Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Zowat 25 jaar geleden, op 30 september, werd de laatste steenkool bovengehaald uit de mijn van Zolder. Vorig weekend was er nog een evenement waar de minister en een aantal van de leden van de commissie aanwezig waren. Ik heb toen wat inspiratie opgedaan, onder andere voor deze vraag.
De mijnen werden gesloten. Met een doorgedreven reconversieprogramma dat gefinancierd werd met Europese, federale, Vlaamse en lokale middelen, kregen de sites een nieuwe bestemming als bedrijvenpark, belevingszone of incubator. We kennen allemaal EnergyVille, GreenVille, De Schacht, C-mine, be-MINE en Maasmechelen Village. Het zijn allemaal pareltjes van industriële herbestemming. Buiten het aanwezige industriële erfgoed is er niet veel meer dat nog herinnert aan de vroegere functie van al deze sites: het winnen van energie onder de vorm van steenkool. Nochtans zouden deze oude mijnsites, en meer specifiek de oude mijngangen, opnieuw de rol van energieleverancier kunnen opnemen, en wel op de volgende manier. Het water in de ondergelopen mijngangen heeft een temperatuur dat schommelt tussen 30 en 40 graden Celsius en zou perfect kunnen worden gebruikt voor het verwarmen van de gebouwen.
Dat het aanwenden van dit warm mijnwater mogelijk is, bewijst de Nederlands-Limburgse gemeente Heerlen. In eerste instantie werd het mijnwater aangewend als warmte- en koudebron, maar ondertussen zijn de mijngangen omgevormd tot een gigantische geothermische buffer. Het uiteindelijke streefdoel is om tegen 2040 heel Parkstad Limburg, met 225.000 inwoners, waartoe Heerlen behoort, energieneutraal te maken. Om dit te bereiken, wil men tegen 2018 al 800.000 vierkante meter vloeroppervlakte verwarmen met mijnwater.
Minister, werd de mogelijkheid om mijnwater aan te wenden als thermische energiebron onderzocht? Wat was het resultaat van dit onderzoek? Wat is het aanwezige potentieel aan thermische energie? Zou het mijnwater kunnen worden gebruikt als koude- en warmtebron of als thermische buffer? Wat zijn de drempels om het mijnwater aan te wenden als thermische energiebron? Er zou naar schatting een half miljoen liter stookolie gelekt zijn uit het werkmateriaal dat ondergronds is gebleven. Vormt dit een hinderpaal om mijnwater als thermische energiebron in te zetten? Er werden en worden heel wat mijnsites omgevormd, toch werd op geen enkele site de warmte uit de mijngangen ingezet als thermische energiebron. Wat is de reden hiervoor? Het winnen van energie uit ondiepe geothermie is als mogelijkheid opgenomen in de conceptnota ‘Warmteplan 2020’. Valt het winnen van thermische energie uit mijnwater hier ook onder? Kan het winnen van thermische energie uit mijnwater gebruikmaken van de call ‘groene warmte’? Wilt u bijkomende stappen ondernemen om dit potentieel aan geothermische energie versneld te ontginnen? Wat zouden deze stappen zijn en aan welk tijdspad had u gedacht?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Danen, dank u wel voor uw interessante vraag. Het thermisch potentieel van het mijnwater in Vlaanderen is vandaag nog onvoldoende gekend en is niet meegenomen in het groenewarmtepotentieel tegen 2020 in het Warmteplan 2020.
Niets belet echter, wanneer proefprojecten resultaten opleveren, om dit te kwantificeren en toch mee te nemen in het groenewarmtepotentieel.
Momenteel komen enkel projecten voor aardwarmte uit de diepe ondergrond in aanmerking voor steun binnen de call ‘groene warmte’. Dit is gedefinieerd als aardwarmte vanaf een diepte van ten minste 500 meter ten opzichte van het TAW-referentiepunt (Tweede Algemene Waterpassing).
Wat de vraag over het lekken van stookolie betreft, zult u zich tot mijn collega Joke Schauvliege moeten wenden, want dat is haar bevoegdheid, niet de mijne.
Mijn kabinet is wel degelijk op de hoogte van het project Mijnwater in Heerlen, dat een mooi voorbeeld vormt van een ‘smart thermal grid’. De mogelijkheden en opportuniteiten om een dergelijk systeem toepasbaar te maken op de Vlaamse mijnen, zullen we verder bekijken. Laat het bekend worden in uw provincie!
De heer Danen heeft het woord
Dank u voor het antwoord. Dat geeft natuurlijk mogelijkheden. Ik stel vast dat ten tijde van de sluiting de aandacht voor geothermie of warmte uit mijnwater natuurlijk helemaal niet aan de orde was omdat men toen niet wist wat men met de bovengrond zou gaan doen. Men heeft daar gigantische sites ontwikkeld met meerdere tienduizenden vierkante meters vloeroppervlakte en met grote complexen zoals bioscopen, winkelcentra, administratieve gebouwen maar ook woongelegenheden. Ik denk echt wel dat de mogelijkheid erin moet zitten om met dat water iets te doen. Ik stel wel vast dat vandaag de warmtevoorziening in de diverse gebouwen op een klassieke manier gebeurt, maar niets belet ons om op korte of middellange termijn te zorgen dat het mijnwater wordt gebruikt om in warmte te voorzien in die gebouwen wanneer de huidige installaties naar hun eindpunt gaan of afgeschreven worden. Minister, ik reik u de hand om daar verder werk van te maken, want dat kunnen heel mooie projecten worden.
Minister, ik wil de vraagstelling om dat potentieel verder te bekijken, mede ondersteunen. Ik heb begrepen dat u dat ook onderschrijft.
We hebben ook deze week van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) gehoord dat zij zelfs ook droge putten mee onderzoeken, om te bekijken of daar inderdaad water kan worden opgewarmd. Het principe zit dus zeker wel in een onderzoeksfase binnen de mijnsite, en ondertussen zijn er inderdaad ook ontwikkelingen. Het lijkt me zeker ook belangrijk dat de stabiliteit mee wordt bekeken. Als er echter potentieel is om warmte op een meer duurzame manier te verzamelen of op te wekken, dan verdient dat de nodige aandacht in verder onderzoek. Ik heb echter begrepen dat u dat zeker ook ten volle mee ondersteunt.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik hoop dat dat lukt in Limburg. Ik gun het hen van harte.
De vraag om uitleg is afgehandeld.