Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over de plannen van Diyanet om een school voor imams op te richten
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, intussen hebben een aantal collega’s de zaal verlaten, maar er zijn zes voortreffelijke studenten op de publiekstribune bijgekomen. Ze komen uit Maaseik om in het kader van een politiek project een dag in het Vlaams Parlement door te brengen en zijn hier graag te gast in de commissie Onderwijs.
De plannen van Diyanet om een middelbare school uit te bouwen waar leerlingen een voorbereidende opleiding kunnen volgen tot imam dateren niet van gisteren. Al op 23 april 2016 verscheen in Het Belang van Limburg een artikel ‘Turken plannen bouw van islaminternaat in Houthalen’. Minister, toen u daarover ondervraagd werd in de plenaire vergadering zei u dat er geen enkele vraag tot erkenning of subsidiëring hangende was. Een jaar later, in april van dit jaar, herhaalde ik mijn vraag en u antwoordde dat er nog steeds geen enkele vraag voor erkenning of subsidiëring was ingediend, maar dat de administratie wel al een vraag om informatie van de initiatiefnemers had ontvangen en in dat kader met hen had samengezeten.
Eind september verschenen in enkele Vlaamse kranten nieuwe berichten over het initiatief. De plannen waren intussen concreter en de directeur Beyazgül van Diyanet zei: “We zijn die plannen aan het afronden. We bekijken nog of we aan alle criteria kunnen voldoen om door de Vlaamse overheid erkend te worden als middelbare school, maar als dat niet lukt, dan organiseren we ons als privé-instituut met avond- en weekendlessen.”
Bijkomend detail in dit verhaal is dat diezelfde directeur verklaarde dat hij niet gelooft in een imamopleiding die georganiseerd is door de overheid. Hij zei ronduit dat de ‘bemoeizieke’ overheid zich volgens hem niet te moeien heeft met de imamopleiding: “Het is niet aan de overheid, noch aan de regering en niet aan de universiteiten om ons te komen zeggen dat zij voor ons imams zullen opleiden.”
Ondertussen onderneemt u wel verwoede pogingen om in overleg met de Moslimexecutieve een imamopleiding te organiseren aan een Vlaamse hogeschool of universiteit. Minister, in de commissie Inburgering hebben we al regelmatig van gedachten gewisseld over het feit dat er rapporten zijn verschenen van de Staatsveiligheid die zeer kritisch zijn over Diyanet en waarin gezegd wordt dat Diyanet een instrument is van het Turkse regime in ons land en een verlengstuk van de fundamentalistische AK-partij van Erdogan. Het is verontrustend dat uitgerekend deze Turkse overheidsinstantie met een zeer bedenkelijke reputatie een voorbereidende opleiding tot imam wil organiseren en blijkbaar zelfs betrokken is bij de uitbouw van een imamtraject.
Minister, hoever staat het met de uitbouw van deze ‘imamschool’? Welke contacten zijn er inmiddels reeds geweest met Diyanet, en wat was uw reactie? Werd er intussen al een aanvraag voor erkenning ingediend?
Kan een school die wordt georganiseerd door een structuur die aangestuurd wordt door de Turkse overheid wel onderwijs aanbieden in Vlaanderen?
Acht u het, los van de erkenning van de imamschool an sich, verantwoord dat Diyanet, een dienst van het Turkse regime, hier een voorbereidende opleiding tot imam start? Zo niet, welke initiatieven zult u nemen om te voorkomen dat dit gebeurt?
Kunt u bevestigen dat er een volledig traject in voorbereiding is waarbij Diyanet in de betreffende school tieners voorbereidt tot een imamopleiding in een seminarie, die daarna nog een bijkomende opleiding kunnen volgen in het buitenland?
In welke mate is de Vlaamse Regering nog betrokken of heeft de Vlaamse Regering nog vat op de uitbouw van een imamopleiding in Vlaanderen? Wordt de Vlaamse overheid door de Turkse overheid nu in eigen land buitenspel gezet?
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, ik heb ook vijf jaar in het onderwijs gestaan. Ik ben het dus ook gewoon om dingen heel uitgebreid uit te leggen, maar ik ga toch proberen om deze vraag heel bondig te stellen.
Een aantal weken geleden kregen we de berichten dat men in Limburg van plan is om jongeren een voorbereiding op een imamopleiding te geven. Het zou gaan om jongeren vanaf 12 jaar. Men zou in een echte middelbare school een traject opstellen om later imamstudies te kunnen aanvatten, in afwachting van een uiteindelijke erkenning van een imamopleiding.
Ik ben ervan overtuigd dat jongeren vanaf 12 jaar apart gaan opleiden in een aparte school, neigt naar segregatie en dat dat elk doel mist. Het zal u niet verwonderen dat wij daar geen voorstander van zijn.
Minister, bent u op de hoogte van een dergelijke aanvraag vanuit Diyanet in België? Hoe strookt dit voorstel met de nood aan de juiste opleiding en diplomering van bedienaars van de erediensten?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik zal relatief kort kunnen antwoorden, omdat er tot vandaag geen enkele aanvraag tot erkenning of subsidiëring is ingediend door de initiatiefnemers. Mijn administratie heeft wel, zoals ik eerder al gezegd heb, een vraag tot informatie gekregen van de initiatiefnemers en heeft vorig schooljaar in dat kader ook met hen samengezeten om de voorwaarden te overlopen om een nieuwe erkende school op te richten. Maar sinds dat gesprek is er geen enkel contact meer geweest tussen de initiatiefnemers en mijn administratie.
Als men een aanvraag tot erkenning zou indienen, dan moet die volgens onze reglementering beoordeeld worden. Dat betekent: het gebruik van het Nederlands als onderwijstaal, het beantwoorden aan alle decretale en reglementaire bepalingen inzake eindtermen, ontwikkelingen en specifieke eindtermen, het respecteren van de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen op het gebied van de rechten van de mens en van het kind en het toelaten van controle door de onderwijsinspectie. Dat maakt daar allemaal deel van uit. Anders is een erkenning volstrekt onmogelijk. Maar zoals gezegd, is er geen aanvraag ingediend.
Een heel ander debat is het debat rond de diplomering van de bedienaars van de erediensten. U vraagt mij of het een goede zaak is dat kinderen van 12 jaar in aparte scholen opgeleid worden. Dat is niet alleen geen goede zaak, dat is ook een onmogelijke zaak, omdat je bij ons leerplicht hebt tot 18 jaar. En al wie hier in Vlaanderen naar school gaat, is, tot spijt van wie het benijdt, verplicht om aan de regels van de leerplicht te voldoen. Er is nu ook duaal leren, maar vooralsnog hebben de bedienaars van de erediensten niet gevraagd om het duaal leren te mogen toepassen. En als ze dat zouden doen, dan moeten zij ook de eindtermen halen om een volwaardig diploma secundair onderwijs te kunnen uitreiken.
Hoe zit het nu met ons overleg met betrekking tot de Vlaamse imamopleiding? Dat is een vraag die nu en dan eens aan bod komt. Ik wil daar twee zaken over zeggen. Ten eerste is het de levensbeschouwing zelf die de vorm van de opleiding bepaalt. Ik heb als minister geen enkele hefboom om te zeggen hoe de opleiding eruitziet. Wat ik wel relevant vind, is dat de inbreng van onze hogeronderwijsinstellingen en het Departement Onderwijs en Vorming organisatorisch en methodologisch ondersteuning kunnen bieden. Ik weet dat onze hogeronderwijsinstellingen paraat zijn om de expertise en de knowhow aan te leveren. Die is dus gewoon aanwezig in Vlaanderen, om hier in een Vlaamse opleiding te voorzien.
Er is een stuurgroep opgericht in het kader van een opstart van die imamopleiding. Tijdens die vergaderingen bleek dat er vanuit het hoger onderwijs zeker bereidheid is om, samen met het EMB (Executief van de Moslims van België), vorm te geven aan opleidingen ten behoeve van de moslimgemeenschappen. Ons hoger onderwijs heeft heel veel ervaring met betrekking tot het opbouwen van opleidingen. Kijk naar de rooms-katholieke godsdienst. Het is ook de levensbeschouwing die de opleiding organiseert, maar zij maken volop gebruik van de expertise van onze hogescholen en universiteiten.
Recent heb ik ook via de media vernomen dat het EMB plannen zou hebben om een eigen seminarie op te richten dat imams zal vormen. Ik wil daar duidelijk in zijn dat ik nooit financiële ondersteuning zal bieden aan een initiatief dat niet samenwerkt met een Vlaamse instelling voor hoger onderwijs of aan een initiatief dat niet geregistreerd is als instelling voor hoger onderwijs. Maar wij zetten volop in op overleg met de respectieve gemeenschappen.
Gisteren heb ik de Marokkaanse ambassadeur in België gezien. Ik heb uitgebreid met hem gesproken over de problemen die wij hebben en de nood – hoewel het natuurlijk geen Marokkaans probleem is, maar het heeft er wel mee te maken – tot ondersteuning die wij hebben bij de vorming. Ik had toch een sterk aanvoelen dat vanuit die gemeenschap die nood mee onderschreven wordt en dat men ook actief wil meewerken.
We werken dus gestaag verder. In het kader van het leerplichtonderwijs heb ik u de regels duidelijk geschetst. Ik zal daar ook geen millimeter van afwijken.
De heer Janssens heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Het is enigszins verheugend te vernemen dat de plannen van Diyanet met betrekking tot hun imamschool dan toch nog niet zo concreet zijn als men in de media heeft laten uitschijnen, aangezien er inderdaad nog geen erkenningsaanvraag is ingediend. Ik wil u toch vragen om een en ander nauwlettend in de gaten te houden, rekening houdend met wat onder meer de Staatsveiligheid over Diyanet heeft gezegd, namelijk dat ze bijdragen tot de polarisering van de Turkse gemeenschap in ons land en dat ze AKP-propaganda verspreiden in ons land, propaganda voor een man als Erdogan, die het niet zo nauw neemt met de mensenrechten in zijn land en dergelijke meer.
Als men dus een aanvraag gaat indienen, en men moet bij de beoordeling van die erkenningsaanvraag rekening houden met alle zaken die u genoemd hebt, dan ben ik ervan overtuigd dat die school in Vlaanderen nooit erkend kan worden.
Bijkomend kunnen we de bedenking maken dat een Vlaamse priesterschool in Turkije niet meteen tot de mogelijkheden behoort. En dus denk ik dat het omgekeerde, een Turkse imamschool in Vlaanderen, er wat ons betreft ook zeker niet kan komen.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Het is inderdaad een lichte geruststelling dat de aanvraag niet is ingediend – of nóg niet is ingediend, vandaar de ‘lichte’ geruststelling.
Een iets grotere geruststelling gaat over het feit dat u het in uw antwoord ook wel afwijst dat jongeren vanaf 12 jaar in een aparte school les zouden gaan krijgen om voorbereid te worden op wat in dit geval komen gaat. Dat is niet iets wat wij in Vlaanderen wensen, dergelijke segregatiescholen. Alvast bedankt voor uw afwijzende antwoord daarop.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, als men binnen de kaders van ons onderwijs wil werken, dan heeft men zich te schikken naar onze regelgeving. Dat is zo helder als water. Daar kan en wil ik ook niet van afwijken. Maar ik kan niet uitsluiten dat er ooit een erkenningsaanvraag zal komen. Dan zal alles nauwgezet moeten worden opgevolgd. Ik heb vastgesteld dat na het overleg dat heeft plaatsgevonden, er geen verdere aanvraag meer is gebeurd. Ik denk dus dat mijn administratie ook heel duidelijk is geweest, als het gaat over het regelgevende kader.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.