Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, energieopslag en batterijtechnologie worden ook een belangrijke schakel in de energietransitie. De decentrale energieproductie door hernieuwbare energie wordt steeds belangrijker. Het aandeel groeit ook in de totale energieproductie. Dit vormt dan ook een belangrijke uitdaging, want PV-panelen en windmolens produceren enkel als er zon en wind is, en dat is niet altijd op de ogenblikken dat er ook veel vraag is.
Batterijen zouden de energie van zon, en met bepaalde technologieën in principe ook zelfs van wind, kunnen opslaan en aanwenden als de vraag groot genoeg is. Je ziet dat bijvoorbeeld in Japan. Daar wordt altijd een windmolenpark gebouwd in combinatie met een gigantische batterijopslag. De batterijtechnologie staat echter nog een beetje in de kinderschoenen. Momenteel hebben de batterijen een hoog prijskaartje. Maar de innovatie staat niet stil. De batterijen zullen dus alsmaar krachtiger en betaalbaarder worden.
U gaf eerder al aan dat er een financieel ondersteuningssysteem komt voor batterijen. U lichtte ook een tipje van de sluier over de principes van een dergelijk ondersteuningssysteem, namelijk een beperkte duurtijd en met een gesloten enveloppe. Die intentie wordt nu concreter. Er wordt in Gazet van Antwerpen en Het Nieuwsblad aangegeven dat u nog voor de zomer een premiesysteem voor batterijen zou uitwerken.
Minister, wat zijn de doelstellingen, streefcijfers en praktische modaliteiten van het geplande premiesysteem voor thuisbatterijen? Welk budget hebt u daarvoor vrijgemaakt? Wat is de timing van de subsidieregelgeving? En wanneer zal het premiesysteem in werking treden?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, momenteel werk ik aan een ondersteuningssysteem voor batterijen in Vlaanderen, dat ik binnenkort een eerste keer aan de Vlaamse Regering zal voorleggen. De praktische modaliteiten zijn op dit moment nog niet definitief, vandaar dat ik ‘binnenkort’ zeg en nog geen precieze datum geef, maar op dat moment zullen die modaliteiten wel duidelijk worden.
Wel staat nu al vast dat het gaat om een ondersteuning, beperkt in de tijd. Mij lijkt de meest logische optie om straks te gaan werken met een eenmalige investeringspremie. Het voorstel heeft tot doel om projecten rond batterijen op te starten. Dat zou ons een inzicht moeten verschaffen in de toepasbaarheid van batterijen in het huidige marktmodel. Het gaat dus niet alleen om pure steun. Het gaat voornamelijk ook om het verwerven van inzichten en om operationele zaken op het terrein te krijgen.
U weet echter ook dat in de komende jaren uw regulator een nieuwe tariefstructuur zal implementeren. De manier waarop batterijen in de toekomst zullen worden ingezet, zal dan ook afhankelijk zijn van de keuzes die de regulator maakt. Als het nieuwe tarief net zoals de commodity en de federale heffingen een kilowattuurbasis kent, dan kan ik mij inbeelden dat batterijen voornamelijk als opslagmedium zullen worden gebruikt. Wordt het tarief echter bepaald op basis van het gecontracteerde of het effectief benutte vermogen, dan lijkt het mij dat batterijen veeleer gebruikt zullen worden voor ‘peak shaving’ of het aftoppen van de vermogenspiek.
Nu al in een beperkt budget voorzien voor batterijen, zoals opgenomen in de begroting, laat ons evenwel toe om te experimenteren. Dat moet er dan ook voor zorgen dat als batterijen rijp zijn voor een bredere uitrol, Vlaanderen ook weet in welke mate en op welke manier wij die technologie eventueel verder zouden moeten ondersteunen.
Zoals ik eind 2017 heb toegelicht via de begrotingsopmaak 2018, zal daarvoor jaarlijks 1,2 miljoen euro vrijgemaakt worden vanuit het Energiefonds. Het is mijn intentie om dat premiesysteem uit te werken tegen de zomer van dit jaar, zodat in het tweede deel van het jaar de eerste premies zullen kunnen worden aangevraagd en uitgekeerd.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Bedankt, minister. U hoopt dat er in het tweede deel van het jaar al een aantal mensen zullen zijn die zouden overwegen om een batterij aan te kopen. Of dat dan voor opslag of voor ‘peak shaving’ is, moeten we dan zien, want de tarieven zijn nog niet gewijzigd door onze regulator. Die timing is nog niet bekend. Dat moeten we inderdaad met hen bespreken. Maar de digitale meter is er ook niet tegen de tweede helft van dit jaar. Ik denk dus dat er dit jaar heel weinig premies zullen worden aangevraagd. En dan zal de vraag natuurlijk zijn of u het budget kunt overzetten naar 2019. Kunt u dat begrotingstechnisch doen? U zit wel met een gesloten enveloppe, maar ik weet niet of u dat zomaar kunt overplaatsen.
Stel dat we in 2019 inderdaad meer vraag zouden krijgen door mensen met zonnepanelen, maar die passen dan op dat ogenblik toevallig niet in het systeem om al een digitale meter te krijgen, doordat dat niet past in de planning. Kan men dan geen voorrang verlenen voor diegenen die batterijen willen plaatsen, maar die al zonnepanelen hebben, zodat we ervoor zorgen dat ze de digitale meter hebben? Want anders zal dat niet de trigger zijn om een batterij te gaan plaatsen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik denk dat u gelijk hebt, mijnheer Gryffroy. Als we mensen hebben die batterijen willen plaatsen, kunnen wij die in onze planning voor nemen voor de uitrol van de digitale meter. Dat is geen probleem. We zullen een planning moeten opmaken. Ik heb ook aan de heer Beenders gezegd dat het nog niet helemaal duidelijk is wanneer het eindverhaal dan afgeklopt wordt, maar het zullen niet die mensen zijn die de laatste digitale meter krijgen. Die zullen inderdaad in de prioritaire lijst staan van mensen die daar eerst voor in aanmerking komen.
Er zijn op dit moment nog geen digitale meters, maar er bestaan wel bidirectionele meters, mijnheer Gryffroy. Er zijn mensen die ze hebben. Dat betekent dat het niet uitgesloten is dat die mensen effectief zo’n premie zouden aanvragen.
Kan ik een budget overzetten naar volgend jaar? In principe kan ik dat ESR-matig niet, tenzij er begrotingstechnisch een ruiter wordt gemaakt, waarbij er akkoord wordt gegaan dat dat budget van dit jaar zou worden overgeplaatst naar volgend jaar. Maar op dit moment is dat niet aan de orde. Als dat moet gebeuren, zal dat tegen het einde van het jaar in orde gebracht worden, zoals dat bijvoorbeeld ook dit jaar gebeurd is voor ‘Clean power for transport’ en de premies voor de elektrische wagens.
Dus het kán technisch, maar we zullen toch eerst wachten tot de modaliteiten er zijn vooraleer we die beslissingen nemen. Voor dit jaar kan ik voor 1,2 miljoen euro ondersteunen uit het Energiefonds om dat te doen.
Het is ook wel belangrijk – ik heb dat altijd gezegd, het was ook de bron van discussie over de energieheffing – dat je in principe het geld dat je int, uitgeeft in hetzelfde jaar. Dat is ESR, dat zijn de Europese regels. Geld oppotten is iets dat niet in de richtlijnen van Europa staat.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Wat ik onthoud, is dat we in verband met de discussie van de budgetten kunnen kijken naar het einde van het jaar. Ik onthoud vooral ook uw ‘toezegging’, als ik het zo mag uitdrukken. Ze vragen veel geld bij de distributienetbeheerders voor een bidirectionele meter. Dat is ook niet de digitale meter zoals wij die wensen. Als mensen dan zeggen: ‘Ik heb PV-panelen en ik wil investeren in die batterijtechnologie, want ik krijg daarvoor ook een zekere ondersteuning bij de eerste aankoop’, moeten wij ervoor zorgen dat zij onmiddellijk worden uitgerust met de digitale meter, zoals die in 2019 beschikbaar zal zijn. U kunt daar de nodige druk op zetten, ik ben blij dat u dat ook toezegt. Dat kan, bij manier van spreken, als een soort van richtlijn aan de distributienetbeheerders worden meegegeven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.