Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Minister, mijn vraag is gebaseerd op een verhaal van een burger, een radiopresentator in dit geval, die voor het eerst voor een check-up naar de garage gaat en later naar het centrum voor de keuring van zijn wagen. Hij rijdt buiten met een afgekeurd voertuig. Een half uurtje later gaat de persoon in kwestie opnieuw naar hetzelfde keuringscentrum. Ik weet niet welke ingeving die man plots had, maar het bleek een ingeving te zijn die geloond heeft in zijn geval, aangezien hij plots mocht verder rijden met een groene kaart. En dat roept natuurlijk vragen op. Want in een plenaire vergadering in 2014 zijn er eens een aantal vragen gesteld over een gelijkaardige situatie. Toen was de minister nog maar net bevoegd voor deze materie. Het was toen ook nog zo dat de externe controles op de keuringscentra nog werden uitgevoerd door de FOD Mobiliteit.
Minister, hoe kun je zoiets verklaren? Is daar een technische uitleg voor? Of is hier een ander verhaal?
Hoe zit het met die controles? Voldoet het interne controlesysteem van de autokeuringscentra om de consistentie van de controles te waarborgen? Wie voert die vandaag uit? Zijn er de laatste jaren een aantal wijzigingen aangebracht?
Minister Weyts heeft het woord.
In de specifieke casus bleek het naar verluidt te gaan over een probleem met de afstelling van de dimlichten, waarop de wagen in eerste instantie werd afgekeurd. Wat wordt er gemeten? De stand van de dimlichten. Dat is enerzijds om ervoor te zorgen dat automobilisten niet worden gehinderd, verblind door de koplampen van hun tegenliggers. Maar ze mogen ook niet te laag zijn afgesteld, omdat ze dan te zeer op de grond zouden gaan schijnen en dan is de weg voor de wagen onvoldoende verlicht, waardoor opnieuw de veiligheid in het gedrang komt.
Er bestaan internationale voorschriften voor de verticale oriëntatie van dimlichten. De ideale inclinatie van de dimlichten voor een personenwagen bedraagt min 1 procent tot min 1,5 procent. Dat zijn de criteria die van toepassing zijn bij de homologatie van een voertuig. Bij de keuring van een voertuig is dat iets ruimer en valt dat tussen min 0,5 procent en min 2,5 procent. Dat is dus een ruimere marge in vergelijking met de homologatie.
Meer dan waarschijnlijk gaat het in deze casus om een situatie waarbij de inclinatie van de lichten zich net op de limiet van afkeur bevond. Want bevindt de inclinatie van de lichten zich net in die zone, dan is een zeer kleine afwijking van de voertuigtoestand voldoende om ervoor te zorgen dat de gemeten inclinatie van de lichten licht afwijkt van de vorige meting, waardoor het resultaat net in de andere zone komt te liggen, dus van een groene zone net in een rode zone. Ik heb mij laten vertellen dat dat ook vrij gemakkelijk mogelijk is, bijvoorbeeld bij een wagen die al wat heeft rondgereden in vergelijking met een wagen die nog koud is, of een wagen die iets meer doorzakt aan de ene kant dan aan de andere kant. Dat kan een verschil maken waarbij je van de groene zone in de rode zone terecht komt. Want als de afstelling van de dimlichten correct en professioneel is, zal die situatie zich niet voordoen. Bij de afstelling van dimlichten wordt er altijd naar gestreefd om de ideale inclinatie, die is opgelegd in de homologatievoorschriften, te benaderen. Daarbij is de kans bijna onbestaande dat men bij een autokeuring in de uiterste limietzones zou terechtkomen.
De randvoorwaarden om een controle van de afstelling van de lichten in de autokeuringscentra te mogen uitvoeren, zijn heel streng en voldoen aan alle Europese normen. Enkel gehomologeerde lichtmeters mogen worden gebruikt. De vlakheid van de vloer waarop het voertuig staat, moet aan strenge criteria voldoen. Het moet een biljartvlak zijn. De rails waarop de lichtmeter beweegt, moet eveneens aan strenge criteria voldoen. Op dat vlak hebben we zelfs nog een stap vooruit gezet. Sinds 1 maart van dit jaar worden er in alle keuringscentra lichtmeters voor de keuring gebruikt die werken op basis van de meest recente cameratechnologie. Deze toestellen bepalen volledig autonoom, dus zonder enige interventie van de inspecteur, of een dimlicht al dan niet aan de afstelcriteria voldoet. Dit doet me vermoeden dat het probleem zich moet hebben gesteld toen men zich nog net op de grens bevond van de eerste afstellingen.
De lichtmeters worden jaarlijks door Vias gecontroleerd. Niet alleen de lichtmeters worden aan een strenge jaarlijkse controle onderworpen, ook de vlakheid van de vloeren waarop het voertuig staat, wordt geïnspecteerd. Op regelmatige tijdstippen worden ook onaangekondigde controles uitgevoerd door inspecteurs van het departement Mobiliteit en Openbare Werken die erop toezien dat de procedures tijdens de autokeuring strikt worden nageleefd.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, het was een helder antwoord. Ik begrijp waarom zo'n situatie zich nu, technisch gezien, kan voordoen. U hebt ook geantwoord op mijn vraag over de controles die door MOW werden uitgevoerd. Ik heb geen verdere vraag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.