Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
De vraag sluit voor een deel aan op de vragen die vandaag initieel eerst zouden worden gesteld in de commissie, maar dat is geen probleem, zolang de vragen maar worden gesteld en de antwoorden worden gegeven.
Op 17 juli – het was toen heel erg mooi weer, als ik het me goed herinner – legde u, samen met de CEO van Nike, symbolisch het laatste zonnepaneel van een grootschalige fotovoltaïsche installatie. Het dak van het nieuwe bedrijfsgebouw is ongeveer vier voetbalvelden groot en het bedrijf liet er meer dan achtduizend zonnepanelen op plaatsen, goed om 15 procent van het eigen elektriciteitsgebruik te dekken.
U gaf toen in de pers aan dat u besefte dat niet elk bedrijf een fotovoltaïsche installatie van die omvang nodig heeft omdat bedrijven niet altijd zo veel stroom verbruiken. Om dergelijke geschikte dakoppervlaktes niet verloren te laten gaan voor hernieuwbare-energietoepassingen, gaf u een aantal oplossingen aan: buurtbewoners of eigen werknemers mee laten investeren of het dak ter beschikking stellen van een energiecoöperatie. Het was niet voor het eerst dat die kwestie aan de orde was.
In de conceptnota Vlaamse Energievisie, die op 19 mei door de Vlaamse Regering werd besproken, wordt ook het idee geopperd om burgers de mogelijkheid te bieden om hun spaargeld te investeren in duurzame energieprojecten. Participatie van burgers kan de betrokkenheid bij de lokale energieprojecten vergroten en het draagvlak voor de noodzakelijke transitie vergroten. De financiering van de transitie zal door de betrokkenheid van de burgers ook vergemakkelijken.
U pleit er in die conceptnota ook voor om de instrumentenmix ter bevordering van hernieuwbare energie rekening te laten houden met sociale en verdelingsaspecten door bijvoorbeeld kansen te blijven geven aan coöperatieve projecten en kleinschalige projecten. U zei toen dat u ervoor zou zorgen dat de burger op de hoogte is van de risico’s verbonden aan investeringen in coöperatieve vennootschappen.
In het persbericht waarvan daarnet sprake laat u uitschijnen dat burgers en/of werknemers al kunnen investeren in hernieuwbare-energietoepassingen bij bedrijven. U suggereert ook dat bedrijven hun dak ter beschikking kunnen stellen van energiecoöperaties, terwijl deze alternatieve financieringspistes als te onderzoeken mogelijkheden werden aangeduid in de conceptnota.
Zijn die alternatieve financieringspistes nu al wettelijk geregeld? Voor burgers? Voor coöperaties? Sinds wanneer of vanaf wanneer zijn die alternatieve financieringspistes wettelijk geregeld en wat zijn de modaliteiten? Zijn er al bedrijven die gebruikmaken van deze alternatieve financieringsmogelijkheden? Om hoeveel bedrijven gaat het? Welke stappen wilt u nog nemen om die vormen van alternatieve financiering verder te faciliteren?
Minister Tommelein heeft het woord.
Er bestaan inderdaad momenteel reeds verschillende mogelijkheden voor burgers om te participeren in hernieuwbare-energieprojecten. Ik overloop beknopt de bestaande mogelijkheden.
Crowdfunding kan reeds worden gebruikt ter ondersteuning van de realisatie van hernieuwbare-energieprojecten. De nieuwe wet van 18 december 2016 lanceert een plicht voor crowdfundingplatformen om een vergunning te krijgen van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Wanneer een project voor hernieuwbare energie geld wil ophalen via crowdfunding waarbij het publiek belegt met het oog op het ontvangen van eventuele winst, dan is die wetgeving van toepassing.
Een andere stimulans betreft de Winwinlening. Het programmadecreet bij de begroting 2017 bevat een bepaling waardoor duidelijk wordt gemaakt dat ook de Winwinleningen toegekend aan coöperatieve vennootschappen in aanmerking komen voor de belastingvermindering in de personenbelasting. Die maatregel moet burgerinitiatieven faciliteren waarbij men coöperaties opricht voor gezamenlijke investeringen, bijvoorbeeld inzake hernieuwbare energie in gebouwen die een gemeenschapsfunctie hebben. De maatregel is in de eerste plaats gericht op nieuwe energiecoöperaties, al zijn coöperaties met andere doelstellingen niet uitgesloten.
Verder heb ik ook de mogelijkheden uitgebreid en vereenvoudigd om via participatie te voldoen aan het minimumaandeel hernieuwbare-energiebronnen bij nieuwbouw. Die participatie was voorheen enkel mogelijk indien werd geparticipeerd in een organisatie die specifiek gericht is op hernieuwbare-energieprojecten binnen de eigen provincie of een aanpalende gemeente. De oprichting van een dergelijke organisatie in elke provincie betekende voor de geïnteresseerde projectontwikkelaars echter een bijkomende administratieve last. Aangezien de meeste projectontwikkelaars daarentegen wel al een vennootschap hebben voor participatie in hernieuwbare-energieprojecten die in het Vlaamse Gewest worden gerealiseerd, werd de wetgeving zodanig aangepast. Momenteel komen projecten binnen het hele Vlaamse Gewest in aanmerking. Aangezien de vennootschappen die opgericht zijn om milieuvriendelijke energieproductie te bevorderen vaak ook andere doelstellingen nastreven, bijvoorbeeld energiebesparing, werd ook de voorwaarde geschrapt dat de vennootschap enkel hernieuwbare-energieprojecten mag uitvoeren.
Er zijn de afgelopen jaren verschillende coöperaties opgericht waarbij burgers investeren in zonne-energie, zoals onder meer CoopStroom, ZuidtrAnt, EnerGent, PajoPower. Zo kunnen ook bijvoorbeeld mensen op een appartement die geen zonnepanelen kunnen plaatsen, investeren in hernieuwbare-energieprojecten. Dergelijke initiatieven creëren volgens mij een groot draagvlak bij de burgers. De participanten krijgen er een rendement voor dat hoger ligt dan de rente op bijvoorbeeld een spaarboekje bij een bank. Ook bestaat reeds de mogelijkheid om binnen een bedrijf een werknemerscoöperatieve op te richten.
Daarnaast zijn ook de eerste projecten gestart waarbij crowdfunding wordt gebruikt, zoals de participatieprojecten van Eneco. Er is een vergunning aangevraagd voor twee windmolens in de haven van Zeebrugge die volledig gefinancierd zullen worden via crowdfunding.
Na het wegwerken van de juridische drempels zal ik verder blijven werken om de talrijke mogelijkheden om burgers te laten participeren in projecten bekend te maken, onder andere via de uitwerking van een zonnedeelgids. Door bedrijven en burgers te blijven oproepen om te investeren in hernieuwbare energie, kan de groei verder worden bevorderd.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u, minister Tommelein. Ik zie inderdaad dat er al heel wat zaken zijn gebeurd, maar ik denk dat er nog werk op de plank ligt, maar dat weet u allicht beter dan ik.
Ik wil niet per se inbreken in de vraag van de heer Gryffroy en de Kort, maar ik ben wel benieuwd naar de antwoorden op hun vragen naar zonnedelen. Als bijvoorbeeld ouders van een school geïnteresseerd zijn om te participeren aan een fotovoltaïsche installatie in de school, zou dat moeten worden gefaciliteerd en zou het vrij eenvoudig moeten zijn om dat te kunnen doen. Of als er bijvoorbeeld op een nieuw bedrijventerrein een bedrijf ligt met een heel geschikt dak, maar het bedrijf zelf weinig energie verbruikt, zoals u op 17 juli ook aangaf, dan zou het mogelijk moeten zijn dat bijvoorbeeld één dak ten volle wordt benut en dat de andere bedrijven in de buurt daar gebruik van maken.
Ik ben echt wel benieuwd naar de antwoorden op dat soort concrete vragen. Als we er echt voor willen zorgen dat dit soort projecten kansen krijgt, moeten we het zo eenvoudig mogelijk maken en juridisch ook min of meer solide. De bedrijven moeten er bovendien iets aan verdienen. Als aan die drie voorwaarden kan worden voldaan, kan het volgens mij wel een succes worden. Ik heb de stellige indruk dat het momenteel toch nog redelijk ingewikkeld is om dit soort dingen tot een goed resultaat te brengen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik zit wat verveeld met de volgorde van de vragen. Mijn vraag om uitleg over zonnedelen is gekoppeld aan de vraag om uitleg van Dirk de Kort, maar die vraag heeft daar eigenlijk niets mee te maken.
De heer de Kort is blijkbaar op werkbezoek. Mocht ik dat op voorhand hebben geweten, zouden we de agenda hebben afgewerkt zoals die was ingediend.
De heer de Kort zal niet aanwezig zijn. We zullen uw vraag om uitleg dus loskoppelen van die van de heer de Kort. U kunt uw vraag om uitleg dus zo meteen stellen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Danen, ik denk dat er inderdaad nog heel wat mogelijkheden zijn om verder te faciliteren. Ik wil het ook zo transparant en eenvoudig mogelijk maken.
Wat ik heb willen aantonen, is dat er effectief mogelijkheden zijn. Ik denk dat die op dit moment nog onvoldoende bekend zijn. Dat we die bekender moeten maken, daarvan ben ik ondertussen ook overtuigd geraakt.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik denk dat we voor een stuk dezelfde strijd voeren. We zijn het natuurlijk niet over alles eens, dat zou ook heel erg vreemd zijn.
Zoals u vorige week in de plenaire vergadering hebt gesteld, is investeren in hernieuwbare energie vaak niet de kerntaak of kernbevoegdheid van heel wat bedrijven of organisaties. Dat stel ik samen met u vast. Als we hen er dan van willen overtuigen om dat toch te doen, moeten we dat zo transparant, eerlijk en duidelijk mogelijk maken. Als er heel veel rompslomp bij komt kijken, zullen er weinig projecten gerealiseerd worden in verband met zonnedelen of het gebruikmaken van elkaars dak.
De vraag om uitleg is afgehandeld.