Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, opmerkelijk nieuws vorige week toen de heer Vandenbroucke uitpakte met de cijfers van minister Weyts over de conflictvrije kruispunten. Sinds 2013 zijn er in Vlaanderen steeds meer kruispunten waar fietsers en voetgangers gedeeltelijk kunnen oversteken zonder daarbij auto's te kruisen en dit met de bedoeling om de verkeersveiligheid te verhogen. Maar wat we uit de krantenberichten zouden kunnen geloven, is dat deze kruispunten onveiliger zijn geworden.
Van de door het Agentschap Wegen en Verkeer beheerde kruispunten zijn er ondertussen 73,3 procent volledig of gedeeltelijk conflictvrij. De voorbije jaren is het aantal conflictvrije kruispunten steeds verder uitgebreid. We verwachten dus minder ongevallen, maar we zien dat het aantal zwaargewonden tussen 2013 en 2016 gelijk is gebleven en het aantal lichtgewonde voetgangers en fietsers gestegen. Voor de duidelijkheid, het gaat over de cijfers aan alle kruispunten, dus zowel conflictvrije als niet-conflictvrije kruispunten.
Ik twijfel niet aan de cijfers, maar ze roepen wel enkele serieuze vragen op. Eerst en vooral is het niet duidelijk of er een duidelijke correlatie bestaat tussen conflictvrije kruispunten en de stijgende ongevallen. Stel dat het aantal ongevallen niet daalt na een ingreep, dan moeten we ons ook durven af te vragen waarom het niet werkt. Daarnaast vraag ik me ook af of er een verschil is tussen onder andere de conflictvrije kruispunten door de afstelling van de lichten, kruispunten met een combinatie van conflictvrije lichten met herinrichting van de weg, of een kruispunt met vierkant groen. Kortom, er blijven heel wat vragen over. Sommige zijn ongetwijfeld makkelijker te stellen via een schriftelijke vraag, maar de belangrijkste wil ik toch hier stellen.
Minister, welke analyses kunnen op basis van de beschikbare cijfers worden gemaakt? Welke impact op de verkeersveiligheid hebben de conflictvrij ingerichte kruispunten? Is er een verschil tussen de verschillende conflictvrije kruispunten? Welke beleidsconclusie trekt u uit deze cijfers? Plant u eventueel bijkomende onderzoeken? Bent u bereid cijfers bij te houden over de volledig conflictvrije kruispunten met betrekking tot zwakke weggebruikers en auto’s? Welke bijkomende maatregelen zult u nemen om het aantal verkeersslachtoffers onder de zwakke weggebruikers terug te dringen?
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Fournier, de door u geciteerde titel ‘Extra conflictvrije kruispunten leiden niet tot daling ongevallen’ heeft me verbaasd. Ik vind dat vanwege twee elementen een opmerkelijke conclusie.
Ten eerste is een koppeling gemaakt tussen de vaststelling in het artikel dat sinds 2016 is geïnvesteerd in het conflictvrij maken van kruispunten en de vaststelling dat dit niet af te leiden valt uit de ongevallencijfers voor de periode 2013-2016. Dat lijkt me niet moeilijk. Dat is een evidentie, net zoals dit niet zal blijken uit de cijfers voor de periode 2012-2016 of de periode 2010-2016. Het is me een raadsel hoe iemand tot deze conclusie kan komen. We zijn die grootscheepse en systematische oefening pas in 2016 gestart. Dat zal nog niet zijn vertaald in de ongevallencijfers voor 2013, 2014 of 2015. Misschien zit dat in de cijfers voor 2016, maar dan enkel voor de kruispunten die we toen al hadden aangepakt. Dat is opmerkelijk.
Ten tweede slaan de cijfers die hierin zijn opgenomen zowel op ongevallen op conflictvrije kruispunten als op ongevallen op andere kruispunten die door verkeerslichten worden geregeld. Ook vanuit dat opzicht is het een vreemde conclusie, zeker als op basis hiervan conclusies worden getrokken over de evolutie van ongevallen op conflictvrije kruispunten. Dat is nogal onzinnig.
Om het effect van de conflictvrije regeling te kunnen onderzoeken, moeten we een voor-en een nastudie gebruiken. Indien we dat element effectief willen isoleren, moeten we een vergelijking maken tussen het aantal ongevallen op een kruispunt voor en na de invoering van een conflictvrije regeling. Dat lijkt me eenvoudig.
We hebben dergelijke studies in het verleden uitgevoerd. In 2014 heeft het Steunpunt Verkeersveiligheid 103 lichtengeregelde kruispunten onderzocht waar een conflictvrije installatie is geplaatst. Op die locaties was het aantal letselongevallen na de invoering van de conflictvrije regeling met 37 procent gedaald. Die daling was vooral te danken aan een daling van het aantal ongevallen met links afslaande voertuigen, wat niet verbazingwekkend is, waarvoor een daling met 50 procent werd vastgesteld. Het aantal ernstige ongevallen daalde zelfs met 59 procent – ik bedoel hiermee de ongevallen met zwaargewonden of doden. Een analyse van het effect per weggebruikerstype heeft toen aangetoond dat de installatie van een conflictvrije lichtenregeling een gunstig effect had op het aantal gewonde fietsers – een daling met 34 procent –, op het aantal gewonde bromfietsers – een daling met 39 procent –, op het aantal gewonde motorrijders – een daling met 37 procent –, en op het aantal gewonde inzittenden van personenwagens – een daling met 47 procent. Die conclusies konden we eigenlijk enigszins bevroeden.
We willen resoluut doorgaan met de systematische aanpak van de kruispunten. Jaarlijks pakken we ongeveer 350 kruispunten aan. Dat is het eerste jaar niet volledig gelukt, maar in 2017 is dat wel gelukt. Het eerste jaar hadden we nog niet de ambitie 350 kruispunten volledig aan te pakken, maar nu is het wel gelukt om 350 kruispunten slimmer te maken.
We maken hierbij een cultuuromslag. Vroeger ging het in eerste instantie om de doorstroming. Nu draaien we de volgorde om en leggen we de focus in eerste instantie op het conflictvrij maken van de kruispunten. Dat is ook in ons actieplan opgenomen. Wanneer een lichtenregeling in functie van dat actieplan wordt herzien, wordt het principe van het maximaal conflictvrije kruispunt toegepast. We streven er dan naar zo veel mogelijk conflicten te vermijden, ook tussen gemotoriseerd vervoer onderling. De focus ligt hierbij op de netto winst inzake verkeersveiligheid.
Vaak zijn conflictvrije verkeerslichten de oplossing, maar dat is niet altijd het geval. Ik heb dat altijd erkend. Dat geldt niet enkel voor ons, maar ook in Nederland. We moeten een evaluatie maken, onder meer in functie van de neveneffecten, zoals de wachttijden. We moeten daar niet flauw over doen. Iedereen weet dat de invoering voor iedereen, ook voor de zwakke weggebruikers, langere wachttijden betekent. Daar zijn soms ook risico’s aan verbonden.
Ik geef de voorkeur aan een gerichte evaluatie van elk kruispunt, met een oplossing op maat voor elk kruispunt. We houden overigens van elk kruispunt alle gegevens bij over letselongevallen. Nu de aanpak van de eerste kruispunten in toepassing van het actieplan ongeveer twee jaar achter ons ligt, denk ik dat we over voldoende statistische significantie beschikken om de kruispunten te evalueren. Ik heb het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid gevraagd dit stilaan in kaart te brengen en na te gaan wat het heeft opgeleverd. Dat zal voor de toekomst zijn. We zullen dan desnoods kunnen bijsturen of aanpassingen kunnen doorvoeren.
Mevrouw Fournier, zoals u tijdens de voorstelling van het Vlaams Verkeersveiligheidsplan zelf hebt verklaard, vormt de bescherming van de zwakke weggebruikers een rode draad doorheen onze acties.
Het actieplan Verkeerslichten maakt daar als aparte pijler een mooi voorbeeld van uit. Er zijn natuurlijk ook andere fiches. Alle doelstellingen vertalen we in fiches die we volop verder uitwerken. Zo is er bijvoorbeeld ‘de dodehoek’, die gaat over informatie, educatie en sensibilisering inzake dodehoekongevallen. Er is de fiche ‘vergevingsgezinde wegen’: het opmaken van richtlijnen voor het ontwerpen van vergevingsgezinde infrastructuur voor de zwakke weggebruiker. En de fiche ‘zichtbaarheid’: het opmaken van richtlijnen rond zichtafstanden en de opmaak van een dienstorder uitrustingsniveaus voor oversteekvoorzieningen.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik denk dat het wel nodig was om iets meer verduidelijking te krijgen naar aanleiding van het persartikel. Ik denk dat er in de commissie absoluut geen discussie is over het ijveren voor 100 procent conflictvrije kruispunten. We moeten daarvoor gaan.
Het is goed om te horen dat er gegevens worden bijgehouden en dat conflictvrije kruispunten echt wel veiliger zijn geworden.
Ik noteer ook dat er een evaluatie zal komen van gegevens die zijn verzameld door het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid. Ik ga er dan ook van uit dat we die te gepasten tijde kunnen opvragen of dat de informatie hier ook in de commissie zal kunnen worden besproken.
We ijveren dus voor conflictvrije kruispunten.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Mevrouw Fournier, ik wil u danken, ook voor de vraag naar aanleiding van het persartikel.
Minister, het is natuurlijk niet zo dat er pas sinds 2016 kruispunten conflictvrij worden gemaakt in Vlaanderen. Het is natuurlijk wel zo dat u een actieplan, dat vrij recent is, in gang hebt gezet om dat sneller te doen dan voorheen. Maar al in 2013 werd er effectief besloten om, en ik citeer uit de beslissing van de directieraad van AWV van 14 november 2013: “Indien de mogelijkheid zich voordoet om de verkeerslichtenregeling conflictvrij te maken, inclusief een aangepaste rechtsafstrook, dit ook effectief gehanteerd zal worden.”
Uit eerdere antwoorden die u op eerdere schriftelijke vragen van mij hebt gegeven, blijkt ook dat het aantal kruispunten dat gedeeltelijk of volledig conflictvrij is gemaakt in beheer van AWV, sinds 2013 stelselmatig is gestegen. Ik stel alleen maar vast dat een gelijkaardige evolutie, een positieve evolutie, niet te zien is in het aantal ongevallen met gewonden tot gevolg voor voetgangers en fietsers. Over causale verbanden kan inderdaad het een en ander worden gezegd. Ik stel het alleen maar vast, en ik ben heel benieuwd naar de resultaten van het onderzoek dat u hebt bevolen naar de effectiviteit van die kruispunten die aangepast zijn.
Een andere kwestie die ik u voor de voeten zou willen werpen, is een reactie van de andere Kris Peeters, de verkeerspecialist. Onder de titel ‘Dood-normaal’ heeft hij een blog gewijd aan conflictvrije kruispunten. Hij zegt en toont ook aan dat de administratie AWV – en ik citeer: “Er een merkwaardige definitie van conflictvrije kruispunten op nahoudt.” Ook kruispunten met een bypass buiten de lichten worden als conflictvrij beschouwd, niettegenstaande in het Vademecum Veilige Wegen en Kruispunten van AWV letterlijk staat dat “een bypass een extra conflictpunt voor fietsers en voetgangers kan zijn, met een vermoedelijk risico voor de verkeersveiligheid en een mogelijk knelpunt.” Met andere woorden, er worden kruispunten als volledig conflictvrij beschouwd terwijl ze dat niet zijn. Dat zou misschien ook een reden kunnen zijn waarom, niettegenstaande er investeringen gebeuren in veiligere kruispunten, de impact ervan tot op heden nog niet – hopelijk nog niet – is af te lezen uit de dalende ongevallencijfers, simpelweg omdat de definitie van wat conflictvrij wordt genoemd door AWV, breed is en niet strookt met wat blijkbaar in het vademecum zelf wordt gesteld.
Ik stel voor dat u daar even kennis van neemt en nagaat of uw administratie inderdaad de juiste definities hanteert. Anders heeft het natuurlijk geen zin om onderzoek te doen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, die conflictvrije kruispunten zijn uiteraard enorm belangrijk. Ook in Antwerpen gaan we er trouwens concreet mee aan de slag en gaan we na waar we via afslagstroken en ook verkeerslichtenbeïnvloeding de verkeerssituatie veiliger kunnen maken. Ik denk dat het belang daarvan niet voldoende kan worden benadrukt.
Maar, collega Fournier, als u spreekt over 100 procent conflictvrije situaties tussen gemotoriseerd vervoer aan de ene kant en de zwakke weggebruiker aan de andere kant, dan is dat nog altijd niet conflictvrij. We moeten dat wel met z'n allen beseffen. Zo ook bijvoorbeeld bij de proefprojecten rond het ‘vierkant groen’. Als iedereen zich aan de verkeersregels houdt, kan men een 100 procent conflictvrije situatie installeren tussen automobilisten enerzijds en de zwakke weggebruiker anderzijds, maar ik houd mijn hart er een beetje voor vast. We zullen situaties krijgen waarbij speedpedelecs – collega Rzoska, ik kijk even naar u – op hetzelfde moment in alle richtingen groen krijgen – u weet allemaal dat de ernst van ongevallen samenhangt met snelheid – waarbij er wel eens ernstige aanvaringen zouden kunnen zijn – en momenteel ook zijn – tussen voetgangers en fietsers. We moeten dus heel erg opletten. Je moet, en het is je plicht, naar zoveel mogelijk conflictvrije situaties te gaan, maar dan hangt er nog altijd een risico aan vast. Echt 100 procent conflictvrij zal soms maar kunnen met wisselend om de 20 minuten af en toe bijvoorbeeld een groen licht in een bepaalde richting.
Bovendien hangt het ook heel sterk af van het gedrag. Minister, dat is mijn vraag aan u, om zeker in de evaluaties aandacht te hebben voor het gedrag dat men heeft in het verkeer, voor het respect voor de wegcode van eenieder, zowel van de automobilist als van fietsers en voetgangers. Als men heel sterk inzet op conflictvrije kruispunten waardoor de groen- en roodtijden verlengen, gaat men stelselmatig zien dat misschien de wegcode, ook door zwakke weggebruikers, minder gerespecteerd dreigt te worden, waardoor we opnieuw conflicten gaan creëren.
Dus neem in die evaluatie alstublieft het gedrag van mensen en de mate waarin ze elkaar respecteren in het verkeer en zich aan de wegcode houden, mee. Dat lijkt mij een belangrijk aspect: de menselijke fouten die worden gemaakt, naast uiteraard de inspanningen die we met z’n allen moeten doen inzake wegbeheer, heraanleg, conflictvrij maken met lichtenbeheersing enzovoort. Maar neem alstublieft ook het gedragsaspect mee.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zeg heel duidelijk dat het uiteindelijk gaat over de netto verkeersveiligheidswinst. Dat is het belangrijkste. Er is een aanpak op maat nodig. In het geval van een bypass bijvoorbeeld, waardoor je een verkeerslicht vermijdt, is er een netto verkeersveiligheidswinst. Dat is gewoon een goede zaak. Als je een bypass hebt waarbij je vervroegd kunt afslaan, vóór het verkeerslicht, dan heb je een conflict vermeden. Potentieel denk ik dat je dan je netto verkeersveiligheidswinst hebt geboekt.
Ik denk vooral dat je moet uitgaan van een zekere pragmatiek, van een aanpak op maat. Maar het belangrijkste is dat je in eerste instantie, als eerste beginsel, uitgaat van je verkeersveiligheid.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik denk dat dat conflictvrij kruispunt zeker nog voer voor discussie zal zijn in deze commissie. We volgen het vanuit alle verschillende fracties heel nauwgezet op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.