Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, deze vraag om uitleg betreft het Vlaams bibliotheeklidmaatschap. Sinds 1 januari 2018 zijn de provincies niet langer bevoegd voor de persoonsgebonden bevoegdheden, waaronder het bibliotheekbeleid. De Vlaamse Regering wil de verschillende provinciale bibliotheeksystemen (PBS’s) integreren in een eengemaakt Vlaams bibliotheeksysteem, wat heel goed is. Op die manier kunnen de verschillende bibliotheeksystemen worden vervangen door een modern, gemeenschappelijk systeem, kan de samenwerking tussen bibliotheken worden versterkt, kan de dienstverlening verbeteren en kan het onderhoud door het schaalvoordeel efficiënter en goedkoper worden gemaakt.
We kunnen dan ook nadenken over een Vlaams bibliotheeklidmaatschap. Binnen een PBS kan iemand met een actieve lidkaart gebruik maken van alle aangesloten bibliotheken in de regio. Hoewel dit gepaard gaat met een daling van de inkomsten uit lidkaarten van de bibliotheken die nog lidgeld aanrekenen, wat velen niet meer doen, blijkt dat de samenwerking dit ruim compenseert door de sterke stijging van het bibliotheekgebruik.
Het Vlaams eengemaakt bibliotheeksysteem kan een hefboom vormen om niet enkel de backoffice maar ook de dienstverlening voor de klant te uniformiseren zodat het bibliotheekgebruik in Vlaanderen beperkt wordt tot één kaart. Met die ene kaart kan ik dan in Antwerpen naar de bibliotheek gaan, maar ook in De Haan. Dat zou de zaken alleen maar interessanter maken.
Uiteraard heerst er ook de lokale autonomie, maar het is moeilijk om dit bottom-up vanuit de Vlaamse bibliotheken zelf te organiseren.
Minister, in hoeverre steunt u het voorstel om na te denken over een Vlaams bibliotheeklidmaatschap? Zo ja, wilt u hierover gesprekken aangaan met VVBAD en Cultuurconnect om de mogelijkheden en het draagvlak van dit voorstel te onderzoeken? Zo ja, ervaart u dit als een fenomeen dat behoort tot de lokale autonomie of wilt u hier actief op inzetten om dit te realiseren?
Minister Gatz heeft het woord.
Cultuurconnect kreeg de opdracht om een Eengemaakt BibliotheekSysteem (EBS) te realiseren. Behalve de eenmaking van de verschillende provinciale systemen onderzoekt Cultuurconnect parallel diensten die hiermee zijn verbonden, rekening houdend met de mogelijkheden of beperkingen van het systeem. De wensen van en de samenwerking met de lokale besturen zijn, aangezien de bibliotheken lokale culturele instellingen zijn, belangrijke elementen om rekening mee te houden en de kans op slagen maximaal te garanderen.
Er is niet alleen heel wat verwarring over de begrippen lidkaart, lidmaatschap en diensten, maar ook de toepassingen zijn divers. Daarom ga ik hier eerst wat dieper op in. Een lidkaart wordt gebruikt om een lener te identificeren in de bibliotheek, bijvoorbeeld wanneer hij of zij een boek wil uitlenen aan de balie of zelfuitleenautomaat. De lener wordt geïdentificeerd door een nummer op de barcode of chip van de kaart. Met het EBS wil Cultuurconnect verschillende types lidkaarten ondersteunen. Een groot deel van de bibliotheken gebruikt de elektronische identiteitskaart als lidkaart voor +12-jarigen. Bibliotheken zijn hiertoe gemachtigd door het sectoraal comité van het rijksregister als ze hiervoor een machtigingsaanvraag hebben ingediend. Cultuurconnect wil graag in het EBS voor de bibliotheken die in orde zijn met de aanvraag, intensiever gebruik maken van persoonsgegevens uit het rijksregister, onder meer via een project om met een technische koppeling met het rijksregister bepaalde persoonsgegevens, zoals de adresgegevens, up-to-date te houden. Hiervoor zal Cultuurconnect gebruik maken van het MAGDA-dienstenplatform van de Vlaamse overheid.
Voor -12-jarigen of andere leners zonder e-id, zoals buitenlandse studenten, gebruiken bibliotheken een eigen lidkaart. Ook de bibliotheken die geen gebruik maken van de e-id gebruiken een eigen lidkaart. Cultuurconnect ziet verschillende opties met betrekking tot deze eigen lidkaarten, naast de elektronische identiteitskaart. Cultuurconnect blijft de bestaande eigen lidkaarten ondersteunen, zodat bibliotheken geen verplichte investeringen moeten doen in nieuwe kaarten en een heel werkproces moeten opzetten met leners om hun lidkaarten te vervangen. Gemeenten kunnen autonoom eigen lidkaarten uitgeven. Cultuurconnect bekijkt de mogelijkheid om een aanbesteding te doen voor een leverancier van voorgedrukte lidkaarten. Dit is een relatief complex dossier dat nog moet opstarten met onder meer aandacht voor een toekomstgerichte keuze van technologie, bijvoorbeeld voor de afstemming met UiTPAS en de A-kaart. Gemeenten kunnen deze lidkaarten zelf vormgeven. Cultuurconnect geeft voor bibliotheken die deelnemen aan het EBS, een nieuwe Vlaamse lidkaart uit die de bestaande lidkaarten vervangt, al dan niet volgens een gefaseerde uitrol, waarbij bijvoorbeeld wordt begonnen met nieuwe leners. De verschillende opties met betrekking tot de eigen lidkaarten kunnen in verschillende combinaties gerealiseerd worden. Zoals ik zei, onderzoekt Cultuurconnect momenteel wat zinvol en haalbaar is.
Wat betreft het lidmaatschap kan met een centrale lenersdatabank in een eengemaakt bibliotheeksysteem worden ingesteld dat leners van een bepaalde bibliotheek ‘automatisch’ lid zijn in een andere bibliotheek, als die bibliotheken dat onderling overeenkomen. Die bibliotheken kunnen hierbij ook hun bibliotheekreglement, bijvoorbeeld over het lidmaatschapstarief, de uitleenvoorwaarden, enzovoort, op elkaar afstemmen, maar dat hoeft niet. In de provincies Vlaams-Brabant, Limburg en in Brussel zijn de leners momenteel automatisch lid van alle bibliotheken in het provinciale bibliotheeksysteem, en dat kan ook zo blijven in EBS. Enkel in Limburg is men erin geslaagd om het grootste deel van de bibliotheekreglementen op elkaar af te stemmen.
Verder zien we dat heel wat regiosamenwerkingen van bibliotheken in andere provincies vragende partij zijn voor één lidmaatschap in de regio, al dan niet met onderlinge afstemming van het bibliotheekreglement. De grote variatie aan samenwerkingen vraagt de nodige inspanningen van de lener, de bibliotheek en het systeem. Zelfs binnen een eenvoudig samenwerkingsmodel met enkel ‘automatisch’ lid zijn in een andere bibliotheek, zijn er een aantal belangrijke vraagstukken. Hoe weet de lener in welke bibliotheken hij automatisch lid is? In welke bibliotheek verlengt en betaalt de lener zijn abonnement? Kan de lener een boete van de ene bibliotheek betalen in de andere bibliotheek? Hoe geraakt het juiste geld bij de juiste bibliotheek? Wat is de juiste abonnementsformule van de lener in de andere bibliotheek? Welke bibliotheek verzorgt de communicatie naar de lener? Krijgt de lener toegang tot de digitale collecties van de andere bibliotheek?
Het nieuwe EBS zal in de functionaliteiten voorzien om verschillende samenwerkingsmodellen tussen bibliotheken mogelijk te maken, zonder ze evenwel te verplichten. In die fase zitten we nu. In het EBS is het ook mogelijk om in de loop van de tijd samenwerkingsmodellen te wijzigen en uit te breiden.
Dan kom ik tot het aspect van de dienstverlening. De meerwaarde van één lidmaatschap is beperkt als het niet verder gaat dan automatisch inschrijven of hetzelfde bibliotheekreglement.
De meerwaarde van een samenwerking tussen bibliotheken laat zich pas echt voelen als er circulatie mogelijk is van boeken of andere materialen tussen de verschillende bibliotheken. Dat betekent bijvoorbeeld dat de lener boeken kan ontlenen uit de ene bibliotheek en terugbrengen in de andere bibliotheek. Dat betekent dat een lener een boek snel kan aanvragen uit een andere bibliotheek zonder het relatief trage interbibliothecaire leenverkeer.
Typisch is dit een samenwerking tussen bibliotheken in een geografische regio en vraagt dit een of andere vorm van regelmatig, bijvoorbeeld zelfs dagelijks, transport tussen bibliotheken. Als bibliotheken op deze manier logistiek gaan samenwerken, zal de samenwerking zich ook op veel andere vlakken doorzetten, bijvoorbeeld op het vlak van collectievorming en personeel, en zullen bibliotheken met een veel bredere collectie een meer eigentijdse dienstverlening kunnen opzetten. Cultuurconnect wil met het eengemaakt bibliotheeksysteem op dergelijke verregaandere vormen van samenwerking inzetten.
Er was een vraag of dit behoort tot de lokale autonomie dan wel of we hier zelf actief op inzetten. Zoals blijkt uit de vorige antwoorden, ben ik bereid om zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen in functie van een kwaliteitsvolle bibliothecaire dienstverlening. Ook hier zijn draagvlak en een gefaseerde, liefst geïntegreerde, aanpak om meerdere redenen noodzakelijk. Als blijkt dat gemeenten vragende partij zijn voor een Vlaams bibliotheeklidmaatschap en/of ander Vlaams dienstverlenend product, wil ik aan Cultuurconnect vragen om dergelijke diensten in samenwerking met de lokale besturen verder uit te werken.
We zitten nu in een fase dat vraag en aanbod elkaar een beetje zoeken en elkaar raken. Door de techniek van het EBS zijn er heel veel bijkomende mogelijkheden. We willen dat in een drietal jaar uitrollen. Intussen kan het voor bepaalde bibliotheken en bepaalde bibliotheeksamenwerkingsverbanden duidelijker worden wat er allemaal kan. We zullen allicht met een aantal voorlopers aan andere samenwerkingsverbanden of potentiële samenwerkingsverbanden duidelijk maken wat mogelijk is. Ik vermoed dus dat een en ander parallel zal verlopen: de uitrol van het eengemaakt bibliotheeksysteem, alle provincies in een platform en de verschillende samenwerkingsverbanden. Dus ja, ik zal hier actief het aanbod tonen en mogelijk maken via Cultuurconnect. Maar we zullen ook kijken hoe snel bepaalde steden en gemeenten en eventuele regionale samenwerkingsverbanden of ex-provinciale samenwerkingsverbanden hierop willen inspelen.
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik wist dat het complex was, maar het is nog veel complexer dan ik dacht. Ook al ben ik schepen van Bibliotheek geweest, ik merk dat er nog verschillende systemen zijn. Je denkt natuurlijk aan je eigen regionale samenwerking en je ziet dat het goed loopt, maar de afstemming is inderdaad niet evident. Ik ben blij dat u de mogelijkheid openhoudt.
Ik begrijp ook wel dat we eerst moeten kunnen stappen alvorens we kunnen lopen. Er moet dus gefaseerd worden gewerkt. We moeten nu afwachten totdat de nieuwe schepenen van Bibliotheek en Cultuur zijn geïnstalleerd in de diverse gemeenten. Dan kan bijvoorbeeld de VVSG daarin een rol spelen. Ik denk dat iedereen dit wel wilt, maar dat men er niet meteen aan denkt. Dat is mijn aanvoelen.
Ik heb alle respect om eerst naar EBS te gaan en dan verder te gaan, maar ik hoop toch dat we op termijn, zeker na de gemeenteraadsverkiezingen, gemeenten kunnen warm maken om de volgende stap te zetten.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Gemeenten zijn eigenlijk niet meer echt verplicht om een bibliotheek open te houden. Jammer genoeg, maar het is nu zo. We hebben daar ook een hele actie rond gehad. Nu dat zo is, moeten we toch een beetje voorzichtig zijn. Stel dat er in de toekomst ergens een kleine gemeente beslist om geen bibliotheek meer open te houden, dan krijg je een situatie zoals nu met de zwembaden. Niet elke gemeente heeft een zwembad en het is ook helemaal niet te vergelijken omdat een zwembad enorm duur is, maar het is wel zo dat er soms andere tarieven worden aangerekend aan mensen uit buurgemeenten die komen zwemmen. Je zou ook zoiets kunnen voorhebben met bibliotheken. Het is koffiedik kijken. We hopen natuurlijk dat geen enkele gemeente beslist om een bibliotheek te sluiten, maar in de mate dat het ooit zou gebeuren, moet er rekening mee worden gehouden, want de belastingbetaler moet op gelijke manier worden behandeld. Dat is een aspect om in het achterhoofd te houden, maar we hopen uiteraard dat het niet gebeurt.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik zal niet ingaan op alle hypotheses. We zullen de vragen uiteraard beantwoorden mochten ze zich voordoen. Nogmaals, ik wil zien welke gemeenten – zelfs al hebben ze daar de volstrekte lokale autonomie toe – het zullen aandurven om niet langer een gemeentelijke bibliotheek te hebben.
Dit gezegd zijnde, in de vele variaties van samenwerkingsmogelijkheden zullen er zich wel zaken uitlijnen en kristalliseren. Op dit moment is het aanbod van Cultuurconnect nog zeer open, misschien te open. Dat kan. Er zullen zich een aantal goede praktijken manifesteren. Naast de eerste ‘eenvoudige’ oefening die we zogezegd dachten te doen – het eengemaakt bibliotheeksysteem, vijf ex-provinciale systemen samennemen plus Brussel –, begint men nu pas in te zien welke mogelijkheden er allemaal zijn. Het is goed dat dit het leven van de bibliotheken kan vergemakkelijken, maar zeker ook dat van de lezer. Daarvoor doen we het toch, nietwaar?
De heer Meremans heeft het woord.
De vraag die mevrouw Brouwers stelt, is al meermaals gesteld: wat als een gemeente een bibliotheek zou sluiten? In de vorige wijziging van het decreet stond dat de gemeente een bibliotheek moet hebben maar dat dit ook mogelijk is samen met andere gemeenten. De gemeenten hadden toen dus al de mogelijkheid om hun eigen bibliotheek te sluiten en één centrale bibliotheek op te richten samen met andere gemeenten. Ik moet het eerst nog zien, ik denk dat die bezorgdheid zich niet zal uiten. Het is natuurlijk zo dat bibliotheken veranderen. In dit digitale tijdperk gaan mensen daar op een andere manier mee om. We zullen dat moeten bekijken en monitoren over 2 jaar wanneer de nieuwe besturen aan het bewind zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.