Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over het engagement van de Franse regering met betrekking tot het Seine-Scheldeproject
Verslag
De heer De Clercq heeft het woord.
De aanleg van de Seine-Scheldeverbinding werd recent door Frans president Macron geschrapt van de lijst van prioritaire Franse infrastructuurwerken. Dat gebeurde naar verluidt wegens te zwaar doorwegende financiële implicaties. Blijkt dat het soms van het woord afhangt, soms spreekt men van een ‘bevriezing’ in plaats van een schrapping.
Niettemin, minister, is dit een belangrijk thema en moeten we dit op de voet volgen en alert blijven, want een schrapping of bevriezing betekent hoe dan ook een vertraging. In de Franse pers spreken sommige bronnen van vijf jaar. Voor de zomer hadden we het daar in deze commissie reeds over – de heer Maertens heeft daar toen ook een vraag over gesteld – naar aanleiding van de aanstelling van de nieuwe premier, mijnheer Philippe.
U als minister toonde in die commissievergadering aan dat u het dossier ten gronde opvolgde en sprak eerder geruststellende taal in onze commissie. Er zijn al wat garanties in de vorm van de Grant Agreement, het akkoord tussen Frankrijk, Wallonië en Vlaanderen waarbij een gezamenlijk Europees subsidiedossier werd ingediend voor bijna 1 miljard euro, waarvan om en bij de 800 miljoen euro voor Frankrijk, zoals u toen hier vertelde. Volgens de meest recente signalen op dat moment zou eind dit jaar effectief met de bouw van het Franse kanaal Seine-Nord worden gestart en zou het tegen 2025 volledig afgewerkt zijn. Daarnaast stelde u ook dat op dat moment alles volgens plan verliep.
Het belang van dit dossier moeten we hier niet meer schetsen, dat is gigantisch: 200.000 wagens minder op de weg, een grote toegevoegde waarde voor onze havens, nieuwe welvaartscreatie. Vlaanderen heeft al heel wat engagement getoond: investeringen, baggerwerken, passeerstroken, sluizen enzovoort. Heel wat investeringen op het terrein zijn al gerealiseerd. U schetste toen al het nut van die werken, los van het bredere verhaal. Ik moet u niet overtuigen van het belang van de realisatie van dit gigantische project.
Dat bewijst ook de groeiende onrust in het noorden van Frankrijk, meer bepaald in de regio Hauts-de-France, waar regionale politici in overleg treden met de nationale regering om zo naar een deblokkering te gaan. In die context zou de regio samen met de besturen van de tot de regio behorende departementen een collectief voorstel hebben gedaan inzake cofinanciering, met als voornaamste drijfveer de creatie van duizenden jobs die het project kan genereren.
Werd u op de hoogte gesteld door uw Franse collega’s met betrekking tot het on hold zetten van dit immens belangrijke project? Wat is de laatste informatie? Welke gevolgen heeft dat op de aangegane gezamenlijke engagementen? Zal dat impact hebben op de engagementen van Vlaamse zijde? Hebt u hierover reeds contact gehad met de Franse regering? Zult u in contact gaan om het uitstel te beperken of teniet te doen?
De heer Maertens heeft het woord.
Ik zal het kort houden. Het belang van het Seine-Scheldeproject en van het Franse Kanaal tussen Cambrai en Compiègne is al in vorige vergaderingen, net voor de zomer, voldoende geschetst. Er waren toen al onrustwekkende signalen. De eerste problemen konden toen nog de kop ingedrukt worden, gelukkig maar. Halfweg augustus werd mij vanuit de binnenvaartsector gemeld dat op de Franse website van Libération een bericht stond dat zeer negatief was over de voortzetting van het project aan Franse zijde. Daarover verschenen in september nog meer berichten in de Franse media.
U weet dat dit project ons na aan het hart ligt. Vandaar mijn vraag om uitleg, nu duidelijk wordt dat de Franse regering-Macron de realisatie van het kanaal minstens wil uitstellen. Het goede nieuws is misschien dat de regio’s, departementen en gemeenten in het noorden van Frankrijk een tegenbeweging aan het organiseren zijn. Zo zouden ze borg staan voor een lening van 776 miljoen euro en zijn ze bereid om gedurende twee jaar een bedrag van 1,1 miljard euro ter beschikking te stellen van de nationale overheid om te voorkomen dat de werken zouden worden onderbroken. Ook wensen ze de leiding over de aanleg van het kanaal over te nemen. Er kwam nog geen reactie vanuit Parijs.
Voor Vlaanderen staat of valt het Seine-Scheldeverhaal niet met het al dan niet bouwen van het kanaal tussen Cambrai en Compiègne, maar binnen het Europese binnenvaartnetwerk is dat wel een belangrijke doorgang naar andere havens in Europa. Daarom is het ook voor onze havens van cruciaal belang.
Minister, wat is uw reactie op het uitstel van de realisatie van het kanaal en op het initiatief vanuit de Noord-Franse regio’s en departementen? Wat is de actuele stand van zaken? Zult u verdere initiatieven nemen om de houding van de Franse overheid ten aanzien van het Seine-Scheldeproject, en in het bijzonder ten aanzien van het kanaal Seine-Nord Europe weer om te buigen naar een positieve ingesteldheid voor de realisatie van het project? Zo ja, welke?
Minister Weyts heeft het woord.
Vlaanderen heeft, samen met Wallonië, reeds contact opgenomen met de Franse regering omtrent dit dossier. De ministers-presidenten Geert Bourgeois en Willy Borsus hebben gezamenlijk een brief overgemaakt aan hun Franse homoloog Philippe Édouard om hun bezorgdheid te uiten met betrekking tot de realisatie van dit project. Zoals u weet, is de samenwerking aangaande het Seine-Scheldeproject ingebed in officiële, internationale structuren, met name de Intergouvernementele Commissie (IGC) Seine-Schelde enerzijds, en het Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV) Seine-Schelde anderzijds.
De recente ontwikkelingen in Frankrijk met betrekking tot de transportpolitiek in het algemeen en het project Seine-Nord Europe in het bijzonder zijn dan ook aan bod gekomen in de laatste bijeenkomst van het EESV op 6 september en staan op de agenda van de volgende vergadering van de IGC, die gepland is op 4 oktober.
De laatste informatie waarover wij via deze ‘officiële’ kanalen beschikken, kan als volgt worden samengevat. Mede als gevolg van een aantal budgettaire problemen ziet de Franse regering zich genoodzaakt om zich te beraden over de krijtlijnen van haar mobiliteitsbeleid voor de komende jaren. Hiertoe worden zogenaamde ‘assisen van de mobiliteit’ georganiseerd, die officieel gelanceerd werden op 19 september en die zouden moeten worden afgerond tegen medio december. Aansluitend hierop zal in het eerste semester van 2018 een programmawet over mobiliteit worden opgemaakt, waarin onder meer ook de investeringsplannen voor de komende vijf jaar zullen worden vastgelegd. In afwachting van voornoemde programmawet is beslist in het kader van de zogenaamde ‘grote projecten’ geen nieuwe engagementen op te nemen, waardoor de facto een pauze wordt ingelast. Het is belangrijk erop te wijzen dat in dezen enkel het projectgedeelte waarvoor begin dit jaar een projectvennootschap werd opgericht als ‘groot project’ wordt aanzien en dat de pauze waarvan sprake dan ook enkel slaat op het nieuwe kanaal Seine-Nord Europe, niet op het Seine-Scheldeproject als dusdanig.
Verschillende onderdelen, zoals de opwaardering van de Grensleie, de heropening van het kanaal Condé-Pommeroeul of de kalibrering van de Oise zitten niet in de libellé van een groot project en worden dan ook niet gevat door deze pauze. Daarnaast is het belangrijk dat vanuit de gemeenten het verzet wordt gevoerd. Vanuit de regio Hauts-de-France werden onlangs nog een aantal voorstellen geformuleerd om de aangekondigde pauze voor Seine-Nord Europe te vermijden en het project toch onmiddellijk doorgang te laten vinden zoals gepland. Aan de Franse regering werd duidelijkheid gevraagd tegen midden oktober.
Het is duidelijk dat de discussie in Frankrijk over dit project nu in een stroomversnelling zit. De interventie van de lokale overheden is hoopgevend. We hopen dat we over twee weken duidelijkheid krijgen in welke mate die geformuleerde voorstellen een kans op slagen hebben. Het is evident dat een eventuele vertraging in de uitvoering van het kanaal Seine-Nord Europe een impact zal hebben op de verdere afwikkeling van de Franse activiteiten zoals opgenomen in de Grant Agreement Seine-Schelde 2020 en dus ook een impact zal hebben op de Europese engagementen inzake cofinanciering.
Het is nog een beetje te vroeg om al definitieve uitspraken te doen. Afhankelijk van de verdere evolutie en in ruggenspraak met de Europese commissie en het Waalse Gewest moeten we bekijken welke extra initiatieven zich nog aandienen. De andere deelprojecten, los van het kanaal Seine-Nord… De werken aan de Grensleie zijn gevat in een verdrag van 1982. De huidige conventie gaat uit van klasse 5B, dus van de 4500 ton. Dit maakt geen onderdeel uit van de vennootschap die is opgericht tot uitvoering van het kanaal Seine-Nord Europe. Die projecten behoren toe aan de Voies Navigables de France (VNF).
Aan Vlaamse kant zijn we nu bezig met de doortocht van Wervik. Het einde van die werken wordt verwacht tegen het eind dit jaar. Medio 2018 starten we met de uitvoering aan de Franse kant, en dat zal ongeveer een jaar duren. De rest van de werken zit in drie secties. Voor de Franse sectie van Deûlémont tot de sluis van Komen is de start gepland in de tweede helft van 2019 tot 2020. In Wallonië, van Komen tot de taalgrens, zijn de werken nu bezig. Voor het laatste stukje Leie in Vlaanderen, van de taalgrens tot Menen, is de start gepland in 2020-21.
De heer De Clercq heeft het woord.
Minister, dank u voor uw uitgebreide toelichting. Het onderstreept het belang dat u hecht aan dit project. De minister-president heeft ook al zijn ongerustheid geuit op hoog niveau. U schetst een aantal zeer goede zaken, maar het is belangrijk om een ‘coalition of the willing’ aan te gaan en om dat breed te bekijken. Het zou een mooi gebaar en een belangrijk signaal zijn van de minister-president van Vlaanderen en de minister-president van Wallonië. Minister-president Rutte van Nederland hecht er ook veel belang aan. Desgevallend kunnen we een ‘coalition of the willing’ aangaan om het belang te onderstrepen en om zoveel mogelijk druk te zetten om dit project staande en op schema te houden en te kunnen realiseren.
In dit geval is er zowel een maatschappelijke als een economische winst, die hand in hand kunnen gaan in dit grensoverschrijdend Europees verhaal. Het is belangrijk dat president Macron, die de Europese waarden bepleit en voor wie ik bewondering heb, zou worden geconfronteerd met een positieve, optimistische ‘coalition of the willing’ om dit belangrijke project te realiseren, met zijn nationale steun.
Minister, voor u en voor ons is het afwachten. U hebt de deadline geciteerd van de Franse departementen voor de nationale overheid, namelijk midden oktober. Zij verwachten tegen dan een antwoord op hun vragen om tot een compromis te komen. Dat is dan een ‘coalition of the willing’ aan Franse zijde. Het zou zeker niet slecht zijn als onze regering samen met de betrokken regeringen een krachtig signaal geeft. Misschien moeten we ook eens nadenken om daar partijgrensoverschrijdend op het Europese niveau, bijvoorbeeld in het Europees Parlement, iets mee te doen. Ook dat kan een impact hebben, zeker als je weet dat het Europese subsidieprogramma een belangrijk item is.
De heer Caron heeft het woord.
Ik hoop dat ik optimistisch mag zijn, want dat is de hele kwestie waar we al de hele tijd tegenaan botsen. In La Voix du Nord van elf uur geleden lees ik: “Édouard Philippe entend la mobilisation, mais ne garantit toujours pas le financement.” De voorzitters van de departementen hebben volgende dinsdag een gesprek over dat dossier, maar het blijft dus een financiële kwestie aan Franse kant. Ik zou het heel erg betreuren. Dit lijkt haaks te staan op het voluntarisme dat president Macron enkele dagen geleden uitstraalde. Het Europa van de samenwerking, vooruit met Europa voor de welvaart en het welzijn. Maar eigenlijk is het in de praktijk toch nogal op de eigen navel gericht.
De ingrijpende werken en de grote kosten daarvan zijn maatschappelijk alleen verdedigbaar als de meerwaarde voor Vlaanderen kan worden gerealiseerd, als we het internationaal transport over de weg kunnen aanzwengelen, want daar gaat het hier over.
Minister, ik heb een schriftelijke vraag gesteld over de actualisatiestudie van de realisatie aan de Vlaamse kant en de West-Vlaamse sectie tot aan de Franse grens. Daar moeten bepaalde werken gebeuren naast degene die u hebt opgesomd. Wat u opsomt, is het op tonnenmaat brengen van de waterweg en het verhogen van bruggen. Maar er zijn ook bochtverbredingen enzovoort nodig op de reeds bestaande projecten.
Op die schriftelijke vraag antwoordde u in juli dat er kort na de zomervakantie ruim zal worden gecommuniceerd over die actualisatiestudie. Daar moest ik het mee doen, en ik kan daarmee leven. Wanneer komt er een publiek document of een publiek moment waarin die zaken bekend worden gemaakt, omdat ze zeer ingrijpend zijn, ook voor vele bewoners omdat ze opnieuw onteigeningen vereisen?
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik ondersteun de collega's in hun vraag naar duidelijkheid. Ik hoop dat de onduidelijkheid die nu vanuit Frankrijk komt zeker geen vertraging geeft voor onze Vlaamse realisaties. Ook in Menen heeft dat een invloed, niet alleen op het lokaal bestuur, maar zeker ook op onze bewoners die worden onteigend. Voor hen is het ook belangrijk om het Franse standpunt te kennen. Mijn excuses om dit lokaal dossier aan te halen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.