Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
De Nederlandse vereniging van Rivierwaterbedrijven (RIWA) trekt aan de alarmbel: het rivierwater van de Maas is steeds vaker te vervuild om er drinkwater van te produceren.
In 2016 kon men driehonderd dagen geen rivierwater winnen doordat er te veel vervuilende stoffen in zaten. Vooral de nieuwe, opkomende stoffen – waarvoor er nog geen normen bestaan – vormen een probleem. Zo worden onder meer de onkruidverdelger glyfosaat, het pesticide desfenylchloridazon, de pijnstiller ibuprofen en het medicament metformine teruggevonden in het rivierwater.
In België wordt er nergens rechtstreeks drinkwater gewonnen uit de Maas. Het vervuilde Maaswater stroomt wel in het Albertkanaal, waardoor er uit de Antwerpse kranen toch Maaswater stroomt. Het Maaswater heeft echter vier weken nodig om de Antwerpse waterwinning te bereiken, waardoor ze tijdig kunnen ingrijpen bij vervuiling.
RIWA pleit voor een verstrenging van de lozingsnormen van de bedrijven die langs de Maas zijn gelegen. RIWA is ook vragende partij om bijkomende ingrepen te doen wanneer de Maas laag staat.
Minister, werd u of een van uw diensten al gecontacteerd door RIWA om de problematiek met het Maaswater aan te kaarten? Heeft er al een overleg plaatsgevonden en wat was de uitkomst van dit overleg? Is er misschien structureel overleg over deze thematiek?
Vlaanderen wint geen water uit de Maas. Onrechtstreeks winnen de watermaatschappijen wel drinkwater uit rivierwater. Zo wint De Watergroep bijvoorbeeld drinkwater uit het kanaal Bossuit-Kortrijk, wat in principe Scheldewater is. De Antwerpse Waterwerken (AWW) wint in Antwerpen dan weer drinkwater uit het Albertkanaal, wat dus Maaswater is.
Worden de stoffen glyfosaat, desfenylchloridazon, ibuprofen en het medicament metformine ook teruggevonden in het Vlaamse oppervlaktewater waaruit drinkwater wordt gewonnen? Controleren de Vlaamse drinkwatermaatschappijen die drinkwater winnen uit oppervlaktewater, dit water ook op de stoffen glyfosaat, desfenylchloridazon, ibuprofen en het medicament metformine? Zijn er naast deze vier stoffen nog andere stoffen die regelmatig zorgen voor een stopzetting van de drinkwaterwinning uit oppervlaktewater? Welke stoffen zijn dit? Hoe vaak worden de drinkwaterwinningen van de Vlaamse watermaatschappijen stopgezet vanwege te hoge concentraties aan deze ‘nieuwe’ stoffen?
Er zijn voor deze stoffen nog geen lozingsnormen vastgelegd. Welke norm hanteren de drinkwaterbedrijven om de waterkwaliteit te beoordelen?
RIWA is vragende partij voor het opleggen van strengere lozingsnormen en bijkomende maatregelen bij een te lage waterstand. Voor een aantal ‘nieuwe’ stoffen bestaan er nog geen lozingsnormen. Worden er in de Vlaamse milieuwetgeving lozingsnormen opgenomen voor deze nieuwe stoffen? Tegen wanneer zouden die dan van kracht worden? Bent u bereid om – zoals RIWA vraagt – bijkomende maatregelen aan bedrijven op te leggen in verband met de lozingen van vervuild water indien de Maas veel te laag staat? Hoe zult u dit aanpakken en welke timing stelt u voorop?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Danen, er zijn uiteraard contacten: ad hoc, met de werkgroep ketenbeheer van de Vlaams-Nederlandse samenwerking rond de Maas, en op basis van milieu-incidenten. Als bepaalde concentraties zich voordoen, schiet de rivierinformatie in gang.
De stoffen waarnaar u verwijst worden aangetroffen bij de screenings die uitgevoerd worden op het oppervlaktewater dat bestemd is voor de productie van drinkwater. Deze stoffen worden opgevolgd door de drinkwatermaatschappijen die oppervlaktewater gebruiken voor de productie van drinkwater. Dit is een onderdeel van de risicobeheerstrategie die sinds 2013 is opgelegd aan de drinkwatermaatschappijen.
De gegevens voor 2016 zijn ter beschikking bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) in haar rol als toezichthouder drinkwater. Voor de vier stoffen zijn de maximaal gemeten waarden in het oppervlaktewater: glyfosaat 2,14 microgram per liter; desfenylchloridazon 4,4 microgram per liter; ibuprofen 0,12 microgram per liter; metformine 2,0 microgram per liter. Geen enkele productie is al stopgezet voor deze vier stoffen. Wel is de kwaliteit van het oppervlaktewater sturend voor de innamestrategie van de waterbedrijven. Zij volgen de kwaliteit op en passen zich daarbij aan.
De voornaamste reden van tijdelijke stopzettingen zijn olieverontreinigingen kort bij de watervang die niet bestreden kunnen worden voordat die de watervang bereiken.
In 2016 werd de watervang van Lier vier maal gesloten gedurende in totaal 51 uur: één maal gedurende 28 uur wegens verhoogde pesticideconcentraties en drie maal korter wegens olieverontreinigingen.
De watervang van Broechem werd slechts eenmaal 61 uur gesloten. De drinkwaterproductie kwam daardoor nooit in het gedrang. De te hoge concentratie van het pesticide Bentazon zorgt vaak voor een innamestop in het IJzerbekken. Vaak zijn er ook andere gewasbestrijdingsmiddelen die voor te hoge concentraties zorgen. Zowel in 2016 als in 2017 werden de watervangen van Water-link geen enkele keer gesloten wegens te hoge concentraties.
De Watergroep beschikt over vijf drinkwaterwinningen voor drinkwater. In de drinkwaterwinningen uit oppervlaktewater in het IJzerbekken en in Evergem wordt er discontinu en selectief water ingenomen door te hoge concentraties aan gewasbestrijdingsmiddelen of chlorides. Bijkomend is er nog fosfaat, dat mede door de aanwezigheid van nitraat en ammonium in de spaarbekkens aanleiding kan geven tot excessieve algenbloei.
De inname van oppervlaktewater in de drinkwaterwinning in Harelbeke/De Gavers is nooit stopgezet. De concentraties van verontreinigende stoffen worden ook hier nauwgezet opgevolgd, zodat tijdig kan worden ingegrepen indien dat nodig is.
Er wordt verwacht dat de klimaatverandering en de daarbij horende toenemende droogtes ervoor zullen zorgen dat er misschien frequenter zal moeten worden opgetreden. Door specifieke stoffen wordt de drinkwaterproductie in de drinkwaterwinningen af en toe verminderd. Dat wordt onder meer opgevangen door een verhoogde productie uit grondwaterwinning.
Voor drinkwaterbedrijven gelden de te respecteren drinkwaternormen en het algemeen uitgangsprincipe dat drinkwater gezond en schoon moet zijn. Voor veel micropolluenten zijn er inderdaad geen drinkwaternormen. Vaak ontbreekt het aan noodzakelijke toxicologische informatie om een norm te kunnen afleiden. Internationaal wordt daarom meer en meer gewerkt met richtwaarden die sturend kunnen werken en afgeleid worden op basis van robuuste beoordelingskaders. De aanpassing van het drinkwaterbesluit van 15 september 2017 voorziet in een kader om ook in Vlaanderen een richtwaarde voor opkomende micropolluenten vast te leggen.
Gevaarlijke stoffen mogen niet geloosd worden door een bedrijf in concentraties hoger dan de indelingscriteria, die vastgelegd zijn in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van VLAREM II, als ze daar niet expliciet voor vergund zijn. De vermelde pesticiden en medicijnen komen niet zozeer door bedrijven in het aquatisch milieu terecht, maar veeleer door diffuse verontreiniging vanuit landbouw en huishoudens.
Het Albertkanaal wordt gevoed door Maaswater en start in Luik. Dat maakt dat we als Vlaanderen geen directe impact hebben op de lozingen van bedrijven op de Maas. Via de werking van de Internationale Maascommissie wordt dat natuurlijk wel opgevolgd.
Er zijn in Vlaanderen geen grote bedrijven die rechtstreeks op de Maas lozen. Er is alleen een middelgrote rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Dilsen die rechtstreeks op de Maas loost. Het aantal bedrijven dat in Vlaanderen loost op het Albertkanaal, is heel beperkt. In het kader van het lopende bronbeschermingsbeleid worden die bedrijven goed opgevolgd en is er bij een herziening van de lozingsvergunning aandacht voor de drinkwatervoorzieningsfuncties van het Albertkanaal.
Ik hoop daarmee voldoende antwoord te hebben gegeven op uw vraag. Ik heb gezien dat dit thema ook over de grens leeft, in Nederland. Waarschijnlijk hebt u daar ook de mosterd gehaald.
De heer Danen heeft het woord.
Het is op zich een technische vraag, maar de kern van de zaak is: ons drinkwater moet schoon zijn en we moeten erop kunnen vertrouwen dat dat zo is. Ik merk dat de overheid veel campagnes voert om mensen aan te sporen om drinkwater te drinken. Ik doe dat zelf ook in heel erg grote mate. Ik neem aan dat men ervoor zal zorgen dat wat uit de kraan komt, gezond en schoon is, maar als dergelijke berichten vaak verschijnen – en ik ben natuurlijk voor transparantie – gaan mensen zich wel vragen stellen: hoe zit dat nu precies met ons drinkwater? Is dat wel zo schoon als men beweert? U zult allicht ‘ja’ antwoorden op die vraag.
In 2016 waren er in Nederland blijkbaar driehonderd dagen dat men geen water kon onttrekken aan de Maas om er drinkwater van te maken. Is dat bij ons dan ook zo? Ik neem aan van niet. U hebt gezegd dat het een aantal dagen stilligt, maar ik weet natuurlijk niet hoe men precies werkt om drinkwater te produceren, en of dat een continu of een discontinu proces is. U hebt dat beantwoord voor bepaalde waterwinningsplekken. Maar de vraag is of dat hier ook zo is, dat men een aantal dagen echt geen water kan winnen door de vervuiling.
U zegt dat u de lozing door bedrijven in de Maas of het kanaal onder controle denkt te hebben. Dat wordt goed gemonitord. Het is vooral de continue of diffuse vervuiling die een probleem vormt. Hebt u plannen om daar iets aan te doen? Als dat een groter probleem is dan de lozing door bedrijven, lijkt het mij wel zinvol om dat aan te pakken.
Ik heb een aantal stoffen genoemd die ook door RIWA vermeld werden als een mogelijk probleem, maar er zijn natuurlijk ook andere polluenten in het water, de zogenaamde ‘nieuwe vervuilers’ die opkomen. Worden die systematisch gemonitord? Is er een plan om ervoor te zorgen dat die niet in het uiteindelijke drinkwater terechtkomen?
Dat zijn heel belangrijke vragen, omdat we ervoor moeten zorgen dat mensen erop kunnen vertrouwen dat drinkwater schoon en zuiver is en dat de kwaliteit ervan continu is.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Wat betreft die driehonderd dagen waarop geen drinkwater aan de Maas kon worden onttrokken: ik heb daarnet overlopen hoeveel dat bij ons was in 2016. Ik kan dat allemaal nog eens herhalen, maar ik veronderstel dat dat niet nodig is.
Dat is niet de bedoeling, maar is de waterwinning hier een continu of een discontinu proces?
Volgens mij is dat een continu proces, waar men ook continu de kwaliteit meet. Het is niet zo dat men af en toe eens een steekproef doet. Men blijft dat meten. Dat is ook logisch, voor de volksgezondheid, dat men de kwaliteit van het water constant opvolgt.
Als er nieuwe stoffen zijn, zorgen wij ervoor dat alles zo goed mogelijk gemonitord wordt. Met ons nieuwe systeem, waarvoor we op 15 september 2017 het besluit hebben aangepast, is er ook een richtkader om polluenten die nog niet zijn opgenomen, ook te gaan meten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.