daarmee te beginnen, ook preventiegewijs, natuurlijk.
U hebt ook gesproken over de schoolbesturen en de rol van de koepels, en ook over de informatieplicht ten aanzien van de schoolbesturen. Begrijp ik het echter goed dat de schoolbesturen nu, binnenkort zullen worden geïnformeerd over het belang van zo’n inventaris, over het belang van asbest, over de aspecten waarover u daarnet hebt gesproken? Schoolbesturen krijgen immers honderden informatieprikkels per week. Het is dus belangrijk dat ze op dit vlak op een goede manier actief worden geconfronteerd met het probleem dat er mogelijk is, zodat ze daar werk van maken, vanuit hun verantwoordelijkheid voor kinderen, jongeren en leerkrachten, maar ook vanuit hun verantwoordelijkheid als werkgever.
U hebt net gezegd dat er honderd scholen zijn die zich bijkomend voor hulp hebben gemeld bij de OVAM, maar u hebt allicht ook heel wat mails gehad – ik heb die gekregen, allicht zult u die ook hebben gekregen – van scholen die denken dat ze een probleem hebben, die vragen hoe ze daarmee aan de slag moeten, die hulp vragen, die vragen waar ze zich moeten melden, wat het contactpunt is. Heel concreet wil ik u het volgende vragen. Als een school inderdaad iets wil doen aan een asbestprobleem, tot wie moet ze zich heel concreet wenden? Dat is immers blijkbaar nog steeds niet helemaal duidelijk.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik dank de leden voor de aanvullende vragen. Mijnheer De Meyer, ik zal starten met u, en eigenlijk ook met een algemene opmerking. U zei in het begin dat u gedeeltelijk bent gerustgesteld. Dat geldt eigenlijk evenzeer voor mij.
Toen ik minister van Openbare Werken was, ben ik daar intens mee geconfronteerd. Ik was ook aanwezig bij de afbraak van oude gebouwen zoals douanegebouwen op de grens tussen Vlaanderen en Frankrijk. Ik heb toen ook geleerd hoe belangrijk het is om die extra kosten te doen bij verbouwingswerken om die asbest op een verantwoorde manier te laten verwijderen. Asbest is een stille moordenaar. Wanneer het asbest vastzit, is er geen probleem maar uiteindelijk moet elke gebouw wel eens worden gerenoveerd of vernieuwd. Een correcte inventaris is dan ook van levensbelang.
Ik kan er niet zo goed mee om dat ik tot vandaag van een aantal scholen geen informatie heb ontvangen. Ik heb met de koepels gesproken omdat ik vind dat zij daar ook een verantwoordelijkheid in hebben. Ik kan er de inspectie op afsturen, maar men heeft me gezegd dat het allemaal in orde komt. De deadline lag na de paasvakantie, maar intussen is het wel na de paasvakantie en heb ik van vijf scholen nog geen concreet plan.
Zijn dat 5 van die 69 scholen, of 5 van alle scholen?
Het gaat over 5 van de 69 scholen, ik heb dat daarnet ook gemeld. Van de 69 scholen die dringend actie moesten ondernemen, zijn er nog 5 scholen waarvan ik geen antwoord heb gekregen. Mijn medewerker meldt me net dat de deadline op 1 mei is vastgelegd. Ze hebben dus nog een dag uitstel.
Wanneer men werken doet zoals een nieuw dak leggen, moet men dat natuurlijk wel aanmelden. Het asbestdeel wordt goedgekeurd door de OVAM voor men kan worden uitbetaald. Het extra deel moet zijn goedgekeurd op de raad van bestuur van AGION voor men kan worden uitbetaald. Maar men moet natuurlijk wel een dossier hebben: zonder dossier zal het niet gaan. We zijn allemaal tegen papier, maar dit is wel belangrijk genoeg om een dossier in te dienen. Als men geen budget krijgt, is een van die beide punten wellicht niet in orde. Ofwel heeft de OVAM nog geen goedkeuring gegeven, ofwel is het dossier nog niet gepasseerd bij de raad van bestuur.
De OVAM wil en kan in de toekomst optreden of laten optreden in crisissituaties. Er zijn ook mogelijkheden om in extra begeleiding te voorzien en die te subsidiëren. Er wordt bekeken op welke manier we dat kunnen doen.
Mijnheer Daniëls, de driehonderd scholen die in de steekproef zaten, hebben zich allemaal vrijwillig opgegeven. Het is niet zo dat de overheid heeft geselecteerd. Wij hebben gekeken wie kandidaat was, en we waren positief verrast dat men zich vrijwillig kandidaat stelde om daaraan mee te werken. Was ik schooldirecteur, ik had ook deelgenomen.
Die dringende risicobeheersingsmaatregelen kunnen door OVAM snel worden gesubsidieerd. Asbest is in ieder geval overmacht, dat betekent dat in principe het dossier binnen de twee maanden goedgekeurd zou moeten zijn omdat het een specifieke situatie betreft. Dat krijgt dus prioriteit.
Mijnheer Danen, wat die inventaris betreft en het verschil dat daarop zit, hebben we vastgesteld dat de OVAM-inventaris die moet worden opgemaakt iets strenger is dan de inventaris die moet worden opgemaakt voor de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De OVAM laat bijvoorbeeld ook vastleggen hoeveel vierkante meter noodzakelijk is. Dan is die inventaris zogezegd niet in orde voor de OVAM, maar wel volgens de regels die scholen moeten volgen. We gaan nu na hoe we die twee kunnen matchen. Scholen willen in orde zijn met de regelgeving, ze hebben een inventaris en zijn dus in orde met die regelgeving, ze melden zich vrijwillig aan om deel te nemen aan een asbestinventarisonderzoek van de OVAM die haar eigen regels toepast. En dan ziet men dat ze niet volledig op elkaar zijn afgestemd. Het zijn dus niet de gegevens die niet in orde zijn, maar wel het feit dat de ene dieper gaat dan de andere. We moeten proberen die twee op elkaar af te stemmen. In die zin is het nuttig dat het onderzoek van de OVAM is gebeurd.
De opmaak van die inventaris zal door de OVAM via dat protocol worden gesubsidieerd en ondersteund. We leren daar nu heel veel uit. Wanneer dat protocol er is, kan elke school bij de OVAM terecht.
We hebben nu ongeveer 1,1 miljoen euro gereserveerd van de 7,5 miljoen euro. Er is dus nog wel wat ruimte, en daarom hebben we bij de begrotingscontrole niet onmiddellijk in extra geld voorzien. Dat bedrag is vastgelegd om de asbestverwijderingswerken te financieren. Het gaat hier wel over OVAM-werken via het raamcontract. Dat bedrag zal vermoedelijk oplopen na 1 september of nu nadat alle scholen zich hebben aangemeld.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, ik ben tevreden dat u zegt dat de OVAM ook in crisissituaties op heel korte termijn kan optreden. Voor de rest kijk ik uit naar het Vlaams asbestafvalplan van de minister van Leefmilieu dat we de komende maanden zullen krijgen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, asbest is een erg belangrijk dossier. Ik noteer een aantal zaken. Eén, het is de verantwoordelijkheid van de scholen en dus de inrichtende machten van die scholen om ervoor te zorgen dat die inventaris er is, dat er een dossier is, dat er een dossier wordt ingediend bij de OVAM en bij AGION. Het is dus niet zo dat de OVAM zelf zal langskomen om te zeggen: ‘We zullen het weghalen’ of dat AGION zelf zal langskomen om te zeggen: ‘Je moet een nieuw dak hebben. We zullen ervoor zorgen dat er centen zijn voor een nieuw dak.’ Ik vind het echt belangrijk om dat mee te geven. Dat is een verantwoordelijkheid die je hebt wanneer je eigen gebouwen hebt. Het spijt me, maar dat is de realiteit. Dat wil ik hier graag zeer duidelijk onderstrepen. En zonder dossier komt er geen ondersteuning van de OVAM en komt er geen ondersteuning van AGION. Ik heb dat zelf ook al moeten duidelijk maken aan een aantal schoolbesturen.
Twee, dit is de steekproef van driehonderd. Minister, ik deel uw bekommernis en ook onze fractie deelt die bekommernis: dit moet in orde zijn voor alle scholen in Vlaanderen. Als er nog maar 1,1 van de 7,5 miljoen euro gereserveerd is, wil dat zeggen dat scholen niet het excuus hebben: ‘Er is geen geld meer, dus we zullen het niet doen.’ Ik heb een school, een inrichtende macht, dat horen verkondigen. Dat klopt langs geen kanten. Ik zal hen dat ook met zoveel woorden melden.
Drie, ik ben blij dat u in de verdere afwikkeling een soort van crisisinterventie wilt meenemen, zodat de OVAM zelf kan optreden.
Tot slot verneem ik hier dat dit bij AGION een soort van overmachtssituatie is, een situatie zoals omschreven bij brand, want dat is ook een overmachtssituatie. Het lijkt mij inderdaad een goed signaal om aan te geven dat we hierover niet langer twijfelen.
De heer Danen heeft het woord.
Ik merk dat er heel wat gebeurd is tussen het moment dat ik de vraag stelde, half maart, en vandaag. Daarvoor wil ik u danken. Maar er ligt nog heel wat werk op de plank. We zijn ons er allemaal van bewust. Zoals ik daarnet al zei, ben ik blij dat we met meerdere collega's een stuk achter uw veren zitten, minister, om hier verder werk van te maken.
Ik nog één ding aanhalen. U zegt dat er nog vijf scholen over zijn die nog tot 1 mei de tijd om zich in orde te stellen. Ik ben blij dat dat aantal heel sterk is teruggelopen. Maar we zouden eigenlijk moeten weten waarom scholen daar initieel niet mee aan de slag zijn gegaan. Want initieel waren die aantallen veel groter. En als het over de andere scholen gaat, waar de druk minder groot is, stel ik mij de vraag: zullen die inderdaad doen wat ze moeten doen, als goede huisvaders, als gebouwbeheerders? En daarom vraag ik u om die communicatie-inspanning op te drijven, om scholen zich daarvan bewust te laten zijn.
Maar ik denk dat er nog een stukje ontbreekt, uiteindelijk, na alles wat er gezegd is. Als scholen inderdaad hardnekkig blijven weigeren te doen wat ze zouden moeten doen, als goede huisvader, als goede gebouweigenaar, dan zou er ook een soort van handhavingsluik moeten zijn. Dat is misschien iets voor minister Schauvliege. Ik zal haar die vraag in ieder geval stellen. Want ik ben bereid te geloven dat bijna alle scholen, alle schoolbesturen van goede wil zijn. Maar als er toch enkele zijn die hiermee eigengereid willen optreden en niet doen wat ze moeten doen, dan moeten die uiteindelijk toch worden aangepakt. Dat moeten we durven benoemen. We moeten daar werk van durven te maken.
Slotsom: ik ben blij met wat er tot nu toe is gebeurd. Maar er ligt nog heel wat werk op de plank. Ik zal u ondersteunen om daarmee werk van te maken. Ik zal allicht nog eens een vraag stellen, begin september, als het protocol effectief van kracht wordt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.