Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Cordy heeft het woord.
Minister, dit is geen eenvoudig onderwerp. Ik stel deze vraag om uitleg naar aanleiding van een bericht dat we deze zomer konden lezen, maar echt nieuw is deze problematiek niet helemaal. Wat deze zomer gebeurde, was wel vrij extreem. Een leerlinge van 14 jaar stapte tijdens een summer academy naar een leerkracht met het bericht dat ze zou worden uitgehuwelijkt. De betrokken leerkracht reageerde daar niet echt adequaat op. 14 jaar is bij ons geen leeftijd waarop er kan of mag worden getrouwd. Als je met dergelijke situaties wordt geconfronteerd, gaat het veeleer over de bescherming van minderjarigen.
Dit is zonder meer een heel extreem geval. Niettemin hoor je van leerkrachten regelmatig verhalen dat ze tegen de zomervakantie worden geconfronteerd met vrouwelijke leerlingen, al dan niet minderjarig, die vrezen in de zomer te worden uitgehuwelijkt of na de zomervakantie niet meer terug te komen. Ik neem aan dat dat voor mensen in het onderwijs geen eenvoudige zaak is om mee om te gaan. Je moet dat op de juiste manier kunnen opvangen en dat is zeker niet vanzelfsprekend.
Minister, zijn er studies over het fenomeen van de gedwongen uithuwelijkingen, specifiek van minderjarigen? Zijn er eventueel richtlijnen die aan het onderwijs worden aangereikt om met die problematiek om te gaan? Als dat zo is, wat zijn dan de ervaringen daarmee? Als daar in het verleden niet systematisch werk van is gemaakt, bent u dan bereid stappen te ondernemen om een ondersteuning aan te bieden, zodat de vragen waarmee leerkrachten worden geconfronteerd op een duidelijke manier, maar vooral met respect voor de rechten en noden van minderjarigen, kunnen worden opgevangen?
Minister Crevits heeft het woord.
Cijfers over het fenomeen van de gedwongen huwelijken worden door scholen of hogescholen niet gemeld aan de onderwijsdiensten. Ik heb hier dus geen zicht op. Ik wil toch enkele bedenkingen maken. Ik vind het absoluut niet kunnen – in het bijzijn van enkele jonge mensen hier – dat kinderen worden uitgehuwelijkt in Vlaanderen. Dit jaagt mij ook een beetje schrik aan. In België mag in principe niemand huwen voor hij of zij de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Het is mogelijk dat een minderjarige wel huwt indien die hiervoor de toestemming krijgt van de rechtbank. De minderjarige moet het dus zelf willen en kan niet worden gedwongen door iemand. Er is dus wel een rechterlijke controle. Zo niet is dat een strafbaar feit dat moet worden gemeld aan politie of rechtstreeks aan het parket.
Is dit in strijd met het beroepsgeheim? Neen. Een leerkracht heeft geen beroepsgeheim, wel discretieplicht als een leerling in vertrouwen iets komt vertellen. Dit is geen zwijgrecht. Als een leerling hulp of bijstand nodig heeft, moet je dat melden aan je directeur of aan het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB).
Mensen van het CLB hebben wel beroepsgeheim. Zij moeten in principe zwijgen tegen de collega’s, de directeur en iedereen buiten het CLB. Tenzij de leerling in ernstig gevaar verkeert of bij misdrijven. Dan vervalt de discretieplicht en het beroepsgeheim. In het geval van uithuwelijken lijkt het me logisch dat de politie wordt gecontacteerd, ook door het CLB.
Situaties van mogelijke uithuwelijking dienen op dezelfde manier te worden aangepakt als andere situaties van verontrusting. Een school en het CLB zijn verplicht hulp te verlenen aan personen in nood. Wanneer CLB-medewerkers signalen ontvangen van verontrusting en van oordeel zijn dat de ontwikkelingskansen of de integriteit van de minderjarigen of van zijn gezinsleden in het gedrang komen, moeten ze zich richten tot het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg of het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling.
Hierop volgt een onderzoek naar de maatschappelijke noodzaak, zoals dat heet. Dat is een onderzoek dat bepaalt of het nodig is om van overheidswege hulp op te starten. Als dat nodig blijkt, wordt er hulpverlening opgestart. Liefst vrijwillig, maar als dat niet kan, wordt de situatie naar het parket doorverwezen. Aanvullend verwijs ik ook naar het strafwetboek. Dat stelt dat iedereen de plicht heeft om mensen die zich in een acute noodsituatie bevinden, te helpen.
Met vragen rond gedwongen huwelijken kunnen scholen terecht bij het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, dat hun eventueel advies kan geven. In 2015 publiceerden ze ook een handleiding. Ook de Koning Boudewijnstichting heeft heel wat expertise.
Kunnen we in het beleid nog stappen ondernemen? De strijd tegen gendergerelateerd geweld vormt een transversale materie die een geïntegreerde aanpak vereist. Sinds 2001 concretiseert België dat beleid via een nationaal actieplan. We zijn dus betrokken bij een groot aantal zaken en ik zal geen bijkomende initiatieven nemen.
De heer Cordy heeft het woord.
Minister, het was nuttig om nog eens de puntjes op de i te zetten en erop te wijzen dat er nog zekere plichten zijn vanuit het onderwijsveld om met deze problematiek om te gaan. Het is vooral ook nuttig dat het onderwijsveld daarvan op de hoogte is. Als we lezen dat dergelijke bijzonder vreemde en verontrustende incidenten gebeuren, moeten we misschien toch nagaan of de informatiedoorstroming daarover voldoende adequaat is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.