Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Peumans heeft het woord.
Minister, collega's, mijnheer Ceyssens sprak namens de Nationale Federatie van Verandaconstructeurs; ik spreek namens de nationale federatie van grensbewoners, of mensen die aan de taalgrens wonen. In de federale staat is dat een federale instelling die waakt over de belangen van de grensbewoners. Alle gekheid op een stokje, dit was een grapje.
Minister, op 13 oktober 2015 en op 10 mei 2016 heb ik u daarover ondervraagd. En vandaag doe ik het nog eens. Deze vraag is niet alleen geïnspireerd door mijn eigen gemeente, want ik wil de lokale problemen hier niet bij betrekken, maar ook door wat gebeurt aan de taalgrens. De taalgrens is hier ook een beetje een staatsgrens, in die zin dat de wetgeving aan Waalse kant anders is dan de wetgeving aan Vlaamse kant. Er is een Benelux-richtlijn die heel duidelijk zegt dat als je dingen doet aan de ene kant van de grens, je moet kijken wat het effect is aan de andere kant van de grens. In dit geval is dat dan de taalgrens. Ik heb het geluk aan een taalgrens te wonen. Ik stel vast dat het overleg dat tot stand zou moeten komen tussen Vlaanderen en Wallonië, zeer moeilijk van de grond komt.
Ik heb u daar ook al schriftelijk over ondervraagd, minister. U hebt daar altijd heel keurig op geantwoord. In de zaak van Oreye, gelegen aan de prachtige gemeente Heers, bent u in beroep gegaan. Die zaak ligt nog altijd bij de Raad van State. Daar is na anderhalf jaar nog altijd geen uitspraak over. Er is ook de gemeente Riemst, maar er zijn ook nog een aantal andere plaatsen in Vlaanderen, waar Wallonië, dat met de verzuchtingen zit om de doelstellingen te halen, probeert om in de grensstreek windturbines neer te zetten, die alsmaar groter worden, met alle gevolgen van dien.
In het verleden zijn daar contacten over geweest. We zijn eigenlijk al sinds 2013 bezig om te kijken op welke manier Vlaanderen met Wallonië kan overleggen in de grensstreek, om tot een soort gezamenlijke aanpak kan komen. U hebt daar brieven en mails over gestuurd en telefoontjes over gepleegd. Intussen is er een wijziging geweest qua bevoegde minister. Eerst was het minister Di Antonio die bevoegd was. Ik had een afspraak met hem gemaakt, maar er is dan een probleem ontstaan in de Waalse Regering. Er is een wissel geweest tussen de PS en de MR. Ik had nu ook een afspraak met de nieuwe minister van Energie, Jean-Luc Crucke, die ik persoonlijk zeer goed ken, wat toch altijd positief werkt. Maar hij heeft die afspraak verzet, en ik moet dus proberen om tot een nieuwe afspraak te komen.
Minister, hoe kunnen wij met Wallonië tot een soort dialoog komen, om te kijken in hoeverre er overeenkomsten kunnen worden gemaakt tussen beide partijen? Hebt u ondertussen, zoals u mij eerder beloofd hebt, uw Waalse ambtsgenoot gesproken omtrent deze problematiek? Wat was het resultaat van die bespreking?
Werden de opmerkingen van de Vlaamse Regering op het Waalse referentiekader voor de vestiging van windmolens langs de taalgrens, daterend uit 2013, reeds besproken? Werd het referentiekader in die zin reeds aangepast? Eind 2013 is er namelijk een heel uitgebreide actualisatie geweest van het referentiekader voor de vestiging van windmolens in Wallonië en heeft de Vlaamse Regering daar een advies over gegeven.
Werd u of de administratie al om advies gevraagd wat betreft de recente plaatsing van onder andere 71 nieuwe windmolens langs de taalgrens? Ze vallen bij wijze van spreken als duiven uit de lucht, al die windturbines.
Bent u van mening dat de huidige wetgeving voor de plaatsing van windmolens in Vlaanderen voldoende strikt en duidelijk opgemaakt is om tal van beroepsprocedures, vertragingen en weigeringen te vermijden? Bent u van plan om eventueel aanpassingen in die zin door te voeren?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Peumans, we hebben daar inderdaad al een aantal keren over van gedachten gewisseld in dit parlement, maar ook via schriftelijke vragen en antwoorden. Ik heb officieel gevraagd om daar een overleg over te hebben met de Waalse collega, bevoegd voor vergunningen. Er is namelijk een onderscheid: minister Crucke is bevoegd voor Energie in Wallonië, maar het is nog altijd minister Di Antonio die verantwoordelijk is voor de vergunningen.
Ik heb dat uiteindelijk ook officieel laten bevestigen in een brief, omdat het heel stug verliep om over dat specifieke onderwerp een gesprek te hebben. Ik heb het antwoord gekregen dat men daarover wou praten op het niveau van de ministers-presidenten. Dat staat zo op papier. Ik heb daar sindsdien niet echt feedback meer over gekregen. Ik weet ook niet of dat gesprek dan uiteindelijk heeft plaatsgevonden.
We hebben als Vlaamse Regering wel een uitgebreid advies opgemaakt. Dat was naar aanleiding van de actualisatie van het referentiekader voor de vestiging van windturbines in Wallonië, op 8 november 2013. We hebben daar vanuit de Vlaamse Regering een grondig advies op geformuleerd.
Voor de plaatsing van nieuwe windmolens langs de taalgrens worden geregeld adviesvragen gesteld vanuit de Waalse administratie. De huidige regelgeving bevat een aantal voorwaarden om al of niet beroep te kunnen aantekenen. Zowel voor administratieve beroepsprocedures als voor beroepen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen gelden strikte termijnen. Beroepen die buiten die vervaltermijnen worden ingesteld, zijn onontvankelijk. Daarnaast zijn er een aantal vormvereisten die moeten worden nageleefd, zoals een beveiligde zending, de vereiste om een kopie van het beroepschrift te bezorgen aan de vergunningsaanvrager, de deputatie en het college.
Het beroepsrecht is in het Omgevingsvergunningendecreet ook voorbehouden aan specifiek omschreven categorieën van belanghebbenden. Wat betreft het departement Omgeving en andere adviesinstanties, is het beroepsrecht ook voorbehouden aan de leidend ambtenaar, zodat hij de beslissing neemt om al of niet beroep aan te tekenen en de integrale afweging gebeurt van alle belangen die in het spel zijn. Ook het decreet betreffende de Vlaamse Bestuursrechtscolleges bevat een aantal bepalingen om ervoor te zorgen dat alleen belanghebbenden een beroep kunnen aantekenen. Een pijnpunt in de huidige procedure is wel dat het kan voorkomen dat een omwonende zich tijdens het openbaar onderzoek niet laat horen en dan nadien toch beroep aantekent.
We vinden die situatie ongewenst. Dit zou worden verholpen door middel van een amendement dat deel uitmaakt van de zogenaamde codextrein. Dit wordt hier straks nog besproken.
Mijnheer Peumans, ik wil benadrukken dat u er in uw vraagstelling van uitgaat dat beroepsprocedures best worden vermeden. Dat klopt natuurlijk. Vaak zien we echter dat beroepsprocedures kunnen worden vermeden door in te zetten op het draagvlak. Het draagvlak ontbreekt vaak. U hebt hier terecht op aangestuurd. Een draagvlak kan echter niet altijd in regelgeving worden gegoten. We kunnen wel andere initiatieven nemen. Zo heeft de minister van Energie de Windgids gelanceerd. Door de invoering van de omgevingsvergunning zijn in verband met de administratieve procedure in elk geval strikte termijnen opgelegd. Hierdoor worden de vertragingen niet gigantisch.
Wat het vermijden van weigeringen betreft, zijn de voorbije jaren heel wat inspanningen geleverd. De clichering is ingevoerd. We hebben gemerkt dat er in de periode 2009-2011 veel vergunningen zijn geweigerd. Dit heeft er vooral mee te maken dat de grenzen van het beoordelingskader toen zeer sterk zijn afgetast. Momenteel zetten we veel sterker in op vooroverleg en op begeleiding, onder meer door middel van de Cel Vlaamse Investeringsprojecten (VIP). Hierdoor is het aantal weigeringen gedaald.
Een aantal aanpassingen kunnen en moeten nog gebeuren. Ik denk dan, bijvoorbeeld, aan de bestemmingsneutraliteit. Dit staat vermeld in het witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). Veel van de problemen waarmee we nu te maken krijgen, hebben betrekking op de invoering van de clichering. Deze goedbedoelde regel moest zorgen voor meer mogelijkheden om windturbines te plaatsen. Het moest sneller kunnen gaan. We merken echter dat de clichering omgekeerd heeft gewerkt. Het draagvlak is gekelderd.
De aanpassing die ik voorstel en die in het witboek BRV is opgenomen, houdt in dat we bij de uitwerking van de fast lane zo veel mogelijk beperkingen opleggen. We moeten de lokale situatie bekijken en dit in alle geschikte zones faciliteren. Dat is de weg die de Vlaamse Regering wil inslaan.
Natuurlijk zijn er aan de taalgrens een aantal praktijken waarvoor we waakzaam moeten zijn. We moeten ervoor zorgen dat in dit verband goede afspraken kunnen worden gemaakt.
De heer Peumans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Op mijn vraag om uitleg van 15 november 2016 hebt u geantwoord dat de Waalse minister met onze minister-president wilde overleggen over het referentiekader. Zo heb ik het toen begrepen. Het lijkt me echter logisch dat er contact is tussen de beide ministers. Indien u dat wenst, kan ik wel gastheer spelen. U kunt dan met minister Di Antonio naar Riemst komen. Ik zal jullie eerst in het Wijnkasteel ontvangen. Voor ’s middags zullen we nog wel zien. Het contact zou echter rechtstreeks van minister tot minister moeten lopen. Het gaat immers om de omgevingsvergunning.
Bestaat er een inventaris van alle huidige grensproblemen. U hoeft daar nu niet op te antwoorden. In de nota van 8 november 2013 is een inventaris opgesteld van een aantal plaatsen langs de taalgrens. Ik kan me echter voorstellen dat er nog plaatsen langs de taalgrens zijn waar een eventuele inplanting wordt overwogen. Ik zou toch eens willen weten in welke mate uw administratie hiervan op de hoogte is.
Indien ik het goed heb begrepen, hebt u verwezen naar een aantal aanpassingen die zullen worden doorgevoerd om de inplantingen van windturbines in de toekomst beter te kunnen beoordelen. Het principe is dat we voor windturbines zijn. Dat is heel duidelijk het standpunt van de Vlaamse Regering. Er is echter steeds discussie over de vraag waar ze moeten worden ingeplant. Wat dit betreft, wil ik even naar de lokale situatie verwijzen.
Blijkbaar is Riemst hoog gelegen. Hoe hoger iets gelegen is, hoe meer wind er wordt gevangen. Dat is in de politiek ook zo. Dit geldt voor het grondgebied van Riemst. Daar lopen heel wat procedures in verband met 71 windturbines. Ik zou graag weten of er aan Waalse zijde eventueel ook procedures lopen. We kunnen ons dan de vraag stellen of dit allemaal moet worden geconcentreerd. Minister Tommelein heeft meegedeeld dat hij nog ongeveer 200 windturbines wil plaatsen. Ik ben het exacte cijfer even kwijt. Ik herinner me dat hij dit tijdens een plenaire vergadering heeft verklaard.
Minister Schauvliege heeft het woord.
De planning houdt in dat er in totaal nog 220 windmolens bij moeten komen. Dat is gigantisch. We zullen alle krachten moeten bundelen om het draagvlak te vergroten en om goede plaatsen te zoeken. We zullen alles doen om hieraan mee te werken.
Ik zal navragen of die inventarisatie van al de conflicten aan de grens bestaat. Ik ben uiteraard vragende partij om met de Waalse minister te overleggen. Ik stel enkel vast dat minister Di Antonio op dit vlak een weigerachtige houding aanneemt. Indien ik het probeer te detecteren, heeft dit vooral met dit onderwerp te maken. Wat andere onderwerpen betreft, kunnen we heel goed overleggen. Er zit daar een blokkering. Dit heeft er vooral mee te maken dat hij ervan uitgaat dat hij de vergunningen moet verlenen en neutraal moet blijven.
Misschien is het een goed idee er een gesprek tussen vier personen van te maken. Het gaat dan om de Vlaamse minister van Energie, de Waalse minister van Energie, de Waalse minister die de vergunningen moet verlenen en de Vlaamse minister die bevoegd is voor de vergunningen. Misschien zou dat aan Waalse zijde voldoende comfort creëren om met betrekking tot dit thema rond de tafel te zitten.
Mijnheer Peumans, we zullen een mooi plekje in Riemst zoeken om dat even te organiseren.
De heer Peumans heeft het woord.
Minister, indien u minister Di Antonio wilt zien, kunt u in juli 2018 naar Dour. Hij is de organisator van dat drukbezocht zomerfestival. Hij is daar de stichter van. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Mijnheer Tobback, het duurt nu al drie jaar. Ik heb geduld.
Minister, ik heb ervaring als voorzitter van het Vlaams Parlement. Wie met de Franstaligen moet overleggen, moet altijd wat geduld hebben. U weet dat. Om tot besluitvorming te komen, hebben zij een andere cultuur.
Ik kom nog even terug op het probleem in de grensstreek. Dat heeft niet enkel te maken met de gemeente waar ik zelf woon. Dit leidt op een aantal punten in Vlaanderen, maar ook aan de andere zijde, tot onnodige discussies.
De vraag om uitleg is afgehandeld.