Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Minister, collega’s, de evolutie van de dagprijzen en de eventuele controlemechanismen op deze evoluties, staan de laatste weken volop in de politieke actualiteit. Terecht, want deze evolutie – vooral in de richting van een prijsstijging die de laatste jaren meer uitgesproken wordt – is voor veel zorgbehoevende hoogbejaarden een belangrijk issue.
De nulmeting van het agentschap Zorg en Gezondheid van 2016 en de nieuwe meting een jaar later, op 1 mei 2017, gaf voor het eerst meer inkijk in deze materie. Dat is op zich een pluspunt, want meten is weten. Maar de evolutie van dagprijzen kennen, is één zaak. Een correcte informatiedeling over de dagprijs en de eventuele supplementen op die dagprijs, is een ander aspect van een goede dagprijspolitiek. En daarover gaat deze vraag.
Een kleine steekproef in West-Vlaanderen leerde me enorm veel. Zowat alle woonzorgcentra hebben een website, wat op zich de informatiedeling een stap vooruithelpt. Potentiële bewoners en hun familieleden kunnen vrijblijvend informatie opdoen, vergelijken en kalenders bekijken.
Maar wat betreft de tarieven en de service, blijkt de informatie verre van accuraat, verre van duidelijk en in sommige gevallen zelfs vrij ondermaats tot incorrect. Ik geef een paar voorbeelden. Niet alle woonzorgcentra delen hun dagprijs mee op het internet. Andere geven een startprijs en na het telefonisch opvragen van informatie blijkt dat dit minimumbedrag al voor de kleinste kamer wordt overschreden. Dat betekent toch dat er incorrecte en zeer onduidelijke informatie wordt gegeven. In bijna alle gevallen wordt de oppervlakte van de kamer niet vermeld en ook niet de prijsvariaties tussen bijvoorbeeld een kamer met of zonder balkon. Op die manier valt het voor potentiële bewoners zeer moeilijk om te vergelijken en is dat geen stap vooruit in het opnemen van de eigen regierol.
Als het gaat om supplementen of service, wordt het helemaal onduidelijk. Sommige spreken er niet over op hun website, andere scheppen op met een service die gewoon wettelijk tot de verplichtingen hoort, zoals het hebben van een CRA-arts. Nog andere geven dan wel gedetailleerd aan wat wel en niet is inbegrepen. Dat verschilt enorm van instelling tot instelling. Was of linnen, kabel-tv, persoonlijke verzorging enzovoort: hierop zitten zeer grote verschillen. Die verschillen bepalen evengoed mee de kostprijs, maand na maand.
In het kader van het belang van de autonomie en vooral van de eigen regierol, lijkt het me nodig en nuttig de informatiedeling enigszins gelijklopend te maken, kwestie van te kunnen vergelijken. Wat is de dagprijs? Is de dagprijs afhankelijk van het soort kamer? Wat is in de dagprijs inbegrepen? Wat zijn de supplementaire kosten per maand?
Minister, aan welke minimale vereisten zou deze informatiedeling moeten voldoen teneinde de potentiële bewoner vrijblijvend op de hoogte te brengen van wat de kostprijs is verbonden aan een opname binnen het woonzorgcentrum?
Welke stappen zet u om de informatiedeling over dagprijzen en supplementen eenduidiger te maken teneinde de geïnteresseerden toe te laten aan marktverkenning te doen zonder zich telefonisch kenbaar te maken?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, u haalt terecht aan dat er transparantie moet bestaan omtrent de dagprijzen en extra vergoedingen in woonzorgcentra, om zo een correcte inschatting te kunnen maken van de betaalbaarheid in de ene of de andere voorziening.
De regelgeving, artikel 13 van de bijlage XXII met betrekking tot de woonzorgcentra van het besluit van 24 juli 2009 van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en subsidiëringsregels voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruiks- en mantelzorgers, bepaalt uitdrukkelijk dat de opname in een woonzorgcentrum geconcretiseerd wordt in een schriftelijke opnameovereenkomst. Die overeenkomst wordt door de belanghebbende partijen ondertekend en bevat onder andere de bepaling met betrekking tot het bedrag en de samenstelling van de dagprijs, de diensten en leveringen die aanleiding geven tot aanrekening van een extra vergoeding, de regeling van voorschotten ten gunste van derden, een eventuele voorschotregeling met betrekking tot de dagprijs, het eventuele bedrag van de waarborgsom en de mogelijke aanwending ervan, de regeling en de tarieven voor terugbetaling voor de niet-gebruikte leveringen en diensten, in het bijzonder bij tijdelijke afwezigheid of bij overlijden.
Opdat een toekomstig bewoner correct geïnformeerd zou zijn, is het belangrijk dat hij zich kan informeren op basis van actuele prijzen zoals die effectief zullen worden toegepast bij het afsluiten van de overeenkomst. Wat de dagprijzen betreft, moet er duidelijkheid zijn over de kamertypes die de voorziening aanbiedt en welke dagprijs er voor elk van deze kamertypes wordt aangerekend, indien een overeenkomst wordt afgesloten voor een dergelijk kamertype.
Bovendien is het met het oog op transparantie ook belangrijk dat duidelijk wordt aangegeven hoeveel woongelegenheden er van een bepaald kamertype ook effectief aanwezig zijn in de voorziening.
Indien er op de dagprijzen bovendien kortingen worden verleend, moeten die ook worden benoemd en moeten de voorwaarden voor het genieten van deze kortingen kenbaar worden gemaakt. Ook met betrekking tot de supplementen moet duidelijk zijn welke supplementen kunnen worden aangerekend.
Het ministerieel besluit van 9 december 2009 tot bepaling van de samenstelling van de dagprijs, de extra vergoedingen en de voorschotten ten gunste van derden aangerekend in de woonzorgcentra, bepaalt welke onderdelen verplicht in de dagprijs inbegrepen zitten, welke voorwerp kunnen zijn van een extra vergoeding en welke als een voorschot ten gunste van derden kunnen worden aangerekend.
Voorzieningen beschikken echter over enige vrijheid over wat er in de dagprijs zit. Zo kunnen ze e voor kiezen om bepaalde diensten toch in de dagprijs te integreren, ook al zouden die als een supplement mogen worden aangerekend. Hierover moet een woonzorgcentrum uiteraard ook de nodige transparantie bieden: een actueel overzicht van wat als supplement kan worden aangerekend en aan welke kost dat beschikbaar moet zijn, alsook een overzicht van wat anderzijds in de dagprijs is opgenomen en wat niet.
Uw steekproef legt inderdaad enkele terechte verbeterpunten bloot. Zoals u weet, hechten we veel belang aan transparantie voor de gebruikers. Dat is ook de reden waarom we in 2016 de jaarlijkse meting van de dagprijzen hebben opgestart en die voortzetten. We nemen uw opmerkingen dan ook ter harte.
Ik geef u graag mee dat we op dit ogenblik bezig zijn met het actualiseren van het Woonzorgdecreet. Daarbij aansluitend zullen de bij het Woonzorgdecreet horende uitvoeringsbesluiten worden geactualiseerd. Bij de actualisatie van deze besluiten, die dateren uit 2009, zullen we uiteraard ook de nodige aandacht moeten hebben voor het gewijzigde digitale landschap, de grotere toegankelijkheid van het internet en het gegeven dat dit voor steeds meer mensen de eerste bron van informatie wordt.
Momenteel bepalen de erkenningsvoorwaarden dat de in de woonzorgcentra gehanteerde dagprijzen en extra vergoedingen alsook de regeling van de voorschotten ten gunste van derden duidelijk moeten worden geafficheerd op een centrale plaats die toegankelijk is voor alle bewoners, bezoekers en personeelsleden. Het lijkt me evident dat we bij de actualisatie van de erkenningsvoorwaarden een dergelijke affichering ook met de hedendaagse communicatiekanalen in overeenstemming brengen en dat de voorziening deze informatie ook op de website actueel moet houden.
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben het er helemaal mee eens dat er duidelijkheid moet zijn. Zoals de minister terecht aanhaalt, is er een meting gebeurd en moet er informatieverstrekking gebeuren naar de bewoners. Ik kan u de telefonische enquête bij zes woonzorgcentra in West-Vlaanderen bezorgen. Daaruit blijkt dat de realiteit anders is dan wat in de regelgeving is opgenomen. Is het de bedoeling dat de Zorginspectie daar meer op wordt afgestuurd omdat de regelgeving omtrent de prijszetting niet correct wordt opgevolgd?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Transparantie met betrekking tot de dagprijs is erg belangrijk, maar er moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen potentiële bewoners – mensen die op zoek gaan naar informatie – en de effectieve bewoners of zij die op het punt staan om een overeenkomst te tekenen.
Bij de effectieve bewoners stellen we vast dat de facturen die ze ontvangen, niet heel erg transparant zijn. Het zou heel zinvol zijn dat een bewoner kan weten wat de expliciete zorgkost is, wat de woonkost is en wat de infrastructuurkost is en dat er duidelijkheid is over de supplementen die al dan niet worden aangerekend. Er zijn op dat vlak wat problemen. In welke mate dit wordt opgevolgd door de Zorginspectie, is me niet duidelijk. Kunt u daar wat meer toelichting bij geven?
Als potentieel toekomstige bewoners of familie op zoek gaan naar informatie, dan moet die informatie inderdaad correct zijn en zo duidelijk mogelijk. Ik hoed mij er wel voor dat we strikt opleggen wat er allemaal moet worden gepubliceerd op de website, op Facebook of op welk medium ook. Het is belangrijk dat wie echt geïnteresseerd is, heel duidelijk weet wat de kamer of de woongelegenheid zal kosten voor een maand. Dat is het belangrijkste.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik vind dit een zeer pertinente vraag. Transparantie is echt wel essentieel wat betreft de prijs van woonzorgcentra. Het is wel zo dat bij aanmelding wordt bepaald wat de sectorspecifieke, minimale kwaliteitsvereisten voor de woonzorgcentra zijn. In elke fase van het hulp- en dienstverleningsproces wordt de relevante informatie verstrekt. Het klopt inderdaad dat informatieverplichting ook via de website essentieel is voor potentiële gebruikers of kandidaat-residenten, als we willen gaan voor volledige transparantie.
Minister, ik wil me aansluiten bij de terechte vragen van mevrouw Coppé en anderen. Ik vond uw antwoord op zich duidelijk, maar ik mis een vervolgluik. Het is evident dat informatie ter beschikking moet staan via digitale kanalen. Ik zou er willen voor pleiten om daarbij het KIS-principe (keep it simple) toe te passen: geen al te moeilijke formuleringen waar de vlag weer andere ladingen kan dekken of waaruit sommige dingen kunnen worden weggelaten maar alsnog op de factuur opduiken.
Ik heb een vraag bij het ontsluiten van de informatie die vandaag reeds ter beschikking staat van het agentschap Zorg en Gezondheid. Voordien waren er op de website van het agentschap dagprijzen te vinden per gemeente en per woonzorgcentrum. Dat blijkt verdwenen te zijn, daar waar vandaag wel de opvolging gebeurt. Mevrouw Coppé, dat zou beletten dat u zelf de steekproef zou moeten doen.
De Zorginspectie houdt die prijzen bij in de dagdagelijkse activiteiten.
Je zou eigenlijk moeten kijken naar het aantal opmerkingen, en daar gaat meteen mijn vraag over. Die Zorginspectie doet aangekondigde en onaangekondigde inspecties. Zij formuleren bij het prijzenbeleid dat er verbetering mogelijk is. Dat bewijst de casestudie van mevrouw Coppé. De vraag is: gaat de Zorginspectie een beetje op dezelfde manier te werk als mevrouw Coppé? Zoeken ze ernaar? Formuleren ze dan ook opmerkingen?
Als men uit het geheel van opmerkingen die betreffende het prijzenbeleid haalt, zou u een idee krijgen van de aanpak op het terrein. Dat is een eerste vraag naar appreciatie. Onderliggend, als u besluiten wenst aan te passen, wordt dat dan in de opdracht van de Zorginspectie meegegeven?
Ik heb het nog eens bekeken, die dagprijzen staan per woonzorgcentrum op de site van het agentschap, via mijn iPhone kan ik daaraan, ik veronderstel dat u dat dan ook kunt.
We zijn bezig met een update van het Woonzorgdecreet. Zoals gezegd, zullen we daar proberen wat meer duidelijkheid te geven inzake de diverse onderdelen van de dagprijs.
Als de Zorginspectie de systematische inspecties doet, wordt er natuurlijk ook gekeken of men zich houdt aan de regelgeving. Ik wil dat nog eens checken, maar ik ga ervan uit dat dat tot de normale opdracht hoort van Zorginspectie.
Wat de informatie betreft, ben ik het ermee eens dat dat niet te ingewikkeld moet zijn. Het moet wel volledig zijn. Het is altijd zoeken naar een evenwicht, maar het is de bedoeling dat iemand die geïnteresseerd is, of de familie, aan de hand van de extern beschikbare informatie een inschatting kan maken van de kostprijs. Daarom is het belangrijk dat we proberen, ook een beetje voortgaand op de bevindingen uit de steekproef, om daar te kijken wat de issues zijn die we misschien in de uitvoeringsbesluiten wat meer punctueel moeten omschrijven om die klaarder te krijgen.
Minister, ik ben blij dat u zelf zegt dat u dit een belangrijk issue vindt, en dat de informatiedeling correct moet zijn. Ik denk dat iedereen in deze commissie dat wil, zodat de oudere die de regierol nog kan opnemen, op de juiste manier geïnformeerd kan zijn vooraleer er een contract wordt getekend. Ik krijg daar behoorlijk wat klachten over. Mensen zijn verwonderd dat ze na de ondertekening van hun contract nog een onduidelijke factuur hebben. Een collega heeft dat hier ook vermeld.
Gelukkig zult u dat verder opvolgen, en het wordt opgenomen in het Woonzorgdecreet in de uitvoeringsbesluiten. U hecht daar zelf heel veel belang aan; het issue leeft echt en roept veel vragen op bij mensen die op zoek zijn naar de juiste woongelegenheid om, als de zware zorgen zich aandienen, het laatste jaar of de laatste maanden van hun leven in door te brengen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.