Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Minister, u hebt zelf al in een eerder debat gezegd dat de asielinstroom nog niet gestopt is en dat de asielcrisis nog niet onder controle is. Er komen nog steeds dagelijks mensen toe in ons land, op zoek naar asiel. De vraag is hoe je omgaat met mensen die hier een verblijfsvergunning krijgen, welke omkadering je die biedt. Het valt ons op dat de Vlaamse Regering verschillende programma’s stopt, een beetje onder het motto ‘de crisis is voorbij, de instroom is gedaald’. Ik vrees dat daarmee een aantal waardevolle initiatieven verdwijnen en dat vooral de kans verdwijnt om nieuwkomers in ons land, die hier een verblijfsvergunning krijgen, op een goede manier op te vangen en op te nemen in onze samenleving.
Een eerste luik gaat over psychische problemen. Heel veel asielzoekers en vluchtelingen, zowel binnen als buiten de opvangstructuren, hebben psychische moeilijkheden. Dat kan om verschillende redenen zijn. Het gaat over mensen die hun eigen land verlaten hebben, die een heel vluchtverhaal hebben, die een procedure hebben doorlopen, die opnieuw beginnen in een andere cultuur, in een andere taal. Die hebben vaak heel traumatische zaken meegemaakt. Maar voor de zomervakantie is door het Agentschap Integratie en Inburgering beslist om het psycho-educatieprogramma Mind-Spring, dat daar een antwoord op bood en dat ontwikkeld werd om specifiek rond die problematiek te werken, stop te zetten. Dat is vreemd, want er zijn veel positieve reacties geweest van deelnemers en partnerorganisaties. De betaalbaarheid van het project was positief, de laagdrempeligheid, de positieve invloed op langere termijn, kortom, het werd langs alle kanten positief onthaald. En toch wordt het stopgezet.
Het programma was oorspronkelijk ontwikkeld om tegemoet te komen aan een toegenomen vraag die om verschillende redenen niet door het reguliere aanbod kon worden ingevuld. Die toegenomen vraag kan ten dele verklaard worden door de recente vluchtelingencrisis, maar het is wel een noodzaak. Binnen het beleidsdomein Welzijn is daarnaast ook tijdelijk budget vrijgemaakt in het kader van de vluchtelingencrisis. Dat ging om een ruimer takenpakket, en niet enkel om psychosociale begeleiding. Voor de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) ging het bijvoorbeeld om een budget van 5,8 miljoen euro om bijkomend in te zetten voor psychosociale begeleiding en woonbegeleiding van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermde mensen. Die extra middelen werden vastgelegd tot 31 december 2017. De centra voor geestelijke gezondheidszorg (cgg’s) en Solentra kregen in die periode ook een budget van iets meer dan 1 miljoen euro om in te zetten op traumabehandeling en de behandeling van andere ernstige psychische stoornissen en psychiatrische problemen.
Naast het wegvallen van het Mind-Springprogramma zullen ook de middelen binnen het domein Welzijn vanaf 31 december wegvallen. Op zich is dat verontrustend, net omdat de asielcrisis nog niet voorbij is. Als antwoord op mijn vraag om uitleg van vlak voor de zomer hebt u al verklaard dat het eigenlijk de opdracht van de CAW’s en de cgg’s is om die doelgroep daadwerkelijk te bereiken – ‘ze moeten het sowieso al doen’, was zo’n beetje het antwoord – en in een aanbod op maat te voorzien.
Dat antwoord is uiteraard ook gelezen in de sector, en er komen heel veel signalen dat daar binnen de reguliere werking gewoon niet de ruimte voor is. Heel wat projecten, bijvoorbeeld rond psychisch welzijn en rond wonen, dienen opgevolgd te worden om het gewenste doel te bereiken. Dan zie je bijvoorbeeld ook dat in Limburg alle lokale besturen een brief hebben gekregen van het CAW die stelt: als jullie willen dat deze projecten voortgaan, dan gaan jullie ze moeten betalen, want wij kunnen dat niet opnemen in onze reguliere middelen. De vraag om financieel te ondersteunen, wordt dus eigenlijk doorgeschoven naar de steden en gemeenten, en het zijn die steden en gemeenten die al zwaar onder druk staan en die al geconfronteerd worden met de uitdagingen van de asielcrisis op het terrein.
Minister, de vluchtelingencrisis is nog niet voorbij. Waarom worden de middelen en de projecten om daarmee om te gaan dan stopgezet? Hoe zult u erover waken dat de stopzetting niet de afbouw van waardevolle projecten betekent? Hoe zult u garanderen dat het reguliere aanbod niet afneemt om die extra taken op te vangen? Hoe zult u vermijden dat de factuur voor die projecten, die hopelijk wel kunnen blijven bestaan, naar de lokale besturen wordt doorgeschoven?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, uit de cijfers, ter beschikking gesteld door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen, blijkt dat de toestroom van vluchtelingen weer op het niveau is van voor de crisis. Momenteel vertaalt zich dat slechts beperkt in de monitoringcijfers die we maandelijks van de CAW’s krijgen. De monitoringcijfers die we nu ter beschikking hebben, geven informatie tot eind augustus 2017. Het aantal positieve asielbeslissingen is in 2017 hoger dan het aantal aanvragen, wat wijst op een afbouw van de wachttijd voor asielaanvragers.
Dat betekent dat ook de instroom in het aanbod van de CAW’s niet onmiddellijk daalt. We gaan er wel van uit dat het effect van de crisis die we kenden in 2015, stelselmatig afneemt. De bijkomende middelen lopen nog tot einde 2017 door. Op basis van de instroomcijfers hebben we binnen de Vlaamse Regering beslist extra middelen voor de begeleiding van deze doelgroep in de CAW’s niet meer te verlengen. We willen wel verduidelijken dat de CAW’s altijd de opdracht hadden om deze precaire doelgroep te bereiken en over een recurrent budget beschikken, dat deel uitmaakt van hun reguliere subsidie-enveloppe, voor de begeleiding van ook deze kwetsbare groepen. We beslisten dit jaar dan ook om het reguliere aanbod van de CAW’s te versterken. Daarvoor wordt in een recurrente basisbijdrage van 2 miljoen euro extra voorzien.
Wat de stopzetting van de extra middelen in het kader van de vluchtelingencrisis aan Solentra en de cgg’s betreft, is het inderdaad belangrijk om deze te continueren. We weten dat trauma’s en andere psychische stoornissen soms niet onmiddellijk aan de oppervlakte komen, maar pas op langere termijn duidelijk worden. Wanneer een vluchteling in Vlaanderen arriveert, is in een eerste fase vooral stabilisatie en het voldoen aan primaire levensbehoeften van belang. Ook gaat er veel aandacht naar financiële en andere administratieve zaken die moeten worden geregeld.
Maar integratie in een nieuwe, onbekende samenleving, na het beleven van een zeer traumatiserende ervaring zoals een oorlogssituatie, is geen eenvoudige opdracht. Vluchtelingen die inmiddels een stabiele verblijfplaats hebben gevonden in ons land, kunnen het psychisch nog zeer, zeer, zeer moeilijk hebben. Hoewel de vluchtelingencrisis momenteel wat tempert, ervaren onze diensten geestelijke gezondheidszorg nog steeds een vraag aan psychologische begeleiding en therapie bij deze doelgroep. Het gaat ook om een erg kwetsbare doelgroep, zeker als we denken aan de vluchtelingengezinnen met kinderen. We willen de ontwikkeling van die kinderen alle kansen geven.
Het budget dat daarvoor werd uitgetrokken, is van dezelfde grootteorde, namelijk 546.000 euro voor één jaar. We moeten duidelijk zijn en zeggen dat de budgetten in het kader van de asielcrisis ingezet zijn wegens uitzonderlijke omstandigheden. Dat is ook duidelijk gecommuniceerd aan de betrokken organisaties. We gaan daar voor continuïteit zorgen.
Zoals u weet, worden de inspanningen voor de niet-begeleide minderjarige vluchtelingen gecontinueerd. Het gaat hierbij over 145 residentiële plaatsen, waarin we voorzien in cofinanciering met Fedasil en specifieke plaatsen begeleid wonen en pleegzorg. Ook hier continueert onze financiering voor 6,6 miljoen euro.
We willen een goede geestelijke gezondheid mogelijk maken voor alle burgers in Vlaanderen. Lopende acties zetten hierop in. Om maar één voorbeeld te noemen: de uitbreiding van de jeugdhulp met de recurrente budgetten zorgt voor een structurele toename van het aanbod, een capaciteitsverhoging die het verschil kan maken. Bovendien zetten we hiermee ook duidelijk in op een versterkte samenwerking in de jeugdhulp en op het bieden van kortdurende, snel inzetbare hulp, toegankelijk en in de nabije leefomgeving van de gezinnen. Die uitbreiding omvat onder meer de eerstelijnspsychologische begeleiding voor kinderen en jongeren. Het reguliere aanbod zal de komende jaren dus zeker niet afnemen, integendeel.
Ik heb het al gezegd: we hebben de afgelopen jaren verder geïnvesteerd in de CAW’s. Zo is het aanbod op vlak van woonbegeleiding uitgebreid. Er werd 822.000 euro uitgetrokken in 2017. Op jaarbasis is er voor 2018 een budget uitgetrokken van 986.691,16 euro. Er zijn verder bijkomende middelen ingezet voor andere opdrachten in het kader van het bestrijden van dak- en thuisloosheid. Dat gaat over een budget van 777.000 euro in 2018, recurrent. Het is mijn bedoeling om deze middelen de komende jaren te continueren. De doelgroep van vluchtelingen kan ook van dit aanbod gebruikmaken.
Daarnaast hebben we aan de sector van de CAW’s gevraagd om de waardevolle praktijken die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld voor deze specifieke doelgroep, te borgen en in te bedden in de reguliere werking.
Vooreerst willen we duidelijk maken dat de CAW’s terecht in overleg treden met de lokale besturen om te bekijken welke prioritaire noden moeten worden aangepakt op lokaal vlak. We hebben er bij de CAW-sector op aangedrongen om, in het kader van de vluchtelingenwerking, een samenwerkingsprotocol af te sluiten met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Dat is ook gebeurd.
Ondertussen hebben beide koepels ook een algemeen samenwerkingsprotocol afgesloten. Het is dan ook logisch dat de situatie op het terrein geëvalueerd wordt en dat er bekeken wordt hoe de krachten gebundeld worden om tegemoet te komen aan deze noden. Dat is geen kwestie van het doorschuiven van de factuur naar lokale besturen, maar het opnemen van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de verschillende bestuursniveaus.
De lokale besturen hebben een prominente rol wat betreft het welzijns- en gezondheidszorgbeleid op lokaal vlak, zoals ook omschreven in het nieuwe ontwerpdecreet Lokaal Sociaal Beleid. Met het nieuwe decreet Lokaal Sociaal Beleid bieden we een kader aan de lokale besturen om een krachtig sociaal beleid op lokaal vlak te voeren, maximaal ondersteund door de Vlaamse erkende diensten.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Minister, u zegt wel: ‘We zullen die factuur niet doorsturen. Dat is niet de bedoeling. We hebben aan de CAW’s gevraagd om te borgen. Er is een samenwerkingsprotocol.’ Maar in de praktijk worden er wel brieven gestuurd van CAW’s naar de gemeenten, waarin staat: ‘Als u wilt dat die projecten worden voortgezet, dan zult u daarvoor een financiële bijdragen moeten betalen.’ In de praktijk voel je wel dat er een factuur komt. Je kunt dan zeggen: ‘Ja, dat is hun rol in het kader van het decreet Lokaal Sociaal Beleid’, maar in de praktijk is het wel het opnemen van een factuur in het kader van een crisis die nog niet voorbij is. En is het niet omdat de instroom van asielzoekers stopt, dat het begeleiden van de mensen die zijn ingestroomd, kan stoppen.
De afgelopen jaren was er een enorme groei van het aantal mensen die zijn toegekomen. Die mensen hebben niet enkel de eerste week onthaal nodig. Zij hebben op langere termijn psychosociale begeleiding nodig, op langere termijn begeleiding bij hun integratie ook. Daar nu niet op inzetten en zeggen: ‘Die cijfers dalen, het is oké, we kunnen die middelen schrappen’, dat is problemen creëren binnen vijf jaar, zowel op psychosociaal vlak, maar ook als het gaat om huisvesting enzovoort, als mensen naar huisjesmelkers worden gestuurd in plaats van daarmee aan de slag te gaan.
Ik ben tevreden dat u een aantal zaken versterkt en dat u in een aantal recurrente middelen extra voorziet. Maar het stopzetten van de middelen, onder meer voor Mind-Spring, het stopzetten van de middelen van de volledige asielcrisis, is volgens mij te vroeg en komt niet overeen met de realiteit en met de signalen vanop het terrein, waar er nog heel hard wordt gewerkt om al die mensen op een zo goed mogelijke manier in onze samenleving op te vangen.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
We continueren het versterken van de CAW’s.
De vraag om uitleg is afgehandeld.