Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag om uitleg situeert zich in dezelfde sfeer als de vorige vraag om uitleg. Misschien zal het antwoord gelijkaardig zijn. Dat zal ik straks horen.
Begin september 2017 is op de website www.theguardian.com een artikel verschenen over de resultaten van een onderzoek naar microplastics in kraanwater. Dit onderzoek is in veertien landen gevoerd door de non-profitorganisatie Orb Media en door universiteiten uit New York en Minnesota. In Europa is het kraanwater onderzocht in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland. Het kraanwater in deze Europese landen is als beste water uit het onderzoek gekomen. Per halve liter kraanwater zijn twee deeltjes microplastic gevonden. In de Verenigde Staten zijn, ter vergelijking, in eenzelfde hoeveelheid kraanwater vijf deeltjes microplastics gevonden. Wereldwijd worden microplastics in kraanwater gevonden.
Minister, wat de situatie in Vlaanderen is, is niet geweten. Dit wordt simpelweg niet onderzocht. Volgens Aqua Flanders, de koepel van de Vlaamse drinkwaterbedrijven en rioolbeheerders, is er voorlopig geen indicatie dat er microplastics in het Vlaams kraanwater aanwezig is. U hebt in de pers verklaard dat u dit onderwerp tijdens het eerstvolgend overleg met de betrokken maatschappijen zult aankaarten.
In België is nog geen onderzoek verricht naar de aanwezigheid van microplastics in kraanwater. Professor Janssen van de Universiteit Gent heeft wel de efficiëntie van de waterzuiveringsinstallaties onderzocht om plasticvervuiling uit rioolwater te zuiveren. Uit dat onderzoek is gebleken dat de waterzuiveringsinstallatie in Destelbergen slechts een kleine helft van de microplastics uit het water kan filteren. Het betreft dan metingen voor en voorbij de installatie. Als we die resultaten naar heel Vlaanderen extrapoleren, komen dagelijks 15 tot 50 miljard deeltjes in het rivierwater terecht.
Andere zuiveringsinstallaties blijken efficiënter om de microplastics uit het water te filteren. In Nederland en Rusland slagen ze erin 90 procent van het plastic afval op te vangen. Een Duitse installatie haalt 97 procent.
Minister, microplastics komen wereldwijd voor in het kraanwater. Vlaanderen wint ongeveer 50 procent van het drinkwater uit oppervlaktewater dat met microplastics is verontreinigd. Waarom wordt het kraanwater in Vlaanderen niet onderzocht op de aanwezigheid van microplastics?
Wanneer zal het eerstvolgend overleg met de drinkwatermaatschappijen plaatsvinden? Wat zult u tijdens dat overleg precies ter sprake brengen in verband met de mogelijke verontreiniging van kraanwater door microplastics?
Professor Janssen, milieutoxicoloog aan de Universiteit Gent, pleit ervoor zelf een extensieve studie uit te voeren. Zult u dit voorstel aan de drinkwatermaatschappijen voorleggen of zult u zelf de opdracht geven deze studie uit te voeren?
De Amerikaanse studie heeft microplastics groter dan 2,5 micron onderzocht. Professor Tytgat, toxicoloog aan de KU Leuven, wijst op het gevaar van nog kleinere deeltjes. Die deeltjes kunnen zich immers op celniveau opstapelen. Bent u van plan onderzoek te laten verrichten naar microplastics kleiner dan 2,5 micron? Zult u dit mogelijk onderzoeksproject ook aan de drinkwatermaatschappijen voorleggen?
De onderzochte waterzuiveringsinstallatie in Destelbergen bleek ontoereikend om microplastics uit te zuiveren. Hierdoor worden grote hoeveelheden microplastics geloosd in het oppervlaktewater. Zijn de lozingsresultaten richtinggevend voor alle Vlaamse rioolwaterzuiveringsinstallaties? Denkt u eraan om een lozingsnorm voor microplastics op te nemen, of een milieukwaliteitsnorm voor microplastics in oppervlaktewater? Waarom zijn de installaties in Nederland, Duitsland en Rusland performanter dan de Vlaamse? Welke stappen zult u zetten om de lozing van microplastics via rioolwaterzuiveringsinstallaties te verbeteren?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Danen, het probleem van de microplastics werd tot vandaag bijna uitsluitend bestudeerd in de mariene omgeving. De drinkwaterbedrijven hebben de verplichting om de kwaliteit van het drinkwater op te volgen. Bij gebrek aan gevalideerde en gestandaardiseerde methodes voor monsternemingen en analyse van microplastics, meten zij dat op dit moment niet.
Naar aanleiding van de berichtgeving heb ik uiteraard meteen opdracht gegeven aan Aquaflanders en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) om dit thema grondig op te nemen. Zij hebben hierover in september overlegd. De problematiek en de mogelijkheden voor een verdere opvolging werden besproken.
Bij de gangbare beschrijving van een microplastic – synthetisch materiaal met een grootte kleiner dan 5 millimeter – schatten de drinkwaterbedrijven in dat de bestaande zuiveringsstappen die aanwezig zijn, al een zeer belangrijke barrière vormen tegen microplastics.
Toch zijn de drinkwaterbedrijven in samenspraak met de VMM gestart om de mogelijkheden voor een verdere opvolging in kaart te brengen. Professor Janssen liet in de media weten al een aantal stalen drinkwater te hebben gecontroleerd waarbij, gelukkig, geen microplastics werden gevonden.
In het najaar zal op het European Network of Drinking Water Regulators het thema besproken worden. Het is de bedoeling dat we dit op Europees niveau goed bekijken.
De VMM plant een studie naar de bronnen en transportroutes van micro- en nanoplastics in de waterketen en het watersysteem, onder meer in de waterzuiveringsinstallaties, overstorten, drinkwaterinstallaties en oppervlaktewater. De nanoplastics en de drinkwaterketen worden opgenomen in het studievoorstel ‘Verspreiding, effecten en risico’s van microplastics in het Vlaamse oppervlaktewater’.
Er is momenteel nog te weinig kennis over de mogelijke impact van microplastics, ook van de zeer kleine deeltjes, op de volksgezondheid. Dit onderzoeken is niet alleen een zaak voor de drinkwaterbedrijven, maar moet ook ruimer worden gezien.
De kwalificatie ‘ontoereikend’ is in deze context niet relevant. De rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Destelbergen voldoet aan alle normen van de EU-richtlijn Stedelijk Afvalwater, omgezet in de VLAREM-wetgeving. Het verwijderen van microplastics behoort niet tot de opdracht, en de installatie is daartoe ook niet ontworpen.
Een milieukwaliteitsnorm opleggen voor microplastics is zeer moeilijk omdat dit een mix is van allerhande partikels en stoffen. Ook in andere landen bestaat er geen milieukwaliteitsnorm. Plastics kunnen een aantal gevaarlijke stoffen bevatten zoals bisfenol A, vinylchloride, ftalaten, gebromeerde vlamvertragers enzovoort.
De aanpak aan de bron is aangewezen. Vooral voor de microplastics die worden toegevoegd aan verzorgingsproducten en detergenten, zou dit de eenvoudigste oplossing kunnen zijn. Als ze niet meer in het milieu terechtkomen, zal dat minder zorg betekenen voor de keten.
We kunnen zeker niet concluderen dat de installaties van andere landen performanter zijn. Zolang er geen eenduidige procedures zijn, kunnen we moeilijk vergelijken.
De conclusies van de Europese Commissie in het kader van de plasticsstrategie zullen een belangrijke leidraad zijn voor het bepalen van verdere stappen. Intussen is het aangewezen om de rol van de afvalwaterzuivering en de verschillende processtappen met bijkomende analyses beter in kaart te brengen.
De noodzaak tot verder onderzoek is reeds opgenomen als actie in het tweede stroomgebiedbeheerplan 2016-2021.
End-of-pipemaatregelen zijn belangrijk, maar ook een aanpak aan de bron.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, wat dat laatste betreft, ben ik het volmondig met u eens. U zegt dat er geen eenduidige procedure is om dit soort microplastics te meten. Is die procedure in ontwikkeling, om tot een gevalideerde manier te komen om dit soort verontreiniging te meten? Ik stel vast dat er steeds meer polluenten mogelijk in het water terechtkomen. Preventief optreden is daarbij het belangrijkste. Maar er is nog een heel lange weg af te leggen tot er geen vervuiling met plastics meer zal zijn in de oppervlaktewateren. Staat zo’n gevalideerde methode op stapel? Meten is ook in dit geval weten. Dat zou goed zijn voor de kwaliteit van het water. Als dit soort meldingen vaker in het nieuws komen, zullen mensen zich misschien vragen stellen over de kwaliteit van het drinkwater. Ik wil zeker geen verklaringen afleggen die tot paniek zouden kunnen leiden, maar we moeten er wel zeker van zijn dat het water schoon en gezond is.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, u bent duidelijk geweest: brongerichte maatregelen zijn de beste en goedkoopste maatregelen. Maar dat moeten we dan natuurlijk ook terugvinden in het beleid. Dat wil zeggen: minder plastics en duidelijke afspraken over draagtassen enzovoort. Dat geldt ook voor medicatie, contrastvloeistoffen, heroïne, cocaïne… Ja, wat zit er allemaal niet in het water vandaag? We moeten dus brongerichte maatregelen nemen en de normen aanscherpen. De vervuiler moet betalen. We moeten de ladder van Lansink toepassen op het vlak van het waterbeleid in het kader van het proper houden van onze oppervlaktewateren. Dat gaat in de toekomst steeds belangrijker worden aangezien we die oppervlaktewateren nodig hebben om drinkwater van te maken. Het kost pakken vol geld om dat oppervlaktewater op het einde van de keten te behandelen en drinkbaar te maken. We zouden beter het voorzorgsprincipe hanteren en ervoor zorgen dat het oppervlaktewater niet wordt verontreinigd door microplastics en door andere zaken die daar niet thuishoren. Wat er niet in komt, moet er ook nooit worden uit gehaald. Dat vat kort en bondig samen welke richting we moeten uitgaan. Dat moeten we in de praktijk toepassen, en dat is iets gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ik reken daarvoor op u, minister, om dat in de praktijk tot een goed einde te brengen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Danen, er zijn geen normen. Dat wordt door ons goed opgevolgd, ook internationaal. Als we zelf inzichten of mogelijkheden hebben, dan zullen we dat zelf ook toepassen. Daarom zijn onze diensten ook samen met de drinkwatermaatschappijen aan het bekijken hoe we dat nog beter kunnen filteren. Maar internationaal is dat er niet.
Wat betreft de bronmaatregelen, collega Nevens: waar we kunnen, doen we dat, voor zover daar ook consensus over is. Productnormering is natuurlijk ook heel belangrijk, want microplastics zitten bijvoorbeeld heel veel in cosmetica, in scrubs en dergelijke. Maar daarvoor moet ik natuurlijk naar de Federale Regering kijken om daar maatregelen rond te nemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.