Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de aanhoudende wanpraktijken in de puppyhandel
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, wij hebben een dik jaar geleden hetzelfde thema behandeld. Het komt ook regelmatig aan bod tijdens de bespreking van de beleidsbrieven: de fameuze Oost-Europese puppyhandel.
Een dik jaar geleden ging het over een Panoreportage. Recent was er ook een uitgebreid Apachedossier over hetzelfde thema. De onderzoeksjournalisten van Apache hebben het dossier eens grondig onderzocht. Ze ondervroegen driehonderd eigenaars van Slovaakse puppy’s. Hun bevindingen staven helaas de vaststellingen van destijds, die op hun beurt ook onderzoeken van voordien bevestigden. Veel van de puppy’s lijken duidelijk jonger dan de wettelijke vijftien weken. Bovendien blijken de vaccinatiestickers niet altijd even betrouwbaar. Sommige puppy’s krijgen bij aankomst in ons land plots een Belgisch paspoort. En net zoals een jaar geleden blijken bepaalde dierenartsen niet bepaald bonafide. Ook dat is niet nieuw.
Meer dan een derde van de honden blijkt ziek bij aankoop en bijna een tiende sterft zelfs kort na aankoop. Zo wijst het Apacheonderzoek uit. Daarnaast heeft 40 procent van de honden fysieke aandoeningen en kampt nog eens 20 procent met mentale problemen. Het probleem stelt zich dus nog altijd. Ook blijkt het nog altijd mis te lopen met de ‘witte lijst’: sommige erkende buitenlandse kwekers op die zogenaamde ‘witte lijst’ zijn geen echte kwekers maar wel verzamelcentra. Zij kopen puppy’s bij kwekers, die vermoedelijk in de buurt zijn gevestigd maar bij wie je je wel kunt afvragen of daar effectief een controle gebeurt, zoals die vanuit onze eigen wetgeving wordt verwacht. Minister, in 2015 deed u navraag bij de bevoegde buitenlandse autoriteiten van Slovakije, Tsjechië en Hongarije. Die bevestigden dat de witte lijst wel degelijk verzamelcentra bevat.
Als antwoord op de beelden van de bewuste Panoreportage focuste u in de commissie van 8 maart 2017 op drie pijlers: een samenwerking met de Orde der Dierenartsen om de deontologische regels strenger te laten toepassen, wat heel terecht is; een position paper op Europees niveau omdat de problematiek natuurlijk een Europese dimensie kent; een evaluatie van de wetgeving door de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn.
Minister, hoe verloopt de samenwerking met de Orde der Dierenartsen? Welk systeem is precies van kracht opdat de Vlaamse dierenartsen gemakkelijker verantwoordelijk gesteld en indien nodig geschorst kunnen worden wegens hun medeplichtigheid in strafbare feiten? In die Panoreportage konden we undercover zien hoe sommige dierenartsen omspringen met de deontologie.
De bevoegdheid om toe te kijken op de minimumleeftijd van vijftien weken, is een bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) vanwege de rabiësregelgeving. Minister, denkt u dat de controle op geïmporteerde pups adequaat en voldoende frequent gebeurt? Hebt u zicht op het aantal controles dat in 2017 werd uitgevoerd?
Hoever staat u met het verwerven van steun voor die fameuze position paper over de puppyhandel binnen de zogenaamde groep van vijf – België, Duitsland, Nederland, Denemarken en Zweden – en bij de andere Europese lidstaten? Zijn er al gesprekken gaande met de Europese Commissie, met zicht op een eventuele harmonisering van de normen? Dat is een langetermijnverhaal. Er is meer nodig dan dat, maar het is in elk geval belangrijk dat die Europese harmonisering gebeurt.
Een klein jaar geleden informeerde u het parlement dat de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn zijn evaluatie van de hele regelgeving waarschijnlijk niet meer in 2017 afgerond zou krijgen. U hebt dat bevestigd tijdens de bespreking van de beleidsbrief. Ondertussen zijn we februari 2018. Wanneer verwacht u deze evaluatie? Heeft de raad intussen een richtdatum gegeven? Mocht die evaluatie nog heel lang duren, plant u dan maatregelen om alvast een aantal grote knelpunten aan te pakken?
Hoe reageert u ten aanzien van de telkens opduikende aanwijzingen dat nog steeds verzamelcentra zijn opgenomen in de ‘witte lijst’? Bent u ervan overtuigd dat alle leveranciers op de lijst conform de voorwaarden zijn? Is de methode van de ‘witte lijst’ volgens u het goede systeem om malafide hondenhandel tegen te houden? De kritiek blijft nu al enkele jaren aanhouden. Ook de twijfel blijft bestaan.
Uit de cijfers betreffende de controle van erkende kwekers en kweker-handelaars blijkt dat het aantal controles daalt: 168 in 2015, 137 in 2016, en 126 tot december 2017. Wat is de reden voor deze daling?
Via sociale media mag niet geadverteerd worden om dieren te verkopen. Toch gebeurt het in de praktijk. Volgens het Apacheonderzoek is het zelfs gebeurd dat een dierenzaak een weggeefactie van puppy’s organiseerde, met als enige voorwaarde de ‘like’ op hun Facebookpagina aan te klikken. Dit lijkt mij een heel mooi voorbeeld van aanzetten tot impulsaankoop. Ik heb begrepen dat de dienst Dierenwelzijn die zaak ter harte nam. Welke gevolgen werden hieraan gegeven?
De heer Caron heeft het woord.
Vorig jaar werd in deze commissie uitgebreid gediscussieerd over de malafide puppyhandel vanuit het voormalige Oostblok naar aanleiding van de onthullende Panoreportage. Minister, toen bleek u een dubbel spoor te bewandelen. Enerzijds had u de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn om een evaluatie van de geldende regelgeving verzocht, inclusief een advies over een verfijning ervan. Anderzijds trok u de Europese kaart om de Vlaamse standaarden, die strenger zijn dan die van andere Europese landen, uit te breiden naar alle EU-lidstaten. Het zijn twee sporen waarvoor u hier kamerbrede steun kreeg, maar die tijd vergen. De Raad voor Dierenwelzijn is blijkbaar overbevraagd – dat bleek ook nog uit uw recentste beleidsbrief – en zou ‘niet voor het jaareinde’ met een advies kunnen komen. En dat de Europese molens traag malen, is ook niet nieuw.
We kunnen de hele puppyhandel natuurlijk ook eens van de andere kant bekijken, met name vanuit het oogpunt van de klant. Wat doet een vader of moeder die het eindeloos gezeur van de kroost om een schattige puppy beu is? Die tikt ‘puppy kopen’ in en wordt door Google ogenblikkelijk naar zoekertjessites geleid die vol staan met schattige pups, in alle maten en merken.
De mensen van de dierenrechtenorganisatie Animal Welfare We Watch namen in het najaar een uitgebreide kijk op zes grote zoekertjessites en toetsten een kleine drieduizend advertenties aan de geldende regelgeving. Hun bevindingen bundelden ze in het rapport ‘Zoom op het online aanbod van puppy’s’. Dit sluit trouwens aan bij het onderzoek van Apache waarnaar de heer Sanctorum verwijst.
De ene site scoort merkelijk beter dan de andere, dat is duidelijk. Grootste manco’s zijn de soms moeilijke traceerbaarheid van de aanbieder – daar zijn we weer met de ‘witte lijst’-discussie –, het ontbreken van het erkenningsnummer, geen informatie over de leeftijd van de pup en een onnatuurlijk lage prijs. Ook wat de wettelijke garantie betreft, is er vaak onduidelijkheid.
Minister, vorig jaar haalde u in uw antwoord aan dat de inspectiediensten zichzelf niet kunnen voordoen als kopers omdat dit uitlokking zou zijn. Maar het screenen van advertenties lijkt me wel iets wat binnen de spelregels valt, en dus is het wellicht een nuttig middel in het opsporen van misbruiken.
Minister, bent u op de hoogte van het onderzoek van Animal Welfare We Watch? Zo ja, hoe reageert u erop?
Acht u het screenen van zoekertjessites een nuttig middel om illegale puppyhandel op te sporen? Gebeurt dit?
Hoe wordt toegezien op het respecteren van de regelgeving inzake het online aanbieden van pups?
Hoe staat het ondertussen met de twee sporen die u vorig jaar wilde bewandelen? Is er al een advies van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn in de maak? Zit er op Europees niveau schot in de zaak?
Minister Weyts heeft het woord.
Het onderzoek van Animal Welfare We Watch is me pas dit weekend bezorgd. Ik zou daaruit niet al te gauw de grootste conclusies trekken. Als je de dierenwelzijnswetgeving bekijkt, dan blijkt dat niet alle erkende kwekers hun erkenningsnummer vermelden in advertenties die ze plaatsen, ook al kunnen ze dat wel hebben. Daarnaast zijn op bepaalde zoekertjessites wellicht niet alle aanbieders erkend, al kunnen hierover geen sluitende conclusies worden getrokken, aangezien de identiteit van de aanbieder niet altijd is gekend.
Verder focust het onderzoek op mogelijke oplichting en het risico op impulsaankopen en suggereert Animal Welfare We Watch dat een bod uitbrengen op een puppy en thuislevering niet mogelijk zouden zijn. Dit is natuurlijk deels dierenwelzijnsgerelateerd. Oplichting is vanzelfsprekend niet rechtstreeks gerelateerd aan dierenwelzijn, dat is een zaak van consumentenbescherming. Thuislevering en verkoop tegen bieding zijn ook gelinkt aan handelspraktijken. Dit belet niet dat ik de werkgroep van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn heb gevraagd ook de voorwaarden voor verhandeling te evalueren. Dat is een omvattend werk, maar ik weet dat we daar met z'n allen met enig ongeduld op zitten te wachten. Dat besluit gaat trouwens niet alleen over de erkenningsvoorwaarden voor honden- en kattenkwekerijen. Ook de dierenhandelszaken, de pensions en de asielen zijn daarin vervat, en het regelt de handel in dieren, niet alleen tussen professionelen en particulieren, maar ook tussen particulieren onderling. Dat is alleszins de scope.
Ik had de ambitie, en ik blijf die vanzelfsprekend hebben, om daarmee in deze legislatuur te kunnen landen. Ik heb wel gevraagd om wat sneller te kunnen gaan, om misschien bepaalde taken, gelet op de heel ruime scope, eruit te halen om vlugger te kunnen werken.
De controle van de onlinehandel is net zoals in andere sectoren ook bij de handel in levende dieren heel moeilijk. Het screenen van zoekertjessites is heel arbeidsintensief en heeft niet altijd de verhoopte resultaten. We richten ons vooral op de webbeheerders zelf om hen te sensibiliseren om de nodige eisen te stellen bij het plaatsen van advertenties en te waarschuwen voor mogelijke malafide advertenties.
Wat we wel zeker en vast doen, is elke melding en elke klacht over zwartkweek en illegale handel altijd onderzoeken, ook als het gaat om onlineadvertenties. We doen dat steeds, en door een toename van de mankracht kunnen we dat ook beter. Ook de meldingen over de weggeefactie op Facebook waarnaar u verwijst, hebben we bekeken. We hebben ertegen opgetreden. De Inspectiedienst Dierenwelzijn heeft de adverteerder onmiddellijk de opdracht gegeven om de actie offline te halen. Er werd ook een proces-verbaal opgesteld, waarvoor een boete werd opgelegd.
Het toezicht op de invoer van pups is inderdaad de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) omdat het gerelateerd is aan rabiës, aan volksgezondheid en dus aan de regelgeving inzake dierengezondheid. Ik heb geen zicht op het aantal controles dat inspecteurs van het FAVV in dit kader hebben uitgevoerd.
Wanneer wordt vastgesteld dat dierenartsen inbreuken op de regelgeving begaan, dan wordt tegen hen vanzelfsprekend een pv opgesteld, net zoals tegen elke andere persoon die een overtreding begaat. Als blijkt dat ze de deontologische code niet naleven, dan bezorgen we die informatie aan de orde. Omgekeerd kunnen zij ons ook altijd informeren over bepaalde malversaties. De orde kan zelf een tuchtdossier starten. Het is daar wel de gewoonte om eerst de afhandeling van het proces-verbaal af te wachten zodat er geen interferentie is tussen de straf- en de tuchtprocedure.
Inzake de invoer van pups stelt de dierenwelzijnswetgeving dat dit enkel kan wanneer is vastgesteld dat ofwel de wetgeving van het land van oorsprong aan zijn honden- en kattenfokkers ten minste dezelfde voorwaarden oplegt als die die wij hanteren, of dat uit een verklaring van de bevoegde autoriteit van het land van oorsprong die belast is met de controle van het dierenwelzijn in de kwekerij van oorsprong, blijkt dat deze ten minste voldoet aan die voorwaarden. Dat zijn de twee mogelijkheden.
Die regelgeving sluit niet uit dat er tussenstations zijn. Dat staat niet in die regelgeving. Dat heeft eenvoudigweg te maken met het feit dat het fiat krijgen van de Europese Commissie ten aanzien van de regelgeving zoals ze nu bestaat, op zich al een huzarenstukje was. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om een Europees aval te krijgen. Het kan wel zijn dat er langs een verzamelcentrum zou worden gepasseerd, als het maar de nodige garanties biedt over de omstandigheden waarin de pups worden gekweekt. Dit is de regeling zoals ze werd genotificeerd aan de Europese Commissie, en die na de nodige moeilijkheden finaal is goedgekeurd.
Hoe dan ook heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik vanzelfsprekend geen groot voorstander ben van het vervoer van dieren over grote afstanden, en zeker niet van jonge, kwetsbare dieren zoals pups en kittens. Ik ben er inderdaad van overtuigd dat een Europese aanpak nodig is. We hebben zelf een Pet Discussion Paper geschreven, dat we samen met Zweden, Denemarken, Nederland en Duitsland hebben ingediend bij de Europese Commissie. We hebben die paper in december 2017 voorgesteld tijdens de meeting van de Chief Veterinary Officers en dat heeft er ook toe geleid dat boven op die landen nog eens elf lidstaten hun steun hebben toegezegd. Het blijkt dat we erin slagen meer aandacht te genereren in Europa en de lidstaten.
Alleen is het effect bij de Europese Commissie nog niet navenant. De reactie van de commissaris op ons voorstel en ons dossier was dat het zou worden geagendeerd in het kader van de varia van de volgende vergadering van het Animal Welfare Platform van de Europese Unie. Dat was een weinig voluntaristische reactie.
Tot slot en toch niet onbelangrijk: er is absoluut geen achteruitgang in het aantal controles in erkende kwekerijen. In 2015 werden er 118 controles verricht in erkende kwekerijen en in 2016 waren er dat 230. Uit analyse van de controlecijfers van vorig jaar blijkt dat dit aantal in 2017 verder is gestegen naar 271. Er is dan ook veeleer sprake van een fors stijgende tendens dan van een dalende
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Het voornemen om in deze legislatuur te landen met een herziening van de regelgeving over de verhandeling en de kweek van dieren, delen we natuurlijk allemaal. De vraag is of dat realistisch blijft. We zijn ondertussen op een dik jaar van het einde van de legislatuur, dus het zal toch steeds krapper worden. Maar goed, als u dat voornemen blijft behouden, is dat natuurlijk een goede zaak.
Het zou goed zijn om dat dossier een beetje uit elkaar te halen bij de Raad voor Dierenwelzijn. Op dit moment zit daar alles in, het is zo omvattend dat we op de duur geen stap meer vooruit geraken. Dan wachten we op een gigantisch pak informatie en voorstellen, terwijl we beter het verhaal in stukken opdelen.
Ik denk dat verandering in kweek van honden en katten in dezen prioritair is. Ik wil niet zeggen dat andere elementen onbelangrijk zijn, maar daar zitten de grootste angels. Ik hoop dat er op korte termijn daaromtrent een advies komt vanuit de Raad voor Dierenwelzijn.
Wat de Orde der Dierenartsen betreft, had ik een jaar geleden begrepen dat er een meer intense samenwerking zou plaatsvinden. Ik begrijp dat er informatie wordt uitgewisseld, maar kan het toch niet meer zijn dan dat? Het vermoeden vandaag bij heel wat mensen die de zaak opvolgen, is dat er – laat ons een kat een kat noemen – grootschalige fraude gebeurt door dierenartsen. Is het dan geen zaak om eens grondig te laten onderzoeken wat er nu eigenlijk allemaal aan de hand is? Dat gaat natuurlijk verder dan reactief zijn. De Orde der Dierenartsen en de dienst Dierenwelzijn houden elkaar op de hoogte als er ergens iets opduikt. Ik denk dat er iets meer moet gebeuren.
Wat de witte lijst betreft en de mogelijke verzamelcentra, klopt het dat verzamelcentra in principe op die witte lijst mogen staan. Alleen weten we met z’n allen dat die mogelijkheid de deur openzet naar misbruik en dat daarmee de bedoeling van die witte lijst voor een stuk wordt uitgehold, want dan weten we niet meer waar de dieren worden gekweekt. Wordt er daar überhaupt controle op uitgevoerd? Ook op dat vlak zal iets moeten veranderen, anders heeft het niet veel zin dat we met die witte lijst werken. Moeten we meer eigen controles voeren? Is er toch geen mogelijkheid om verzamelcentra uit te sluiten van die lijst? Verschillende pistes zijn mogelijk, de ene in de praktijk al wat moeilijker dan de andere, om redenen van Europese regels en dergelijke meer, maar op dit moment functioneert de witte lijst duidelijk niet goed genoeg.
Ik kom tot een laatste punt, in verband met de controles. Ik zou even moeten nakijken van waar ik mijn cijfers haal, maar het waren officiële gegevens. U geeft nu andere aantallen, die een stijgende lijn aantonen. De vraag is of we het over hetzelfde hebben. Misschien gaat het over een andere afbakening van controle. In elk geval, de cijfers die ik in mijn vraagstelling had opgenomen, waren officiële cijfers, gegeven via een schriftelijk antwoord of afkomstig van de dienst Dierenwelzijn.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik waardeer de inspanningen die u in dit dossier levert – laat dat duidelijk zijn –maar er zijn een aantal zwakke plekken in het verhaal, waar u deels wel iets en deels niets aan kunt doen. Dat begrijpen we wel. De zwakke plek blijft de traceerbaarheid. De verzamelcentra waar de heer Sanctorum het over had, zijn de gaten in de kaas van de traceerbaarheid. Daar moeten we absoluut iets aan doen. Het is duidelijk dat Europa het vrije verkeer van mens, dier en goederen hoger in haar vaandel voert dan de zorg voor die mensen en dieren. Dat is erg jammer. U zegt het ook zelf: het effect van de inspanningen, van onze ‘discussion paper’, enzovoort, is niet navenant.
Ik had overigens nog een klein vraagje: u zegt dat er elf extra lidstaten toegezegd hebben dat ze willen meegaan in dit verhaal. Zijn er bij die elf voormalige Oostbloklanden, waar zich vaak precaire situaties voordoen?
Tot slot waardeer ik ook uw inspanningen dat er ook online controles gebeuren door uw administratie. Ik wil nog één zaak zeggen, iets wat in deze commissie al de zoveelste keer aan bod komt: de Raad voor Dierenwelzijn is overbevraagd en is hoofdzakelijk een vrijwilligersorganisatie – van deskundige mensen. Het is niet de deskundigheid die ik aanval, maar er moet toch fundamenteel iets gebeuren aan het functioneren van die raad. Ofwel moet daar betere en meer professionele ondersteuning zijn, zoals bij strategische adviesraden in Vlaanderen, met een behoorlijk secretariaat. Denk bijvoorbeeld aan de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV), die effectief op korte termijn adviezen kan schrijven. Die adviezen worden voorbereid door experts en dan plenair afgetoetst. Ik ben geen voorstander van de piste van het opdelen, maar het zou ook een mogelijkheid zijn om de raad op te delen in sectoren als landbouw, dieren, huisdieren, of een of andere functionele indeling.
Maar er moet echt iets aan gebeuren. Er zijn het voorbije jaar, geloof ik, twee adviezen geweest. Ik heb nog eens op de site gekeken. Ze gingen over kattensterilisatie. Ze leiden wel tot iets, dat is duidelijk, maar de snelheid ervan … Ik heb respect voor die mensen. Ik viseer ze niet, maar zo kan het niet werken. We zullen over vijftien jaar dezelfde vragen stellen, vrees ik.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik was graag nog even dieper ingegaan op de cijfergegevens die u hebt gegeven naar aanleiding van de vraagstelling van de heer Sanctorum. Het is uiteraard een evidentie dat de regels zowel door particulieren als door professionele kwekers dienen te worden nageleefd. Het is aan ons als overheid om ervoor te zorgen dat er sluitende controles worden uitgevoerd op beide types kwekers. Volgens de cijfers die u daarnet hebt gegeven, gaande vanaf 2015 tot en met 2017, zijn de controles in stijgende lijn voor de professionele kwekers. Ik had graag geweten wat die cijfers zijn voor de particuliere kwekers. Zijn die ook in stijgende lijn?
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Ik moet de heer Caron een beetje bijtreden wat de Raad voor Dierenwelzijn betreft. We merken het al aan de vraagstelling. We hebben het net gehad over impulsaankopen, import, verkoop op websites, controle, herziening en erkenning, controle op de dierenartsen, het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV), Europa, witte lijst … allemaal in één vraagstelling vandaag. Dat zijn allemaal kleine frutsels die in deze vraag werden besproken. De complexheid van dit dossier vraagt inderdaad misschien wel heel veel van de Raad voor Dierenwelzijn. Enige professionele ondersteuning zou daar misschien op zijn plaats zijn, ook om een advies sneller te kunnen formuleren.
Een ander punt zijn de verzamelcentra. Ikzelf ben persoonlijk totaal geen voorstander van die verzamelcentra omdat de bevoegde autoriteiten ter plaatse moeten gaan bij alle kwekers om een wettelijk advies te kunnen schrijven, een soort van verklaring dat die kwekers goed bezig zijn, zodat het dan naar een verzamelcentrum kan gaan. Ik blijf daar grote vragen bij hebben.
Ik heb gisterenavond TRACES-cijfers opgevraagd via Europa. Het is opmerkelijk: er zijn 7406 minder honden legaal ingevoerd – want het gaat over de legale import – behalve in Hongarije, dat er 1000 meer heeft ingevoerd dan het jaar voordien. We zouden kunnen zeggen dat dat goede cijfers zijn, maar ik merk iets heel bizars op: Roemenië heeft 1000 zendingen gedaan, en 690 dieren naar hier ingevoerd. Zij voeren blijkbaar halve pups uit. Als er meer zendingen gebeuren dan er dieren worden ingevoerd, dan vraag ik me af wat daar gaande is. Het is zeer opmerkelijk dat Tsjechië, Slovakije en Hongarije zendingen doen van gemiddeld 15, 17 of 20 honden. Dat is een klein camionnetje vol, telkens als ze de grens oversteken. Die komen dus echt wel van verzamelcentra. Ik zou graag weten of er een verklaring is voor het aantal zendingen van Roemenië naar België, dat blijkbaar halve pups, of af en toe een oor, en dan de poten, en dan het staartje, uitvoert. Daarover stel ik me toch een vraag.
Ik heb via een schriftelijke vraag de registratiecijfers van 2017 opgevraagd. Ik ben er opnieuw zeer benieuwd naar, want blijkbaar is de import lager. Als die registratiecijfers hetzelfde blijven, maar de import lager is, dan kunnen wij daar twee conclusies uit trekken: ofwel is de binnenlandse kweek hoger, en dan is het zeer goed dat onze eigen kweek zeer goed bezig is, ofwel is er ergens een boomgaard waar puppy’s aan de bomen groeien, of zouden we moeten zeggen dat de illegale import is gestegen. Daarop zullen we moeten terugkomen als we de cijfers krijgen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Eenieder is erover bezorgd op welke manier er een handel en trafiek is in de hondenwereld. Ik wil graag even stilstaan bij het verhaal rond de ‘white list’. U hebt daar in 2015 een aantal controles op gedaan, waar er duidelijk een aantal zaken van de lijst af zijn gegaan. Die lijst zou voor een stukje een garantie kunnen bieden aan mensen die op zoek zijn naar een pup, dat ze een gezonde en correct gekweekte pup kunnen kopen.
In die zin vraag ik me af of het niet goed zou zijn om die lijst te actualiseren. Is dat voor u een optie, minister?
U hebt ook gezegd dat u de controles wilt opdrijven. U hebt verwezen naar de controles door het FAVV, waar er een aantal extra inspecteurs zijn. Zult u zeer gericht inzetten op de controle van die hondenkwekers en -handelaars bij wie we wat vragen kunnen stellen? Of zullen de controles steekproefsgewijs gebeuren? Hoe zullen die extra inspecteurs die controles uitvoeren?
U zegt verder dat u dit probleem op Europees niveau wilt oplossen. Ik begrijp dat een dergelijke problematiek inderdaad over de grenzen heen moet worden aangepakt. Dat zou een heel belangrijke stap voorwaarts kunnen zijn. Ik heb daar ook in het verleden al naar verwezen, zeker wanneer het gaat over paspoorten en identiteitskaarten en over de registratie van de moeder- en vaderdieren. U hebt eerder al gezegd dat Nederland mogelijk een toegangspoort zou zijn voor die import, specifiek naar Vlaanderen. Hebt u al overleg gehad met Nederland, en welke acties zult u eventueel samen met Nederland ondernemen? Die lijn is mogelijk iets korter dan de lijn met andere Europese landen. Wat is hier de stand van zaken?
De fokkerij in eigen land is goed georganiseerd en kan worden opgevolgd. We moeten daar een positieve houding tegenover aannemen en hen stimuleren en ondersteunen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik deel de bezorgdheden die hier door iedereen worden gedeeld wanneer het gaat over de verzamelcentra en de overstelping van de Raad voor Dierenwelzijn met vragen.
Minister, de heer Sanctorum heeft nog een vraag gesteld waar u nogal makkelijk op antwoordde over het toezicht op het invoeren van pups, wat eigenlijk een bevoegdheid is van het FAVV. U zegt dat u totaal geen zicht hebt op die controles. Met het oog op het aspect dierenwelzijn lijkt een overleg met het FAVV me toch aangewezen. Het is belangrijk dat wij weten of daar voldoende en adequate controles op worden uitgevoerd. Misschien kunnen ons dan ook een aantal cijfers worden meegedeeld.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de Raad voor Dierenwelzijn betreft, zijn er tijdens deze regeerperiode drie adviezen opgeleverd. Men levert daar zeer goed werk. Er is professionele ondersteuning. We doen daar al het mogelijke maar we zijn op dat vlak het slachtoffer van ons succes, in die zin dat we heel veel willen aanpakken en voorleggen omdat we een zo breed mogelijk draagvlak willen voor nieuwe regelgeving. We zijn er ook altijd in geslaagd om ondanks het feit dat het gaat over heel gevoelige materie, binnen de schoot van de Raad voor Dierenwelzijn een breed draagvlak tot stand te brengen.
Wat het recente pakket betreft van erkenningsvoorwaarden voor honden- en kattenkwekerijen, dierenhandelszaken, pensions, asielen en voor de handel in dieren tussen particulieren onderling en tussen particulieren en professionelen, hebben we voorgesteld daar enkele elementen uit te isoleren zodat we daarmee via een besluit verder kunnen gaan.
Wat de verzamelcentra betreft, hebben we al de meest verregaande regelgeving. Volgens onze inzichten zullen we er niet in slagen om op Europees niveau de verzamelcentra eruit te kunnen halen. Het heeft al heel wat voeten in de aarde gehad om de huidige regelgeving te laten aanvaarden door de Europese Commissie. Ik denk dat we daar vooralsnog niet verder in geraken. Het is wel zo dat onze lijst op regelmatige basis wordt geüpdatet. Ik heb bijvoorbeeld sinds 2015 al twaalf van die buitenlandse bedrijven van de lijst geschrapt. Dat heeft me in sommige gevallen ook wat juridische procedures opgeleverd. Wanneer we vaststellen dat bedrijven niet meer beantwoorden aan de voorwaarden, worden ze van de lijst geschrapt.
De cijfers die ik heb vernoemd, zijn gebaseerd op schriftelijke vraag nummer 977 van 15 maart. Daarin is sprake van 118 controles in erkende kwekerijen in 2015 en van 230 controles in 2016. In 2017 waren er 271 controles.
Onder meer Bulgarije heeft zich bij ons aangesloten, maar niet de klassieke uitvoerders, zoals u wel kunt verwachten.
Wij hebben permanent, op bijna jaarlijkse basis, overleg met Nederland. Dat gaat over alle aspecten: algemeen beleid, controlebeleid, de ‘position paper’ die wij hebben voorgesteld maar waarbij Nederland opmerkingen heeft geformuleerd.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de bijkomende antwoorden. Ik denk dat we allemaal in blijde verwachting zijn van die herziening van onder meer het koninklijk besluit van 2007, zeker wat honden en katten betreft. Ik hoop dat er meer duidelijkheid komt, liefst voor de zomer. Ik verwacht nog geen beslissing, maar op zijn minst wel een advies van de Raad voor Dierenwelzijn. Eer dat dan weer politiek verwerkt geraakt, zijn we weer een aantal maanden verder. Ik hoop dat dit er allemaal op korte termijn komt.
Wat de witte lijst betreft, besef ik dat er obstakels zijn. Ik wil dat niet ontkennen. U verwees daarnet naar Nederland dat overweegt om ook het systeem van de witte lijst in te voeren. De idee achter die witte lijst is goed, maar in de praktijk functioneert die nog altijd onvoldoende. Ik hoop dan ook dat er na het advies van de Raad voor Dierenwelzijn, een aantal aanpassingen zullen gebeuren aan het systeem van de witte lijst.
Het is goed dat er steeds meer controles gebeuren. Ik stel alleen vast dat er nog altijd minder controles gebeuren dan er kwekers en kweker-handelaars zijn. Gemiddeld betekent dit dat elke kweker en kweker-handelaar nog altijd niet jaarlijks een controle over de vloer krijgt. Ook dat aantal moet duidelijk worden opgedreven. U beschrijft handhaving altijd als een sluitstuk van het volledige dierenwelzijnsbeleid. Ik hoop dan ook dat die handhaving in stijgende lijn gaat.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik kan u volgen in uw beleid, geen probleem. Maar wat die traceerbaarheid betreft, blijven die gaten in de kaas groot. Daar moet toch iets aan gedaan worden, want ik vrees dat het anders gewoon blijft doorgaan.
Zonder kritiek te hebben op de Raad voor Dierenwelzijn, denk ik echt dat die beter zal moeten worden ondersteund, wilt u uw beleid adequater en sneller kunnen uitvoeren. Ik wil u niet op het einde van de legislatuur kunnen verwijten dat u de Raad voor Dierenwelzijn bewust gebruikt om vertragingen toe te passen. Voor mij zijn uw intenties tot nu toe zuiver, maar ik zou zeggen: ondersteun die raad, want ik denk dat dat zinvol is om een versnelling in een aantal facetten mogelijk te maken. Maar het is nog niet het einde van de legislatuur.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.