Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, we hebben het er twee maanden geleden al eens over gehad. Ik ben blij dat er intussen een decretaal initiatief is genomen om ervoor te zorgen dat er toch een clausule wordt ingebouwd om een aantal strategische sectoren in Vlaanderen te beschermen tegen overnames die zouden indruisen tegen de belangen van openbare orde van Vlaanderen.
Ik heb de clausule opgezocht in het ontwerp van decreet. Het is een korte clausule, die eigenlijk zegt dat de mogelijkheid wordt gegeven aan de Vlaamse Regering om de nietigheid van de overname te beslissen. Mijn vraag is: hoe zullen we dit nu praktisch uitrollen? Waarom stel ik die vraag? Omdat in een aantal andere landen, zoals Frankrijk en Duitsland, er uitgewerkte wetten zijn over hoe men omgaat met de beoordeling van buitenlandse overnames. Ik geef een aantal voorbeelden, die niet noodzakelijk allemaal nuttig zijn voor mij.
Is het als Vlaamse Regering enkel mogelijk om achteraf in te grijpen? Of is het ook mogelijk om, zoals in Frankrijk, vooraf een soort beoordeling te maken en dan te zeggen of het al dan niet kan doorgaan en daar al dan niet voorwaarden aan te koppelen? Dat is een belangrijk punt. In het buitenland heeft men de transparantie rond dat beslissingsproces, wat meer een wettelijk kader om het te kunnen volgen en tijdig te kunnen ingrijpen indien nodig.
Vlaanderen is een open economie en leeft dus van buitenlandse investeringen. Om die investeerders maximale rechtszekerheid te garanderen, is er telkens in het buitenland een procedure ingesteld die het mogelijk maakt dat de overnemer die vindt dat de weigering onterecht zou zijn, daarvoor naar een rechtbank kan stappen – administratief of burgerlijk, dat laat ik in het midden.
Dat zijn een aantal vragen die ik had bij de nieuwe regeling die nu in het voorontwerp van decreet staat en ongetwijfeld nog zal worden uitgewerkt in uitvoeringsbesluiten. Misschien zal het daarin verder worden bepaald.
Minister-president, zijn er al verdere beslissingen genomen over hoe we daar exact mee omgaan? Staat deze wetgeving enkele retroactieve toepassing voor? Of is er volgens u ook een proactieve toepassing mogelijk?
Zal er, om de rechtszekerheid te garanderen, een beroepsprocedure mogelijk zijn bij de rechtbanken, ja dan nee?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, u kent de procedure en het voorontwerp. Het is gepubliceerd op de website van de Vlaamse overheid en ook op DORIS.
Op 22 december hebben we onze eerste principiële goedkeuring verleend. Op dit ogenblik loopt er een adviesprocedure. Ik zal de procedure niet helemaal herhalen. De procedure staat in de artikelen III.59 en III.60. Samen met de bijhorende memorie van toelichting geeft dat voldoende inzicht in de procedure.
Wij vragen momenteel de adviezen op omtrent dat voorontwerp. Uiteraard kunnen er aan de hand van de adviezen nog wijzigingen komen, zowel in de procedure als in de concrete modaliteiten.
We volgen nauwgezet op wat er op Europees vlak gebeurt, met name via de ontwerpverordening ‘establishing a framework for screening of foreign direct investments into the European Union’. Ik kom tot uw vraag. Met dit decreet beogen we geen voorafgaande screening. Er is geen ‘screening mechanism’ of ‘screening procedure’, zoals dat wel gedefinieerd is in de EU-ontwerpverordening.
Een groot onderscheid met betrekking tot buitenlandse regelingen en met betrekking tot de regeling die in de verordening staat, is dat wij ons hier beperken tot de Vlaamse en de lokale overheden en instellingen die daarvan afhangen, ook omdat onze bevoegdheid op dat vlak beperkt is. Alles wat te maken heeft met het vrij verkeer en met mededingingsrecht, is een federale bevoegdheid.
Als het gaat over het beschermen van overnames of participaties in privéondernemingen, dan is dit hier niet geviseerd door dit ontwerpdecreet. Het is ook niet onze bevoegdheid. Europa maakt daar werk van een verordening. Een aantal landen hebben inderdaad niet gewacht op een Europese regeling. Ik heb dit ook destijds in de plenaire vergadering al aangehaald. U weet dat Frankrijk een aantal strategische sectoren heeft afgebakend en dat Duitsland een systeem heeft waarbij overnames van meer dan 35 procent door een onderneming met zetel buiten de EU of de European Free Trade Association (EFTA) aan een bijkomende ‘Prüfung’ worden onderworpen. Zo zijn er dus verschillende systemen. Maar wat hier voorligt, heeft betrekking op, naar aanleiding van de zaak Eandis – u weet dat er toen discussie was –, als ik het breed definieer, instellingen die afhangen van de Vlaamse overheid en van de lokale overheden.
We werken niet met een ex-antescreening van bepaalde rechtshandelingen in bepaalde sectoren, maar met een individuele ex-postaanpak, als zou blijken dat belangen van nationale veiligheid, van openbare orde in het gedrang komen. Wij kunnen onmogelijk een wetgeving gaan definiëren waarin alle factoren, alle mogelijke bedreigingen, alle mogelijke instellingen, alle rechtshandelingen afzonderlijk en in detail zouden worden geregeld. Nogmaals, we zitten in principe met een beperkte economische bevoegdheid op Vlaams vlak. We gaan ervan uit dat we wel degelijk bevoegd zijn om datgene te doen wat we hier doen, met name de regeling die de mogelijkheid geeft om over te gaan tot nietigverklaring wanneer het gaat over die participaties of overnames met betrekking tot de instellingen die ik heb opgesomd. Maar als het gaat over het vrij verkeer, over de mededinging, is dat een federale/Europese bevoegdheid.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Het is dus een ex-postsysteem. Mijn vraag is de volgende: is het enkel ex post omdat we er in Vlaanderen niet voor bevoegd zijn? Of is het enkel ex post omdat dat de politieke keuze is die u in deze materie hebt gemaakt? Ik verklaar me nader. Ik denk dat het voor een buitenlandse investering naar alle waarschijnlijkheid meer rechtszekerheid biedt om op voorhand te weten of een overname zou kunnen plaatsvinden of niet en onder welke voorwaarden en om ook een beroepsprocedure te kunnen hebben die duidelijk is. In tegenstelling tot de regeling zoals ze nu is, waarbij men een overname kan doen en dan achteraf plots geconfronteerd kan worden met die nietigheid van de overname. Dat is in het belang van de rechtszekerheid en een rechtszeker klimaat voor buitenlandse investeringen in Vlaanderen – ik begrijp dat het over een beperkt segment gaat van de markt, omdat het enkel gaat over Vlaamse overheidsinstellingen of daaraan gelieerd.
Mijn vraag is dubbel. Eén, is het enkel ex post wegens de beperkte bevoegdheid? Of is het een politieke keuze? En, twee, als het een politieke keuze is, bent u bereid te overwegen om te kijken of een beperkte screening een verstandige maatregel kan zijn? Of bent u daar niet voor gewonnen? Dan zou ik gewoon graag weten welke de beweegredenen geweest zijn waarom de regering anders heeft beslist.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik kan enkel een voorlopig antwoord geven. Dit voorontwerp wordt nu nog voor advies voorgelegd aan diverse instanties en gaat ook naar de Raad van State. Het is niet de bedoeling dat we elk ontwerp van decreet drie keer bespreken, zodra we een principiële beslissing hebben genomen. We moeten dat nog allemaal bekijken. Ik heb al gezegd dat het kan zijn dat, zowel qua procedure als qua modaliteiten, daaraan nog bijstellingen zullen gebeuren.
Ik wil wel zeggen dat elke rechtshandeling van elke overheid altijd aanvechtbaar is. Dat weet u ook. Wij gaan ervan uit dat we een scope hebben die beperkt is en dat wij niet bevoegd zijn voor participaties die controversieel waren. Ik denk dan aan de Alstom-wet en KUKA in Duitsland, waar een hightech roboticabedrijf in handen is gekomen van de Chinezen. Wij gaan inderdaad voor een ex-postaanpak. Maar het is duidelijk omschreven: het gaat erom dat de nationale veiligheid in het gedrang kan komen.
Ik denk dat dat objectiveerbaar is en dat dat goed gecontroleerd kan worden, maar we gaan wel zien of er voorstellen komen om dat bij te stellen en bij te schaven. We hebben een procedure uitgewerkt. Ik ben ervan overtuigd dat er ook nog andere formuleringen mogelijk zijn. Ik wil nu eerst de adviezen afwachten, waarna wij terug naar de regering gaan, waarna we naar de Raad van State gaan, die uiteraard ook advies zal verlenen.
Het is een terrein dat we tot nu toe nog nooit betreden hebben. Het is onontgonnen terrein. Het is ontstaan naar aanleiding van de commotie met betrekking tot Eandis. Toen heb ik gezegd dat we ervan af moeten dat we er op basis van ‘niet-gemotiveerde’ beslissingen toe komen dat de stekker wordt gehaald uit een aantal operaties die kunnen gebeuren. Het criterium is hier dat van de nationale veiligheid. Dat biedt een houvast. Niet elk overheidsbedrijf is op dat vlak even gevoelig. Niet elke participatie is op dat vlak even gevoelig. Maar het is belangrijk dat we over zo’n instrument beschikken. Ik heb toen aangekondigd dat we dat zouden doen. Maar laat mij nu ook toe om eerst het verdere verloop van de adviezen af te wachten. Ik ben ervan overtuigd dat er nog insteken zullen komen. Ik heb ook geluisterd naar uw vragen daaromtrent. Dat zijn afwegingen die we ook nog verder mee zullen nemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.