Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag om uitleg heeft betrekking op de afstemming van de fiscale regelgeving, meer bepaald de erfbelasting, op het hervormde erfrecht. Het huidig erfrecht, zoals het momenteel nog van toepassing is, voorziet onvoldoende in mogelijkheden om een regeling te treffen voor de nieuwe maatschappelijke realiteiten. Ik denk dan aan de stijgende levensverwachting, waardoor mensen erven op een ogenblik waarop ze dat wellicht minder nodig hebben, en aan nieuw samengestelde gezinnen. Mensen die in een nieuw samengesteld gezin leven, willen ten aanzien van alle kinderen op dezelfde manier kunnen handelen.
De federale overheid heeft zeer lang aan een nieuwe regelgeving gewerkt. Op 20 juli 2017 is de nieuwe wet goedgekeurd. De datum van inwerkingtreding is 1 september 2018. Dat is kort dag. Mijn vraag om uitleg dateert van 1 september 2017, net een jaar op voorhand. Dit betekent dat er op een jaar tijd in Vlaanderen heel wat werk aan de winkel zal zijn.
Ondertussen hebben we de Septemberverklaring gehoord. Daarin zijn een aantal elementen in verband met de nieuwe erfbelasting aan bod gekomen. Ik vraag me echter af hoe de verdere afstemming van de nieuwe erfbelasting op de federale wetgeving tot stand zal komen.
Met betrekking tot deze hervorming heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers er doelbewust voor gekozen om fiscaalrechtelijke motieven niet te laten meespelen. De Kamer van Volksvertegenwoordigers is louter uitgegaan van het burgerrechtelijk aspect. Dit betekent dat het fiscaal recht het burgerlijk recht moet volgen en niet omgekeerd of op hetzelfde ogenblik.
In Vlaanderen hebben we het al vaak gehad over de nood aan een hervorming van de erfbelasting. Net als het erfrecht is die belasting niet meer afgestemd op de huidige maatschappelijke realiteiten. Om evidente redenen zijn tijdens de voorbije legislatuur een aantal aanpassingen met minimale financiële impact doorgevoerd.
Minister, eerst hebben voormalig minister Turtelboom en nadien uzelf verklaard voor een grote hervorming van de erfbelasting te kiezen. U wilde eerst afwachten wat de federale overheid zou beslissen en vervolgens nagaan welke aanpassingen u zelf moet doorvoeren.
Tijdens de vorige legislatuur is een speciale commissie opgericht om de knelpunten in de bestaande fiscale regelgeving op te lijsten. De ambitie is nu tot een volledige herziening te komen. Vorig jaar heb ik een vraag om uitleg gesteld over het onderzoeksrapport van het Steunpunt Fiscaliteit en Begroting. In dat rapport staan voorstellen om de successierechten te hervormen. In uw antwoord hebt u verklaard te willen wachten op de federale wijzigingen aan het erfrecht alvorens zelf concreet aan de slag te gaan.
Aangezien de federale wetgeving ondertussen is goedgekeurd, zou ik u dan ook willen vragen hoe u het traject plant naar een afstemming van het fiscaal recht op het nieuw erfrecht met betrekking tot de erfbelastingen. Specialisten hebben een aantal elementen aangebracht. Een inventaris van de noodzakelijke wijzigingen wordt opgesteld. Welke aanpassingen moeten er komen in functie van het nieuw erfrecht?
Hoe maakt u werk van uw eigen grote Vlaamse hervorming? Dit staat los van de federale aanpassingen. Hoe wordt hiervan werk gemaakt? Wat is het traject naar die hervorming? Wat is de timing?
Minister Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, we hebben het in deze commissie al vaker gehad over de federale hervorming van het erfrecht en over de impact hiervan op de Vlaamse erfbelasting. De hervorming van het federaal erfrecht staat in feite los van de ambities van de Vlaamse Regering om de Vlaamse erfbelasting te hervormen en aan te passen aan de gewijzigde maatschappelijke context.
Het federaal erfrecht is uiteraard welkom. Ik ben verheugd dat de Kamer van Volksvertegenwoordigers een hervorming van het erfrecht tot stand heeft kunnen brengen. Mijn eigen partij en ikzelf zijn grote voorstanders en voorvechters van een flexibel erfrecht. Iedere toekomstige erflater moet een redelijke beschikkingsvrijheid krijgen. Eenieder moet kunnen beslissen wat na zijn overlijden met zijn vermogen moet gebeuren.
Minister van Justitie Geens heeft hier hard aan getrokken. Mevrouw Van Cauter heeft ook een voortrekkersrol vervuld. Als toenmalig minister van Justitie heeft mevrouw Turtelboom enkele jaren geleden een vrijwillige erfenissprong mogelijk gemaakt. Een kind kan de nalatenschap van zijn ouder verwerpen. Hierdoor kan een kleinkind erfgenaam worden. Op die manier komen vermogens sneller bij een jongere generatie terecht. Zij kunnen dan investeren en de droom van een eigen woning of een eigen zaak verder waarmaken. Wij zetten dat werk nu verder.
Als Vlaamse Regering moeten we uiteraard inspelen op de hervormingen van het federale erfrecht. Dat lijkt me nogal logisch. Op 14 juli 2017 heb ik de Vlaamse Regering een voorontwerp van decreet voorgelegd. Ik wil hiermee een onnodige fiscale hindernis voor de erfenissprong wegwerken. In de Vlaamse Codex Fiscaliteit staat immers een oude bepaling met ongewilde effecten: “Als een erfgenaam verkiest zijn wettelijk of testamentair erfdeel te verwerpen, dan mag de erfopvolger die dat verworpen erfdeel bekomt niet minder successierechten betalen dan de belasting die de verwerver had moeten betalen indien hij deze niet had verworpen.”
Deze antimisbruikbepaling hebben we geschrapt. Ze is voorbijgestreefd en heeft veel te vaak onrechtvaardige gevolgen. We kunnen toch moeilijk een erfenissprong mogelijk maken en aanprijzen aan de ene kant en die aan de andere kant tegelijkertijd met een verouderde fiscale antimisbruikbepaling ontmoedigen.
De collega’s in de Vlaamse Regering hebben mijn initiatief onderschreven. Na het advies van de Raad van State werd het ontwerp op 6 oktober definitief goedgekeurd. We zullen dit dus weldra verder kunnen bespreken in de commissie. Dit is een voorbeeld van hoe we met de Vlaamse erfbelasting kunnen inspelen op de federale hervormingen.
Als we dan zien welke uiteenlopende reacties de aankondiging van dit initiatief met zich heeft meegebracht, dan merken we ook hoeveel Vlamingen begaan zijn met deze problematiek. Iedereen weet dat de maatschappij evolueert, geëvolueerd is en verder zal evolueren en voelt ook aan dat onze regelgeving, zoals het federale erfrecht en de regionale successierechten, dringend aan een update toe zijn.
Met deze Vlaamse Regering hebben we ook afgesproken om het nieuwe federale erfrecht alle kansen te bieden. Laten we even de stand van zaken van de beide trajecten – onze eigen hervorming enerzijds en de aanpassingen gelinkt aan het federale erfrecht anderzijds – bekijken.
Eerst en vooral de aanpassingen van het federale erfrecht. De eerste vraag is wat we na de federale hervorming precies moeten doen. Mevrouw Schryvers, uit een eerste en voorlopige analyse van mijn administratie en mijn kabinet is alvast gebleken dat we niet enkel onze eigen Vlaamse erfbelasting moeten evalueren. Er zijn bijvoorbeeld ook repercussies op de Vlaamse schenkbelasting. Als voorbeeld hiervan verwijs ik naar de mogelijkheid tot het afsluiten van erfovereenkomsten. Dat is een nieuwe figuur die tal van mogelijkheden biedt. De vraag is hoe onze eigen belastingdienst daarmee moet omgaan. Kan een vermelding in deze overeenkomst aanleiding geven tot erf- of schenkingsrechten? Moeten we daarvoor de Vlaamse Codex Fiscaliteit wijzigen? Of volstaat een administratieve verduidelijking? Alleszins moeten we hier zo snel mogelijk duidelijkheid bieden.
Toekomstige erflaters en erfopvolgers moeten rechtszekerheid krijgen. Anders dreigen de ruimere beschikkingsvrijheid en de andere nieuwe mogelijkheden dode letter te blijven.
De aanpassingen zijn niet allemaal even noodzakelijk. Sommigen zijn eerder faciliterend of flankerend. Hoe ver staan we daarmee? Wel, we hebben met de administratie en het kabinet reeds een analyse gemaakt. Die analyse wordt verfijnd. We beginnen met de nodige voorbereiding van de ontwerpteksten. Ik merk ook op dat er heel wat specialisten hun inzichten op dat vlak langs diverse kanalen kenbaar hebben gemaakt, hetzij via media, hetzij wat minder luidruchtig via een persoonlijke mail naar mij of ook rechtstreeks aan het parlement. Dit kan ons alleen maar helpen om de verdere stappen te zetten.
De vraag is nu: wanneer moeten we klaar zijn? De federale wet is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 1 september en zal gelden voor overlijdens vanaf 1 september 2018. Voor de schenkbelasting en voor de rechtszekerheid lijkt het mij echter geen overbodige luxe om al eerder met ons huiswerk klaar te zijn, zodat we kunnen antwoorden op vragen van vooruitziende Vlamingen. En als we dan toch aanpassingen doorvoeren, lijkt het mij efficiënt om dit mee te nemen samen met onze eigen Vlaamse hervorming.
Wat is de stand van zaken van onze eigen hervorming van de Vlaamse erfbelasting? Ik heb eerder al omstandig toegelicht hoe ik dit zie. Zoals gevraagd in dit parlement en in deze commissie moeten we inderdaad werk maken van een al te hoge taxatie buiten de rechte lijn. We kijken niet alleen naar de tarieven. Er zijn ook nog andere aspecten van de berekening die we moeten bekijken. Een hervorming of maatregel kan op een gegeven moment perfect logisch en zelfs noodzakelijk zijn, maar na verloop van tijd moeten we evalueren of de ratio ervan nog bestaat. We bekijken dan welke alternatieven er zich eventueel aandienen.
Er werden door mijn administraties verschillende mogelijke scenario’s uitgewerkt. We werken nu aan een shortlist, om vervolgens onze finale keuze in regelgevende teksten te vertalen. En als ik u zeg dat beide trajecten samen zouden worden genomen tot één globaal pakket aan maatregelen, dan is uw vraag naar de timing die ik wil hanteren meteen ook beantwoord: ten laatste op 1 september 2018, met de nadruk op ten laatste.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Uit uw laatste zin leid ik af dat de timing ten laatste 1 september 2018 is, maar dat de ambitie vroeger is. Dat meen ik toch te mogen afleiden.
Ik ga in op uw antwoord. Ten eerste, ja, er zijn de voorbije jaren al fragmentaire aanpassingen doorgevoerd die nodig waren en waar wij ook achter stonden. U hebt uitvoerig verwezen naar uw laatste initiatief ter zake met betrekking tot de erfenissprong, met name dat de erfenissprong in totaliteit niet minder fiscale inkomsten mag opbrengen dan wanneer hij er niet was. Daaraan hebt u geremedieerd. Wij staan daar absoluut achter. Het lijkt mij een goede zaak, minister.
Maar u weet – vermits u het aanhaalt, zal ik dat ook doen – dat wij ter zake nog een ander voorstel hebben dat het nog flexibeler maakt, namelijk geen alles-of-nietsverhaal voor degene die erft, want die zou een gedeelte kunnen doorschenken aan een volgende generatie. En het doet me plezier dat u zegt dat publicatie van dergelijke maatregelen zoveel reactie opwekt. Er hebben nu eenmaal zo veel mensen mee te maken. Iedereen wordt ooit in zijn leven in zijn directe omgeving of familie geconfronteerd met overlijden. Want dat is ook mijn ervaring: er zijn geen thema's waarop je zoveel reacties krijgt als op deze. Dat betekent dat het gevoelig ligt en dat we inderdaad het nodige moeten doen voor de aanpassing aan nieuwe maatschappelijke realiteiten.
Ik onderschrijf volledig dat u zegt: we gaan het in één stap doen en dan moet eerst de analyse gebeuren van de impact die de federale regelgeving nu heeft. Ik hoop – en meen toch te mogen hopen – dat dat heel minutieus zal gebeuren. Want als er zich onverwachte zaken zouden voordoen, denk ik dat mensen met grote gevolgen zouden kunnen worden geconfronteerd.
Ten tweede, los daarvan, maar samen in te voeren, staat de grote eigen Vlaamse hervorming, waar eigen Vlaamse accenten moeten worden gelegd. Ik denk dat die in grote lijnen bekend zijn en hier al vaker ter sprake zijn gekomen. We hebben het vaak over de hoge tarieven, zeker in de zijlijn, voor derden. Ik denk dat we allemaal onderschrijven dat daaraan moet worden geremedieerd, maar voor onze fractie is dat zeker niet het enige. Het zou echt een gemiste kans zijn als we ons zouden beperken tot die tarieven. We moeten het ook hebben over bijvoorbeeld gelijkstelling van stief- en zorgkleinkinderen, globalisering. We moeten durven spreken over plaatsvervulling voor neven en nichten. Kortom, ik denk dat er nog heel wat elementen zijn die we hier samen kunnen bediscussiëren.
Ik kijk ernaar uit om dit thema de volgende maanden verder te bespreken binnen deze commissie.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik heb nog een vraag. Uiteraard geldt voor mijn fractie dat een hervorming van belastingen er vooral op moet gericht zijn om de belastingen indien mogelijk te verlagen.
De onzekerheid en de hoge tarieven in bepaalde segmenten kunnen aanleiding geven tot ontwijkingsgedrag. Trouwens, collega's, belastingvermindering wil niet altijd zeggen dat er minder inkomsten zijn voor de overheid. Als de betalingsbereidheid stijgt, stijgen ook de inkomsten en dalen de kosten wegens fraude navenant.
Minister, zou het een optie kunnen zijn om te denken aan een systeem waarbij een vrijgestelde som wordt geïntroduceerd en daarboven een – ik zeg maar iets – vlaktaks van een bepaald percentage dat ook in andere fiscale systemen werkbaar zou zijn. Ik wil u dat idee alvast meegeven, voor wanneer u uw shortlist verder verfijnt. Ik denk dat dat zowel aan rechtvaardigheid als aan rechtszekerheid kan tegemoetkomen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega's, ik dank jullie voor jullie voorstellen.
Er zijn inderdaad al wat aanpassingen gedaan, mevrouw Schryvers. Ik deel uw mening dat het debat heel belangrijk is en dat mensen heel duidelijk moeten weten waarover het gaat. Ik zie in nogal wat reacties dat er wat misverstanden zijn en dat het niet altijd even duidelijk is. Het enige wat daarbij helpt is erover praten, erover discussiëren – uiteraard op een beschaafde manier. Dat lijkt me nogal logisch.
Het is ook belangrijk ervaringen mee te nemen. Ik denk dat u advocate bent, maar ik ben er niet zeker van. (Opmerkingen van Katrien Schryvers)
Vanuit uw beroep wordt u daarmee geconfronteerd.
In mijn vorige leven – dat ondertussen al wat begint weg te deemsteren – ben ik daarmee ook geconfronteerd, als kantoorhouder en verantwoordelijke in de banksector. Ik moet er nogal vaak hard op aandringen te zeggen dat alle mensen, van gelijk welke rang of stand, met erfenissen en erfbelastingen te maken hebben. Dit zijn niet alleen maar rijke mensen en grote vermogens. De meeste mensen die te maken hebben met deze successierechten, zijn gewone, gemiddelde Vlamingen. Ik denk dat het vaak niet doordringt bij sommige mensen dat heel veel gewone mensen ook geconfronteerd worden met deze problematiek, zeker als het gaat over erfbelastingen die in de zijlijn komen. Dan wordt er nogal wat geschrokken.
Ik deel uw mening dat het niet enkel moet gaan over tarieven. We hebben nu een goede hervorming van de erfbelastingen op het federale niveau gehad. We moeten ons daar effectief zoveel mogelijk op afstemmen. Mijnheer Schiltz, uiteraard gaat het ook over verlaging. We hebben daarvoor ook de middelen uitgetrokken. De opstap van de fiscale regularisatie kunnen we aanwenden om voor een stuk de hervormingen te doen. Maar we hebben ook in de begrotingsopmaak vanaf 2019 middelen uitgetrokken in de meerjarenbegroting om effectief een aantal lastenverlagingen in erfbelastingen door te voeren.
We moeten daarover een heel goede dialoog, een heel goed debat voeren. We zullen daaraan werken. Voorstellen zijn altijd welkom. Mijnheer Schiltz, ik noteer uw voorstel, waar uw partij blijkbaar op aandringt. (Gelach)
Uiteraard neem ik het voorstel van mevrouw Schryvers ook mee. We zullen proberen een zo goed mogelijke tekst te brengen, zodat de discussie in het parlement volop kan gebeuren.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik hoop inderdaad dat we kunnen komen tot een nieuw systeem dat fiscaal rechtvaardig is, maar dat ook is aangepast aan nieuwe maatschappelijke situaties van vandaag.
Het komt hier ongetwijfeld binnenkort terug in deze commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.