Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, op 11 september 2017 – 9/11 is misschien een rare datum om het over een Luchtvaartadvieskaart te hebben – is die Luchtvaartadvieskaart opnieuw vastgesteld. Het gaat om een soort 3D-kaart, die door vergunningverlenende instanties in het kader van de omgevingsvergunning zal worden gebruikt om te bepalen in welke gevallen er een advies dient te worden ingewonnen van het Directoraat-Generaal Luchtvaart.
Volgens het uitvoeringsbesluit Omgevingsvergunning is het sowieso verplicht om dat advies in te winnen bij constructies die meer dan 60 meter boven het maaiveld komen. Met die kaart wordt ook op perceelsniveau vastgelegd waar en vanaf welke bouwhoogte om advies moet worden gevraagd. Een van de meest in het oog springende elementen in de kaart is dat het daarbij niet om de nokhoogte gaat, maar om de hoogte van het hoogste punt van een gebouw of constructie. Dat kan bij een gebouw dus de hoogte van de schouw zijn, of de antennemast of misschien de vlaggenmast bij sommigen. Daaraan verbonden kan die hoogte uiteraard verschillen van perceel tot perceel – aangezien we het persceelsniveau hanteren – en met name in de buurt van luchthavens, bij radarinstallaties, in aanvliegroutes en bij hellend reliëf.
Minister, op welke manier is de kaart tot stand gekomen? Is daarover overlegd, en met welke actoren? Indien neen, waarom was dat niet nodig? Wat was het voorstel van het Directoraat-Generaal Luchtvaart en de andere actoren? Werden het ontwerpbesluit en de bijhorende kaart besproken in de werkgroep Fast Lane of het overlegplatform met de federale overheidsdiensten inzake Windkracht 2020? Zo niet, waarom niet?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Nevens, het is reeds twintig jaar dat er grote discussies zijn met het Directoraat-Generaal Luchtvaart, omdat sommige gebouwen of constructies niet voor advies worden voorgelegd. Mijn diensten hebben de afgelopen jaren aangedrongen op een eenvoudige adviesregeling die voor iedereen duidelijk is, zodat iedereen weet wanneer en op welke manier er advies wordt gevraagd. Een eenvoudige advieskaart maken, was technisch niet eenvoudig, maar de GIS-mogelijkheden (geografisch informatiesysteem) verbeterden de afgelopen jaren stelselmatig.
Overleg met het Directoraat-Generaal Luchtvaart in het voorjaar van 2015 wees op een bereidheid om daar toch werk van te maken. Dat heeft geleid tot de u bekende passage in het uitvoeringsbesluit bij de omgevingsvergunning. Daarna is het directoraat-generaal aan de slag gegaan. De kaart is een soort samenvattende kaart van de wensen van meerdere betrokkenen: Defensie, Belgocontrol, de nationale luchthaven, de regionale luchthavens. Het directoraat-generaal vraagt dan ook subadvies aan die instanties.
Er is overlegd met het Directoraat-Generaal Luchtvaart en de instanties die subadvies geven. Eind 2016 was de ontwerpkaart klaar. Op 15 maart 2017 heeft het directoraat-generaal mij de ontwerpkaart bezorgd, op gezamenlijk voorstel van de bevoegde federale ministers van Defensie en Luchtvaart. Dan zijn de GIS-diensten van Informatie Vlaanderen en het Departement Omgeving aan de slag gegaan om de kaart digitaal te ontsluiten via het geoportaal. Op 11 september heb ik de kaart, zoals ze mij werd bezorgd, ongewijzigd vastgesteld. De kaart is gekoppeld aan de omgevingsvergunning en treedt dus in de meeste gemeenten op 1 januari in werking. Op www.ruimtelijkeordening.be is voor de gemeenten een stap-voor-staphandleiding te vinden.
De kaart is niet besproken in de werkgroep Fast Lane of het overlegplatform met de federale overheidsdiensten. De kaart is een louter technische kaart, die aangeeft wanneer de bevoegde overheid het advies van het directoraat-generaal moet inwinnen. Dat advies kan gunstig zijn of gunstig onder voorwaarden. Het is geen kaart met bouwverbod of een na te leven hoogte, anders zou er nergens in Vlaanderen nog een windturbine kunnen komen. De hoogste advieshoogte op de kaart is immers 60 meter. Bovendien moet ik opmerken dat ook in het verleden elke aanvraag voor een windturbine voor advies is voorgelegd aan het directoraat-generaal. De kaart brengt daar dus geen enkele verandering in aan, maar bevestigt die praktijk. Daarom is de kaart ook niet aan de werkgroep Fast Lane of het overlegplatform voorgelegd.
De heer Nevens heeft het woord.
Het is zeer positief dat er eindelijk een duidelijk kader gecreëerd wordt van wat kan en mag rond luchthavens.
Is het advies van het Directoraat-Generaal Luchtvaart bindend? Moet er effectief rekening worden gehouden met de verzuchtingen van het directoraat-generaal?
Het is wat betreurenswaardig dat de gemeenten die in de omgeving van de luchthavens liggen, niet rechtstreeks betrokken zijn bij het tot stand komen van die kaart. Het is altijd interessant om de knowhow van die lokale besturen mee te nemen in de afbakening van de kaart. Ik denk ook aan zaken als tijdelijke vergunningen voor bouwkranen en dergelijke meer. Er zijn een aantal problemen met het directoraat-generaal. Men zou daarover toch in overleg moeten kunnen treden.
Het is immers ook onze ervaring dat dat een instantie is die tamelijk stroef en moeilijk te bereiken is, en er ook niet altijd voor openstaat om oplossingsgericht te werken. Aan de andere kant zijn het kader dat u hebt gemaakt en de advieskaart volgens mij een goede zaak, ook om aanvragen vlotter te doen verlopen. Iedereen weet nu ook waar hij aan toe is, en of hij een advies moet inwinnen of niet.
Minister Schauvliege heeft het woord.
U vroeg me bijkomend of dat bindend is. Het antwoord is neen. Daar kan dus van worden afgeweken. Natuurlijk, afwijken op basis van veiligheid vind ik altijd heel moeilijk, maar het kan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.