Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Om in aanmerking te komen voor een studietoelage wordt er rekening gehouden met vier criteria: nationaliteit, gezinssituatie, inkomen en pedagogische voorwaarden.
Het belangrijkste criterium voor een toelage is de hoogte van het inkomen. Een van de controlemechanismen is de ki-test of kadastraalinkomentest. De ki-test houdt rekening met gebouwen en gronden in de leefeenheid en geldt enkel wanneer er in de leefeenheid onroerende goederen ‘vreemd gebruik’ zijn, zoals vakantiewoningen, huizen die al dan niet worden verhuurd, gebouwen voor beroepsuitoefening enzovoort.
De ki-test werd in het leven geroepen om te vermijden dat toch een toelage wordt uitgereikt aan wie veel huizen en gronden heeft. De test houdt echter weinig rekening met de verschillende gezinssituaties. In een gezinssituatie met gescheiden ouders bijvoorbeeld waarbij een van de ouders geen inkomsten ontvangt uit de onroerende goederen vreemd gebruik, wordt wel rekening gehouden met dat ki voor de toekenning van een studietoelage.
Minister, bent u het ermee eens dat het kadastraal inkomen als criterium bij het toekennen van een studietoelage weinig rekening houdt met de maatschappelijke realiteit waarin een diversiteit aan gezinssituaties eerder norm dan uitzondering is?
Bent u bereid de criteria voor het toekennen van de studietoelage te herzien? Zo ja, welke stappen zult u hiertoe nemen?
Minister Crevits heeft het woord.
Het ki is vandaag de enige redelijke indicator die we hebben als ‘proxi’ voor vermogen. Het is best mogelijk dat iemand hier geen financieel inkomen uit haalt, maar dit betekent niet dat dit geen vorm van vermogen is die de financiële draagkracht van dat gezin of dat individu niet zou verhogen.
In het decreet zijn ook in heel wat checks en balances voorzien bij het gebruik ervan. Er wordt bijvoorbeeld geen rekening gehouden met het kadastraal inkomen van de plaats waar men woont. De ki-toets wordt bijvoorbeeld niet toegepast voor een ki onder de 1250 euro. Ki voor beroepsdoeleinden wordt niet meegenomen in de ki-toets. Leerlingen of studenten met het alleenstaand statuut zijn vrijgesteld van de ki-toets, om rekening te houden met de specifieke toestand van wezen die geen inkomen hebben en de woning van hun ouders erfden. Bij een echtscheiding wordt rekening gehouden met de eigendommen die een persoon na de echtscheiding nog in het bezit heeft, ongeacht of hij hier nog inkomsten uit genereert. Het criterium houdt dus eigenlijk het best wel rekening met heel wat specifieke situaties.
In uitzonderlijke gevallen leidt de regeling wel eens tot een minder wenselijk resultaat. Het lijkt me echter niet wenselijk om voor elk van deze situaties in nieuwe uitzonderingen in de regelgeving te voorzien die het systeem enkel opnieuw complexer zullen maken. We moeten daar het evenwicht proberen te behouden. Ik bekijk wel of we in een soort billijkheidstoets kunnen voorzien voor gevallen waar het inkomen door omstandigheden zeer laag is en waar er een uitzonderlijke impact is van de ki-toets voor mensen die rond de 1250 euro vreemd ki hebben.
Een herziening van de criteria is een complexe oefening. Het systeem is vandaag zeer fijnmazig. Als we van oordeel zijn dat een bepaald element van het systeem niet meer wenselijk is of aan herziening toe is, geldt de vraag of we die ene component afzonderlijk moeten aanpassen. We moeten rekening houden met het volledige evenwicht dat het systeem vandaag beoogt. Ingrepen die het inkomen in de ene of andere richting beïnvloeden, zullen gevolgen hebben voor het bereik van het systeem, de hoogte van de toelages en dergelijke. Vooraleer we aan een dergelijke oefening beginnen, moet er zeker worden onderzocht wat het maatschappelijk effect is.
Als uitsmijter, collega's, wil ik nog meegeven dat er op dit moment zeer weinig werkloosheid is. We zien dat ook in de studiebeurzen. Als er meer mensen werk hebben en een hoger loon, dan heeft dat een impact op de studiebeurzen. De woonbonus is hervormd en dat heeft een impact. Er zijn heel veel elementen met een impact.
Op basis hiervan het systeem veranderen, mevrouw De Meulemeester, lijkt mij, behoudens de uitzonderingen of de billijkheidstoets waarvan ik melding heb gemaakt, en bij gebrek aan betere criteria, niet wenselijk.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Dank u, minister. Die billijkheidstoets is misschien toch wel belangrijk omdat er inderdaad in het geval van gescheiden ouders toch een van beide in de problemen kan komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.