Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Persyn heeft het woord.
Voorzitter, minister, zoals we hier allemaal weten, loopt de Vlaming die zijn jaarlijkse zorgpremie niet of te laat betaalt, het risico een boete te krijgen, en ook een opschorting van tegemoetkoming indien hij aan een verhoogde zorgnood wordt blootgesteld. In het voorjaar heb ik daarover in de plenaire vergadering reeds een vraag gesteld, naar aanleiding van enkele schrijnende gevallen in de media, en ook nadat de Vlaamse Ombudsdienst herhaaldelijk had aangegeven dat we daar in de toekomst iets aan moesten doen om te vermijden dat mensen die worden geconfronteerd met grote zorgnoden, een tijdlang in de kou moeten blijven staan.
U gaf toen aan dat u het sanctiesysteem zou herzien. Heel recent, de jongste dagen, bent u daar in de media ook op teruggekomen. U hebt aangekondigd dat er een nieuw systeem van kracht zou zijn vanaf 1 januari 2018. Het is over dat nieuwe systeem dat ik enkele vragen voor u heb.
Minister, wat zijn de juiste modaliteiten van het nieuwe sanctiesysteem? Valt de tijdelijke opschorting van vier maand per jaar wanbetaling volledig weg wanneer de betrokkene alle verplichtingen ter zake is nagekomen? Werkt de betaling van de boete van 250 euro waarin in het verleden was voorzien als iemand drie keer niet of slecht betaalde, opschortend? Kan die boete eventueel op de uitkeringen worden verhaald? Vanaf wanneer precies treedt het nieuwe systeem in werking? Werkt het systeem ook retroactief, en in welke mate? Als iemand zijn boete heeft vereffend, krijgt hij bijvoorbeeld dan toch nog de zorgtegemoetkoming van het vorige jaar terugbetaald?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Om de zaken duidelijk te stellen: ik heb niet gecommuniceerd over die maatregel, maar als men me vraagt of daarin is voorzien in de begroting voor volgend jaar, dan kan ik niet anders dan zeggen dat er een budgettaire maatregel is genomen om dat mogelijk te maken. Ministers kennen echter hun plaats: dat besluit moet nog naar de regering gaan. Ik zal daarover dus niet tot in alle details kunnen communiceren voor dat aan de regering is voorgelegd. U hebt echter uiteraard goed begrepen dat daar voor 2018 inderdaad budgettaire ruimte voor is gemaakt.
Bij de invoering van de zorgverzekering in 2001 werd een sanctie ingeschreven om ervoor te zorgen dat de jaarlijkse bijdrage voor de zorgverzekering ook daadwerkelijk zou worden betaald. Die sanctie was toen de opschorting met verlies van rechten. Met de opschorting met verlies van rechten wordt een opschorting van de uitbetaling van de tegemoetkoming zorgverzekering van vier maanden opgelegd voor elk jaar dat de persoon zich in een van de volgende situaties bevindt of heeft bevonden: de bijdrage niet hebben betaald, de bijdrage laattijdig hebben betaald of bijdrage slechts gedeeltelijk hebben betaald. De opschorting met verlies van rechten is bij de start van de zorgverzekering ingevoerd om het betalen van de bijdrage afdwingbaar te maken. In 2006 werd bijkomend echter de administratieve geldboete ingevoerd voor wie de bijdrage drie keer niet betaalt. Doordat de opschorting met verlies van rechten niet werd geschrapt, ontstond een dubbel sanctioneringsmechanisme, waarbij men zowel de boete als de opschorting met verlies van rechten kon oplopen voor eenzelfde fout. Het is inderdaad mijn bedoeling om die dubbele sanctionering op te heffen.
In de begroting van 2018 zijn middelen vrijgemaakt om de sanctie van de opschorting met verlies van rechten vanaf 2018 volledig af te schaffen. De bedoeling is die opschortingen dan te laten wegvallen. Ik wil overigens toch nog even in herinnering brengen dat dat gebeurt in uitvoering van het regeerakkoord, dat een heroverweging van die sanctie heeft vooropgesteld. De leden van de zorgverzekering worden immers met de sanctie geconfronteerd op het moment dat ze zorgbehoevend worden en de zorgzekering nodig hebben om alle kosten die gepaard gaan met de zorgbehoefte te kunnen betalen. Soms is er een heel lange tijdsduur tussen de niet-betaling van de bijdrage en de opschorting met verlies van rechten. Dat leidt tot onbegrip bij de mensen. Tegelijk is in het voorontwerp van decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming de voorwaarde voor het opleggen van een administratieve geldboete aangepast. Wie twee keer de jaarlijkse bijdrage voor de Vlaamse sociale bescherming niet betaalt, zal een administratieve geldboete krijgen opgelegd. Momenteel is dat pas het geval na drie keer niet betalen. Het nieuwe decreet met deze nieuwe regeling voor de boete treedt op 1 januari 2019 in werking.
Nogmaals, het besluit wordt nu naar de regering gebracht. Het is mijn bedoeling om die opschorting met verlies van rechten af te schaffen vanaf januari 2018. De nieuwe regeling voor de administratieve geldboete treedt in werking op 1 januari 2019. Die maatregel zal niet retroactief werken. De nieuwe regeling gaat in 2018 in en zal vanaf dan effecten hebben. Dat wil zeggen dat alle lopende opschortingen zullen worden beëindigd met ingang van 2018. Het zou administratief en budgettair niet mogelijk, noch wenselijk zijn om de maatregel van opschorting met verlies van rechten retroactief op te heffen.
De heer Persyn heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de toelichting. We kijken dus uit naar de details. U hebt ter zake al een tipje van de sluier opgelicht, maar we kijken uit naar de verdere uitvoering van uw voornemen. Ik heb geen bijkomende vragen.
Maar ik moet zeggen, minister, kort maar daarom niet minder krachtig: we hebben al herhaaldelijk gesteld dat we de sanctie in vergelijking tot de tekortkoming van mensen helemaal niet proportioneel vinden. Wij ervaren daarvoor een heel brede steun. Mijn fractie heeft dit probleem al herhaaldelijk aangekaart. We hebben mogen vaststellen dat u ook al herhaaldelijk een oplossing in het vooruitzicht hebt gesteld. We zijn tot nu toe – en dat blijkt ook uit uw antwoord – op onze honger gebleven.
We zagen in de Septemberverklaring, waar best wel wat kritiek op is geformuleerd in haar geheel, ook het lichtpunt dat er een budget naar voren is geschoven om dit pijnlijk punt in de bestaande regeling aan te pakken. Ik zou u eigenlijk vooral willen steunen en u oproepen om zowel de datum als het voornemen hard te maken. U zegt dat ministers hun plek kennen en legt daar een beetje schroom aan de dag. Ik denk dat dat in dezen niet nodig is, tenzij ik moet geloven dat binnen de regering niet iedereen op die lijn zit. Ik ga ervan uit dat, als men een begroting goedkeurt en daar een bedrag voor inschrijft, men dan ook de regeling navenant op een correcte manier uitvoert. Als dat niet zo is, minister, dan moet u dat dringend zeggen. Ik wil u toch oproepen om na herhaalde beloftes in die zin nu toch wel deze maatregel hard te maken. Nogmaals, de sanctie is disproportioneel. Ik denk dat iedereen – van de ombudsman tot heel wat parlementsleden – u daarin zouden steunen. Dat doe ik ook bij dezen. Ik denk dat 1 januari 2018 echt wel een mijlpaal moet zijn waar we niet op terugkomen.
U knikt instemmend.
Ik heb even opgezocht wie op het moment dat de regeling in 2006 werd ingevoerd deel uitmaakte van de meerderheid, ik zal daar niet verder op ingaan.
Geen probleem, minister. Als u toch aan het opzoeken bent, zult u merken dat ikzelf en mevrouw Roex en nog anderen van onze fractie sinds 2006 herhaaldelijk op deze nagel hebben geklopt. Maak u vooral geen zorgen over die steun.
De heer Persyn heeft het woord.
Ik wil er geen onduidelijkheid over laten bestaan dat voor mijn fractie, en ik denk voor alle verantwoordelijke fracties van het Vlaams Parlement, het solidariteitsprincipe van de Vlaamse zorgverzekering overeind blijft. Ik vind het daarom ook goed dat de minister blijkbaar naar een tussenoplossing, een mildere sanctionering, gaat. Het geeft natuurlijk geen pas om naar de Vlaming een signaal te geven dat het geen rol speelt als men te laat of niet betaalt. Er mag wel degelijk een stok achter de deur blijven staan. Ik heb dat ook zo in maart in de plenaire vergadering gesteld. Ik ben blij dat er inderdaad naar een mildere oplossing wordt gezocht, en dat mensen inderdaad vele jaren na een wanbetaling, om welke reden dan ook, daar niet te zwaar voor worden gesanctioneerd. Een vrijgeleide geven voor wanbetaling, daar passen we natuurlijk voor.
De vraag om uitleg is afgehandeld.