Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, om het aandeel hernieuwbare energie te vergroten en de klimaatdoelstellingen te halen, hebben we beslist om prioritair in te zetten op zon, wind en warmte. Op 5 juli 2016 is de door u opgestelde conceptnota, het Zonneplan, goedgekeurd. Dat plan is erop gericht om zonne-energie weer aantrekkelijk te maken in Vlaanderen, met het oog op het maximaal aanboren van het potentieel. De nota formuleerde de ambitie om tegen 2020 een geïnstalleerd vermogen van 3157 megawatt te realiseren.
Als een installatie wordt geplaatst, dient de eigenaar die installatie via een digitaal platform aan te melden bij de netbeheerder. Daarbij wordt het vermogen van de omvormer en het vermogen van de PV-panelen (photovoltaic) vermeld. In het kader van de veiligheid dienen de distributienetbeheerders te weten waar de PV-panelen geïnstalleerd zijn. Op die manier weet de Vlaamse overheid ook hoeveel PV-installaties er in Vlaanderen geïnstalleerd zijn. Zo kunt u er ook voor zorgen dat de cijfers up-to-date zijn. Dat is noodzakelijk om na te gaan of de doelstellingen voor hernieuwbare energie bereikt worden en of we al of niet op de goede weg zijn. We moeten namelijk vermijden dat we zouden betalen voor groene energie uit Wallonië of het buitenland, terwijl we de facto zelf de doelstelling bereikt zouden hebben, maar het niet weten doordat niet alles is aangegeven – als ik het zo kort door de bocht mag stellen.
Met de stopzetting van de groenestroomcertificaten voor installaties van minder dan 10 kilowatt, die vanaf 14 juni 2015 worden gekeurd, vervalt de incentive om PV-panelen te registreren bij de netbeheerder. Dat is noodzakelijk voor het berekenen van het prosumententarief. Met andere woorden: de incentive vervalt, want dan moeten ze ook het prosumententarief niet betalen. Er werd aangegeven dat naar schatting 1 op de 6 PV-installaties niet werd aangegeven. Ook stellen we vast dat tal van eigenaars niet altijd op de hoogte zijn van die verplichting. In het kader van de aanpak van energiefraude engageerde u zich om daaromtrent met de distributienetbeheerders een communicatiecampagne en een gebruiksvriendelijk aanmeldingssysteem te lanceren. Wie dan tegen 1 juni 2017 de installatie niet heeft aangegeven en betrapt wordt, riskeert een boete van 150 tot 20.000 euro.
Minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot de communicatiecampagne om PV-eigenaars te sensibiliseren om hun PV-installatie aan te melden? Heeft die voldoende bijkomende aanmeldingen veroorzaakt of verwacht u dat er nog veel eigenaars zijn met ‘verduisterde’ installaties? Hoe evalueert u het huidige aanmeldingssysteem voor PV-panelen? Zijn er sinds 1 juni reeds onderzoeken opgestart naar niet-aangemelde installaties? Zo ja, wat leverde dat op? Zo niet, wanneer plannen de distributienetbeheerders om hun controles uit te rollen? Hoe evalueert u het opgezette controlesysteem van de distributienetbeheerders?
Minister Tommelein heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag, mijnheer Gryffroy. De communicatiecampagne werd uitgewerkt in de loop van de maanden maart en april. Er werd in de pers aandacht besteed aan de verplichte aanmelding van PV-installaties. Eigenaars van zonnepanelen werden opgeroepen om hun installatie te melden en er werd gewezen op de potentiële boetes die konden worden aangerekend in geval van niet-aanmelding.
In de daaropvolgende weken werd onder andere via vrij veel berichten op sociale media verder de aandacht daarop gevestigd. De websites van distributienetbeheerders Eandis en Infrax werden van de nodige informatie voorzien. Eigenaars van zonnepanelen konden via een webtoepassing zowel bij Infrax als Eandis nagaan of de aanmelding van hun PV-installatie wel degelijk in orde was.
In de periode onmiddellijk na de persaandacht werd een verhoogd aantal aanmeldingen vastgesteld: ongeveer plus 50 procent in de periode mei-juni 2017 ten opzichte van de voorgaande maanden. Algemeen ligt het aantal aanmeldingen van PV-installaties in 2017 dubbel zo hoog als in 2016. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de heropleving van de markt voor PV-installaties.
Vanaf 1 juni worden installateurs van PV-installaties eveneens verplicht om de door hen geplaatste installaties te melden bij de netbeheerders. Enerzijds wordt aan installateurs de kans geboden om de aanmelding voor hun klant te doen. Op die manier kunnen installateurs op een klantvriendelijke manier aan hun eigen verplichting voldoen. Anderzijds moeten installateurs die niet zelf instaan voor de aanmelding voor hun klant, de door hen geplaatste installaties wel melden via een in te dienen lijst om aan hun wettelijke verplichting te voldoen. In de praktijk bleek het al vaak zo te zijn dat een installateur zei: ‘Ik zal het wel voor u melden bij uw distributienetbeheerder.’
Bij zowel Eandis als Infrax gebeuren inspanningen om niet-gemelde installaties op te sporen en de eigenaars aan te zetten tot aanmelding. Er worden via verschillende kanalen berichten ontvangen over potentieel niet-gemelde installaties. Dat gebeurt bijvoorbeeld via de energieleveranciers, de detectie van een negatief verbruik op de terugdraaiende teller, de aanvraag van een terugdraaiende teller, via de meteropnemer die vaststelt dat er een productie-installatie op een bepaald adres ligt, maar hij in zijn handterminal ziet dat die nog niet gekend is, contacten met de klant zelf en de verplichting voor de installateurs om lijsten van nieuw geplaatste productie-installaties te melden bij de netbeheerders.
Wanneer een vaststelling gebeurt van een niet-aangemelde installatie, wordt de betrokken netgebruiker in eerste instantie verzocht die aan te melden. Indien de netgebruiker daar geen gevolg aan geeft, volgt er een aanmaning en een ingebrekestelling. Voor de netbeheerders van Eandis werden in de periode januari tot juni 2017 1911 installaties via dat proces aangezet tot correcte aanmelding, tegenover 2630 installaties over heel 2016.
Voor de beheerders van Infrax waren er in de periode januari tot en met juni 2017 dus 1267 installaties. Ook daar wordt een stijging vastgesteld van ongeveer 45 procent.
Binnen de regering loopt nu het proces om verder uitvoering te geven aan het Energiefraudedecreet via een uitvoeringsbesluit. Dat werd reeds principieel goedgekeurd. Ik verwerk momenteel de ontvangen adviezen en hoop tegen begin volgend jaar het besluit in werking te laten treden.
Ik heb de indruk dat voor wat geplaatst werd vanaf 1 juni 2017 het systeem nagenoeg sluitend is. In de periode tussen de zomer van 2015 en juni 2017 zal zich het grootste aantal niet-aangegeven panelen bevinden. Heeft men er een zicht op over hoeveel panelen het zou kunnen gaan? Zal men daar nog verder inspanningen rond doen?
U spreekt over uitvoeringsbesluiten. Kunt u zeggen wat daarin staat, wat u gaat doen om dat rond te krijgen?
In het decreet staat dat de netbeheerders zelf een plan moesten opstellen om vooral de groep van eigenaars van zonnepanelen die niet aangemeld zijn, te detecteren. Ik ontvang op dit moment de adviezen daaromtrent. Zodra ik de adviezen heb verwerkt, zal ik het definitief uitvoeringsbesluit opmaken. In ieder geval zal dat de uitvoering zijn van wat we vooropstellen, namelijk dat de groep van zonnepaneleneigenaars die nog niet zijn aangemeld vanaf nu strenger zal worden aangepakt. Men neemt altijd maar meer risico’s: er is een waarschuwingscampagne geweest, er werd aangespoord tot aanmelding. Men heeft nu nog altijd de mogelijkheid om dat te doen. Nu zijn het de harde tegenstrevers die hardleers blijven weigeren om dat te doen. De procedures voor de aanpak van de resterende groep, die heel doelbewust de zonnepanelen niet aangeeft, zullen nu worden vastgesteld.
Ik dacht dat u sprak over de adviezen van de Raad van State, maar het zijn dus de adviezen van de stakeholders zelf. Dan kunt u daar inderdaad niet op vooruit lopen. Dan wachten we dat verder af.
De vraag om uitleg is afgehandeld.