Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, dankzij het alom bekende, maar niet echt meer beminde artikel 47bis van het Gemeentedecreet, dat bij decreet van 29 juni 2012 werd ingevoerd, kan de gemeenteraad sinds 1 januari 2013, de start van de huidige legislatuur, de structurele onbestuurbaarheid van de gemeente vaststellen. Wanneer een gemeente met een instabiliteit in het college van burgemeester en schepenen wordt geconfronteerd of wanneer het college niet meer kan rekenen op de steun van de meerderheid van de gemeenteraadsleden, voorziet dit artikel 47bis in een procedure die het mogelijk maakt de bestuurbaarheid in de gemeente te herstellen. Met die regeling wilde de decreetgever precies de positie van de gemeenteraad tegenover zijn uitvoerend college te versterken.
In de vergadering van onze commissie van 13 januari 2015 vroeg minister Homans het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) om de procedure die vervat is in artikel 47bis van het gemeentedecreet, te evalueren. We waren toen nog maar twee jaar ver in de legislatuur en die vraag kwam er al. Dat resulteerde in een rapport dat mede tot stand kwam door de inbreng van onder andere de gouverneurs, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en een aantal professoren. Het rapport werd ook uitvoerig in deze commissie besproken en bejubeld.
Het evaluatierapport bestaat uit vier delen. In het tweede deel wordt een analyse van de huidige procedure gemaakt en het derde deel bevat de eigenlijke evaluatie, onder andere aan de hand van een bevraging. In het vierde deel worden de conclusies getrokken en is een voorstel tot aanpassing, verbetering van de tekst opgenomen.
Ook al kwamen er tekortkomingen in de huidige procedure aan de oppervlakte, toch kennen we tot op vandaag geen enkele bijsturing. Er blijken ook geen plannen te bestaan bij de minister die in de richting van een aanpassing wijzen. We stellen wel vast dat bijvoorbeeld in Haaltert de gemeenteraad reeds voor de derde of de vierde keer de onbestuurbaarheid heeft uitgesproken en de gemeente daardoor in een totale impasse is geraakt. Die duurt al meer dan een jaar en aangezien we minder dan een jaar van de gemeenteraadsverkiezingen verwijderd zijn, kan er ook geen oplossing meer komen. Die impasse zal tot 31 december 2018 blijven bestaan.
Minister, deelt u nog steeds de bevindingen van het evaluatierapport van het Agentschap Binnenlands Bestuur? Waarom hebt u tot op heden nog geen stappen tot bijsturing gezet en waarom zijn er ook geen plannen in die richting?
Bent u van oordeel dat de huidige procedure, zonder bijsturingen, de best mogelijke is, niettegenstaande die een aantal gemeenten pas écht in een impasse heeft gebracht? Met andere woorden, vindt u dat de huidige procedure beter is dan een constructieve motie van wantrouwen, die ervoor zorgt dat er meteen aan een doorstart kan worden gewerkt?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer De Loor, ik kan het zeer kort houden. In uw vraag hebt u ook al zelf verwezen naar het evaluatierapport dat het ABB samen met andere actoren heeft opgesteld. Ik ben het nog altijd eens met de bevindingen van dat rapport.
Waarom heb ik tot op heden dan nog geen stappen tot bijsturing gezet? U weet ook wel hoe het in een regering werkt. Ik kan niet autonoom beslissen. We zitten met drie verschillende partijen in de Vlaamse meerderheid, en dat willen we graag zo houden. In een coalitie met drie partijen moeten over allerlei onderwerpen compromissen worden gesloten, niet alleen over dit onderwerp. U doet alsof ik dat persoonlijk kan aanpassen, maar zo werkt dat natuurlijk niet. De Vlaamse Regering beslist collegiaal.
U vraagt of ik van oordeel ben dat de huidige procedure zonder bijsturing beter is dan de constructieve motie van wantrouwen. Neen, persoonlijk ben ik voorstander van een constructieve motie van wantrouwen. Dat heb ik ook al in het parlement gezegd. Dat is geen geheim.
Maar ik zeg dat daar binnen de huidige coalitie geen meerderheid voor is om die procedure aan te passen. En u weet dat ik een zeer groot verdediger ben van het regeerakkoord en dat ik dat ook loyaal wens uit te voeren. Er zullen dus geen aanpassingen komen.
Ik kan u nog zeggen, mijnheer De Loor, dat de Raad van State daar in zijn advies over het decreet Lokaal Bestuur geen enkele opmerking over heeft gemaakt.
De heer De Loor heeft het woord.
Proficiat, minister, u hebt zonet de prijs gewonnen: hoe draai ik om de hete brij? U gaat immers niet op de grond van de zaak in.
Ik denk dat er echt eens moet worden gewezen op de ‘sense of urgency’. Wanneer we bij die verschillende gemeenten op het terrein vaststellen tot welke impasse dit intussen heeft geleid, en wanneer we zien wat het Agentschap Binnenlands Bestuur al in zijn kritisch rapport in 2015 had geadviseerd, dan ben ik ervan overtuigd dat dit niet getuigt van goed bestuur, minister, om alles op zijn beloop te laten.
Het was net de bedoeling van de decreetgever tijdens de vorige legislatuur om een houvast te geven bij de onoplosbare interne twisten, maar we stellen vast dat de problemen alleen maar groter worden. Minister, u zegt dat ik de problemen naar u toeschuif alsof u die moet oplossen. Ik verwijs naar uw antwoord op een schriftelijke vraag die de heer De Meulemeester heeft gesteld op 20 oktober 2016. U zegt daarin: “Het decreet Lokaal Bestuur wordt nu voorbereid. Ik loop niet vooruit op concrete wijzigingen die hierin worden opgenomen.” Maar u zegt wel dat er inderdaad iets zal worden gedaan.
Collega’s van de meerderheid, ik heb er ook eens het verslag bijgenomen van de gedachtewisseling die we hebben gehouden over het evaluatierapport inzake de structurele onbestuurbaarheid. Ik weet niet wat uw mening vandaag is, maar ik stel toch vast dat er toen uitspraken zijn gedaan en standpunten zijn ingenomen die tot op heden niet tot resultaten hebben geleid. Er bleek immers een algemene consensus te bestaan dat het huidige artikel 47bis geen oplossing is, dat het de instabiliteit zelfs in de hand werkt. De heer De Meulemeester liet zich lovend uit over het evaluatierapport en zei te hopen dat het een basis kan vormen voor verdere besluitvorming, want de huidige formulering was ontoereikend. De heer Doomst zei ook dat zijn fractie al had verwacht dat artikel 47bis niet het geschikte middel zou zijn en dat CD&V het ermee eens was dat artikel 47bis ten grave werd gedragen. De heer Maertens zei dat blijkt dat niemand heil ziet in de voortzetting van de regeling uit artikel 47bis. Alles op zijn beloop laten was voor de heer Maertens absoluut geen optie. Dat staat allemaal in het verslag van de bespreking van het rapport van ABB. Maar ik stel samen met u vast, collega’s, dat er nog niets is gebeurd. Ik vind dat heel jammer en ik vraag me af wat er is gebeurd tussen het moment dat we dit hebben besproken en vandaag. Blijkbaar is de meerderheid, ook de minister, van mening veranderd.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord dat zeer nauw aansluit bij, zo niet identiek is aan wat u al lang zegt. Mijnheer De Loor, u citeert nu uit het verslag van de bespreking van 1,5 à 2 jaar geleden naar aanleiding na de studie van ABB en de suggesties die daar zijn gedaan. Wij blijven achter de conclusie in het rapport staan dat artikel 47bis niet werkt zoals het ooit werd bedoeld. We hadden toen gehoopt dat het een uitweg zou zijn voor meerderheden op losse schroeven, maar dat is duidelijk niet gebleken. U citeert Haaltert, dat is bij uitstek een van de voorbeelden. En dan moet men dus een andere oplossing zoeken. De N-VA gelooft heel sterk in die constructieve motie van wantrouwen, dat weet u, we hebben dat al herhaaldelijk gezegd. Maar u hebt zelf ook ooit deel uitgemaakt van een meerderheid en u weet dat als iets niet in een regeerakkoord staat, alle partijen van die meerderheid akkoord moeten gaan om iets te wijzigen aan of in te voeren in dat regeerakkoord.
Tot onze spijt stellen wij vast dat dit vandaag niet het geval is. We hebben nog niet de grote impact op al onze coalitiepartners om in bepaalde richtingen te bewegen, dat is spijtig, maar dat is nu eenmaal de complexiteit van werken in een meerderheid die niet absoluut is. Dan moet men dus compromissen sluiten, en dit is er zo een. Maar wees gerust, als het van ons afhangt, zal dit ooit opnieuw opduiken in een of andere regeringsonderhandeling, liefst zo snel mogelijk.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Mijnheer De Loor, ik vind eigenlijk dat de minister wel hetzelfde zegt als ongeveer twee jaar geleden. Ik zie geen verschil. Er is gewoon geen eensgezindheid in de meerderheid.
Minister, u zegt dat u loyaal het regeerakkoord uitvoert, maar in dit geval is dat ten koste van vele situaties op het lokale niveau. Ik denk vooral dat de partijen in de meerderheid die verantwoordelijk zijn voor de blokkage van iets dat door iedereen goed wordt bevonden, eens goed moeten nadenken. Zij hypothekeren wel bepaalde situaties op het lokale niveau en dat betreur ik ten zeerste.
Minister, toen we het daar de vorige keer over hadden, heb ik gezegd dat wij altijd bereid zijn om een meerderheid te leveren. Ik weet wel dat dat onnozel is van mij, maar ons aanbod blijft natuurlijk.
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Pira, ik dank u voor uw eerlijke opmerking. U zegt dat ik inderdaad niets anders heb geantwoord dan een tijdje geleden. Mijnheer De Loor, u zegt dat ik rond de hete brij draai. Excuseer, maar ik heb hier heel duidelijk gezegd wat mijn persoonlijk standpunt was, namelijk een constructieve motie van wantrouwen. Ik heb dat een jaar geleden gezegd en ik heb dat twee jaar geleden ook gezegd. Sp.a heeft zelf ook lang deelgenomen aan coalities, en u weet dus ook dat men daarvoor in dit geval met drie moet zijn om een akkoord te hebben. Dat is niet het geval. Over andere punten zijn we het dan weer oneens met andere coalitiepartners, zo gaat dat nu eenmaal binnen een meerderheid. Het is aan de drie coalitiepartners om dat regeerakkoord loyaal uit te voeren en ik doe dat ook.
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat ik het addertje onder het gras, de reden dus waarom er niets van in huis komt, heb gevonden in de uiteenzetting van de heer Maertens. Bij de behandeling van het rapport staat het woord ‘onverwijld’. We hadden toen al moeten weten dat het probleem niet zou worden opgelost. Alle gekheid op een stokje, mevrouw Pira heeft gelijk dat deze impasse ook ten koste gaat van de werking van de lokale besturen en dus van de inwoners. Want het risico op politieke chaos blijft ook in de volgende legislatuur even groot. En zoiets heeft ook een naam: schuldig verzuim.
De vraag om uitleg is afgehandeld.