Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, bij dezen ondervraag ik u eens in een andere hoedanigheid dan gewoonlijk.
Collega’s, jaarlijks mag de stad Gent meer dan een miljoen mensen verwelkomen die komen overnachten in onze stad. Daar zijn verschillende redenen voor, onder andere de verschillende topmusea in de stad. Daardoor is het aantal toeristische overnachtingen in de afgelopen zeven jaar met 25 procent gestegen.
Minister, in heel dat overnachtingstoerisme is het fenomeen Airbnb natuurlijk ook helemaal doorgebroken in Vlaanderen. Ook in de stad Gent zien we dat dat is doorgebroken. Het is daar recent onder de aandacht gekomen door twee problematieken. Enerzijds merken we dat daar waar mensen via Airbnb een woning of een onderdeel van een woning of een appartement gebruiken om te overnachten, er soms overlast gecreëerd wordt voor de omwonenden. Anderzijds leggen systemen zoals Airbnb een extra druk op een woningmarkt die al heel krap is in de stad. Heel wat panden die eigenlijk woningen zijn, worden potentiële opbrengstpanden dankzij Airbnb, wat de prijzen doet stijgen en dergelijke meer.
Het Gentse stadsbestuur heeft eens bekeken wat het kan doen om enerzijds initiatieven zoals Airbnb te verwelkomen, want dat is een volwaardig onderdeel geworden van de overnachtingsmogelijkheden, maar om anderzijds ook om te gaan met de problematieken die ik net heb geschetst. Een idee dat in de schoot van het stadsbestuur groeide, was om het maximumaantal verhuurdagen te beperken tot zestig dagen per jaar, wat men ook doet in steden als Amsterdam en Berlijn.
Nu stoot men op Vlaamse regelgeving, die de stad niet toelaat om een dergelijke beperking in te voeren. Er is het nieuwe Logiesdecreet, dat op 1 april 2017 van kracht werd en dat de voormalige vergunningsplicht afschaft en vervangt door een meldingsplicht. Verhuurders moeten zich aanmelden bij Toerisme Vlaanderen, dat toeziet op de controle van een aantal basisnormen inzake brandveiligheid en kwaliteit. Wie een kamer verhuurt in Gent, moet dat in principe ook melden in het kader van de inning van de lokale toeristentaks.
De mogelijkheden voor lokale overheden om op te treden via het stedenbouwkundig vergunningenbeleid, zijn zeer beperkt, aangezien de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het daarbij horende Vrijstellingenbesluit veel toelaat waarop men lokaal niet kan verstrengen. Conform die regelgeving spreekt men stedenbouwkundig over een functiewijziging indien een woning of appartement gebruikt wordt als informeel logies, waaronder Airbnb valt. Daarvoor is een stedenbouwkundige vergunning nodig, maar daar zijn een aantal uitzonderingen op. Zo is het mogelijk zonder vergunning een deel van een woning als toeristisch logies onbeperkt in de tijd te verhuren, indien die functie minder dan de helft van de oppervlakte beslaat en beperkt is tot 100 vierkante meter. Meer dan de helft van de woning als toeristisch logies verhuren, kan dan weer zonder vergunning tot maximum vier maal dertig dagen per jaar.
Dat heeft tot gevolg dat een heel aantal verhuurders niet gebonden zijn aan een maximum aantal verhuurdagen. Als lokale overheid is het bovendien niet evident om na te gaan of een woning in hoofd- of nevenfunctie wordt gebruikt en hoeveel dagen ze verhuurd wordt. Airbnb geeft geen toegang tot de adresgegevens van wie een woning te huur aanbiedt via het platform. Wie zich niet aanmeldt bij Toerisme Vlaanderen of bij de stad, verdwijnt met andere woorden volledig van de radar.
Er is het Logiesdecreet, dat de vergunningsplicht afschaft, er zijn de uitzonderingen in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de afscherming van gegevens door Airbnb, en dat maakt het voor steden heel moeilijk om negatieve effecten van Airbnb zoals ik heb geschetst in mijn inleiding, op de woningmarkt aan te pakken. Minister, in uw antwoord op schriftelijke vraag nr. 26 van mevrouw Soete lezen we echter dat “het nieuwe Logiesdecreet steden en gemeenten toelaat om specifieke maatregelen te nemen in functie van lokale problemen”.
Minister, komt de in de inleiding van deze vraag geschetste problematiek u bekend voor? Hebt u daarover al signalen ontvangen van lokale besturen? Is dit al voorwerp van overleg geweest?
Waar ziet u binnen het huidige Vlaamse regelgevend kader mogelijkheden voor lokale besturen om ongewenste neveneffecten op de woningmarkt van verhuurplatformen zoals Airbnb aan te pakken, onder andere wat het maximum aantal verhuurdagen betreft?
Beraadt u zich over eventuele maatregelen of wijzigingen aan het regelgevend kader om meer lokaal maatwerk mogelijk te maken in de aanpak van fenomenen zoals de druk op de woningmarkt?
Op welke manier controleert Toerisme Vlaanderen op de basisnormen en op het conform zijn met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening? Communiceert Toerisme Vlaanderen met de lokale overheden over die controles?
Bent u bereid in gesprek te gaan met Airbnb, al dan niet versterkt door de lokale overheden, om net zoals in Amsterdam te onderhandelen over het vrijgeven van data die de controle eenvoudiger maken?
Minister Weyts heeft het woord.
De problematiek van Airbnb en de mogelijke impact van de toenemende Airbnb-logiezen op de woningmarkt zijn me bekend. De signalen van lokale besturen over eventuele problemen bereiken me enkel via de media en al bij al is dat vrij beperkt.
In ons Logiesdecreet hebben we eigenlijk een soort van level playing field willen creëren waarbij we Airbnb de kans hebben geboden om uit de grijze zone te treden. We hebben ervoor gezorgd dat voor de hele sector de regels werden vereenvoudigd en de drempels werden verlaagd om in te stappen en toeristische logiezen aan te bieden. Daarbij hebben we ook gezegd dat dit het moment was voor iedereen om mee te stappen in het systeem. Wie dat niet deed, zou daar ook de gevolgen van dragen. We hebben gezorgd voor een heel eenvoudig aanmeldingssysteem. Als logiesaanbieder heeft men de keuze om te gaan voor de basisvereisten, met andere woorden gewoon een aanmelding zonder verdere ambities, sterrenkwalificatie of erkenning als specifieke toeristische logies of B&B.
De problemen die hier en daar opduiken met de verhuur via Airbnb, houden trouwens ook geen verband met het Logiesdecreet. Die problemen zouden evengoed zijn opgedoken onder het vorige decreet. De vergunningsplicht is vervangen door een meldingsplicht. Voor problemen met overlast of het verhuren van woningen als vakantiewoning maakt dat echter geen enkel verschil.
Ik ben van mening dat de problematiek van overlast of druk op de huurwoningmarkt niet moet worden geregeld in het Logiesdecreet, dat heeft eigenlijk ook niets met toerisme te maken. Overlast en de functie van een gebouw zijn geen toeristische aangelegenheden. Deze problematiek kan beter worden aangepakt vanuit de stedenbouwkundige regelgeving door de lokale besturen, die beter weten in te spelen op de specifieke lokale situatie. Lokale besturen hebben daartoe ook al de nodige instrumenten. Ik denk dan aan Brugge, dat een stop op hotels en vakantiewoningen in de binnenstad heeft ingevoerd.
U verwijst ook naar de situatie in Amsterdam. We kijken nogal dikwijls naar Nederland als gidsland. We kunnen ervan leren en het kan ons inspireren, maar ik denk niet dat men in Amsterdam toegang heeft tot alle bestanden van Airbnb. Daarnaast heeft Amsterdam inzake regelgeving al een heel parcours afgelegd, in verschillende stappen.
Amsterdam heeft in 2014 de beperking ingevoerd dat vakantieverhuur maximaal zestig dagen per jaar mogelijk is voor particuliere woningen. Airbnb heeft om dat af te dwingen in 2017 een zestigdagenteller toegevoegd aan de Amsterdamse accounts zodat een particulier geen boekingen meer kan aannemen op het account wanneer die limiet van zestig dagen is bereikt. In de praktijk heeft men vastgesteld dat verschillende aanbieders dan een tweede account of meerdere accounts gebruiken.
Daarom heeft Amsterdam op 1 januari 2018 een meldingsplicht ingevoerd voor vakantieverhuur om de zestigdagenregel beter te kunnen controleren. Vanaf 1 januari 2019 wil Amsterdam de vakantieverhuur verder inperken tot maximaal dertig dagen per jaar.
Maar intussen heeft dat een effect op de markt van de vakantiewoningen. Het aantal B&B’s in Amsterdam stijgt sterk, want daarvoor geldt de zestigdagenregel niet en dus ziet men een verschuiving waarbij sommige uitbaters hun vakantiewoning aanbieden als B&B. Daar wil Amsterdam nu op reageren door vanaf 2019 een soort vergunningsplicht voor B&B’s in te voeren, want bij een B&B mag maximaal 40 procent van de woning worden verhuurd.
Al die initiatieven van Amsterdam zijn lokaal geregeld. Daarmee komt Amsterdam in de buurt van wat Brugge al jaren doet, namelijk het aantal vakantiewoningen in de binnenstad reguleren via lokale regels en ruimtelijke ordening.
Los van het beleid is het essentieel om kennis te hebben van de toeristische logiezen in de stad of regio. Daar staat of valt elk beleid mee. We hebben in het Logiesdecreet bepaald dat iedere logiesuitbating moet worden aangemeld bij Toerisme Vlaanderen. Het Logiesdecreet bevat ook een bepaling die boekingwebsites maar ook andere tussenpersonen verplicht om bij een klacht of voor een steekproef logiesgegevens vrij te geven aan Toerisme Vlaanderen. Wij moeten op het niveau van de Vlaamse overheid en van de lokale overheden toegang kunnen hebben tot de data.
We hebben al een eerste steekproef in de regio georganiseerd, waarbij we in de herfst van vorig jaar specifieke gegeven hebben opgevraagd bij zes bekende boekingsites. Vier van de zes bevraagde boekingwebsites werkten mee, namelijk www.booking.com, www.gocampr.com, www.zoover.be en www.belvilla.be. www.airbnb.be en www.bedandbreakfast.eu gaven geen data vrij. Ze verwezen daarvoor uitvoerig naar Europese en Ierse dataprotectiewetgeving en naar privacyregelgeving.
We hebben daarover bij een gespecialiseerd advocatenkantoor juridisch advies ingewonnen en die advocaten hebben deze argumenten vrij eenvoudig naar de prullenmand verwezen. Ze hebben bevestigd dat de vraag naar gegevens rechtsgeldig is en dat de Europese of lokale regelgeving waarnaar de boekingsplatformen verwijzen, geen strobreed in de weg legt, zeker niet indien de vraag redelijk en proportioneel is. In het geval van een steekproef is dit absoluut zo.
Toerisme Vlaanderen heeft Airbnb en bedandbreakfast.eu een juridisch gefundeerd antwoord gegeven en onze vraag naar gegevens herhaald. Indien ze opnieuw zouden weigeren, kan dit leiden tot een boete, maar ook tot nog veel meer. Hier staat meer op het spel, en ik hoop dat Airbnb dat goed beseft.
Eigenlijk hebben we er met ons Logiesdecreet, met de verlaging van de drempel en met de administratieve vereenvoudiging voor gezorgd dat we enigszins een Europees laboratorium zijn. We hebben heel duidelijk en in overleg met Airbnb gesteld dat dit het moment is waarop Airbnb uit de grijze zone kan komen. Airbnb kan dan twee richtingen uitkantelen, namelijk naar de witte zone of naar de zwarte zone. We staan op dit moment aan dat kruispunt. Het is aan Airbnb om die beslissing te nemen. Ik verhoog de druk om duidelijk te maken dat we alle juridische inspanningen zullen leveren om ervoor te zorgen dat Airbnb onze regelgeving naleeft.
Ik zal ook niet nalaten om de consequenties van onze casus, ons experimenteel Logiesdecreet, voor Airbnb op het niveau van de EU bekend te maken. Ik heb dat al gedaan. Ik ben, ook om andere redenen, naar de informele top van de Europese ministers van Toerisme in Sofia gegaan. Ik heb dit toen te berde gebracht en gemerkt dat heel wat Europese lidstaten die daar rond de tafel zaten, bezig zijn met de creatie van een gelijkaardige regelgeving. De ene is al wat sneller dan de andere: sommigen leggen hier de laatste hand aan en anderen denken eraan. Zij voeren ook overleg met Airbnb en willen dit ook enigszins reguleren. Ze hebben allemaal de bedoeling Airbnb in het witte circuit te trekken. We hebben daar ervaringen uitgewisseld en ik heb vernomen dat er bij Airbnb een grote bereidheid is om rond de tafel te zitten en regelgeving uit te werken. Dat is gelijkaardig aan wat in Vlaanderen gebeurt. Ik heb de ministers van Toerisme duidelijk gemaakt dat wij met betrekking tot de bekendmaking van de data nul op het rekest hebben gekregen. Ik heb uitgelegd welk verzet er is geweest, welke argumenten Airbnb heeft gebruikt en wat we hiermee zouden doen. We zullen hierover rapporteren aan alle Europese lidstaten en dat zal niet zonder gevolgen blijven. Airbnb zal de komende maanden niet enkel een keuze maken met betrekking tot Vlaanderen, maar uiteindelijk ook met betrekking tot de hele Europese markt.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord. U hebt me als leek alleszins op een heldere manier wegwijs gemaakt in de regelgeving. Ik heb begrepen dat ik men ook nog eens tot de minister van Omgeving zal moeten wenden.
U hebt eveneens interessante zaken verteld over de evolutie in Amsterdam, waar het stadsbestuur van Gent naar heeft gekeken om de negatieve effecten op de lokale woningmarkten te kennen van de doorbraak of het bereiken van een zekere schaalgrootte van Airbnb. U hebt dat spanningsveld goed omschreven. Het is moeilijk het evenwicht te bewaren tussen het sympathieke, informele en spontane overnachtingscircuit van Airbnb, dat we uiteraard gedeeltelijk willen omarmen, en het feit dat we natuurlijk de feiten achterna hollen indien we dit onder controle willen houden.
Volgens u hebben de gemeenten zelf een arsenaal aan regels om het een en het ander te organiseren en te reguleren. U hebt onder meer verwezen naar de stad van de heer Landuyt. Wat de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening betreft, zal ik minister Schauvliege zeker nog ondervragen. Daar zit veel soepelheid in, waardoor een lokaal bestuur hier moeilijk van kan afwijken.
U hebt ook vermeld dat een aanmeldingsplicht en geen vergunningsplicht is ingevoerd. Hij die zijn pand of een gedeelte van zijn pand met behulp van Airbnb als toeristisch logies wil verhuren, moet maar kiezen of hij in de witte zone of de zwarte zone wil zitten. Worden die gegevens echter met de lokale besturen gedeeld? Indien Toerisme Vlaanderen aanmeldingen uit Gent ontvangt, worden die gegevens dan met het stadsbestuur gedeeld?
Tot slot wil ik nog even reageren op wat u naar aanleiding van de steekproef hebt verteld. Een platform als Airbnb werkt hier niet aan mee. Ik hoop dat u de druk zult blijven verhogen. Het is goed dat u uw ervaringen met de andere Europese ministers deelt. Ik kijk er, samen met het stadsbestuur van Gent, vol belangstelling naar uit hoe dit zal aflopen.
De heer Landuyt heeft het woord.
Voorzitter, nu ook het stadsbestuur van Gent naar Amsterdam kijkt en vaststelt dat Amsterdam met betrekking tot toerisme en reglementering naar Brugge kijkt, wil ik toch even het woord nemen. Er is trouwens verwezen naar een eerdere vraag om uitleg van mevrouw Soete. Zij heeft in de Brugse gemeenteraad een verslag uitgebracht dat niet volledig gelijkloopt met de complimenten die hier aan het Brugse stadsbestuur worden gegeven, maar dit geheel terzijde.
Het Brugs systeem bestaat al een tiental jaren. We verbieden vakantiewoningen in de historische binnenstad, die de toeristische zone uitmaakt, door de functiewijziging in de ruimtelijke ordening niet te aanvaarden. We maken een onderscheid. We zijn veel gemakkelijker voor mensen die in hun woning kamers willen verhuren. Dat is een bewuste politiek, want we vinden dat mensen die in de binnenstad wonen evengoed moeten kunnen genieten van het toerisme, dat een niet te onderschatten effect heeft op het dagelijks leven in de binnenstad. Dat aanvaarden we, maar onze zorg is niet dat iemand bijkomende kamers of de kamers van de vertrokken kinderen in zijn woning verhuurt aan toeristen. We houden de woningen nogal intact en groot om ze betaalbaar te houden.
We verbieden vakantiewoningen en we zien wat het effect is. De straten naast het historisch centrum komen nu onder druk te staan en het is niet uitgesloten dat we het systeem zelfs nog zullen moeten uitbreiden. Sommige straten die vlakbij het historisch centrum liggen, ondergaan dit effect. Het probleem is dat de woningen worden opgekocht om te worden verhuurd. Hierdoor wordt het niet enkel duur, maar blijven de woningen ook effectief onbewoond.
Er is altijd een zekere frictie met de Vlaamse reglementering. Voor ons is Airbnb een platform, maar evengoed ook een informatiebron om na te kijken wie zonder vergunning op het vlak van ruimtelijke ordening functioneert. We zitten nu in de fase waarin we daar overtredingen vaststellen, want soms beseffen die mensen niet eens dat ze in overtreding zijn. Er is echter een klein probleem met de Vlaamse reglementering dat volgens mij kan worden opgelost.
Mensen moeten zich aanbieden, wat goed is, en daar zijn minimale vereisten aan verbonden, wat ook goed is. Als ze het bericht krijgen dat ze zijn aangemeld, ontstaat echter de indruk dat ze ook met de gemeentelijke reglementering in orde zijn. Dat was vroeger ook al zo. Ik pleit ervoor te benadrukken in het document dat die mensen ontvangen dat de erkenning door de Vlaamse overheid niet betekent dat ze automatisch ook in orde zijn met de plaatselijke reglementering. Dat is een voortdurend misverstand. Die mensen denken dat ze met de Vlaamse regels in orde zijn, en dan moeten wij hun uitleggen dat ze eigenlijk niet in orde zijn met onze regels inzake ruimtelijke ordening.
Een eenvoudige regel van ruimtelijke ordening, zeg ik aan de Gentse collega’s, die eigenlijk functioneert met als doelstelling het beschermen van woningen. We staan aarzelend tegenover het beperken van het aantal dagen omdat wij vinden dat gewone burgers mogen meegenieten van het toerisme. Dat is soms ook een middel om het huis te onderhouden, het helpt de onderhoudskosten aan het huis te financieren.
Op zich maakt dit het relatief eenvoudig. Je leeft de regels van de ruimtelijke ordening na, of je leeft die niet na. Enige steun vanuit Vlaanderen om dat ook in de praktijk erkend te krijgen, zou zeer welkom zijn.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Ik vind het jammer dat een initiatief zoals Airbnb zo vaak in een negatief licht wordt gesteld, in het bijzonder in deze commissie. Wat Airbnb doet, is op zich een prima oplossing voor zowel de toerist als de verhuurder. Gedeeld ruimtegebruik, slim ruimtegebruik en dergelijke zijn fenomenen die door iedereen zouden moeten worden toegejuicht. Het is dan ook spijtig en jammer dat een platform als Airbnb, dat hierop inspeelt, al te vaak negatief wordt benaderd, los van de neveneffecten die er ongetwijfeld ook zijn en die we niet kunnen ontkennen.
Dit gezegd zijnde, wil ik vooral een lans breken voor normaal, eigenlijk gebruik van Airbnb. De geest van Airbnb draait hierom: wanneer de eigenaar van een huis of appartement zelf geen gebruik maakt van de volledige eigendom of een deel van de eigendom, kan hij die op de toeristische markt aanbieden. Je gaat zelf een weekje op reis, en in plaats van je eigendom een weekje leeg te laten, kun je er op die manier een toerist die graag in een huiselijke sfeer verblijft gelukkig mee maken. Daarnaast kun je er ook nog een zakcentje, hoe groot het ook moge zijn, mee verdienen. Dit is een prima aanvulling op het aanbod van hotels en bed and breakfasts. Het geeft toeristen meer keuzemogelijkheden, terwijl het ongetwijfeld ook voor de verhuurder voordelen heeft. Tegen deze win-winsituatie kunnen we als overheid weinig negatiefs inbrengen, zeker na het invoeren van het Logiesdecreet, dat ervoor zorgt dat occasionele verhuur van een eigendom aan bepaalde veiligheids- en kwaliteitsnormen onderhevig is.
Volgens ons moet Airbnb zich wel duidelijker uitspreken over oneigenlijk gebruik van verhuur via hun platform. Mijnheer Vandenbroucke, daarin kan ik u wel volgen, los van het feit dat we ons ervoor moeten hoeden om het kind met het badwater weg te gooien. Het oorspronkelijke idee van Airbnb ligt ver van het gebruik van het platform als verhuurplatform op de woningmarkt, zoals nu helaas soms het geval is. Dat mag worden gezegd. Wil Airbnb een krachtig toeristisch initiatief blijven, dan dient het zich de geest van het prille initiatief beter in herinnering te brengen. Nu loopt men immers het risico dat de regels en de houding ten aanzien van Airbnb steeds meer op wantrouwen gestoeld zijn. Dat zou zowel toeristen als burgers die een centje willen bijverdienen, waar met normaal Airbnb-gebruik niets verkeerd mee is, slecht uitkomen.
Minister, volgens mij en mijn partij moet u in gesprek blijven met Airbnb. Het doet ons enorm veel genoegen dat u daar al een tijd mee bezig bent, ook op Europees vlak. U levert samen met uw Europese collega’s de nodige inspanningen om verder in gesprek te gaan met Airbnb en hen te wijzen op het feit dat men daar zichzelf in de voet schiet door een oneigenlijk gebruik van hun platform toe te staan. Minister, ik zou dan ook willen vragen dat u in gesprek blijft, dat u inderdaad, zoals u daarnet hebt gezegd, de druk blijft uitoefenen om dat oneigenlijke gebruik weg te werken, dat dan toch nadelig en negatief is in bepaalde steden waar Airbnb populair is.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik vind het een zeer interessante vraag. U hebt inderdaad letterlijk gezegd dat wij met ons Logiesdecreet Airbnb de kans hebben geboden om uit de grijze zone te treden. De heer De Meulemeester zei dat men zich de geest van het prille initiatief zou mogen herinneren. Daarom ben ik even op zoek gegaan daar naar een e-mail die wij kregen in juli 2015. Minister, indien u dit nuttig zou vinden, wil ik die gerust aan u overmaken. Het was een mail van mevrouw Sarah Roy, die zich de communicatieverantwoordelijke noemde van Airbnb Belgium. Op dat moment hadden wij net het voorstel van decreet ingediend. Het werd dan pas later hier besproken. De titel van de mail was: ‘Airbnb Welcoming Flanders Tourism Draft Bill’. Dan geeft ze een hele uitleg in het Engels, die ik misschien beter kan vertalen. Een van de interessante zinnetjes was: ‘Door de regels voor ‘home sharing’ in Vlaanderen zo duidelijk, eenvoudig en eerlijk te maken, stelt de Vlaamse overheid een voorbeeld voor innovatief toerisme, niet alleen voor Europa maar voor de hele wereld.’ Ze waren toen heel enthousiast over het voorstel van decreet waaraan, bij mijn weten, op dit stuk niet echt nog fundamentele wijziging werden aangebracht. Ik vind wel dat we hen daar ook mogen aan herinneren in het huidige dispuut waarin u nu blijkbaar bent verwikkeld.
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, het is goed dat u dat aanhaalt. Wij stonden en staan heel positief ten opzichte van Airbnb. We hebben gezegd dat we hen willen reguleren, maar dat we wel vinden dat we iedereen die geld verdient met het aanbieden van toeristische logiezen, op dezelfde manier moeten behandelen, en dat zij aan een paar basisvereisten, bijvoorbeeld inzake brandveiligheid, moeten beantwoorden. ‘That’s it.’
We willen dat engagement natuurlijk gerespecteerd zien. Maar daar knelt het schoentje: daartoe moeten we ook toegang hebben tot de data, weze het zelfs, heel beschermd, steekproefsgewijs.
De gemeenten hebben vandaag een heel instrumentarium ter beschikking om de problemen te kunnen aanpakken. We hebben al een paar keer naar Brugge verwezen als voorbeeld op dat vlak. De genese van die regelgeving dateert natuurlijk van een vorig regnum, indien u er aan zou twijfelen, mijnheer Landuyt.
We hebben in Brugge al veertig jaar socialisme. Dat dateert van bij Frank Van Acker, als u de geschiedenis eer wilt aandoen – waarvoor dank.
Het was dus inderdaad een ander regnum.
Men heeft daar wel de moed getoond om bepaalde keuzes te maken. Dat loopt wel. De inspiratiebron voor de specifieke casuïstiek in Gent was het aanpakken van overlast. Dat heeft eigenlijk niks te maken met toeristische regelgeving as such. De gegevens worden gedeeld met de gemeenten, maar natuurlijk in geaggregeerde vorm. Zo weet je hoeveel toeristische logiezen in de eigen gemeente of stad worden aangeboden, en per categorie. Het gaat niet over personen, of individuele adressen. Maar geaggregeerd is natuurlijk wel een zeer nuttig instrument voor de steden en gemeenten.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik heb u goed beluisterd. Het laatste woord hierover is nog niet gezegd. Ik heb ook goed geluisterd naar de heer Landuyt. Het kader van Brugge, waaruit zeer veel te leren valt, lost niet helemaal op datgene waarmee we in Gent worden geconfronteerd, onder andere door het feit dat niet alle gegevens bekend zijn van diegenen die zich via Airbnb opgeven om hun woning geheel of gedeeltelijk te verhuren, of erger nog. Ook een fenomeen dat we in Gent tegenkomen, is dat huurders van woningen of appartementen via Airbnb die woning of het appartement onderverhuren, zonder dat de eigenaar er iets van weet. Als die dan ook nog eens niet is aangemeld via Toerisme Vlaanderen, zijn ze met niets en orde. Minister, ik weet dat het geen toeristische regelgeving is en dat het dus ook niet uw verantwoordelijkheid is. Maar als er dan problemen opduiken, dan zijn er pas echt problemen in verband met aansprakelijkheid en dergelijke meer.
De vraag om uitleg is afgehandeld.