Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik zal de vraag wat korter houden dan de schriftelijke neerslag. Ik hoor dat u anders te veel mompelt en gromt. Ik zou ook graag hebben dat u antwoordt indien u sowieso kunt antwoorden. Ik ben eigenlijk naar hier gestuurd door uw collega-minister Tommelein. Ik heb vorige week in de commissie nagenoeg dezelfde vraag gesteld aan minister Tommelein, binnen zijn bevoegdheid van Energie. Hij zei: ‘U bent op de verkeerde plaats. U moet bij mijn collega Schauvliege zijn.’
Nu, dat is pas een week geleden. Misschien ben ik te vroeg. Maar dat zal ik dan straks wel van u horen. Ofwel moet u het nu al zeggen, dan kan ik er al meteen mee stoppen. (Opmerkingen. Gelach)
De aanleiding van mijn vraag was een besluit van de Waalse Regering dat een aantal zaken regelde inzake de inplanting van windmolens, zoals exploitatie, geluid, periodieke slagschaduw, toegestane magneetvelden enzovoort. Blijkbaar leidde dat tot een versoepeling van de geluidsnormen en de slagschaduw en werd er een beroep aangetekend tegen het besluit bij de Raad van State. De Raad van State heeft het besluit van de Waalse Regering vernietigd. Over deze sectorale voorwaarden voor windmolenparken had de Raad van State een prejudiciële vraag gesteld aan het Europese Hof van Justitie. Samengevat zouden we kunnen zeggen dat het Europese Hof heeft gesteld dat er een milieueffectenrapport zou moeten worden opgemaakt of dat er toch aan een aantal voorwaarden zou moeten worden voldaan om windmolenparken te plaatsen. Een voorafgaande milieubeoordeling met de inspraak van het publiek zal centraal staan, wat natuurlijk tot een aantal procedureslagen zou kunnen leiden.
Het gaat natuurlijk over een besluit van de Waalse Regering en over een dossier dat in Wallonië is ingeleid.
Minister-president, gaat u ermee akkoord dat door dit arrest rechtsonzekerheid dreigt voor tal van onshore windturbineprojecten? Met andere woorden, wat zijn de gevolgen van het arrest voor de Vlaamse regelgeving rond sectorale normen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik dank minister Tommelein om u mijn richting uit te sturen.
Er zijn een aantal dossiers waarbij men zich beroept op het arrest van het Hof van Justitie van 27 oktober 2016, waarin men de vernietiging vraagt van milieu- en stedenbouwkundige vergunningen voor windturbines. Er wordt als middel voor de Raad van State en de Raad voor Vergunningsbetwistingen aangevoerd dat de sectorale milieuvoorwaarden voor windturbines, zoals die zijn opgenomen in VLAREM II, zelf plan-MER-plichtig zouden zijn.
Deze stellingname vloeit voort uit het arrest dat ik daarnet heb vermeld, van het Hof van Justitie. Daarin wordt geoordeeld dat het besluit van de Waalse Regering van 13 februari 2014 met sectorale voorwaarden voor de windturbines, plan-MER-plichtig is. Er bestaat bijgevolg een risico dat de Raad van State en de Raad voor Vergunningsbetwistingen deze stelling zullen volgen.
Er zijn gelijkenissen te trekken, maar er zijn ook grote verschilpunten tussen de manier waarop de Vlaamse en de Waalse regelgeving geformuleerd is. Ik wacht dus het resultaat van de beroepsprocedures af om te oordelen hoe wij nu verder gaan.
Er wordt intensief overleg gepleegd met de betrokken administraties en ook met de andere lidstaten van de Europese Unie, om duidelijkheid te kunnen creëren over de mogelijke gevolgen van het arrest van het Hof van Justitie voor de Vlaamse wetgeving. Want dat kan natuurlijk een heel grote impact hebben.
Eén, laat ons afwachten wat de uitspraken zijn. Twee, wij proberen op het niveau van Europa en het Hof van Justitie in te schatten wat volgens hen de draagwijdte hiervan is.
Dat is vandaag de stand van zaken, collega.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik ben inderdaad misschien wat te vroeg met mijn vraagstelling. Ik neem akte van het feit dat er toch wel een verschil is tussen de regelgeving in Wallonië en die in Vlaanderen, wat op zich misschien wel een goede zaak zou kunnen zijn.
Ik noteer ook dat u het arrest en de verdere procedure afwacht. Maar als we het dan hebben over de inplanting van windmolenparken onshore en windmolens tout court: het lijkt alsof iedereen tevreden is dat er ook maar ergens een windmolen wordt geplaatst, terwijl het voluntarisme dat uw collega-minister Tommelein uitstraalt wanneer hij het over windmolens en windmolenparken heeft, bij de brede publieke opinie niet zo gedragen wordt. Recent nog verschenen er berichten dat zelfs woningen die in de buurt staan van windmolenparken of een windmolen, 3 tot 4 procent in waarde dalen. Los van het inhoudelijke debat over de efficiëntie en over de bijdragen die windmolens leveren aan heel het energievraagstuk, zou ik het voluntarisme toch een beetje willen temperen en hier de vertolker van het gezond verstand willen zijn.
Ik heb nog één bijkomende vraag. U zegt dat alles nu loopt en dat het arrest moet worden bestudeerd enzovoort. Kunt u daar ook een timing op kleven? Wanneer zullen we effectief weten wat dit nu voor gevolgen heeft voor de Vlaamse regelgeving?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega, ik kan daar geen timing op kleven. Alles hangt af van de eerste uitspraak van de Raad van State. Dit wordt gebruikt in een aantal procedures. Als wij de eerste keer een indicatie hebben van hoe de Raad van State daarover oordeelt op het Vlaamse niveau, dan pas kunnen we weten waar we staan. Maar ik heb geen flauw idee wanneer de Raad van State daar voor de eerste keer in zijn kaarten zal laten kijken.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik wacht de Raad van State af. Dan kom ik hier terug. En dan ga ik met het antwoord van mevrouw Schauvliege terug naar minister Tommelein. (Opmerkingen)
De vraag om uitleg is afgehandeld.