Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik stel deze vraag naar aanleiding van een aantal incidenten met bussen van De Lijn in en rond Brussel, meer concreet in de gemeente Anderlecht, van enige tijd geleden die in diverse media aan bod zijn gekomen.
Op vijf dagen tijd zijn er verschillende incidenten geweest, waarbij bussen werden bekogeld met stenen en flessen en zelfs beschoten, vermoedelijk met luchtdrukpistolen. Telkens was er materiële schade zoals vernielde ruiten. In een getuigenis zegt een buschauffeur dat de chauffeurs angst hebben om door Anderlecht te rijden. Dat is natuurlijk geen evidente situatie om in te werken, en ze weegt op de chauffeurs.
Al na het eerste incident heeft De Lijn onmiddellijk beslist om extra personeel, ook controleurs, in te schakelen. We lazen ook dat De Lijn heeft gevraagd aan de lokale politiezone Zuid, dus in Anderlecht, Sint-Gillis en Vorst, om extra politiepatrouilles langs de bewuste punten in te zetten. Er is ook overleg met de vakbonden geweest om die reeks van incidenten te bespreken. Men heeft ook extra controleploegen ingezet gedurende de eerstvolgende vakantieperiode. Dat wijst er ook wel op dat het gaat om een bepaalde groep die we nog vriendelijk als hangjongeren zullen omschrijven, die de boel verzieken en die het moeilijk maken voor een grote gemeenschap om samen te leven.
Minister, hebt u weet van die incidenten? Bent uzelf of zijn uw diensten betrokken geweest bij de onderhandelingen? Hebt u feedback gekregen van De Lijn of uw administratie over onderhandelingen of gesprekken met de politiezone Zuid? Zijn er concrete bijsturingen geweest in het veiligheidsplan, de veiligheidsmonitor die al jaren geleden tot stand is gekomen naar aanleiding van de verschillende incidenten? Zijn de veiligheidsmaatregelen aangepast op bepaalde lijnen of locaties en op welke manier, om opnieuw comfort te geven aan de chauffeurs die blijkbaar in zeer moeilijke omstandigheden moeten rondrijden in Anderlecht?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega's, veiligheid is ook in de nieuwe beheersovereenkomst van De Lijn een specifiek aandachtspunt. Er is ook een specifieke operationele doelstelling opgenomen, met nummer 13. Daarin zit een integrale aanpak vervat van alle stappen in de veiligheidsketen: proactief, preventief, preparatief, repressief, oog voor nazorg en monitoring. Concreet gaat het om organisatorische maatregelen zoals bijvoorbeeld lijncontroleurs die flexibel en gericht worden ingezet. Het gaat ook over preventieve maatregelen, bijvoorbeeld dat elk nieuw voertuig standaard wordt uitgerust met een alarmsysteem, een geldkoffer, een flexibel afsluitbare stuurpost en camerabewaking. Het gaat ook over opleidingen. De chauffeurs krijgen allemaal een specifieke opleiding in functie van veiligheid, ook in de voortgezette opleiding en bijscholing. Er is ook de samenwerking met andere actoren: politie, straathoekwerkers, scholen enzovoort.
Er is een nauwe samenwerking met de politiezone van Brussel. Binnen deze doelstelling zijn ook specifieke ambities vastgelegd rond het aantal voertuigen met camerabewaking. Zo moeten tegen 2025 alle bussen van De Lijn uitgerust zijn met camerabewaking. Momenteel zitten we dankzij de versnelde instroom van nieuwe bussen aan 61 procent. Door de vele bestellingen is het aantal serieus gestegen en zal het ook de volgende jaren nog stijgen. Voor 2017-2018 zijn er nog 230 bussen besteld. Tegen eind 2018 zal 72 procent van de bussen uitgerust zijn met camerabewaking.
Daarnaast hanteert De Lijn een veiligheidsmonitor. De maatregelen uit het veiligheidsplan ‘Veilig op Weg’ worden per kwartaal ingezet op basis van de analyse van deze veiligheidsmonitor, maar worden ook ingezet naar aanleiding van concrete incidenten, zoals die waarnaar u verwijst.
Naar aanleiding van die incidenten zijn verschillende maatregelen ingezet vanuit drie invalshoeken: inzet van Lijncontrole, de omleiding van de reisweg van de bussen en versterking van toezicht door politie. Dat weekend is de Lijncontrole zeer geregeld ter plaatse geweest om te zorgen voor zichtbaarheid en preventieve aanwezigheid aan halte Grondel. De plaats van het incident is de eerstvolgende dagen gemeden. Met de politie zijn afspraken gemaakt. Ze zijn ter plekke geweest na elk incident vanaf zondagavond ter afhandeling. Ze zijn ook regelmatig zichtbaar aanwezig op de betrokken plaats. Vanaf maandag heeft men een beroep gedaan op de gemeenschapswachten.
We besteden bij De Lijn en met De Lijn heel wat aandacht aan sociale veiligheid via de driemaandelijkse monitoring en zijn bij ad -hocincidenten in staat om snel maatregelen te nemen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, het is enorm belangrijk en het is goed dat De Lijn kort op de bal speelt. De chauffeurs die dag in dag uit in de weer zijn en niet anders doen dan alle reizigers goed en veilig op hun plek van aankomst trachten te krijgen, moeten hun werk op een veilige manier kunnen doen. Een belangrijke verantwoordelijkheid ligt uiteraard bij de gemeenschap en bij de betrokken jongeren. Ook de politie moet haar job doen, want uiteindelijk zijn het individuen die moeten worden aangesproken op hun gedrag. Het is ook goed om vast te stellen dat De Lijn er alles aan doet om via gemeenschapswachten, het contacteren van straathoekwerkers en de camerabewaking – dat is toch wel een belangrijke inspanning – de werkomgeving voor de chauffeurs zo veilig mogelijk te maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.