Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over het aantal buitenlandse voetballers in de Belgische competitie
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, mijn vraag is begin september ingediend. Ik heb me daarvoor gebaseerd op berichten die we konden lezen in de media, namelijk dat het aantal buitenlandse spelers in de Jupiler Pro League gestegen is tot bijna 60 procent. Als mijn cijfers juist zijn, zou dat betekenen dat momenteel 268 buitenlandse spelers tegenover 187 Belgen in de Jupiler Pro League spelen.
Het is verplicht om zes Belgen enkel en alleen op het wedstrijdblad te plaatsen. Ook de technische directeur van de voetbalbond erkent dat dit een kwalijke evolutie is. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat jonge talenten te snel België verlaten onder invloed natuurlijk van managers, of moet ik zeggen geld, nog vooraleer zij in eerste klasse hebben gespeeld. Er is de wildgroei aan managers en er is de lokroep van het geld.
Ook de beloftecompetitie is een probleem, de stap naar eerste klasse lijkt te groot voor jonge spelers. Er worden vanuit bepaalde hoeken suggesties gedaan: eventueel een nieuwe jeugdcompetitie opstarten, de opleidingsvergoeding verhogen, de ondergrens verlagen om contracten te laten tekenen, ... Samengevat, er is te weinig doorstroming van de eigen jeugd naar het eerste elftal.
In de media was er ook de aankondiging van de oprichting van een taskforce om de problematiek aan te pakken. Uzelf, minister, kondigde ook een overleg aan met de Belgische Voetbalbond en Voetbal Vlaanderen om onder andere te spreken over de doorstroming van de jeugd naar de top, dit naast enkele andere onderwerpen.
Minister, ik veronderstel dat u nog ongeveer weet wat u hebt geantwoord tijdens de commissievergadering van 6 oktober 2016. Ook toen was het punt dat er nog nooit zoveel buitenlanders in de A-kernen van de Pro League-clubs zaten. U stelde toen heel kort samengevat dat u hoopte dat het eenmalige cijfers waren en dat die cijfers konden worden omgekeerd. U hebt ook een opsomming gegeven van een aantal initiatieven wat het Vlaams beleid betreft.
Minister, heeft dit overleg met de Belgische Voetbalbond en met Voetbal Vlaanderen al plaatsgevonden? Welke stelling hebt u daar ingenomen? Welke voorstellen hebt u gedaan?
Is Voetbal Vlaanderen betrokken bij de geïnitieerde en daarjuist vermelde taskforce in verband met de problematiek van de doorstroming van de jeugd naar de eerste elftallen?
De heer Wynants heeft het woord.
Minister, ik zal de cijfers niet meer noemen want die heeft de heer Sintobin al gegeven. Enkele mensen in de Voetbalbond hebben initiatieven genomen om daar eventueel iets aan te doen. Het gaat in eerste instantie over de makelaars die beloftes doen aan jonge spelers wanneer zij in het buitenland gaan spelen.
Daarnaast is er de overstap, waarbij jonge spelers weinig kans krijgen om van bij de beloftespelers door te stromen naar de eerste ploeg. Intussen is er op dat vlak al verandering binnen de profliga. De competitie zal veranderen en men zal met 17-, 18- en 19-jarigen spelen.
De profliga heeft nog andere zaken gedaan. Wanneer een buitenlandse club een speler van de jeugd komt halen die nog niet onder contract ligt, dan moet die buitenlandse club 90.000 euro betalen in plaats van 10.000 euro. Het gaat dan alleen over Belgische spelers en niet over de Belgische clubs onderling. Daar worden intussen afspraken gemaakt over de opleidingsvergoeding. De federaties moeten daar volgens u zelf over beslissen.
U hebt al vaker verwezen naar de speciale situatie in Vlaanderen. Organisatorisch zijn de jeugdopleidingen onafhankelijk van de Voetbalbond. De jeugdafdelingen vallen onder Voetbal Vlaanderen, dat daarvoor zijn best doet. Elke profclub heeft een degelijke jeugdopleiding. We hebben daar via de jeugdsport al initiatieven in genomen. Onder uw impuls, minister, heeft de jeugdsport dankzij het Federatiedecreet resultaten behaald en stappen gezet in de goede richting. Het is dus niet zo dat we niets hebben gedaan.
Bepaalde clubs, de G5, vragen nu om het contract van de min 16 te verlagen naar te verlagen naar de min-15-jarigen. Men zou dan een contract geven vanaf min 15, zogezegd omdat onze Belgisch-Vlaamse spelers langer in de club blijven en minder vroeg naar het buitenland kunnen vertrekken. Dat zorgt echter ook voor een cascade-effect bij de kleinere clubs. Men gaat de spelers dan nog vroeger weghalen en ze zot maken met geld. Het gaat dan niet alleen over de spelers maar ook over hun ouders en grootouders: ‘only money’. Men ziet daar een Messi staan en men is onmiddellijk verkocht.
Vorig jaar heeft de heer Sintobin een gelijkaardige vraag gesteld. In uw antwoord, minister, zei u dat het Vlaams beleid al veel initiatieven heeft genomen. Uit de pers blijkt echter dat de cijfers opnieuw zijn gestegen. Daarom, minister, hebt u ook gereageerd in de media. U hebt gezegd dat u samen met de Pro League en Voetbal Vlaanderen wilt werken aan oplossingen om de eigen jeugd meer te laten doorstromen naar eerste klasse.
Minister, kunt u meer duiding geven bij de rol die u wenst te spelen om tot oplossingen te komen inzake doorstroming van eigen jeugdspelers? Ziet u concrete oplossingen of mogelijkheden om op korte en middellange termijn hierop in te spelen?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik vind de evolutie die er nu is om na het recordjaar van vorig jaar nog meer buitenlandse voetballers in onze Jupiler Pro League te hebben, betreurenswaardig. Ik denk dat we de ontwikkelingskansen van onze eigen talenten te veel beperken. Ik heb daarom ook gezegd dat ik mee wil zoeken naar oplossingen. We moeten focussen op het vergroten van de doorstroomkansen van onze jongeren. Daarom heb ik de betrokken partijen, Voetbal Vlaanderen, de Koninklijke Belgische Voetbalbond en de Pro League samengebracht op mijn kabinet. Ik wilde hen rond de tafel brengen om iedereen de kans te geven om zijn bezorgdheden en suggesties te delen en om samen naar oplossingen te zoeken. Ik vind dit een belangrijke materie en wens die van zeer nabij op te volgen.
Op 21 september hebben we een eerste overleg gehad. We hadden drie discussiepunten op de agenda: voetbal op zondagnamiddag, een jeugdsportfonds met solidariteitsmechanisme en doorstroming van de Belgisch-Vlaamse jeugdspelers naar de A-elftallen van de Pro League.
Ik wil over alle drie kort iets zeggen.
Het eerste, voetbal op zondagnamiddag, is minder relevant. Jullie weten waarover dat gaat. De amateurliga wil een slot van twee uur, zonder voetbal op tv. Op de vergadering was iedereen akkoord om daarover verder concrete afspraken te maken. Voetbal Vlaanderen, de Pro League en de KBVB zouden zoeken naar concrete afspraken. Voetbal Vlaanderen zal mij verder op de hoogte houden.
Het Jeugdsportfonds is onrechtstreeks ook verbonden met doorstroming en het solidariteitsmechanisme. Oorspronkelijk was er het voorstel van Voetbal Vlaanderen over het Jeugdsportfonds en de opleidingsvergoeding. Het eerste voorstel was geïnspireerd op het systeem bij basketbal. De Pro League werkte een tegenvoorstel uit. Op 21 september heb ik begrepen dat alle partners het klaarliggende compromisvoorstel zouden goedkeuren. Op basis van transferbewegingen van jonge sporters zou dan vanuit de Pro League een geaggregeerd bedrag naar de verschillende vleugels gaan. Men bekijkt hoeveel jongeren zijn doorgestroomd van amateurvoetbal naar de Pro League. Men zou daarvoor een pakket naar de vleugels sturen. Die moeten dan de middelen naar de clubs doorsluizen, maar niet op basis van het individu. Dat kan niet, want dat is niet toegelaten. Wel kan het naar de jeugdopleiding van die clubs. Men kan daar tot een puntensysteem komen waarbij de clubs met de beste jeugdopleiding de meeste centen krijgen. Dat is een stap in de goede richting. Een samenwerking tussen het amateur- en het profvoetbal kan op die manier versterkt worden. En het jeugdsportfonds kan op die manier groeien en structureel bijdragen aan de jeugdopleiding. Voetbal Vlaanderen moet nu die puntenverdeling, die bepaalt hoeveel van het jeugdsportfonds naar de clubs gaat, uitwerken.
Chris Van Puyvelde gaf vervolgens een presentatie over de suggesties die hij ook al in de pers had gelanceerd naar aanleiding van de cijfers over het buitenlandse voetbal. Iedereen was het erover eens dat we de doorstroom van de eigen jeugdspelers moeten bevorderen, ook in het belang van onze jeugdopleiding. Je kunt geen serieuze jeugdopleiding doen en dan de jeugd naar het buitenland laten doorstromen, dat zou natuurlijk een krankzinnige situatie zijn.
Uit het overzicht dat wij kregen, volgde een concrete gezamenlijke actie in functie van de aanpak van spelersagenten: de managers of makelaars die spelers jonger dan 16 jaar rekruteren. Met mijn bevoegdheid Werk kan ik daar iets doen: gerichte controles vanuit de arbeidsinspectie. Ik stelde voor dat we daarover verder structureel overleg zouden voeren met de Pro League. We kunnen niet overal op het veld gaan zoeken waar er een makelaar rondloopt. We moeten daarvoor rekenen op gerichte controles. We gaan de samenwerking structureren, zodat we daar meer controle kunnen uitoefenen. Dat is een eerste concrete afspraak.
Voor de komende maanden hebben wij afgesproken dat de betrokken partijen de andere suggesties van Chris Van Puyvelde verder uitwerken, onder meer binnen de nieuw opgerichte taskforce. Er is in december een nieuw overleg met mij gepland. Zij moeten eerst onder elkaar bekijken wat de suggesties zijn. Ik zet er een duidelijke timing op. We zijn eind september bijeengekomen en we komen in december opnieuw samen. Het zal wel voor iedereen duidelijk zijn dat ik dat niet vaag wil laten en dat ik concrete maatregelen wil nemen.
Mijnheer Sintobin, ja, Voetbal Vlaanderen is, met zijn topsportcoördinator, in die taskforce aanwezig. We brengen in elk geval in december de drie partijen opnieuw bij elkaar. Ik ga dan vragen naar een verdere stand van zaken.
Heel concreet: met de arbeidsinspectie maken we nu al afspraken om een einde te stellen aan het rekruteren door makelaars van jongeren jonger dan 16. Dat is niet wettelijk, dat kan niet, dat mag niet, we proberen daar dus op te treden. Ten tweede zullen we het verder opvolgen in de hoop dat we toch een aantal maatregelen samen kunnen treffen. Binnen de wetgeving heb ik niet veel mogelijkheden.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik zou kort kunnen reageren en zeggen dat ik terugkom in december. Maar ik wil toch nog even reageren op uw antwoord, minister, waarvoor trouwens dank.
We vinden, denk ik, allemaal de huidige evolutie betreurenswaardig. We willen allemaal de kansen op doorstroming van jeugdspelers bevorderen. Het is goed dat er op 21 november een overleg is geweest met de KBVB, Voetbal Vlaanderen en de Pro League. Er zijn enkele stappen in de goede richting gezet.
Voordat ik naar de commissie kwam, heb ik even gegoogeld op ‘buitenlanders in de Belgische voetbalcompetitie’. Die discussie is al vele jaren bezig. Het wordt steeds erger. Maar ik ben blij dat er toch een compromis is wat betreft het jeugdsportfonds. Dat kan alleen maar, zoals u trouwens zelf zegt, een stimulans zijn voor de jeugdopleiding. U zegt dat dit zal worden uitgewerkt met een puntenverdeling. Komt die er ook in december, of vroeger, of later? Wat de doorstroming betreft, ben ik heel tevreden dat u vanuit uw bevoegdheid Werk controles zult laten uitvoeren op de makelaars en dat er tegen eind december suggesties zullen worden uitgewerkt door de verschillende actoren.
Voorzitter, niet alleen het aantal buitenlanders in de nationale voetbalcompetitie is betreurenswaardig. Het gaat ook om de impact en de invloed van geld in de voetbalcompetitie. Daar kunnen wij weinig aan doen. Daar draait het allemaal om. We hebben daar deze week nog een goed staaltje van gezien, en dan niet met spelers maar met trainers. Als we zien welke bedragen daar circuleren. En dan spreken we nog niet over buitenlandse competities, zoals de Premier League. Dat is, in mijn ogen althans, niet meer normaal. Ik ben opgegroeid met voetbal enkel en alleen op zondagnamiddag. Dat was een gezinsuitstap. Nu is er voetbal op woensdagavond 9 uur en op vrijdagavond 9 uur. Het is helemaal de slechte richting uitgegaan. Het familiale karakter van het voetbal is weg. U kunt daar niets aan doen, maar ik wilde het hier toch eens gezegd hebben.
Wat betreft het aantal buitenlanders in onze competitie: ik ben geen specialist, maar ik veronderstel dat er in buurlanden of in de Europese landen ook regels bestaan. Wijken die af van de onze, of gelden op internationaal niveau overal dezelfde regels?
De heer Wynants heeft het woord.
Ik ben misschien wat kritischer. Het voor drie jaar vastliggende contract met Proximus bepaalt wat er gebeurt met die wedstrijden op zondagnamiddag. Proximus beslist wanneer er wordt gespeeld. Dat is gebonden aan het tv-contract. Dat is het grote probleem. Zij bepalen vijf weken op voorhand de wedstrijduren. Het zal zeer moeilijk zijn om iets te veranderen aan een contractuele verbintenis. Wij vechten ervoor om die zondagnamiddag te veranderen, maar Proximus heeft dat contract opgesteld, en dat is een groot probleem. Wij staan erachter dat dit voor het amateurvoetbal moet veranderen.
Minister, ik ben wat betreft de jeugdopleiding zelf bijeengekomen met Voetbal Vlaanderen. Ik heb daar geëist dat er meer verdeling moet komen ten voordele van het amateurvoetbal. Ik ben u dankbaar dat u dat opgevolgd hebt. Het gaat er niet om een pot te maken en die dan te herverdelen. Iemand met een goede jeugdopleiding moet meer krijgen dan diegene die er totaal geen heeft.
Minister, dat zijn min of meer de belangrijkste punten. Wat één punt betreft, moet ik wel hard zijn. U hebt gesproken over bijeenkomsten van de mensen van de Pro League. In het vervolg zou ik dat graag weten. Die mensen vertellen u bepaalde zaken. Het zijn absoluut niet de makelaars die van de 15-jarigen een contract vragen. Het is de G5 die dat vraagt. We moeten alles in de context bekijken. Het is allemaal niet zo eenvoudig.
Ik wil nog een positief antwoord geven op wat u hebt verklaard. Er is een club in Westerlo die maar in de tweede klasse speelt. Die ploeg heeft 25 profspelers, waarvan 19 Belgen en 6 buitenlanders. Van die 19 Belgen zijn er 9 in de eigen club opgeleid.
Ze zullen op die manier ook nooit promoveren. Ik verontschuldig me voor mijn cynisme.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, ik heb een zeer korte vraag. Hoever kunnen we eigenlijk gaan in de controles van de transfers van de min 16-jarige jeugdspelers? Ik heb vernomen dat ouders soms een wagen of andere materiële voordelen krijgen. U hebt hier zelf op gealludeerd. Ik vraag me af hoe sterk ons wettelijk of decretaal arsenaal is om hier iets aan te doen.
De heer Moyaers heeft het woord.
Voorzitter, ik zal helaas iets minder kort zijn. Gisteren heb ik in Voetbalmagazine een interessant stukje gelezen. Het Zwitserse CIES Football Observatory heeft zijn Digital Atlas gepubliceerd met daarin allerlei cijfers over 31 Europese voetbalcompetities. Daaruit blijkt opnieuw hoe erg het overal gesteld is met de doorstroming van de Belgische jeugdvoetballers.
Het is nochtans niet zo dat jongeren in België geen kansen krijgen. Als we naar de jeugdigheid van de spelers in die 31 competities kijken, staat België met een gemiddelde leeftijd van 26,05 jaar nog op de negende plaats. Eigenlijk doen maar acht landen het beter, waaronder Nederland. In zeven van de acht landen waar de gemiddelde leeftijd lager ligt, levert dit ook een hoog aantal speelminuten op voor de zelf opgeleide jeugdspelers. Ook Nederland scoort op dit vlak behoorlijk goed. In België krijgen de zelf opgeleide jeugdspelers heel weinig speelkansen. Hoewel we op de negende plaats staan, heeft de eigen jeugd slechts 7 procent speelkansen. De jonge niet-Belgen kunnen op 60,5 procent speelkansen rekenen.
Minister, hoewel ik me ervan bewust ben dat deze vragen momenteel vooral federale materie betreffen, wil ik toch nog een paar bijkomende vragen stellen. Hoe staat u tegenover het feit dat de jeugdafdelingen van de professionele clubs van de KBVB zijn losgekoppeld? Zij vallen eigenlijk onder Voetbal Vlaanderen. Welke rol speelt het geheel van de teleurstellende cijfers in de doorstroming van de zelf opgeleide jeugdspelers naar de A-elftallen?
Ik heb u net horen verklaren dat u met een taskforce bezig bent. Die taskforce zal in december 2017 opnieuw vergaderen. Op zich is dit heel goed. We zijn het er allemaal roerend over eens dat er dringend iets moet worden ondernomen. Welke rol ziet u precies weggelegd, indien er überhaupt al een rol is, voor Vlaanderen? Het is mogelijk dat dit met betrekking tot de voortgang geen rechtstreekse rol is. Kunnen we ons niet beter richten op het terrein waarop Vlaanderen wel degelijk een rol speelt, namelijk het provinciaal voetbal? Ook daar zijn de zelf opgeleide jeugdspelers in de eerste elftallen vaak steeds meer de uitzondering dan de regel.
De heer Wouters heeft het woord.
Voorzitter, het is veeleer een kleine suggestie. Ik denk dat we heel deze problematiek ernstig moeten nemen. De toekomst van ons voetbal hangt hier mee van af. Het nieuwe Sportdecreet kan ons een momentum geven. We krijgen een nieuwe voetbalfederatie en we kunnen dan voor elke voetballer een pas maken. Heel zijn carrière komt daarop te staan. We kunnen zeer goed starten, want die voetbalfederatie krijgt een nieuw onderdeel, namelijk het recreatief jeugdvoetbal. We kunnen alle stappen goed definiëren en zelf voor de opbouw zorgen. Er zijn al voorbeelden van spelers die het traject perfect hebben doorlopen en nu wel nog bij Vlaamse topclubs voetballen. We moeten dit vastnemen.
Mijnheer Moyaers, u hebt de doorstroming van provinciale spelers naar hun eerste ploeg aangehaald. Dat gebeurt veel te weinig. Meestal vallen ze van de hogere reeksen terug en spelen daar dan in de eerste ploeg. Dat is een cascade-effect. We moeten de totaliteit tegen de lamp houden en op die manier goede beleidskeuzes maken.
Minister, het stuk in Sport/Voetbalmagazine toont aan dat België het vierde land in Europa is met betrekking tot het aantal speelminuten door buitenlanders. Wat dat betreft, zitten we zeer hoog. Meer dan 60 procent van de speelminuten wordt door buitenlandse spelers ingevuld.
Ik sta overigens achter uw aanpak. Daar mag geen twijfel over bestaan. Ik denk dat dit hier breed wordt gedeeld. De problematiek van de makelaars is daarnet al aangehaald. Dit kan een belangrijke rol spelen. Ik heb hierover een informatieve vraag.
Is er een specifieke regelgeving voor de makelaars? Zo ja, moet die regelgeving in Europees verband niet worden gestroomlijnd? Er passeert veel geld langs een aantal sluiswachters. Zij selecteren in feite wie al dan niet goed is. Er blijft veel aan hun vingers plakken. Ze hebben een sterke machtspositie.
Is een deel van de agenda de vraagstelling of het niet goed zou zijn een verhoging van het aantal binnenlandse spelers te verplichten? Ik heb het dan niet enkel over het wedstrijdblad. Ik herinner me de trucjes van Royal Excel Moeskroen die Belgen op het wedstrijdblad zetten. Ze speelden dan niet met elf Ivorianen, want dat was Beveren. Bij de Koninklijke Lierse Sportkring waren het Egyptenaren. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Mijnheer Wynants, u hebt in de inleiding van uw vraag om uitleg iets over een nieuwe jeugdcompetitie geschreven. Wat bedoelt u hiermee? Hoe zou een nieuwe jeugdcompetitie kunnen bijdragen tot de doorstroming van onze binnenlandse spelers? Ik ben nieuwsgierig. (Opmerkingen)
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, dit is een originele commissievergadering. De vragen worden niet enkel aan mij, maar ook aan commissieleden gesteld.
Mijnheer Moyaers, ik heb een paar zaken waarschijnlijk slecht uitgelegd. De taskforce is van de KBVB. Daar zitten vertegenwoordigers van de Pro League en van Voetbal Vlaanderen bij. Dat is wat ze doen.
Ten aanzien van de KBVB heb ik weinig hefbomen. Ik denk dat iedereen dat weet. U vraag me nu of het niet beter zou zijn mijn enige hefboom, namelijk de jeugdopleidingen, terug te geven. Dat zal ik uiteraard niet doen. Dat is wel het laatste waar ik aan denk. In dat geval hebben we daar niets meer over te zeggen. Het is voor onze jongeren in Vlaanderen essentieel dat we de opleidingssteun en de jeugdopleidingen binnen de clubs blijven organiseren en opvolgen. Daar moeten de ethische regels van toepassing zijn. De A-tot-Z toepassing bestaat. We mogen dat niet opgeven. (Opmerkingen van Bart Moyaers)
U hebt gesteld dat de jeugd van de topclubs niet bij de KBVB aangesloten is. Op de vraag of dat niet beter wel het geval zou zijn, is mijn antwoord neen. (Opmerkingen van Bart Moyaers)
Mijnheer Moyaers, de rol die wij kunnen spelen, vertrekt vanuit het provinciaal voetbal. De heer Wouters heeft dit ook aangehaald. Ik hoed me er echter voor op te leggen hoeveel er van de provincie moeten zijn. Binnen de kortste keren wordt dan de volgende stap gezet en moet een speler van de stad of van de gemeente zijn om in de ploeg te kunnen spelen. Daarmee gaan we niet beginnen. Ik veronderstel niet dat dit de vraag is. We moeten dit vanuit de invalshoek van Vlaanderen bekijken. Ik begrijp de opmerkingen, maar als Vlamingen de kans krijgen te voetballen op het niveau dat ze willen, is dat een goede zaak. Van de voorzitter mogen het zelfs Belgen zijn. Ik hoop dat ik hiermee op al uw punten ben ingegaan.
Voor de rest voel ik wel dat we allemaal hetzelfde willen, namelijk dat we jeugd hebben die de kans krijgt om in de eerste ploeg in de Pro League te voetballen, als ze daar de bekwaamheid voor hebben, en dat die niet worden vervangen door buitenlanders, waardoor onze bekwame jeugd bijvoorbeeld in Nederland moet gaan voetballen om een kans te krijgen op dat hogere niveau. Dat is wat we allemaal samen willen. Dat is ook de reden waarom ik heb gezegd dat ik dat wil opvolgen. Ik ben verantwoordelijk voor het jeugdvoetbal, en ik wil dat opvolgen. Dat is de hefboom die ik heb. Ze zouden kunnen zeggen: ‘Wat als we er niets aan doen?’ Wel, dan kunnen we zien wat wij in de jeugdopleiding gaan doen. Dat is de enige hefboom die ik heb, behalve misschien nog de makelaars, maar dat is eigenlijk bijna een kleinigheid. Ik kom daar straks op terug.
Wat dat puntensysteem betreft, mijnheer Sintobin, moet ik niet wachten op de vergadering van 21 december, want dat is puur Voetbal Vlaanderen. Zij moeten nu een systeem uitwerken – en collega Wynants heeft dat mee ondersteund – dat ervoor zorgt dat diegenen die meer jongeren hebben die doorstromen – maar niet één op één gelinkt, want dat mag niet en dat is ook niet de bedoeling, want dan zijn we met transfers bezig vanuit de jeugd –, door het puntensysteem ook meer centen krijgen. Het is aan Voetbal Vlaanderen om dat uit te werken en voor te leggen aan Sport Vlaanderen, zodat dat voldoet aan het decreet. Ik verwacht dat dat binnenkort binnen Voetbal Vlaanderen wordt voorgelegd aan het bestuur, of waar het moet worden goedgekeurd. Vervolgens zullen ze dat checken met Sport Vlaanderen en kan het van kracht worden.
Collega Wynants, ik heb zelf niets gezegd over het feit dat er contracten zouden kunnen worden aangeboden aan 15-jarigen. Dat is een van de elementen die in het pakket zaten. Maar daarover is duidelijk gezegd dat het ten eerste geen Vlaamse materie is, en ten tweede dat dat nog niet verkregen is, dat het nog niet rond is dat dat het standpunt van iedereen is. Dat wil ik toch wel naar voren brengen.
Wat de beelden betreft, is er gezegd dat binnen het contract alle voetbalwedstrijden rechtstreeks moeten kunnen worden uitgezonden en dat er drie matchen op zondag moeten zijn. Maar er is niet gezegd dat de uren vastlagen. Dat geeft een groot verschil. Ik begin even te fantaseren: als de matchen om 16 uur, 18 uur en 20 uur zijn, dan is er een slot van 14 uur tot 16 uur voor amateurvoetbal, om maar iets te zeggen. Maar het is aan hen om het te regelen, ik kan dat niet regelen. Ik ben blij dat we het besproken hebben. Het zal niet gemakkelijk zijn voor amateurvoetbal om niet in concurrentie te zijn met tv-beelden. In Engeland was er vroeger zo’n slot, en dat wordt compleet met voeten getreden. Je kunt op zaterdag en zondag de hele dag naar internationaal voetbal kijken. Zo eenvoudig is het.
Wat kan ik doen met betrekking tot de makelaars? Dat valt onder de wetgeving op de private arbeidsbemiddeling. En dat mag niet voor minderjarigen. Er is dus geen mogelijkheid om makelaar te zijn voor een minderjarige. De enige vraag is hoe wij het kunnen opsporen. Ik wil dat bekijken met de KBVB, de Pro League en Voetbal Vlaanderen. Een makelaar komt gewoonlijk niet één keer, die komt meerdere keren. Als wij zulke signalen krijgen, kan er dan een inspecteur gestuurd worden? Dat is het structurele overleg dat we nu willen plannen. Je kunt niet elke zaterdag en zondag inspecteurs sturen naar die duizenden voetbalvelden. We kunnen wel een wisselwerking proberen op te zetten om ertoe te komen dat we daar optreden waar we signalen krijgen. Maar we staan open voor andere suggesties van hen of vanuit mijn administratie. Ik heb het gesprek zelf gevoerd. Ik heb Werk er nog niet bij betrokken, maar ik zal dat doen. In dat structureel overleg is het Werk dat met hen spreekt. We zullen kijken of we daar een systeem kunnen opzetten. In elk geval, voor alle makelaars die dit toevallig zouden volgen en die denken dat ze dat kunnen doen voor jongeren: hier is het signaal dat wij dat gaan opvolgen en er iets aan gaan doen.
Ik ben het eens met wat er gezegd is over het aantal speelminuten voor buitenlanders. We moeten dat samen oplossen.
Een van de maatregelen is het optrekken van de quota voor het aantal spelers op het wedstrijdblad, of op een andere manier. Dat was een van de elementen die in de presentatie zaten als een mogelijkheid. U hebt afgelopen zomer ook wel gehoord, toen een van onze Pro League-clubs Europees werd uitgeschakeld, dat de voorzitter van die club zei dat dat juist een van de oorzaken was waardoor ze uitgeschakeld waren. Het was een van de elementen die in de voorstelling zaten. Maar ik wil niet heel die voorstelling herhalen, omdat die niet gedragen is en niet beslist is. Het heeft geen zin om te zeggen: daarover gaan ze allemaal discussiëren. Ik wil resultaten. Ik wil zien wat ze echt gaan doen, waarover er eensgezindheid is binnen de Pro League, met de KBVB. De doelstelling is vastgelegd bij hen. Ze weten dat ik het belangrijk vind en dat ik het opvolg. Het is nu aan hen om met voorstellen te komen, om iets uit te werken en aan mij te zeggen wat ze gaan doen. Dat is de situatie van vandaag.
Die derde vraag laat ik aan u, collega Wynants, want die is aan u gesteld.
De heer Sintobin heeft het woord.
Bedankt voor de extra toelichting, minister. Over de doelstellingen zijn we het allemaal eens, maar het is zoals collega Caron zegt: uiteindelijk moet er iets veranderen. In plaats van zes mensen op het wedstrijdblad, zou men bijvoorbeeld moeten komen tot drie in de basis en drie op het wedstrijdblad, wat ook een totaal van zes maakt. Zolang daar niets aan verandert, zullen we de discussie blijven voeren. Ik begrijp ook wel dat u maar één hefboom hebt en weinig bevoegdheid in dezen. Het is al een stap in de goede richting dat u de actoren en alle partijen mee rond de tafel brengt.
Mijnheer Wynants, misschien hebt u mij verkeerd begrepen. Ik betreur niet alleen de impact en de invloed van het geld in het voetbal en in de topsport in het algemeen, maar zeker ook de invloed van de media, of ze nu wel of niet beslissen over het uur waarop de wedstrijd begint. Op Europees niveau is de impact van de media nog veel erger dan op Belgisch niveau. Wij zijn verplicht om op een weekdag om 21 uur naar het voetbal te gaan, vanwege UEFA-regels en uitzendrechten en dergelijke.
Ik maak het thuis zelf geregeld mee dat op zaterdag en zondag de tv continu op voetbal staat, soms tot vervelens toe. Dat is een spijtige evolutie die we helaas niet kunnen tegenhouden. Ik zal hier in elk geval in de december terugkomen met een opvolgvraag.
De heer Wynants heeft het woord.
Wat de jeugdopleiding betreft: we hebben dinsdag vergadering gehad met de Pro League en daar is ook gestemd, maar ik moet daar wat voorzichtig mee zijn, want dat moet nog worden getoetst aan concurrentiebeding. Het gaat erom dat men volgens het aantal Belgen – in Westerlo zijn dat nu Vlamingen – dat men opgesteld heeft, een financiële beloning zou krijgen. Maar we moeten dat dus nog aftoetsen aan concurrentiebeding, zodat we daar geen problemen mee hebben. Het zal nu dus beloond worden.
Wat u daar vraagt, mijnheer Sintobin, is een heel moeilijke zaak. Ik heb het aanvankelijk niet willen aanhalen, maar ik moet het nu toch zeggen. Het zijn niet alleen de Belgen of Vlamingen. Want wie is er Belg of Vlaming? Iemand die drie jaar opgeleid is voor zijn 23 jaar, telt ook mee bij die zes. Dat is ook nog een groot probleem. Maar ik moet altijd vechten tegen de grote ploegen, en dat is niet altijd zo simpel.
Er is dinsdag ook over het volgende gestemd. De bedoeling is om de min-19 af te schaffen en met 16, 17 en 18 te beginnen, en eventueel met de 18 Europees te spelen. Dat wordt nu volledig uitgedokterd. We krijgen daar de planning van. Dat is goedgekeurd. Dat is aanvaard. Ik zal u het volledige dossier bezorgen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.